Stukken over de vorderingen van de stad Arnemuiden op de Staten en de Admiraliteit van Zeeland wegens het transport van soldaten en goederen in verband met de plannen om de stad Sluis te veroveren. 1587
ZA Inventaris Gemeente Arnemuiden nr. 1367
Verthoonen reverentelick die Burchmrs ende Regierders der Stadt Arnemuijden in Zeelandt/ Dat naerdijen zyluijden Uwe E: overgegeven hebben gehadt t’quohier ende specifficatie van de schippers ende schuijtluijden bij henluijden opden XXVen Jullij laestleden tot dienste vande landen gearresteert / Ende in tvoorgenomen ontset vander stede vande Sluijs gebruijct ende geemploijeert geweest zijnde /Ende daerop ordonnancie van betalinghe verworven des zijluijden Uwe Ed: hoochlick bedancken/ zijluijden daerenboven noch aengesproken ende om betalinghe gemoijt worden van zekere andere heurluijder schippers die tot Berghen ende andere plaetsen gearresteert ende inden zelven oft anderen dienst vanden lande onlancx geemploijeert zijn geweest/ Voor de welcke zijluijden verthoonders als voor heurluijder borgers mits dess aen Uwe E: zijn versouckende ende biddende om ordonnancie van betalinghe te hebben opde diensten bij henluijden ende ijeder een van henluijden gedaen inder manieren naervolgende
Inden eersten Adriaen Stevensz ende Jan de Calckman beijde huedeschippers van Arnemuijden hebben achtervolgende de bescheede hierbij gaende onder de Lettere A op de XVIen Jullij laestleden tot Berghen op Zoom deur bevel van d’overicheijt aldaer ingenomen de Compaignie van Capiteijn Pewel ende de zelve Compaignie alhier tot Middelb. Aen t’hooft gebrocht alwaer zijluijden zekere daeghen gelegen hebbende voorts neffens andere schippers mette zelve compaignie naer Vlissinghe voor de Sluijs ende oock t’Oosteijnde gevaeren ende zulcx in tvoorgenomen ontset vande Sluijs gebruijct zijn geweest hebbende oock de voorss Compaignie weder te Berghen op fort gebrocht daerover zijluijden vanden voorss XVIen Jullij aff besich zijn geweest den tyt van vieretwintich daeghen ter cause van welcke eerst competeert de voorss Adriaen Stevensz als hebbende een huedeschip van ontrent vijerentwintich lasten te weten vande reijse t’Oosteijnde gedaen daer vooren vande voorss XXIIII daeghen affgerekent zes daeghen de somme van VI pond ende vande resterende achthien daeghen tegend IX schelling sdaechs de somme van VIII pond II schelling gvls / Item de voorss Jan Calckman als hebbende een huedeschip groot ontrent twintich lasten competeert over de reijse t’Oosteijnde gedaen affgerekent de zes daeghen als boven de somme van V pond ende van de resterende XVIII daeghen tegens VIII schelling sdaechs de somme van VII pond/ Bedraegende tsamen tgundt de voorss twee schippers is competerende ter somme van ------------------------- XXVI pond VI schelling
In de marge: den XVIen Decembris 1587 betaelt Jan de Calckman tgundt hem by dese rekeninghe is commende somme van XII pond IIII schelling
Adi betaelt Adriaen Stevensz over zynen dienst in dese reeckeninghe begrepen de somme van ----------------- XIIII pond II schelling
Summa totalis XXVI pond VI schelling
Item Aert Dignisz Engel Gerritsz ende Hugo Marinusz alle drie huedeschippers van Arnemuijden wiens huedeschepen groot zijn over de zesthien lasten hebben achtervolgende t’bescheet hier bij gaende onder de Lettere B : opden XXVen Jullij laestleden tot Berghen op Zoom ingenomen ende van daer herwaerts ende oock naer Oosteijnde neffens andere vervoert eenighe compaignien van de regimenten des Gouverneurs van Berghen ende zulcx in tvoorgenomen ontset vander Sluijs gebruijct geweest den tijt van vijfthien daeghen daerover elck van henluijdem competeert te weten over de reijse t’Oosteijnde gedaen gerekent op zes daeghen als vooren de somme van V pond ende vande resterende negen daeghen tegens VIII schelling s’daechs III pond XII schelling wesende voor elck samen VIII pond XII schelling ende bedraegende voor de voorss drie schippers de somme van -----XXV pond XVI schelling.
In de marge: Den 16 Decembris 87 betaelt Govert van Nederhoven als aen Aert Dignisz ten achteren wesende volgens desselfs Aerts consent ende last over tgundt de zelve Aert van zijn dienst in desen vermelt is commende de somme van --------VIII pond XII schelling.
Adi betaelt Hugo Marinusz huysvrouwe over zynen dienst in dese rekeninge begrepen de somme van --------------------------------------------------------- VIII pond XII schelling.
Adi betaelt Ingel Gerritsz over zynen dienst in desen begrepen deur handen van zijn huijsvrouwe in de somme van ---------------------------------- VIII pond XII schelling
Summa totalis XXV pond XVI schelling
Item Marinus Blaesz huedeschipper van Arnemuijden is nu onlanx tot Berghen opten Zoom ten tijde Zijne Excie daer was gearresteert geworden om met volck ende bagaigen van Zijn Excie naer Dort te vaeren gelick hij derwaerts gevaeren ende zyn reijse volbracht heeft volgende de bescheede hier bij gaende onder de Lettere C: /Ende heeft mette zelve reijse met drie daeghen die hij te Berghen gearresteert heeft gelegen besich geweest den tijt van negen daeghen daer over hem competeert als hebbende een huedeschip van ontrent vijventwintich lasten tegens IX schelling s daechs de somme van -------------- IIII pond I schelling gvls.
In de marge: Adi dito betaelt Marinus Blaesz over zijnen dienst in dess begrepen de somme van ------------------------- IIII pond I schelling
Item Pieter Rochusz schuijtman heeft onlancx leden opde Piet vuijt zeker schip aldaer liggende liggende gedwonghen geweest zekere Ingelschen Capiteijn met soldaten te voeren ende bringhen naer Berghen ende van daer wederom zekere soldaten te bringen op Middelb. Gelijck hij dien aengaende zijn reijse volbrocht heeft volgende den bescheede hier bijgaende onder de letter D: daerover hij gevaceert heeft den tijt van zes daeghen ter cause van welcken hem competeert tegens IIII VI groten s’daechs de somme van -------------- XXVII schelling
In de marge: Den XVIen Decembris 87 betaelt Laureijs Decker ende Gerrit Jansz cleermaecker als schuldenaers van Pieter Rochusz met consente vande selven Pieter de somme van XXVII schelling.
Item vuyt crachte der missive hier by gevoucht onder de lettere E : in date den 17 Augusti 87 hebben de burchmrs affgeveerdicht t’heudeschip van Bouwen Adriaensz van Arnemuyden die zekre Capiteijnen volgens die voorgeroerde missive tot Berghen op Zoom gebrocht heeft alwaer hy heeft moeten blyven liggen om mettet vertreck van Zijn Excie naer Zeelandt eenich volck ende bagaigien van Zijn Excie naer Hollt te voeren gelick hy met volck naer Hollt gevaeren is/ daer over hij gevaceert heeft met zekere daghen die hij te Berghen in arreste heeft moeten liggen ende wachten den tijt van twaelff daghen bedraghende tgundt hem als hebbende een huedeschip van ontrent vijfthien lasten deshalven van zynen dienst zoude competeren tegens VI schellingen VIII grote s’daechs die somme van IIII pond
In de marge: is een missive van Philips Asseliers in date den XVIIen Augusti 87
Den 16e Decembris 87 betaelt Mr Hubrecht van de Venne als assignacie ? ende consent hebbende van Bouwen Adriaensz de somme van III pond VI schelling VIII groten.
Item Pieter Aelbrechtsz betaelt als aen Bouwen ten achterenwesende de somme van
XIII schelling IIII groten
Somma totalis IIII pond
Item opden XXIX en Augusti LXXXVII heeft Joris Brechtsz schipper van Arnemuyden tot Berghen op Zoom gearresteert geweest om de twaelff compagnien vande Heere Robert Sidney te helpen vervoeren gelick hy volgende dien aldaer ingenomen heeft die Compagnie van Capiteijn Bareto/Barets ? ende dezelve gebrocht tot voor Dordrecht daeraff hem competeert zesthien gulden / Idem heeft de voorss schipper mette voorss Compaignie voor Dort stille gelegen zes daeghen daer van hem competeert als wesende zyn schip groot ontrent vijventwintich lasten tegens IX schelling s’daechs die somme van II pond XIIII schelling/
Item heeft die voorss schipperde voorss compaignie van Dort gevoert gebrocht ende gelost op Mereslanssluijs ? daerover hem competeert thien gulden Bedraghende al tsamen dat de voorss Joris Brechtsz is competerende ter somme van ---- VII pond 0 schelling VIII groten.
In de marge: Den XVIen Decembris 87 betaelt Joris Brechtsz over zynen dienst in dese rekeninge begrepen de somme van-------------------- VII pond VIII groten.
Idem opden XIIen Augusti LXXXVII zyn tot Arnemuyden gecommen zekere elff soldaten van Capiteyn Ghistel ter Ghoes liggende die vande schepen quamen ende van gelt ende provisie onversien waeren dewelck de burchmrs van een schip voorzien hebben om naer huijs te vaeren ende daervooren betaelt die somme van -------------- VII schelling IIII groten.
In de marge : den XVIen Decembris 87 betaelt Pieter Jansz in de Prince de somme van
--------------------------------------- VII schelling IIII groten.
Idem opden………………………………… laestleden heeft de voorss Marinus Blaesz de halve compaignie van Capiteijn Pours deur t’bevel vande Gecommitteerde Raiden van Zeelandt ter Neusen gevoert ende gebrocht daerover hy met twee dagen die hy mette voorss halve compaignie heeft moeten liggen gevaceert heeft vier daghen bedragende tgene hem daervan compt als zyn schip wesende XXV lasten …??…………..XXXVI schelling.
In de marge: den XVIen Decembris 87 betaelt Marinus Blaesz van zynen dienst de somme van ………………………………………………………………XXXVI schelling.
Quohier ende specifficacie van tgundt by de burchmrs ende tresoriers der stede Arnemuyden achtervolgens verscheijden bevelen ende ordonnancien zoe van Zijn Excie die Heeren Gecommitteerde Raden van de Staeten mitsgaders vander admiraliteyt van Zeelandt als anders te gheven ende betaelen staet zoe ter cause van schips ende schuytvrachten van schepen ende schuijten in dienste vande lande geweest ende soldaten herwaerts ende ghinswaerts gevoert hebbende in’t voorgenomen ontset van Sluijs ende elders als vande victuaille tot behouf vande zelve schepen ende soldaten in diversche tyden gelevert mette gevolge van dyn t’zedert den XXV Juny LXXXVII totten XVen Augusti daeraans volgende
Inden eersten opden XXVen Juny LXXXVII achtervolgende die scriftelycke bevelen vande Gecommitteerde Raiden van Zeelandt hieraen gehecht onder de lettere A hebben de voorgenoemde burchmrs ende tresoriers gelevert tot behouff van twee compaignien soldaten die vuyt Hollt gecommen ende naer Axel gedestineert waeren daervan Capiteijnen waren hopman Pieter de Leeu ende hopman Anth. Woutersz Greijn eerst hondertvyftich brooden van twee stuvers bedraghende II pond X schelling ende vier tonnen pharoos also der gheen ander oft minder bier te bekommen was tegens XVI schelling de tonne wesende III pond IIII schelling.
Item hondert vyftich ponden Kaes tegens negen gulden thondert bedraghende II pond V schelling gvls Ende om alle de voorgeroerde victuaillie van broot kaes ende bier te wercken draghen ende tshepe te beschicken is in als betaelt IIII schelling IIII groten vls
Bedraghende tsamen ter somme van --------------------------- VIII pond III schelling IIII groten
Item hebben de voorn. Burchmrs opden XXVen Jullij 87 achtervolgende scryven van de Gecommitteerde Raden vander Admiraliteyt in Zeelandt hierby gevoucht onder de lettere B gearresteert ende in dienste vande lande naer Vlissingh totte onset van Sluijs affgeveerdicht alle de ledige schepen ende schuytten die t’Arnemuyden vaeren achtervolgende die lyste hierby gaende onder de lettere C ende de welcke henluyden in dienste vanden lande gebruyct ende geemploijeert hebbende henluyden toecompt ende competeert zoe vande reysen op Oosteynde verscheydelyck gedaen als als van heurluyder lich dagh zoe ende gelyck henluyden ende eenyeder van henluyden hier onder neffens ende gelyck alle ander schippers toegeleyt ende vuijgetrocken zal worden/ Ende zulcx eerst competeert Pieter Gillisz huedeschipper costend .. over dat hij zeventhien daghe gedient ende oock op Oosteynde in perickel gevaeren heeft zoe over zijn lichdaghe als gedaen reyse desen somme --------
Item Cornelis Maertsz huedeschipper van Rotterdam compt over veerthien daghen gedient ende op Oosteynde gereyst te hebben zoe over die lichdagh als gedaen reyse als boven dese somme van -----------------------------------
Item Claes Zegers ende Jasper Joppe beide huedeschippers van Dort hebben gedient elck veerthien daghen dan en hebben t’oosteynde nyet geweest ter cause ende welcke elck van henluyden competeert de somme van ----------------------------- bedragende voor henluyden tween de somme van ---------------------------------
Item Jacob de Rot ende Jan Adriaensz Bachijne beyde huedeschippers van Dort hebben gedient gelegen ende op Oosteynde gevaeren den tijt van veerthien daghen als vooren. Item boven de voorss veerthien daghen hebben zijluyden mette compaignie van Capiteijn Morgan t ‘Arnemuyden gelegen ende den zelven Capiteijn met zijn compaignie van daer helpen bringen ende voeren naer die vaert van/by Utrecht daer over zyluyden noch gevaceert hebben vande veerthien daghen ter cause van alle welcke elck vande voorss schippers zoe zoe over alle henluyder lichdagh als gedaen reyse competeert de somme van ………. bedraghende
Over hen tweeen de somme……………………
Item Janus de Vries ende Jan Jansz Reijser ende Claes Stoep ende Lamme Crijnsz alle vier huedeschippers van Arnemuijden hebben gedient t ‘Oosteijnde gevaeren hier ende daer gelegen ende daerover gevaceert elck den tyt van veerthien daghen daerover elckvan henluyden zoe van hen reijse ter zee als lichtdagh competeert de somme van …
Bedraghende over hen vierensamen de somme van …………………………….
Item Lenaert Jansz Jan Thuens Jan van Aventuren Marinus Crynsz Jan Danielsz alias Come ? Jan Coutwel ende Schobbe Piersz alle zes huedeschippers vander Ghoes hebben gedient elck den tijt van vijfthien daghen zoe met t ‘Oosteynde te vaeren als voor der Sluys ende elders te liggen daer elck van henluyden zoe van hen reyse t’Oosteynde als lichdagh competeert de somme van ………………………………………….. bedragende samen voor hen sessen de somme van……………………………………
Item Willem Dirricxz Marinus Poingnaert ende Gabriel Lambrechtsz alle drie huedeschippers van Ziericzee hebben elck gedient t’Oosteinde gevaeren ende daerover gevaceert den tijt van derthien daghen daervan elck van henluijden zoe van hen gedaen reijse als lichdagh competeert bedraghende over hen drieen de somme van
In marge: te vernemen off die van Zierikzee betaelt zyn.
Item Gerrit Dirricx ende Cornelis Stoffels beyde schippers vander Gouwe hebben van gelycke gedient t ‘Oosteijnde gevaeren ende daerover gevaceert den tijt van veerthien daghen ter cause van welcke elck van henluyden competeert zoe by hen gedaen reyse t’Oosteijnde als lichdagh de somme van bedraghende samen over hen tween met zeven gulden voorss Gerrit Dirricxz verschoten aen een pilote die hen t’Oosteijnde brochte de somme van ……….
Item Pier Sul Theune Jan Matheeus Jansz Janos Claysz Jan Maertsz Jan Marinusz Adriaen Adriaensz Backer Cryn Dignisz Willem Jacobsz Jesus Adriaen Cornelis Licxge ende Leijn Luenisz alle elve schuijtluijden van Arne muyden hebben met heurluyder schuyten te weten elck met een man tot hen gedient t’Oosteinde gevaeren ende daerover gevaceert elck den tijt van veerthien daghen ter cause van welck dan dat zyluyden daer hen schuytten in zeer groote schade geleden hebben elcken schuijtman ende zyn maet competeert de somme van …….
Bedraghende samen voor de elff schuytluyden de somme van …….
Item hebben de burchmrs vuyt crachte vande brieven van Zyn Excie in date den XXIIIIen Jully 87 hier by gaende onder de lettere D ten behoeve vande compaignie van Capiteijn Poteij in dienste genomen t’heudeschip van marinus Blaesz die de voorss compaignie ingenomen hebbende ende meenende opwaerts naer Hollt te varen is by Zyne voorss Excie geordonneert geweest dat hy naer Vlissinghe commende ende zeijlle moeste dwelck hy gedaen heeft mette vaeren van welcke compaignie ende voorts in anderen dienste vande Lande den voorss Marinus Blaesz gevaceert heeft thien daghe daerover hem is competerende de somme van …………
Item tot behouff vande voorss Compaignie van Capiteijn Poteij doen zij vertreck gelevert tweendertich en halff pont kaes tot negen gulden thondert pond IX schelling X groten.
Item veertich broon van twee stuvers pond XIII schelling IIII groten. Item anderhalve tonne mueselaer XV schelling ende vande zelve victuaillie aen boert te bringen wercken ende draghen te coste gehadt II schelling bedraghen al tsamen de voorss victuaille ende oncosten de somme van ……………………………….. II pond II groten.
Item opden laesten Jullij vuyt scriftelyck bevel van mijn heer den Tresorier Manmaecker hier by gevoucht onder de lijste ? gelevert tot behouff vande Compaignien van Coronel Cosinte ?? hondert zessenegentich broon van twee stuvers maeckende III pond V schelling III groten
Item hondert eenenveertich ponden kaes tegens negen gulden thondert bedragende II pondII schelling II groten/ Item twee en halff tonne mueselaers tot X schelling de tonne wesende XXV schelling ende over alle de voorss victuaille te wercken draghen ende met een schuijtte aen boort te doen voeren des nachts is is ten coste gehadt III schelling IIII groten bedraghende alles te samen de somme van ……………………….. VI pond XV schelling X groten
Item opden eersten Augusti vuyt crachte van scriftelyck bevel vanden Gecommitteerde Raiden van Zeelandt hier bygaende onder de lettere F gelevert tot behouff vande Compaignie van Capiteijn Adriaen Willemsz admirael van Ziericzee tweehondert brooden van dubbele stuvers maeckende III pond VI schelling VIII groten Item twee tonnen mueselaers van XI schelling compt 20 schelling / Item hondert vijftich ponden kaes tegens nege gulden thondert maeckende II pond V schelling ende vande voorss victuallie te draghen wercken ende met een schuijtte aen boort te bringhe III schelling bedragende samenter somme van
------------------------------------------------------------ VI pond XIIII schelling VIII groten
Item opden Xen Augusti hebben de bovengenomde burchmrs ende tresoriers tot behouff van drie Compaingnien peerden Ruijters oft eenighe van dien te weten by Zyn Excie die in thien schepen voor Arnemuijden lagh gelevert voor elck schip een halff vat biers alzoe zyluyden groot gebreck hadden ende onversien waren te weten drie halve vaten mueselaers ende drie en halff tonne pharo alsder gheen mueselaer meer te becommen en was te weten de pharo tegens XVI schelling de tonne ende de mueselaer tegens X schelling de tonne bedragende samen ter somme van ……………………………………. III pond XI schelling.
Item alzoe de voorss peerderuijters ende oock andere die te vooren vuyt Hollt gecommen ende mede naer Vlissinghe getrocken zyn voor hen peerden van voeringe onversien waren ende dat de peerden eenen geheelen dach zonder eten tschepe geweest waeren / Soe hebben die burchmrs deur versouck van doverste vande voorss peerderuijters ende oock omdat de zelve peerderuyters nyet te landewaert loopen ende den lantsaten tzyne affheischen souden doen haelen ende op verscheyde daghen gelevert in als zes voederen heys daer voor zzzijluyden belooft hebben te betaelen te weten voor elck voeder de somme van XXX schelling bedraghende in als samen ter somme van ………. IX pond.
N.B. Tussen de stukken een merkwaardig “snipper”papier met de volgende inhoud:
Cannoije (secretaris van de smalstad Arnemuiden) wilt niet vergheeten et coijer(cohier ?) te over sien ende mij een extrack daer vuyt laeten hebben.
Quohier ende specifficatie van alle de schepen ende schuijten die de Burchmrs ende regeerders der Stede Arnemuyden opden XXVen Jullij XVc LXXXVII tich achtervolgende die f ? brieven ende scriftelycke bevelen vande Gecommitteerde Raiden vande Admiraliteyt in Zeelandt gearresteert in dienste genomen ende naer Vlissinghen affgeveerdicht hebben om in t’voorgenomen ontset vander Stede van Sluijs zoe met soldaten te voeren als anders geemployeert te worden mitsgaders van tgundt dien aengaende aenden schippers ende schuytluyden van hen gedaen dienst zoe van dachgelden als gedaen reysen te geven ende betaelen staet/ Soe en de gelyck ? hier naer volcht
Inden eersten hebben de voorss burchmrs op den voorss XXVen Jully mergens vrough volgens de voorss brieven hier bygaende onder de lettere A naer Vlissinghen gesonden ende in dienst vande lande affgeveerdicht de schepen ende schuytten daervan de schippers ende schuytluyden genomineert ende gespecifficeert staen inde notule ende lyste daervan gehouden ende hier bij gaende onder de letter B
Ende in den eersten hebben gedient ende een reyse op Oosteijnde gedaen Pieter Gillisz ende Cornelis Maertsz beijde huedeschippers van Rotterdam dewelcke daer over gevaceert hebben te weten de voorss Pieter Gillisz zeventhien ende voorss Cornelis Maertsz veerthien daghen
Tercause van welcke de zelve schippers als hebbende schepen van vyventwintich lasten groot oft daerontrent competeert achtervolgende dordonnancie vanwege de Staten van Zeelandt daerop geweest te weten den voorss Pieter Gillisz over zeventhien daghen te weten van de zes daghen daervan over de reyse t’Oosteinde gedaen de somme van zes ponden ende de resterende elff daghen tegens IX schelling sdaechs de somme van IIII pond XIX schelling/
Itemden voorss Cornelis Maertsz competeert over veerthien daghen te weten vande zes daghen daervan over de reyse t ‘Oostende gedaen de somme van zes ponden gvls ende vande resterende acht daghen tegens IX schelling sdaechs de somme van III pondXII schelling bedraghende alle tsamen tgundt de voorss twee schippers is competernde de somme van
………………………………………………..XX pond XI schelling gvls
Item Claes Zegers ende Jaspar Joppe beide huedeschippers van Dort hebben gedient ende gebruyct geweest zoe voorder Sluijs als elders elck den tijt van zeven daghen dat en hebben t’Oosteinde nyet geweest daervan de zelve schippers als hebbende schepen van ontrent XXV laste competeert over de voorss elck zeven daghe maeckende saemen veerthien daghe tegens IX schelling sdaechs de somme van ……………………………… VI pond VI schelling.
Item Jacob de Rot ende Jan Adriaensz Bacghyne beede huedeschippers van Dort hebben gedient op Oosteijnde een reyse gedaen ende daerover gevaceert den tijt van veerthien daghen elck/ Item boven de voorss veerthien daghen hebben zijluijden mette compaignie van Capiteijn Morghan t Arnemuyden aen thooft zekere daghen gelegen ende den zelven capiteijn met zyn Compaignie van daer gebrocht ende gevoert naer Utrecht oft daerontrent daerover zyluyden noch andere veerthien daghen gevaceert hebben Ter cause van allen welcke elck vande voorss schippers als hebbende schepen van ontrent twintich lasten competeert eerst over de zes daghen vande gedaen reijse t’oosteinde de somme van V pond gvls ende vande resterende tweentwintich daghen tegens VIII schelling sdaechs de somme van VIII pond XVI schelling maeckende voor elck XIIII pond XVI schelling ende voor hen tween samen de somme van …………………………………. XXIX pond XII schelling vls
Item Claes Stoop ende Lamme Crynsz beyde huedeschippers van Arnemuyden ende hebbende schepen van tusschen de twintich ende vyfthien lasten groot hebben gedient t ‘Oosteijnde geweest ende daerover gevaceert elck den tijt van veerthien daghen daerover elck van henluyden toecompt te weten vande zes daghen over de reyse t ‘Oosteijnd de somme van vijff ponden ende vande resterende acht daghen tegen acht schelling daechs III pond IIII schelling wesende voor elck IX pond IIII schelling ende bedraghende samen vor hen tween de somme van ………………………………………………….XVIII pond VIII schelling.
Item Janes De Vriese ende Jan Jansz Reyser beyde huedeschippers van Arnemuijden ende hebbende hueden van ontrent vyfthien lasten hebben gedient voor der Sluijs ende elders gevaeren gelegen ende met soldaten gebruyct geweest elck den tijt van veerthien daghen dan en hebben t ‘Oosteinde nyet geweest daer over elck van henluyden competeert over de voorss veerthien daghen tegens VI schelling VIII groten sdaechs de somme van IIII pond XIII schelling IIII groten bedraghende voor hen twee de somme van ………. IX pond VI schelling en VIII groten
Item Jan Thuens Jan van Aventuren Marinus Crynsz ende Jan Danielsz alias Come ? Jan Coutwel alle vier huedeschippers vander Ghoes wiens schepen elck ontrent XXV lasten groot zyn hebben elck gedient den tyt van vyfthien daghen daeronder elck een reijse t ‘Oosteijnde gedaen heeft daervan elck te weten voor de reyse t’Oosteijnde gerekent op zes daghen competeert de somme van zes ponden gvls ende voor de restende negen daghen tegens IX schelling sdaechs de somme van IIII pond I schelling maeckende voor elck de sommem van X pond I schelling ende bedraghen voor hen samen de somme van .. X pond IIII schelling
Item Lenaert Jansz ende Schobbe Piers beide huedeschippers vander Ghoes hebben hueden van ontrent XX lasten hebben elck gedient ende t ‘Oosteinde een reyse gedaen ende zulcx daerover bezich geweest elck den tyt van veerthien daghen daervan elck van henluyden competeert eerst vande reyse t ‘Oosteinde op zes daghen gerekent de somme van vijff ponden ende vande resterende negen daghen tegens VIII schelling de somme van III pond XII schelling ende bedraghende voor hen twee de somme van ……… XVII pond IIII schelling
Item Willem Dirricxz Marinus Poingnaert ende Gabriel Lambrechtsz alle drie huedeschippers van Zierczee wiens schepen groet zyn ontrent XX lasten hebben in dienste geweest t Óosteinde gevaeren ende daerover gevaceertden tyt van derthien daghen daervan elck van henluyden competeert eerst vande reyse t ‘Oosteijnde op zes daghen gerekent de somme van V pond ende vande resterende zevendaghen tegens VIII schelling sdaechs II pond XVI schelling beloopende samen voor elck de somme van VII pond XVI schelling ende bedraghende voor hen drien de somme van ……………………..XXIII pond VIII schelling
Item Gerrit Dirricxz ende Cornelis Stoffels beyde schippers vander Gouwe ende wiens schepen zyn ontrent XX lasten hebben van gelycke t ‘Oosteijnde een reyse gedaen ende in dienste geweest elck den tijt van veerthien daghen daervan elck van henluyden competeert te weten vande leyste (lyste) op Oosteijnde daervoor zes daghen affgerekent V pond gvl ende vande resterende acht daghen tegens VIII schelling sdaechs de somme van III pond IIII schelling samen VIII pond IIII schelling ende bedraghende voor de twee schippers de somme van ……………………………………………………………..XVI pond VIII schelling
Item Pier Sul Matheeus Jansz Jan Mertsz Cryn Dignisz Willem Jacobsz Jesus ende Cornelis Woutersz blockmaecker alle zes schuijtluijden van Arnemuyden ende hebbende groete zeylschuytten voorzien met twee mannen hebben elck gedient den tyt van veerthien daghen daeronder zyluyden elck de reyse op Oosteijne gedaen ende hebben gedwongen geweest te doen ter cause van welcke elck van henluyden competeert eerst over de gedaen reyse t ‘Oosteinde daervoor vande voorss XIIII daghen affgerekent zes daghen de somme van ………..
Ende vande resterende acht daghen tegens VI schelling VIII groten sdaechs de somme van II pond XIII schelling IIII groten vls bedraghende voor elck schuytman de somme van ……….
Ende voor alle de zes schuytluyden compt te bedraghen samen ter somme van …………..
Item Thuene Jan Janes Clausz Jan Marinusz Adriaen Adriaensz Backer ende leyn Luenisz alle vyre schuytluyden van Arnemuyden wiens schuytten groote zeylschuyten zijn voorzien geweest hebbende met twee mannen hebben elck gedient den tyt van veerthien daghen dan en hebben t ‘Oosteijnde nyet geweest daerover elcken schuytman competeert tegens VI schelling VIII groten sdaechs de somme van IIII Pond XIII groten bedraghende samen voor de voorss vijff schuytluyden ter somme van …………………………XXIII pond VI schelling VIII groten.
Item hebben de voorss burchmrs tot volcommynghe vande brieven van Zyn Excie van Nassauwen in date den XXIIIIen Jully 87 hier by gaende ende de lettere C ten behoeve van den Compaignie van Capiteyn Potey in dienste genomen theudeschip van Marinus Blaesz wiens schip groot is ontrent XXV lasten dewelcke de voorss Compaignie ingenomen hebbende ende mennende opwaerts naer Hollt te vaeren is by Zijne voorss Excie geordonneert geweest na Vlissinghe te moeten commen gelyck hy na Vlissinghen gevaeren ende voorts in dienste geweest is den tijt van thien daghen daervan hen competeert tegens IX schelling sdaechs de somme van …………………………… IIII pond X schelling
Andere specifficatie Ende is vande victuaille van vier broot kaes ende anders nootzakelyheijte by de voorgen: burchmrs tot behouff van verscheyden Compaignien soldaten vuyt verscheyden bevelen zoe van Zyn Excie de gecommitteerde Raiden van Zeellandt als anders gedaen leveren tzedert den XXVen Juny LXXXVII totten XVen Augusti daeraen volgende ende van tgundt daer vooren te betaelen als volcht ………………………………….
Opden XXVen Jullij LXXXVII tich
Naemen ende toenaemen vande schippers ende schuytluyden die de burchmrs van Arnemuyden ten voorss daghe achter volgende t ‘scryven van die vander Admiraliteyt in Zeelandt ten dienste vanden lande om tvoorgenomen ontset vander Sluijs te voorderen naer Vlissinghen affgeveerdicht hebben/
Huedeluyden ende andere schippers van smacken
Pieter Gillisz van Rotterdam
Cornelis Maertsz van Rotterdam 14 daghen
Janos de Rot van Dort
Claes Zegers van Dort vijff daghen
Jasper Joppen van Dort idem
Jan Adrieaensz Bachiene van Dort
Jacob Cornelisz van Middelburch buyten arreste gevaeren
Desen Jacob Cornelisz. Is naer Middelburch gevaeren sonder dat men weet off hy gedient heeft off nyet.
Jacob de Vriese van Arnemuyden elff dagen Sluys
Jan Jansz Reyser van Arnemuyden
Claes Stoop van Arnemuyden
Lammen Crynsz van Arnemuyden
Lenaert Jansz vander Ghoes 14 daghen
Jan Thuene vander Ghoes
Jan van Aventuren vander Ghoes
Marinus Crijnsz vander Ghoes
Jan Danielsz alias Come ? Jan Coutwel vander Ghoes
Schobbe Piers vander Ghoes 15 daghen
Lieven Zuir van Ziericzee
*desen Lieven Zuir en heeft nyet gedient dan is ter voorss daghe ontsloghen geworden volgende tscriftelyck bescheet daervan zynde.
Willem Dirricxz van Ziericzee
Marinus Poingnaert van Ziericzee
Gabriel Lambrechtsz van Ziericzee
Gerrit Dirricxz vander Gouwe 14 daghen
Cornelis Stoffels vander Gouwe drimmeleer ?
Schuytluyden
Pier Sul van Arnemuyden met een man
Thuene Jan van Arnemuyden
Matheeus Jansz van Arnemuiden
Jacob Claysz van Arnemuden
Jan Maertsz van Arnemuyden
Jan Marinusz van Arnemuyden
Adriaen Adriaensz backer van Arnemuyden
Cryn Dignisz van Arnemuyden
Willem Jacobsz Jesus van Arnemuyden
Cornelis Wouters Blockmaecker van Arnemuyden
Leyn Leunisz van Arnemuyden welck
Schuytluyden elck een man oft schipper tot henluyden genomen ende daermede wechgevaeren zyn
Actum ten daghe als boven
In kennisse van mij
B. Cannoye Handtekening.