Zeeuws Archief

Toegangsnummer 1200   Inventarisnummer 66.

G.V.B    ( Gelijkheid Vrijheid en Broederschap) : wordt in het brievenboek afgekort.

 

Den Geregte van Arnemuiden aan de Commissie tot de algemeene directie

Over de gewapende burgermagt van zeeland

Ingevolge Uli: aanschrijving van den 21e Sept: deses jaars om op te nemen of zich onderonze Iurisdictie eenige personen tusschen de 18 en 40 Jaaren bevinden, welke genegen mogt zijn omvolgens het regellement der Nat: V: van 13 Sept: 1796 zich tot den burger wapenhandel te laten op teekenen en bereid de belofte van trouw bij het zelve reglement vereyst af te leggen hebben wij heden ten dien einde nutteloos gevaceerd—en heeft er zig geene aangegeven- om zig tot den burger wapenhandel te laten teekenen.

Arnemuiden

Den 7 Oct: 1797                             Den geregte van Arnemuiden

Get: C.Visser

Ter ordonnantie van dezelve

Get: C.D. Baars

Secretaris.

 

Den Geregte van Arnemuiden

Aan het uitvoernd departement

Des provinc; Raads van Zeeland

 

Meede Burgers

 

In gevolge resolutie der vertegenwoordigers van volk van Zeeland in dato 13 mey 1796 hebben wij de aangestelde leden van de gereformeerde kerkenraad alhier op den 14e Oct: deses Jaars voor ons verzogt te compareeren ten einde de verklaring bij gem: resolutie gerequireerd af te leggen.

En de personen van Cornelis Jacobse ouderling Baltus Schaaleven en Pieter la Rieviere beijde Diaconen hebben dezelve geweigerd af te leggen doch de personen van Adriaan Joos Grootjans ouderling en Pieter Meulenmeester diacon dezelve gepresteerd, waarvan wij ons verplicht dagten UL: kennis te geven; hiermede na toewensing van heil en aanbod van broederschap blijve wij

Arnemuiden

Den 25e Oct: 1797

Het derde jaar der                               Den geregte van Arnemuiden

Der batasche  vrijheid                         get: C. Visser en ter ordonnantie C.D. Baars

 

N.B. Dat is niet bij het uitvoerend departement niet goed gevallen ; de kerkenraadis geprest deze weigeraars te vervangen en wel door Jacob de Ridder benoemd en aangesteld tot ouderling, Jacob Marteijn en Job Joosen van Belsen tot diaconen in voornoemde kerkenraad.

De laatste heeft evenwel ook gerefuseerd dezelve verklaring af te leggen

 

De burgers Janes de Maree en Jacob Marteijn hebben een conflict over het regelen der contributie voor de burgerwapening . Een welles nietes spelletje: het betreft een geldkwestie.

Stellig is de heffing t.a.v. de burgerbewapening niet verminderd als door de 2 gesuggereerd werd.

Een brief hierover aan de directie over de gewapende burgermagt in Zeeland.

 

 

De Municipaliteit van Arnemuiden aan het Int: adm. Best; van het voormalig gewest van Zeeland.

 

Medeburgers

 

Ter voldoening van Ul resolutie van den 20e febr: jongstleden ten Eijnde om alle orange gezinde Societ: mitsgaders alle zoo genaamde gemeene best gesinde sosieiten of bij een komsten omt even of zij alleen tot tijd verdrijf of tot het behandelen van Politieke Zakenzijn opgerigt waar van men zoo uit de daargehoudene gesprekken of voordragten moet verwagten dat zij strekkende om de gelukk: omwent: den 22 Jan: deses jaars hebben plaats gehad tegen Werken alle dezelve door t nemen van de nodige maatregulen te doen stuiten en vernietigen, zoo is deze dienende om Ul te berigten dat binnen onse stad zoodanige sositeijten of bij een komsten geen plaas hebben.

Den 27e Jan: 1798

 

De Municipaliteit etc

 

Medeburgers

Ingevolge UL: resolutie van den 11febr; deses jars om aan Ul op te geven  of en zoo ja ! welke personen zig in dese Stad bevinden die wij vermeenden- dat heijmelijke of openbaar machineeren tegen de tegenwoordige order van zaken hebben wij het genoegen UL te berigten wy onbewust zyn zoodaige personen zig in onse stad bevinden

Den 20e Feb: 1798.

 

Bericht over de stand der directie van de posterijen en wat de leden betreft hun zedelijk gedrag en politieke denkbeelden en gehegtheid aan de tegenwoordige orde van zaken:

! dat binnen onse Stad geen directien van de posterijen plaats hebben.

Den 16 maart 1798

 

Op 27 maart 1798 wordt er aan de Agenten van het Uitvoerend Bewinf derBat: Republiek en lijst der apparente Stemgeregtigden van den 23 dezer gestuurd.

 

Aan het Adm bestuur van Zeeland

 

Er wordt zoals aangeschreven van 1 maart 1798 een Commisie van Binnenlandsche correspondentie aangesteld bestaande uit de burgers S.V.E, J.H.S. A.D. S, en J.C en tot secretaris  C.D.B. Ulieden daar van bij desen kennis gevende , noemen wij ons na toewensing van

UL: Medeburgers

Den 29 maart 1798.

 

Medeburgers.

 

Ter beantwoording van de UW: gedat: heden dat ik volkomen vertrouwen en vermeene verzekerd te zijn dat wat het Stads bestuur betreft deselve de jegenswoordige order van zaken zijn toegedaan: dog wat aangaat de opgegevene Stemger: zijn wel lieden die als Stemopnemers hebben gefungeerd en dus in de grondvergadering gecomparrerd dan of alle de zelve de vereijte verklaring zullen presteeren en de tegenwoordige order van zaken zijn toegedaan daar twijffele ik sterk aan voor zoo veerre die bij mij als nog bekend zijn.

Den 30e Maart 1798.

 

Binnen de Municipaliteit van Arnemuiden zijn geen Kashouders nog Zilversmeden woonachtig.

29e Maart 1798

 

G. V. B

Aan de Agenten van het Uitvoerend Bewind der Bataafsche Republiek

 

Medeburgers

 

Gezonden wordt  de lijst der apparente stemgeregtigden als med Copie Autheticq  uit het boek der stemgerechtigde burgers  welke de verklaringe vervat in UL: Instructie Art. 7. vermeld hebben gedaan en onderteekend

Heil en Broederschap

Den 4e April 1798.

 

G.V.B.

 

Aan het Interm:Adm: Best van ’t voorm; Gewest Zeeland

 

Al onse beampte hebben wij opgeroepen  ten einde de verklaringe  Art. 8 te doen onderteekenen.

Alle deze, except Jacob Marteijn , geweesen vragtrijder van deze stad op Middelburg, gem.verklaringe hebben gedaan en ondertekend.

14 Junij 1798.

 

Als vooren

 

Ter voldoening van uw instuctie verklaren wij dat geen andere Emblemata of Publique Inscriptie ofte wel andere teekenen tegens de thans gevestigde order van zaken strijdende worde gevonden

Op de puijen van het stadhuis twee steenen Leeuwen, alwaarop de eene zijde gegraveerd staat het wapen van ’t voormalig gewest  Zeeland en aan de andere zijde het wapen dezer stad.

Wijders op de voetpad van deze stad na Middelburg vind men een Arduijn Tijtnaald alwaar op gegraveerd staat, -- Ambagt Nieuweerkerk.

 

16 Junij 1798.

 

Als vooren

 

Het schijnt dat de Municipaliteit van Arnemuiden verzuimd heeft een opgave te doen van de gevangenissen/bewaarplaatsen voor bedrijvers van groote en zware misdaden:

Er is er een boven op het stadhuis, zijnde op een kamer, alwaar op dezelve een vierkante plaats is betimmerd, en geschikt zij.

Men vindt op het stadhuis nog 2 Vertrekken welke men desnoods wel kan gebruiken  dan die andere tot dat einde niet zeer geschikt zijn.-

 

21 Julij 1798     U: Heilw: Medeburgers, Burgers Bailliu en Schepenen der StadArnemuiden

 

G.V.B.

 

Aan den Agent bij Departement van Inwendige Politie en Toezigt op den Staat van dijken en wateren der Bataafsche Republicq.

 

Medeburgers.

 

Uwe Missive van den 29e Junij jongstleden ons geworden zijnde , hebben wij dadelijk ten sterksten gesurveilleerd op al zulke daden en machinatien welkem men zoude  kunnen gebruiken en in’t werk stellen, om het Volk ter kwader trouw te misleiden: geen zogenaamde constitutioneele gezelschappen , clubs of societeijten of corporatien worden binnen onse stad gevonden.

En wij hebben tot heden nog niets kunnen onderscheppen welke eenigsints de heilzame bedoelingen van het tegenwoordig  gouvernement konde tegenwerken nog influenceeren op de aanstaand stemming der leden va het Vertegewoordigend Lichaam.

Den 7e Julij 1798.

 

G.V.B.

 

Aan het Intermediair Administratief Bestuur van het voormalig Gewest Zeeland

 

Binnen onse stad sedert1 januaij 1795 geen personen gevonden die zijn uitgeweken die als voorstanders bekend staan van het gewezen stadhouderlijk bestuur:

Dienende als informatie nopens de eigendommen van eenige geestelijke corporatien en Fransche Emigranten: dergelijke domeinen zijn er niet.

Er is volgens een  Res. Van Gecomm.Raden d.d. 30 Junij 1768 mogelijk sprake van verduistering van Thienden. Daar is ook geen sprake van.

12 Julij 1798

 

G.V.B.

 

Aan den Burger Ch. Collet d’Escureij

Ontfanger generaal der Marine

 

Medeburger

 

Ingesloten bekomt Uwe een Exemplaar van de door ons uitgegeven quitantien in de heffing der agt Procent, als mede een Lijst van de nommers der quitantien en het montant van ieder derzelve door ons geduurende de geheele heffing uitgegeven  alles ingevolge uwe aanschrijving van den 10e dezer bij ons op den 21e daaraanvolgende ontfangen.

Heil en Broederschap

Uw Medeburgers

Commissarissen tot de agt

Procent te Arnemuiden

Den 22e Julij 1798.

 

Aan de Burger Generaal Osten

Commandeerende de Troupes

In het Eiland Walcheren

 

 

Burger Generaal.

 

Het gaat over 2 jagers te paard van het 16e Regiment in dienst der Fransche Republiek

Er is nog steeds geen order ontvangen  van U of de kwartiermeester.

Kunnen jagers te paard voortaan niet beter bij boeren ingekwartierd worden.

De bewoners in Arnemuiden zijn meestal behoeftig. Bovendien zijn door de thans gelegde ponten de verbindingen beter.

10 augustus 1798.

 

G.V. B.

 

Aan de Provisioneele Commissie

Tot de gewapende Burgermacht

In het voormalig gewest Zeeland.

 

Er hebben zich geen personen tussen de 18 en 40 jaar aangemeld  tot het dragen der wapenen.

 

Den 10e October 1798

 

 

G.V.B.

 

Aan het Intermediair Administratief

Bestuur van het voormalig gewest Zeeland.

 

Er worden in deze Iurisdictie geen leenbanken aangetroffen.

 

27e October 1798.

 

Aan als vooren

 

Er zijn geen gevlugte Requisitionairen uit de Franse Republiek en daar aan hoorende landen ook na huisvisitatien aangetroffen.

 

Den 3e November 1798.

 

G.V.B.

 

Aan de Eerste Kamer van het

Vertegenwoordigende Lichaam

Des Bataafschen Volke.

 

Over de vernietiging van de Gilden

Binnen deze stad  hebben 2 differente gildens bestaan zijnde de Eerst welke  binnen de deze stad is gemaakt het Sint Jans gilde en het tweede buiten deze stad genaamd het zakkendragers gilde. Deze gilden zijn nu ontbonden en vernietigd.

Wat het tweede gilde met den naam van zakkendragers gilde bestempeld aangaat, is buiten deze stad en is alleen relatief aan de daar staande zoutkeeten, waarin ieder Ingezetene met teostemming van de Pannebazen der gemelde keeten kan inkomen en betalende eenen somma van vijftien guldens en agttien stuivers

Den 20e November 1798.

 

Aan de Provisioneelen Commissie tot de Burgerwapening in het voormalig gewest Zeeland.

 

Een groot deel van de ingezetenen is onvermogende en/of weigert  de gearresteerde Contributie van vorige jaren te betalen. Als gevolg daarvan weigeren anderen de huidige contributie te betalen . De municipaliteit zit met de handen in het haar en verzoekt verschoond te blijven van strafmaatregelen.

 

27 november 1798

 

Zie vooren

Slechts een derde van de gearresteerde Contributie is betaald. Nu willen trouwe betaalders hun geld terugeisen, omdat de achterstalligen dat niet doen.

Komt u controleren en u overtuigen .

19e Januarij 1799

 

G.V.B.

Medeburgers.

Bij ons een Extract uit het Register der Resolutien  van UL: Uitvoerend Departement de dato 9 december des afgeloopen jaars ontfangen zijnde, hebben wij ingevolge art.4 der gemelde Resolutie de daarbij nevensgaande waarschouwingen en Quotisatie Billietten nopens de vier procent van een ieders Cappitaal en bezitting bij voorbetaling op het beloop van den 25jarige heffinge van drie tenhondert van ieders inkomen, door onsen secretaris behoorlijk laten invullen, en voorts dezelve door onsen geregtsbode laten rondbrengen , welke ook door alle op en ingezetenen van deze stad en Irisdictie zijn geaccepteerd, except van de burgers Blaas Lievense en Jacobus Fransen, woonagtig in de zoutkeete in Eigendom behoorende aan de Burger Pieter Bos, wonende te Middelburg, welke gemelde burgers dezelve hebben gerefuseerd aan te nemen als zijnde door den geregtsbode van stads Middelburg Ambagten bij hun zodanige verzorgd en ook bij hun geaccepteerd. Zo als bij Ul. Volgens nevensgaande declaratoir van onsen gemelde geregtsbode nader zal blijken.

Reeds eenige Jaren herwaarts opteert ontrent de hier vorengemelde keete een questie tusschen ’t bestuur van Stad Middelburg ambagten en ons en wel of gemelde keete al of niet onder hun of onse Jurisdictie is behoorende : in welke questie tot heden nog niet is getermineerd, of eenige bemiddeling heeft kunnen gevonden worden.

En hoewel wij eerlang de verdeeling der gemeentens en dus ook ontrent het Territoir tegemoet zien, vinden wij voor ons zelven geen vrijheid daar wij sustineren op gronden meermalen aan den dag gelegd, en die wij bereid zijndes gerequireerd nader aan UL op te geven, gemelde keete wel degelijk is behoorende onder deze Jurisdictie, om dat regt welke wij vermeenen omtent dezelve te hebben, dus willekeurig af te staan en om ons alzo bij onse Ingezetenen schuldig te stellen als of wij laag genoeg van geest waren, om ons Territoir op eene zonder gegronde reden, ene tegens alle regten aan, te laten ontnemen en over te laten aan hun die moeds genoeg bezitten mogetn om het zelven op eene onregelmatige wijze te aanvaarden  en hen toe te eigenen, behoudens alle regt ‘twelk ’t bestuur van Stadt Middelburg aanbagten door bewijzen zouden kunnen staven, waaraan wij egter grootelijks zijn twijffelende.

En dus ons gedrongen ziende UL niet alleen daarvan kennis te geven,- maar tevens te verzoeken dat UL hierin zodanige voorzieninge gelieve doen te stellen als UL na deszelver wijsheid zullen vinden te behooren.

 

22 Januarij 1799.

 

Verklaring van den Geregtsbode I: Harthoorn nopens de weigering omtrent het aannemen van de Billietten  van de Personen in gemelde brief hier voren gemeld- en daar bij verzonden.

 

Ik Ondergeteekende Jan Harthoorn verklare bij dezen  in mijn qualiteit als geregtsbode der Stad Arnemuiden door de gemeente Raad dezer Stad gezonden te zijn na de Burger Blaas Lievense en Jacobus Franse wonende in de zoutkeete in Eigendom behoorende aan Pieter Bos koopman te Middelburg  en gelegen bij het Middelburgsch Hooft en aan dezelve Personen uit naam der gemelde Gemeente Raad op twee onderscheidende reijzen en wel op den 10 en 17 Januarij dezes Jaars  hebben aangeboden ieder een waarschouwing en een Quotisatie billiet, nopens de heffing van vier procent van ieder Capitaal en bezittingen—

Doch dat de gemelde Personen gerefuseerd hebben voornoemde Billietten te accepteren, vermits zij reeds dezelve van ’t Bestuur van stads Middelburg ambagten waren verzorgd en bij hun aangenomen etc

Handtekening.

 

Aan het Intermediair Administratief Bestuur van ’t voormalig gewest Zeeland.

 

Mede Burgers

De Landlieden onder Nieuwerkerk Crimineele Jurisdictie dezer Stede ons onlangs bij requeste Voorzieninge verzogt hebbende , omtrent het verregaande steelen van houtwaren, hebben wij die klagten daar wij van onze zijde al dat geen in ’t werk  hadden gesteld , ’t welk eenigsintss ter beveilinge hunnen bezitting konde strekken en zulks vrugteloos zijnde geweest UL ter kennis gebragt en teffens verzogt dat door UL ware het mogelijk voorziening daar in geschiede- aan welk verzoek door UL dan ook volkomen voldaan zijnde betuigen wij bij dezen onsen opregte dankbaarheid.

Thans hebben bovengemelde landlieden ons te kennen gegeven dat zij zig bezwaard vonden met de bij hun geinquartierde militairen, voor al door eenige landlieden van onder Cleverskerke, ook wel deel genomen in het aan ons  gepresenteerd  request, doch hetzelve vermits zij onder een andere jurisdictie waren behoorende door hun niet onderteekend- en dus zij – welke het zelve hebben onderteekend, alleen den last der inquartiering van bovengemelde militairen  moesten ondervinden en daar zij tevens van oordeel zijn, een man op ieder hofstede zoude voldoende wezen – aan ons hebben verzogt ieder der gemelde landlieden van aan der voorn: militaire mogten worden ontheven.

En daar het aan ons niet vrijstaat  aan dit hun verzoek te voldoen, ook teffens van oordeel zijn de helft der gem. militairen  voor als nog , zo lang deze strenge vorst en koude blijft voortduren niet behooren weggenomen ,ten minsten niet te verre van hun dienden verwijderd te worden; zo geven wij UL daarvan bij dezen kennis verzoekende dat UL hieromtrent zodanig gelieven te resolveeren als UL na derzelver  wijsheid zullen vinden te behooren.

 

9 februarij 1799

 

Declaratoir gegeven door den Gerechte derStad Arnemuiden nopens vier personen welke onvermogend zijn om de contributie penningen te voldoen.

 

President en Regters der Stad Arnemuiden certificeeren mits dezen dat de personen van

Jan Marinusse de Nooijer

Boudewijn Grootjans

Marinus Grootjans

En Adriaan Grootjans

Ieder aangeslagen op eene somme van vier Schellingen Vlaams wegens contributie voor de Burgerwapenen over den jare 1797 voor het tegenwoordige buiten staat zijn om hetzelve te voldoen.

In kennisse der waarheid, hebben wij dezes door stads zegel laten bevestigen, en door onsen secretaris laten teekenen op den 8e Februarij 1799.

Corn.Dan. Baars.

 

G.V.B.

Aan het adm: Bestuur van het voorm: gewest Zeeland.

 

Medeburgers

Op heden ontfangen wij een declaratoir van onkosten van de kiezers en Plaatsvervangers  welke op den 20 december des afgeloopen Jaars  de gehoudene Rings Vergadering  ter Goes hebben geadsisteerd,te verkiezing van een lid voor het Bestuur van het Departement de Schelde en Maas.

En tot de betaling van het zelve bij ons geen authorisatie van ulieden voorhanden zijnde, zenden wij dezelve declaratie hier nevens aan ulieden.

Teffens doen wij Ul: geworden een declaratie met eene daar nevens geannexeerden bons nopens het leveren van een wagen tot het transporteeren van zieke militairen van de Bataafsche Troupes alhier in guarnisoen na het hospitaal te Middelburg en door ons aan den vragtrijder alhier voldaan, verzoekende daar van voldoeninge  etc.

Den 23 Februarij 1799.

 

Aan den Burger  T. Kooten Agent van de Nationale Opvoeding der Bataafsche Republicq in den Haag.

 

Mede Burgers.

 

Ter voldoening van een extract uit het register der Resolutien van het Intermediair Administratief Bestuur van ’t voormalig gewest Zeeland d.d. 17 Februarij 1799 en zulks ingevolge Uwe aanschrijving van den 11e te voren waarbij gerequireerd word een opgave op dertien Pointen bij meergemelde Resolutie en uwe missive breeder omschreven- is deze dienende om Uw te berigten

Dat binnen deze Stad niet meerder dan een School zijnde een nederduitsche gevonden word onder toeverzigt van dit Plaatselijk Bestuur, welk toeverzigt zig niet verder uitstrekt , dan dat het gemelde plaatselijk bestuur tweemaal in ‘tjaar de vorderinge der leerlingen gaat onderzoeken en aan de meestgevorderden een kleijn prijsboekje ter aanmoedi(gi)ng geeft.

Dat voorts omtrent gemelde school geen ordonnantiën voorhanden zijn, en gedagte Schoolmeester door het Plaatselijk bestuur beroepen zijnde, op een Jaarlijks Tractement van vijftig guldens door deze Stad betaald wordende , wordt aangesteld-

Betalende de leerlingen dagelijks wanneer zij school gaan, -na dat zij gevorderd zijn ’t zij in ’t leeren spellen, lezen  en schrijven.

En daar de Ingezetenen dezer plaats meest uit Visschers  en geringe lieden is bestaande, en daar door het grootste gedeelte niet dan in de vier a vijff wintermaande hunne kinderen ter school laten gaan,  wanneer het getal wel tot 60 a 70 leerlingen bedraagd, doch in de zomermaanden niet meerder dan 20 a 30, waardoor gedagte schoolmeester, ware het niet dat hij ook teffens koster en voorzanger in den Hervormde Gemeente ware, zijn bestaan naauwelijks alhier zoude kunnen vinden-

Wordende het onderwijs der kinderen, waar van de ouders door den Armen worden bedeeld ook door denzelven Armen bekostigd,en genieten dus het zelfde onderwijs als de andere van meervermogende

Het huis en de school alhier behoord in Eigendom aan de Schoolhouder welke genaamd is Adriaan Keur oud omtrent 34 jaren

En hiermede vertrouwende aan Uw Intentie te hebben beantwoord, zij uw Heil en noemende ons met hoogachting en Eerbied.

Uwe Mede Burgers

De Gemeente Raad der Stad Arnemuiden

En ter ordonnantie van dezelve

 

G.V.B.

 

Casper Mulder en Andries Adamsen, vragen resp. vermindering of vrijstelling  van wege de contributie voor de Burgerwapening.

Het gemeentebestuur is van oordeel dat Casper Mulder met een bedrag van 4 schelling zou kunnen volstaan en dat Andries Adamsen zoude kunnen vrijgesteld; wij laten evenwel de dispositie aan u over.

Wijders heeft Blaas Blaasen door Ulieden op 12 schellingen aangeslagen; heeft bezwaren gemaakt : veele tegenheden hebbende .  Voorstel van de gemeente: op grond van kohieren : 4 schellingen.

Verder zullen de lijsten der onvermogende of onwillige ten spoedigste in uw bezit komen.

6 April 1799.

 

Aan de Eerste Kamer van het vertegenwoordigend  Lichaam des Bataafschen Volks in den Haag.

 

Aan de Agent La Presse  van Inwendige Politie en Toezigt op den Staat van Dijken wegen en wateren is een verslag gezonden.

Hoeveel de Contributie penningen der gewezen gildebroeders van het St.Jansgilde  tot onderhoud van het Arbeiders huisje hebben bedragen

Welke functie het arbeidershuisje heeft.

De inhoud van de kas; of overgeschoten penningen zijn overgegeven aan de Provisionele Commissarissen.

De contributie penningen jaarlijks 1 pond  en 10 schellingen

Het arbeijders huisje alleen is strekkende om bij ruw en regenagtig weder onder het zelve te schuilen en ten allen tijde eenige geweeze gilde broeders zouden kunnen gevonden worden ten einde  het aankomend werk te verrigten.

Er was bij de overdragt niet meer in cas dan 4 schellingen en 5 grooten Vlaams.

Die zijn overgegeven.

6 april 1799.

 

G.V.B.

 

Aan het Departementaal Betsuur van de Schelde em Maas.

 

’s Lands Ambtenaren binnen de gemeente worden ook in het openbaar stemregister ingeschreven

18 april 1799.

 

G.V.B.

 

Onder ons zijn geen ambtenaren die niet als stemgeregtigden zijn ingeschreven.

 

3e Meij 1799.

 

Ook geen administratien van Posterijen  nog(ch) een vast Post Comptoir

Meij 1799.

 

G.V.B.

 

Aaan het Departementaal  Bestuur  van de Schelde en Maas.

 

Mede Burgers !

 

Het gaat over het vissen van oesters op de banken onder de wal van Yerseke en Wemeldinge gelegen zich in den wintertijd daarmee bezig houden als het enige middel  van bestaan dat zich in onze gemeente “oplevert “ en welzo dat nog dat bij verpachting van gedagte banken van het grootste deel hunner broodwinning en bestaan zouden wezen gepriveerd.. En wij overzulks ons verpligt vinde voor gedagte Ingezetenen bij UL  aan te dringen dat voorzeide verpagting geen plaats mogen hebben, wil men het voornaamste gedeelte onzer Ingezetenen die reeds in deze harde en langdurige winter veel armoede hebben doorstaan en nu door de vijanden dezer Republicq in het zoeken van hun bestaan grootelijks gehindersd en veeltijds belet worden in de diepste Armoede zien gedompeld en in den wintertijd door gebrek omkomen.

Wij wenschen en vertrouwen ulieden dit zullen beseffen en in acht nemen en in die billijke verwagting dat ulieden aan dit ons en onze Ingezetenen verzoeke zullen gelieven te voldoen, noemen wij ons steeds na toewensching van heil met Eerbied

Ulieden Medeburgers

Den 29e Maart 1799

 

Op 11 Junij 1799 wordt aan het Departementaal Bestuur de Lijst der Stemgeregtigde Burgers binnen deze stad en Jurisdictie  overgegeven.

 

Idem

 

MedeBurgers

Heden geïnformeerd wordende dat in de te houdene grondvergadering op gisteren binnen deze stad zijnde  No 2…. Niet meerder dan twee Stemgeregtigde Burgers verschenen zijn, waardoor men in het onmogelijke is gesteld,  om naar behooren Een lid voor dit Departementaal Bestuur te nomineeren, En een kiezer ter Ringvergadering te Goes op den 27e Junij aanstaande –met behoorlijke lastbrieff voorzien te doen compareeren- waarvan wij vermeend hebben Ulieden kennis te moeten geven, terwijl wij ook beigt hebben ingezonden aan de Commissie ter Examinatie der geloofsbrieven te Goes voornoemd.

Waarmede Heil en Broederschap

Den 26e Junij 1799

Dezelfde brief: inhoud aan de Commissie ter Examinatie der gelooffsbrieven van kiezers op de Ringvergadering.

 

G.V.B.

 

Aan de Commissie tot administratie van de finantien over het voorm; gewest Zeeland.

 

Medeburgers

 

De onderscheidenen Posten zo Hollandsche als Fransche op de gewone tijden  over het Pontveer  van deze Stadop het Nieuwland leggende, Passeerende, en speciaal de Hollandsche off wel de postiljon van Middel,- zig altijd in de ongelegenheid bevind, van deszelfs Paard binnen deze stad te moeten stallen vermits zodanige in het Nieuwland is ontbreekende,- zo diend deze , daar ter zijde van de Brakke oft Wagthuis in het Nieuwland  aan het Sloe, aldaar geplaatst voor Eenige Fransche militaire welke ter dier plaatse gecantonneerd leggen – een genoegzame gelegendheid gevonden word  ulieden te verzoeken om de nodige Authorisatie ten einde voor rekening van deze stad, wij ter opgemelde plaats zodanig  stal  kunnen doen optimmeren,- welke nodig en jaarlijks onderhoud wij mede voor rekening van deze stad zijn nemende, en waardoor gezegde Postiljon zijn reijs ongemeen zal kunnen bevorderen, en dus is strekkende tot waar nut van het Algemeen.

In welke verwagting wij ons na toewensch; van heil met Eerbied noemen

27 Junij 1799.

 

G.V.B.

 

Aan Mr: A.Geen en A.W. Philipse

Advocaten te Middelburg,

 

Medeburgers

Wij zende Ulieden hier nevens alle de stukken in den zaak van den Burger Salomon van Eenennaam Bailliu dezer stad A O ? Eisscher in cas crimineel contra Marinus Marinusse de Nooijer, Leendert Bostelaar en Clazina Jobsen de Nooijer gedet(ineerd): op het welk wij Ul: advis met eene daar nevens gevoegden Iudicieele Sententie zo spoedig mogelijk zijn verzoekende

6e Julij 1799.

 

Aan den Burger Pieter Caen ? municipalen Agent der Commune Hoofplaate

Over de persoon Jan de Voogd , die 7 jaar in deze stad heeft gewoond , is niets ten nadele te zeggen.

In dit verband wordt ook gewaagd van een attestatie van Jacoba Crombeen.

 

G.V.B.

 

Aan de Commissie tot administratie der finantie van het voorm: Zeeland.

 

Medeburgers

 

Binnen Arnemuiden noch in dit ressort zijn geen reserves gebleven welke zouden behooren geliquideerd en aanbetaald te worden.

Ulieden Medeburgers

Commissarissen tot den Ontfangst

En heffing van 6 ten honderd

Van een ieders bezittingen gevaceerd hebbende binnen Arnemuiden

En uit hun naam

Corn: Dan: Baars secretaris.

 

G.V.B.

Aan de Finantieele Commissarissen van het Uitvoerend Bewind als gelast met het Toeverzigt van de Burgerwapening etc.

 

Er is in de jaren 1795 en 1796 geen contributie geheven. Ook zijn er alhier sedert de voornoemde jaren geen gewapende burgers.

21 Augustus 1799.

 

G.V.B.

Aan het gemeente Bestuur der stad Goes,

 

Er zullen op uw aanschrijving een, twee of meerder mannen aangeworven worden om als voerlieden en Drijvers bij den Veldtrain te worden ingezet om alzoo te beantwoorden aan het Salutair oogmerk van het Departementaal Bestuur;

Dan alle onze welmeenende Poogingen ten dien einde aangewend , zijn tot heden vrugteloos geweest en ook kunne ulieden niet onkundig zijn genoegzaam alle de Ingezeten dezer stad Visscher zijn, en wij dus vreezen zodanige lieden als hier vooren gemeld niet te zullen kunnen verzorgen ter bestemder plaatse . Niettemin  zullen wij verder alle divoiren aanwenden ons ware het nog mogelijk met de meeste spoed aan bovengenoemde last te voldoen

7 September 1799

 

G.V.B.

 

Aan het Dep. Bestuur.

 

Er worden alhier geen Nationale Gepensioneerden gevonden reeds geruime tijd voor den 31e Julij 1798 in het Stemregister dezer gemeente zich hebben doen inschrijven.

6e September 1799.