Zeeuws Archief Inventaris van de Archieven van de Gemeente Arnemuiden
Ingekomen Stukken en afschriften van uitgane stukken 1835
Toegangsnummer 1200, Inventarisnummer 109
Ingekomen en uitgegane stukken Burgemeester 1835
Arnemuiden den 17 Januarij 1835
Aan den Heer Majoor Commandant van de 1e Ban van de Rustende Schutterij in de Provincie
Zeeland
Onderwerp: Aanvraag certificaat werkelijken dienst
De Persoon van Blaas de Ridder zoon van Blaas Jobse de Ridder & van Geertje Jacobse loteling voor het jaar 1831 uit de gemeente Arnemuiden tot vrijstelling gereclameerd heeft op de werkelijke dienst bij den 1e Ban der Rustende Schutterij 1e Kompagnie van zijnen ouderen broeder Jacob de Ridder, neem ik de vrijheid UEd: te verzoeken een Certificaat van zoodanigen dienst van laatstgemelden,mij te willen doen geworden.
De Burgemeester
CDB
Aan den Heer Officier van Justitie te Middelburg
Onderwerp: Inlichting Burgerlijke Aard
Bij KB van den 5 Febr: 1817 is verklaard dat kinderen buiten huwelijk verwekt door het het opvolgend huwelijk van hun ouders gewettigd zijn, maar daar na informatie mij gebleken is dat dit besluit alleenlijk in de Staatscourant te vinden is van den 8 februarij 1817 no 34 en ik die niet heb, zoo neem ik de vrijheid UEG te verzoeken mij wel te willen inligten, hoedanig ik moet handelen wanneer een kind door het sluiten van het huwelijk zijner ouders gewettigd is;genoemd kind is geboren gedurende deszelfs ouder(s) in dienst was bij de Marine, en afwezig zijnde ,draagt het de naam van de moeder.
Art 62 van het Burgelijk Wetboek , zegt dat ik melding moet maken op de kaart van de acte van geboorten van de erkenning van een kind, maar geeft mij geene inlichting of die verandering door vader & moeder bekragtigd worden of dat dit alleen door den Ambtnaar van den Burgelijken Stand moet geschieden; ook niet wanneer de geboorteregisters reeds verzonden zijn, of ik UEG daan daarvan moet kennisgeven.
En daar bij mij thans het geval is, dat een kind door het opvolgend huwelijk dan verder erkend is, en ik die erkenning volgens het formulier in de huwelijksregisters van den Burgerlijken Stand geplaatst heb, zoo neem ik de vrijheid mij daartoe te adresseren , met vriendelijk verzoek UEG mij desgevraagde inlicting mee te willen meededeelen , ten einde bij voorkomende gelegenheid daarnaar te handelen.
De Burgemeester
Aan den Heer Majoor Meijer 2 Batt: 9 Afd: Inf: te Bergen op Zoom
In voldoening aan UEG missive in dato 29 mei1834 heb ik de eer UEG te berigten dat ik de Milicien Robbert van Belzen nadat hij alhier uit zee is aangekomen dadelijk heb gelast zich te begeven naar Utrecht ten einde deszelfs kleeding en wapening bij het depôt der Afd: te deponeren, om naar inlevering der stukken weder naar zijne haardstede terug te keeren en te jouisseren van het onbepaald verlof, hem vanwege de koning vergunt zijnde genoemde Milicien dadelijk was vertrokken, en reeds op den 10e Maart ? met onbepaald verlof wedergekeerd.
Immers? Kan ik UEG met genoegen den ontvangst melden van UEG missive in dato 8 dezer maand, geleidende eene medaille voor genoemde milicien R: van Belzen, hem door de natie geschonken, als hebbende hij medegewerkt tot de verdediging van de citadel van Antwerpen,met de meeste prlechtigheid heb ik hem die medaille uitgereikt en hem met den inhoud en bedoeling UEG missive bekend gemaakt.
De Burgemeester
CDB
Aan Zijn Excellentie de Heer Directeur-Generaal voor de Marine te ’s-Gravenhage
Onderwerp: Attest activen dienst H.Marijs
Daar er voor dit jaar weder een attest voor activen dienst moet aangelegd worden voor de vrijwillig dienende Matroos Hendrik Marijs in 1830 als scheepsjongen op ZM Minerva en thans in deze Provincie op ZM kornet Nehellennia in de OostIndiën ten einde bij de Militie Raad te worden overgelegd.
Zoo neem ik de vrijheid UEG te verzoeken om de noodige order te verleenen om aan mij zoodanig certificaat evenals in het vorig jaar te laten toekeomen.
De Burgemeester
CDB
Aan de Bevelhebber van het Depôt 6 Batt: Art: NM te Bergen op Zoom.
Onderwerp: Attest van dienst Izaak Marijs.
Ik heb de eer UEG te verzoeken van aan mij te laten toekomen een attest van activen dienst van Jan ? Marijs loteling zijner Gemeente van 1833 thans dienende bij het 6 Batt: Artillerie N.M. ten einde hetzelve voor zijn broeder bij de Militie Raad in deze Provincie voor te leggen
De Burgemeester
CDB
Aan den Bevelhebber van het depôt der 17e Afd: Inf: N.M. te Haarlem
Ik heb de eer UEG te verzoeken van aan mij te laten geworden een attest van activen dienst van den Milicien J.P. de Nooijer Loteling van 1831 stamboek no 21026 ten einde hetzelve voor deszelfs broeder bij de Militie Raad in den Provincie voor het loopende jaar over te leggen
De Burgemeester
CDB
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’S Gravenhage , den 23 Maart 1835
Ik heb de eer UEd.Achtbare te doen toekomen een soldijbrief aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilliger bij de Marine,ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwant, uit zijne soldij afgestane maandgelden, met verzoek dit stuk, wel aan de belanghebbende, tot uwe gemeente behoorende , te willen uitreiken.
De Secretaris-Generaal bij het Departement van Marine
Quarles van Ufford.
559 B. Klaasen f.8==
Middelburg den 24 Maart 1835
Het daar voor houdende dat door den Loteling Jan de Rijke getrokken hebbende Nummer Twaalf behoorende tot uwe Gemeente en de Ligting van1835 blijkens het Lotings-register opgegevene gebreken, hem buiten staat stellen, om in Persoon voor onzen Raad te verschijnen,hebben wij de Heeren F.Z. Ermerins Geneesheer te Middelburg en J. Oversluijs Heelmeester te Arnemuiden
Gecommitteerd om hem in zijne woning te onderzoeken ,en om van hunne bevinding aan ons, door uwe tusschenkomst rapport te doen.
Wij doen UEd daartoe de noodige lastbrieven voor gemelde Geneeskundigen toekomen, mitsgaders het model, volgens hetwelk hun rapport behoort te worden ingerigt,met verzoek, om dit een en ander aan dezelve ter hand te stellen en te willen zorgen, dat gemeld rapport door UEd gelegaliseerd; uiterlijk voor of op den 1 April 1835 aanstaande , aan ons zij ingezonden, tot welken dag wij de uitspraak omtrent voornoemde Loteling hebben aangehouden.
De Milite-Raad in Zeeland
Paspoort van Grijpskerke Vt
Ter ordonnantie van Denzelven
Handtekening
Aan de Militie Raad in Zeeland
Onderwerp: Toezending Proces verbaal
Ik heb de eer aan Uwe Ed: te doen toekomen een Proces verbaal van de heeren F.Z Ermerins Geneesheer te Middelburg en J. Oversluijs Heelmeester alhier, wegens hun gedaan onderzoek aan de woning van den Loteling Jan de Rijke behoorende tot mijne Gemeente en van de Ligting van 1835, en zulks van zijne opgegevene gebreken, die hem buiten staat stelde voor Uw Ed: te verschijnen, overeenkomstig de door Uw:Ed: op hun verstrekte last, bij UwEd: missive van den 24 dezer no 30 mij toegekomen.
De Burgemeester
CDB
Den 28 Maart 1835
Middelburg den 7 April 1835
Ik heb de Eer UEG hiernevens terug te zenden het Proces Verbaal van den 6 April ,met verzoek van mij te willen opgeven welke personen indeze als getuigen zouden kunnen geroepen worden.
De Officier van Justitie
J.P. Boddaert
Substituut
Arnemuiden den 8 April
Onderwerp: Opgave getuigen
Onder terugzending van het Proces verbaal mij heden bij UEG missive in dato 7 dezer no 309 toegekomen heb ik de eer UEG te berigten ik de daarin bedoelde persone van K.Katte heb ondervraagd en wij geene andere getuige heeft kunnen opgeven dan de persone van Maria Meerman en Klasina van Belzen, welke bij haar geweest hebben, en haar met haren kinders in in het ophelpen ?? hebben behulpzaam geweest alsmede de persoon van Jan de Nooijer welke in de Straat sting? En dadelijk bij het hooren breken der glazen was toegesneld : de genoemde personen zijn alle alhier woonachtig.
De Burgemeester
CDB
Middelburg, den 23 April 1835
AFDEELING ZEEUWSCHE
MOBIELE SCHUTTERIJ
2e en 3e Bataillon
Circulaire
No 32
Bij Besluit van ZM , onzen KONING, van den 14 dezer no 97, is bepaald geworden, dat de Inspectie, over de met onbepaald verlof zijnde Onder-Officieren en Manschappen, der Mobiele Landelijke Schutterij, voortaan door de Kommandanten der Bataillons zullen gehouden worden, in de Hoofdplaatsen der Kantons of Arrondissementen, uit welke zij herkomstig zijn.
De Inspectie zal plaatsvinden op den 12e Mei aanstaand des voormiddags om 8 uren te Middelburg
De Kommandernde Officier van het
2e en 3e Bataillon van voormedle Afdeeling
Handtekeningen
Arnemuiden 11 Mei 1835
Ingevolge Uwe laatste aanschrijving van den 23e April dezes jaars no 32 heb ik de schutters dezer gemeente laten dagvaardigen, dan de schutter Joos van Belzen welke ter visvangst naar Holland uitgevaren is in de onmogelijkheid die inspectie bij te wonen, daar hij op morgen niet te huis kan wezen; zijn familie heeft mij verzocht UEG hiervan kennis te geven ten einde UEG deszelfs achterblijven zoude bewust zijn
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 24 April 1835
Onderwerp: Aanvrage permissie om een huwelijk
Aan te gaan
De vrijwillige dienende matroos Francois de Nooijer van ZM Fregat de Euridicé gekommandeerd wordende door den kolonel ter Zee Dubeka , thans met onbepaald verlof binnen deze Gemeente, heeft mij ver????? Aanstaand Zaturdag den 2e Mei in ondertrouw te worden opgeteekend met Thannetje Meerman oud 22 jaren mede alhier woonachtig , dan alvorens zulks kan geschieden is het noodig genoemde matroos een Permissiebillet van zijn kommanderende Officier overlegd om dat huwelijk aan te gaan.
Ik neem dus de vrijheid Uwe Excellentie te verzoeken van aan mij een dergelijk bewijs te doen toekomen,ten einde ik in staat zal worden gesteld gemelde matroos in ondertrouw aan te teekenen
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 18 Mei 1835
Onderwerp:Verzoek toestemming Huwelijk
Aan Zijn Excie de Heere Vice Admiraal Ruijsen ? Directeur en Kommandant der Marine in het Hoofd Departement van der Maas
De Vrijwillige Matroos Marinus Schroevers behoorende tot de Rolle van het Wachtschip de Amstel onder bevel van den Kapitien ter Zee P. de Lange en thans met onbepaald verlof in mijne Gemeente aanwezig,heeft mij verzogt in ondertrouw te worden opgenomen met Tannetje de Nooijer dan alvorens hieraan gevolg te kunnen geven is het noodig hij van deszelfs kommanderende Officier daartoe permissie billet erlange.
Ik neem de vrijheid mij hierover aan Uwe Excellentie te adresseren met sollicitatie UweExcie wel de goedheid zal hebben bijgevoegde Zegel waarop die toestemming diende gesteld te worden wel aangemelde Kapitein ter Zee zal doen toekomen en mij daarna het zelve te renvoijeren
Rotterdan , den 23 Mei 1835
DE VICE-ADMIRAAL, DIRECTEUR
EN COMMANDANT DER MARINE
IN HET HOOFD-DEPARTEMENT
VAN DE MAAS
Aan den Heer Burgemeester der stad Arnemuiden
Ter voldoening aan UEA bij derzelver missive, in dato 18 dezer no 28 aan mij gedaan verzoek, bekomt UEA hiernevens het verlangde permissie-billet van den Kommanderenden Officier van ZM zeemagt ende Monden van de Maas en Goederreede en het wachtschip Amstel ( zijnde thans de kapitein ter zee Blommendal) tot het door den vrijwillige Matroos marinus Schroevers, mogen aangaan van een wettig huwelijk.
Ruijsch
Arnemuiden den 28 Mei 1835
Onderwerp: Proces verbaal J. Marteijn ??
Aan den Heer Officier van Justitie
Ik heb de eer UEG hiernevens te doen toekomen een proces verbaal mij op heden door den veldwachter dezer gemeente ter hand gesteld tot bevordering der inwendige rust en ter beteugeling van verder baldadigheden, heb ik gemeend hetzelve aan UEG over te geven.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 4 Junij 1835
Ten gevolge UEG aanschrijving den 31 Mei dezes jaars no 355 , heb ik de eer UEG te berigten dat ik den Fuselier Joost Kraamer met den inhoud UEG missive heb bekend gemaakt en hem aangezegd hij onverwijld hier aan zoude voldoen, dan deszelfs vader te kennen gevende hij na de expiratie van zijns zoons verlof zich had geadresseerd aan zijn Excie de Heer Luitenant Generaal Opperbevelhebber der Troepen in de provincie Zeeland, ten einde door de omstandigheden waar in zijn zoon verkeerde verlenging van dat verlof te bekomen; waarop Zijn Excie hen had te kennen gegeven hij hiervoor zich niet moet verontrusten, aangezien Zijn Excie UEG met den toestand van zijn zoon zoude bekend te maken.
Daar genoemde Kraamer zich tot heden nog in denzelfden toestand verkeerd, en nimmer zijn dienst meer te kunnen presteren, heb ik hem aangeraden hij zich opnieuw aan het departement van oorlog zoude adresseren hetwelk hij dan onverwijld heeft ten uitvoer gebragt.
En daar de ? eene aanschrijving van het Departement van oorlog bestaat door Zijn Excellentie de Heer Staatsraad Gouverneur der Provincie Zeeland bij circulaire van den 12 e Mei 1832 P.B. no 62 de Plaatselijke besturen kenbaar gemaakt dat aan ouders of naastbestaande welke in de mogelijkheid zijn hunne kinders of verwanten in de Militaire Ziekenhuizen opgenomen ter hunner kosten te doen verplegen indien zulks door het Plaatselijk bestuur bij eene verklaring wel geconstateerd en daar dit bij deszelfs eerste verlof heeft plaatsgehad vergund is deze hierbij zich gemelde milicien daarom en ten gevolge die aanschrijving verlof verkrijgt ? zoodat ik thans van oordeel ben geen vrijheid genoemde militien in het zieken Etablissement te doen opnemen maar UEG hiernevens te doen toekomen een zieken attest van den Heelmeester dezer gemeente te meer daar genoemde Milicien uit hoofde zijn zwak lighaamgestel niet in de mogelijkheid is naar het zieken Etablissement zich te begeven.
De Burgemeester
CDB
!! slecht leesbaar door veel doorhalingen en toevoegingen!!
Aan Zijne Koninglijke Hoogheid den Kroonprins der Nederlanden, veldmaarschalk Opperbevelhebber van het Leger in de Nederlanden
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Maarten Kraamer, kleermaker wonende te Arnemuiden in de Provincie Zeeland
Dat de Suppliant zich vroeger aan uwe Koninglijke Hoogheid heeft gewend ten einde voor deszelfs Joost Kraamer militien van de Ligting van 1832 en in dienst gesteld bij de 4 Compagnie van het Reserve Bataillonder 17e Afd: Infanterie in garnisoen te Sas van Gent in het 5 district der Provincie Zeeland met een verlof van uwe Koninglijke Hoogheid te erlangen van drie maanden tot herstel van gezondheid.
Waarop door Uwe Koninglijke Hoogheid een gunstige dispositie is genomen en de suppliant deszelfs zoon ten zijnen koste naar zijn woning heeft laten transporteren.
Na de expiratie van dat verlof de Suppliant zich gewend aan zijne Excellentie de heer Luitenant Generaal Opperbevelhebber der troepen in de provincie Zeeland, ten einde verlenging van dat verlof te bekomen waarop Zijne Excie na gedane vragen & onderzoeking heeft te kennen gegeven hij suppliant zich verder niet behoefde te bekommeren daar Zijne Excie over deszelfs zoons gemelde J. Kraamer, deszelfs kommanderende officier zoude rapporteren, waarop de suppliant zich verlaten en tot heden door Zijne Excie gunstige beschikking daarvan niets meer heeft gehoord.
Dan ten dezen dage door de Heer Burgemeester dezer gemeente kennis bekomen hebbende, dat zijn Ed: aanschrijving had ontvangen van den Heer Majoor Legler , kommandant van gemelde Bataillon der 17e Afd: om zijn gemelde zoon Joost Kraamer onverwijld naar zijne kompagnie op te zenden, zullende hij anders in gebreke van dien als deserteur worden gearresteerd, of ziek zijnde zich in het naastgelegene zieken Etablissement doen opnemen.
Bij de kenniskoming dezes heb ik suppliant mij onverwijld naar Zijn Excie den heer Luitenant Generaal begeven en ziekenattest aan deszelfs kommanderende off: in te zenden, , hetwelk ik dan oogenblikkelijk heb ten uitvoer gebragt.
Dan daar des Suppliants zoon in dien toestand verkeerd er weinig of geen hoop bestaat hij immer zijn kompagnie zou kunnen resoigneren, neem ik de vrijheid tot staving der waarheid uwe Koninglijke Hoogheid hiernevens te doen toekomen een certificaat van dezelfs practiserende dokter, met eerbiedig verzoek dat het Uwe Koninglijke Hoogheid mogt behagen den suppliant voor deszelfs zoon een onbepaald of doorloopend verlof te verleenen ten einde hij hierdoor worde in staat gesteld om zijn vaderlijke zorg bij voortduring aan zijn genoemde zoon te kunnen behartigen.
Tevens neemt de suppliant de vrijheid uwe Koninglijke Hoogheid hiernevens te doen toekomen een certificaat van den Heer Burgemeester dezer gemeente waarbij Uwe Koninglijke Hoogheid zult zien den suppliant in staatis, om ter zijner koste zijn zoon te laten verplegen en ik ingevolge aanschrijving van dit Departement van oorlog door Zijne Excellentie de Heer Staatsraad Gouverneur der Provincie Zeeland an de besturen der gemeenten in deze provincie ter kennis gebragt bij circulaire van 12 Mei 1832 Provinciaal blad no 62.
Sas van Gent den 31 Mei 1835
Ik heb de eer UEA te verzoeken den fuselier Kraamer Joost die sedert 16 September 1834 van verlof is agter gebleven , en zich in uw gemeente ophoudt te laten aanzeggen dat hij onverwijld bij Zijne Kompagnie terug moet keeren, daar hij anders stellig als deserteur zal afgevoerd worden en gearresteerd, of ziek zijnde zich in het naastgelegen zieken Etablissement zal doen opnemen.
De Majoor kommanderende het 1e Bataillon der 17e Afd;
Legler
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden certificeren bij deze dat de persoon van Maarten Kraamer kleermaker wonende binnen deze gemeente in staat is deszelfs zoon Joost Kraamer militien bij de 44 Compagnie van het Reserve batt: de7e Afdeeling Infanterie en door het Departement van oorlog met een verlof van drie maanden tot herstel van zijne gezondheid bij zijn vader ten zijnen koste en door den geneesheer kan laten verplegen.
Waarvan wij deze verklaring hebben afgegeven ingevolge circulaire van Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur der provincie Zeeland in dato 12 Mei 1832 P. B. no 62 op een bij zijne Excie ontvangene aanschrijving van het Departement van Oorlog.
Junij 1835
De Burgemeester
CDB
Oostsouburg den 27 Junij 1835
Onderwerp: Woonplaats Schutters
De Schutter Gillis Kesteloo volgens bekomenen informatiën zich binnen UEA gemeente ophoudende, heb ik de eer UEA te verzoeken mij hieromtrent een zeker rapport te willen doen toekomen en gemelde Schutter zoo hij in UEA Gemeente aanwezig is, met den inhoud der circulaire van den heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie dato 25 mei j.l. P.B. no 51 bekend te stellen.
De Burgemeester der gemeente
Oost-en Westsouburg
Paspoort van Grijpskerke
Arnemuiden 1 Julij 1835
Onderwerp: Woonplaats Schutter
Ter voldoening aan UEA missive van den 27 Junij j.l. no 128 heb ik de eer UEA te berigten dat de persoon van Gillis Kesteloo als Molenaars knegt binnen deze gemeente woonachtig is en is ingevolge UEA verzoek hem met den inhoud der circulaire van den Heer Staatrad Gouverneur dezer provincie dato 28 ?? PB no 51 heb bekend gesteld.
De Burgemeester
CDB
Aan de Heer Directeur Generaal
Van de Marine
Onderwerp: Attestatie de Vita voor Personen
Ik neem de vrijheid aan Uw Excie te doen toekomen een attestatie de Vita behoeve A. Dingemans wed. H. Buster alhier woonachtig, door mij heden opgemaakt en tevens Uw Excie te verzoeken om de ordonnantie van betaling van het pensioen bij ZM besluit van den 24e April 1834 no 144 aan haar toegekend over de eerste zes maanden dezes jaars te verleenen
De Burgemeester
CDB
Den 2 Julij 1835
Arnemuiden den 16 Augustus 1835
Onderwerp: Proces verbaal gepleegde diefstallen
Hede middag de veldwachter mijner gemeente zekere jongeling bij mij komende, die zoo hij mij vertrouwde onderscheidene diefstallen had gedaan, zoo in de gemeente Serooskerke als Nieuw & St.Joosland en welke hij op de Kruidmolen, behoorende onder de gemeente Lieve Vrouwe Polder had gearresteerd, heb ik gelast die jongeling provisioneel in bewaring te zetten en hiervan Proces verbaal te maken waarvan ik de de eer heb UEG dat Proces verbaal dier jongeling UEG te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Waarschijnlijk gericht aan de Officier van Justitie
Aan Boord ZM Wachtschip Euridicé
Ten gevolge eener aanschrijving va Zijne Excellentie den Heer Admiraal Directeur & Kommandant der Marine in het Hoofd-Departement van de Schelde bekomen Uwe EA hiernevens het consent to het aangaan van een huwelijk van den tot de Rolle dezer Bodem behorende vrijwillige Matroos der 1e Klasse M. van Belzen, thans met onbepaald verlof,
De Kapitein ter Zee
Courier ????????????
Arnemuiden den 18 Augustus 1835
Onderwerp: verzoek aangaan Huwelijk M. van Belzen
Door de vrijwillige matroos M. van Belzen aan ZM Wachtschip de Euridicé en thans met onbepaald verlof alhier, heeft bij mij aanvrage gedaan om in ondertrouw te mogen worden aangeteekend met Geertje Blaasse, dan alvorens aan deszelfs verzoek te kunnen voldoen, is het noodig hij een permissie billet van deszelfs kommanderende officier erlangt, ik neem daarom de vrijheid voor die matroos mij aan Uw Excie te adresseren, met verzoek mij een dergelijk bewijs te doen toekomen
Terwijl ik de eer heb Uwe Excie hierbij te doen geworden met verzoek daarop gemelde permissie te laten stellen
De Burgemeester
CDB
De Burgemeester
van de Gemeente Scheveningen
De visschers mijner gemeente hebben mij te kennen gegeven dat behalven ZM besluit van den 6e Decb: 1818 ( St.bl: no 42 ) waarbij ter aanmoediging van de Beug of Wintervaart eene jaarlijksche Premie verleend wordt, noch ten opzichte van andere visschers in UEA Gemeente bij een bijzondere KB jaarlijksch eene premie van f.260 werd toegekend, onder bepaling van ook gedurende het Wintersaizoen ter vischvangst uitgaan.
En aangezien de visschers dezer plaats thans mede het geheele jaar door in de Noordzee visschen en mij zoodanig KB niet bekend is, neme ik de vrijheid UEA vriendelijk te verzoeken, van mij eens te informeren, of zoodanig besluit ten opzichte van gen: visschers bestaat of wel of UEA bekend is dat in andere visschersplaatsen die gunst door ZM verleend wordt met eenige opgave van daar bij gemaakte bepalingen, waarmede UEA ?? zeer verplichten hem die tot wederdienst betuigt steeds bereid is, en zich met meeste achting teekend
De Burgemeester
CDB
Den 28 Augustus 1835
SIGNALEMENT VAN HERMANUS JOHANNES THEODORUS MEULMAN
EN WILLEM BOELENS die hoogstwaarschijnlijk dezelfde persoon zijn,
Vergezeld door een vrouw, welke kleine negotie deed.
Hebben/ heeft twee valsche Pensioen-of Gagement-Akten beleend.
Opsporing verzocht en arrestatie,
Ook burgemeesters speciaal verzocht om daarop te letten dat welligt de eerst gesignaleerde persoon zich zoude kunnen aanmelden ter bekoming eenen Attestatie de Vita
Middelburg, den 4 September 1835
De Prokureur-Crimineel
Ackermans
Middelburg, den 21 September 1835
De te houdene Inspectiën in de maand October aanstaande, over de met onbepaald verlof zich bevindende Onder-officieren en verder manschappen der Mobiele Landelijke Schutterij in deze provincie, bepaald zijnde,als
Te Middelburg op den 6e October 1835.
Verzoek aan UEA te willen gelasten dat alle leden der Mobiele Schutterij, onverschillig tot welks Bataillon Schutterij dezelve ook behooren, die zich in uwe gemeente met onbepaald verlof bevinden, op den 6e October, des voordemiddags ten 10 uren zich te Middelburg zullen moeten bevinden, teneinde aldaar te worden geïnspecteerd.
De Kommanderende Officieren van
Het 2e en 3e bataillon, der Afdeeling
Zeeuwsche Mobiele Schutterij
Handtekeningen
’s-Gravenhage den 21e September 1835
In antwoord op UEA missive van 28e Augustus l.l. no 240 hebben wij de eer UEA kennis te geven dat bij KB van 15 November 1825 ( Staatsblad no 75 ) voor de uitoefening van de beug
Of hoekwantvisscherij van de kusten van Hiolland is toegestaan eene premie van f.250—per schuit onder de daarbij vermelde bepalingen en dat volgens art 13 van hetzelve de toepassing daarvan op andere provinciën op aanzoek van heeren GS zal kunnen geschieden
Burgemeester & Wethouders
Der stad ’s-Gravenhage
Handtekening
Wethouder
Ter ordonnantie van dezelve
Arnemuiden 19 October 1835
Onderwerp: Proces Verbaal matroos
Ik heb de eer UEG hiernevens te doen toekomen een proces verbaal door den veldwachter mijner gemeente opgemaakt en mij heden ter hand gesteld van een matroos welke gisteren zich binnen deze gemeente bevond en naar onderzoek van deszelfs pas de weg naar Middelburg was aangewezen, en die hem heden morgen onder het Middelburgsche patje weder aantrof en nadien te Middelburg met hem ??? ?????? op hem hebbende op nieuw naar zijn pas vroeg en en hield bij op? Vertooning van een andere pas, gearresteerd heeft.
De Burgemeester
CDB
Zeer slecht leesbaar! Klad!!
Axel den 20 October 1835
Ik heb de eer UEA te verzoeken om den fuselier Kramer, welke zich met verlof in uwe gemeente bevindt en volgens Attesten ziek is achtergebleven, bedoelde fuselier wel te willen laten aanzeggen, dat indien hij nog niet hersteld mogt wezen, hij zich in het naastbij gelegen Hospitaal moet laten opnemen of anders zijn Korps rejoigneren, indien hij daaraan verzuimd hij als Deserteur beschouwd en als zoodanig geroijeerd zal worden.
De majoor Kommanderende
Het res.Bat. der 17e Afd; Inf.
Handtekening
Arnemuiden den 26 October 1835
Onderwerp: Militien J. Kraamer
In voldoening aan UEG missive in dato 20 dezer no 592 betrekkelijk den fuselier Kraamer, heb ik de eer UEG te berigten den genoemde fuselier aan eene uiterende ziekte lijdt, en thans zoover gevoerd is, hij deszelfs bed niet meer verlaten kan, en men allang verwacht heeft hij reeds overleden zoude zijn, zoo dat hij zoo niet in staat is, om naar een naastbij gelegen Hospitaal te worden getransporteerd, als deszelfs Comp; te resoigneren
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 28 October 1835
Aan de Majoor van het reserve Batt: 17 Afd: Inf: te Axel
Onderwerp: Overlijden J. Kraamer
Hiernevens heb ik de eer UEG te doen toekomen het doodextract van den Militien Josias Kraamer van den 4 Comp: van het reserve Batt: der 17e Afd: Infanterie welke zich binnen mijne gemeente met verlof ziek bevondt en op den 27 dezer maand bij deszelfs ouders is overleden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 9 November 1835
Onderwerp: Aanvrage om verlof.
Door de moeder van den Grenadier J.P. de Nooijer van de 3 Comp: van het 1e Battaillon van de Afdeeling Grenadiers verzogt zijnde UEG op het vriendelijkste uit te noodigen om voor haar zoon, welke in de aannaderende winter alleen overblijft om in hare armoedige toestand eenigsints te kunnen voorzien, eene verlenging van verlof te verleenen, terwijl zij zich anders (omdat zij zich anders) zeker genoodzaakt zal zien haar toevlugt tot den armen te moeten nemen.
Hieraan gaarne voldoende, neem de vrijheid UEG op het allervriendelijkste te verzoeken mij voor dien Grenadier om verlenging van verlof te willen toezenden, zullende ik , wanneer UEG hieraan niet kan voldoen zorg dragen, hij zoo spoedig mogelijk zijne compagnie resoigneerd.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 9 November 1835
Onderwerp: Mobiele Schutterij
Aanwezig binnen deze Gemeente met onbepaald verlof:
De Schutter G.J. Wanrooij van de 1e Compagnie uwer onderhebbend Battaillon , mij kennis gegeven hebbende hij voornemens is metterwoon naar de stad Rotterdam te vertrekken, heb ik de eer UEG hiervan naar aanleiding van eene bij de Plaatselijke besturen ontvangene circulaire van de Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie in dato 4 October 1834 (P.B. no 77 kennis te geven.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 23 November 1835
Onderwerp: Overlijden Schutter
Ik heb de EerUEG te kennen te geven dat de Schutter Joost van Belzen der 1 Comp: 2 Batt: van de Afd: Zeeuwsche Schutterij met onbepaald verlof alhier op den 20 November j.j. is overleden.
De Burgemeester
CDB
Adres: niet aangegeven.
Middelburg den 27 November 1835
Ik heb de eer UEA bij deze te verzoeken mij zoo spoedig mogelijk te willen doen toekomen een Extract van overlijden van den Schutter Joost van Belsen, van UEd: gemeente en tevens de familie van den zelven te willen doen aanzeggen van zijne kleedingstukken zoo spoedig doenlijk te komen inleveren en zorg dragen dat dezelve in eenen goeden staat en behoorlijk zuiver gewasschen zijn.
De Kommanderende Officier van de 1e Komp: 2e Bat: afd ZM Schutterij
Frederiks
Boxmeer 7 December 1835
Ingevolge aanschrijving van het Departement van Oorlog dd 21November l.l. no 4 heb ik de eer UEA te verzoeken om de milicien de Ridder Jan van mijn onderhebbend Bataillon, welke zich met verlof in uwe gemeente bevind & tot de ligting van 1828 behoord te gelasten: van zich in het tijdvak tusschen den 1e en laatste dag van februarij aanstaande voorzien van alle zijne wapenen Ledergoed Kleedingstukken & zakboekje te begeven naar Alkmaar,ten einde bij het Depôt der Afdeeling,aldaar gestationeerd deszelfs rekening tot stand te brengen, hem zijne wapenen en Ledergoed, voor zoo verre hij daarvan bij zijn vertrek met onbepaald verlof mocht voorzien in te leveren.
De Komm: Officier van het flank Bataillon der 2 Afd: Inf;
Bij absentie de Kapitein
Handtekening
Hulst den 9e December 1835
De Fuselier Kramer van mijne onderhebbende kompagnie, in UEA gemeente tijdens hij zich aldaar met verlof en ziek bevond, overleden zijnde, en deszelfs wapens en verder kledingstukken bij zich gehad hebbende zoo heb ik de Eer UEA te verzoeken, deeze voorwerpen zoo spoedig mogelijk naar Middelburg te doen bezorgen, ten einde met den Beurtschipper Leunes naar Neuzen te worden overgebragt; zullende ik dezelven op Zaturdag den 19e deezer van daar laten afhalen.
De Kapitein kommanderende
De 4e Kompagnie van het Reserve Bataillon
17e afdeeling Inf:
Bassing
Kap;
Arnemuiden den 16 December 1835
Ten gevolge UEG missive dato 9 dezer maand, heb ik de eer UEG met schipper Leunis tot Neuzen te doen toekomen de wapens , de verder kleedingstukken van den in mijne gemeente overledenen Milicien J.Kraamer ; met verzoek mij daarvan wel den ontvangst te accorderen, en tevens te willen kennisgeven, hoeveel schuld genoemde milicien hadt, daar deszelfs vader mij volgens des overledene getuigenis gezegd heeft hij anders geen schuld had dan van deszelfs zak/roer ?? welke hij nog voor zijn ziek worden van de compagnie hadt ontvangen en hiernevens zoo goed als nieuw had ontvangen.
Indien zulks overeenkomstig de waarheid, ben ik van meening deszelfs ouders en niet het land eenige pretensie op des overleden nalatenschap heeft, en hen tot regt deszelfs nagelatenen Kleedingstukken toekomen,
De Burgemeester
CDB
Nijmegen, den 11e December 1835
Ten gevolge van ‘sKonings Kabinets-rescript van de 6 November jl. no 88 bevolen zijnde, dat de Miliciens der ligting van 1827,1828 en 1829, welke zich met onbepaald verlof bevinden, in het tijdvak van 1 Januarij tot 1 April 1836, bij de depôts der korpsen zullen moeten vervoegen, ten einde hunne afrekening tot stand te brengen; zoo heb ik de eer overeenkomstig aanschrijving van het Departement van oorlog van den 21 November 1835 no4, UEd.Achtbaren te verzoeken,de vereischte bevelen uit te vaardigen, ten einde de onderstaande Miliciens, met onbepaald verlof in uwe gemeente, voorzien van hunne Wapenen en Ledergoed, Kleeding, Equipement en Zakboekje, zich bij het depôt der 2e Afdeeling Infanterie te Alkmaar bevinden, als volgt:
Met betrekking tot
Giffard, Bernardus, Marinus van de Ligting van 1827
Van 1 tot 31 Januarij 1836.UEd.Achtbaren gelieven mij den ontvangst dezes zoodra mogelijk te accuseren.
De Kapitein,kommanderende de 2e Kompagnie van het 1e bataillon der 2e Afdeeling Infanterie
Handtekening
Arnemuiden 15 December 1835
Aan den Kapt: 2e Komp: 1 Batt: 2 Afd: Infanterie te Nijmegen
Onderwerp: afrekening Milicien van 1827
Ik heb de eer UEG ter kennis te brengen dat bij mij is ontvangen uwe missive van den 11 dezer maand no 5, houdende kennisgeving dat de Milicien Giffard Bernardus Marinus van de Ligting van 1827 en van mijne Gemeente in den loop van de maand Januarij 1836 bij het depôt zijner afdeling te Alkmaar deszelfs rekening moet tot stand brengen met verdere kennisgeving ik zal zorg drage hij zich aldaar zal laten vinden
De Burgemeester
CDB
KADASTER
Provincie
Zeeland
Middelburg den 14 December 1835
Ik heb de eer UEd hiernevens, om aan het Collegie van Zetters ter teekening te worden overgelegd, toe te zenden:
Den Staat van veranderingen in de opbrengsten der gebouwde en ongebouwde Eigendommen.
Ik verzoek UEd: mij den Staat, na terugontvangst van voornoemd Collegie, onmiddellijk te willen retourneren
De Fungerende provinciale Controleur
Handtekening
Aan de fung: Prov: Controleur
Ik heb de eer hiernevens aan UEd: terug te zenden den Staat van verandering in de opbrengsten der gebouwde en ongebouwde Eigendommen, mij bij UEd: missive van den 16e dezer gezonden, welke door het Collegie van Zetters dezer Gemeente is geteekend.
De Burgemeester
CDB
Den 18 Decb: 1835
Arnemuiden 26 December 1835
Aan de Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: aanvrage register Geboorten
Ik heb de eer UEGA te verzoeken voor deze gemeente mij alsnog te laten toekomen den Suppletoire register van inschrijving van geboorten voor dit loopende jaar van een vel houdende acht Acten
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 28 December 1835
Aan den HeerGouverneur van Zeeland
Onderwerp: Staat van Handteekening van den Burgemeester etc
In voldoening aan Uwe Excie besluit van 14 dezer maand P.B. no 106 heb ik de eer nevens deze aan Uwe Excie te doen toekomen de staat in triplo van mijne handteekening zoo mede die van mijnen plaatsvervanger en twee leden uit de gemeente raad, ten einde door Uwe Excie te worden benoemd tot de teekening der attesten van de Nationale Militie bij de Ligting van het aanstaande jaar 1836
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 16 Februarij 1835
In antwoord op UEd missive van den 2e dezer maand no 54 daarbij verzoekende eenige inlichtingen omtrent bepalingen op het stuk van den Burgelijken Stand bestaande heb ik de eer UEA te rescriberen
1 dat met betrekking tot de plaatsgehad hebbende wettiging van het kind van Clasina Jobse bij haar voltrokken huwelijk met Geerard de Quelerij door laatsgemelde geene nadere akte van erkenning moet worden opgemaakt maar alleen van den text der marginale aanteekening op de acte van geboorte van hetzelve kind, aan mij bij missive moet kennis gegeven worden, ten einde gelijke aanteekening op het dubbeld van het Register van Geboorten ter Griffie der Regtbank van 1e Aanleg alhier berustende te doen bewerkstelligen.
2 dat ten opziget van het kind van Pieter Kleijnepier het passeren eener acte van Erkenning niet meer benoodigd is, alzoo door mij bij inzage van het ter voren gemelde Grifie berustend dubbeld der register van den Burgelijken Stand der Gemeente Serooskerke over den jare 1816 bevonden is ,dat dit kind genaamd Jan Pieterse geboren uit Maria Dubury op den 3 October 1816, bij het op den 25e derzelve maand door haar aangegaan huwelijk met Pieter Kleijnepier behoorlijk door dezelven voor hunnen wettigen zoon verklaard is, zonder dat van eenige aanteekening dier wettiging in margine der geboorte blijkt, hetwelk alsnog kan en behoort te geschieden door den Ambtenaar van den Burgelijken Staat der Gemeente Serooskerke op dezelfde wijze zoo als ik hiervorenreeds gemeldheb, en met welken ambtenaar UEA wegens het spoed vereischende der zaak ,in overleg zult gelieven te treden, opdat gemeld kind onder geen verkeerde geslachtsnaam aan deszelfs verpligting bij de Nationale Militie voldoet.
Het zal mij aangenaam zijn van UEdA verrigte in beide gevallen zoo spoedig mogelijk eenige berigt te ontvangen
De Officier bij de Regtbank
Van 1e Aanleg te Middelburg
S. de Wind
3e deel : Ingekomen Stukken ( ongenummerd) Burgemeester
Bergen op Zoom den 8 Januarij 1835
Ik heb de eer UEdel.A hierbij ene medaille te doen toekomen,ten behoeve van den hier onder genoemden fuselier van mijn onder hebbend Bataillon en thans met onbepaald Verlof te Arnemuiden met verzoek dezelve wel aan den belanghebbenden te willen uitreiekn en hem daarbij te doen kennen,dat dit TEKEN VAN ERKENTENIS door de NATIE GESCHONKEN IS, VOOR DE Trouw enStandvastigheid welke door hem, bij het helpen verdedigen der Citadel van Antwerpen tegen de Fransche overmagt, in de maand December 1832 , is betoond; UEA mede verzoekende, daarbij uitdrukkelijk te gelasten, dat hetzelve nimmer openlijk of uiterlijk, noch van hetzelfde noch van kleiner formaat mag worden gedragen; en mij tevens den goeden ontvangst te willen berigten.
R. Van Belsen
De Majoor kommanderende het 2e
Bataillon der 9 Afdeeling Infanterie
Handtekening
Middelburg den 10 Jan: 1835
WelEdel Heer
Bij KB van 5 febr: 1817 is verklaard dat kinderen buiten huwelijk verwekt door het opvolgend huwelijk hunner ouders gewettigd zijn van hier het formulier op pag 18 hetgene dan moet geacht worden te vervangen de authentieke acte bedoeld bij art 334 en van het bestaan derzelve moet gehandeld worden ingevolge art 62 waarvan gene? Bekrachtigd word gesproken , het besluit zelve zal mooglijk nader toelichting geven, dan ik heb hetzelve niet en weet niet dat het anders te vinden is dan in de Staatcourant van 8 febr: 1817 no 34, zo UwEd die nog hebben mogt, gelieve dezelve dan nog eens in te zien.
??? blijve met alle achting
Handtekening
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s-Gravenhage, den 19 Januarij 1835
Ik heb de eer UEdA te doentoekoemn een soldijbrief aan de ommezijde vermeld, strekkende te voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilliger bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwant, uit zijne soldij afgestane maandgelden, met verzoek dit stuk, wel aande belanghebbende tot uwe gemeente behoorende, te willen doen uitreiken.
De Secretaris-Generaal bij het Departement
Van Marine
Quarles van Ufford
Nummer 6467 B.Klaasse f.5-
Goes ,den 22 Januarij 1835
De Eerste Zitting van de Militie- Raad voor het kanton is bepaald op Dingsdag den 10 Februarij 1835, ten tien uren in de Abtdij te Middelburg. Ik verzoek UEd. Dienten gevolge de noodige zorg te dragen, de Vrijwilligers casu quo en de voor een jaar vrijgestelde dienstpligtige Lotelingen Uwer Gemeente, de laatste voorzien van de bewijzen hunner vrijstelling, van de Ligtingen van 1831, 1832, 1833, 1834, op de bepaalde dag, uur en plaats voor de Militie-Raad , te compareren.
De Kommissaris van het District Goes ,belast met het Militie Kommissariaat in de Provincie Zeeland
J.W. Verschoor
Middelburg den 26 Januarij 1835
Naar aanleiding van art: 72 der algemeene verordeningen tot instandhouding van het Kadaster heb ik de eer UEA te verzoeken om mij het exemplaar der plannen Uwer stad etr bijwerking te doen toekomen, zullende hetzelve binnen veertien dagen na de ontvangst weder ter Uwer beschikking zijn.
De Controleur
Bewaarder van het Kadaster
Handtekening
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
‘sGravenhage,den 27 Januarij 1835
Hierbij gaat het certificaat van dienst voor de Nationale Militie, verlangd bij uwen brief van den 13 Januarij 1835
Voor den Directeur-Generaal voor de Marine,
De Secretaris-Generaal
Quarles van Ufford
Middelburg den 27 Januaij 1835
Aan den Heer Burgemeester Ambtenaar van den Burg: Stand
In antwoord opUEA missive tot het wettigen van kinderen door opvolgend huwelijk, dat daar er dikwijls redenen bestaan waarom een opgevolgd huwelijk geene wettiging der vóór hetzelve geboren kinderen, medebrengt of tengevolge hebben kan—ik buiten staat ben de vragen vanUEA te beantwoorden, zoolang ik niet met de persoonen & de omstandighedem van onderhavig geval nader bekend ben.
Ik vermeen niettemin dat het besluit van den 8 Juni 1823 en dat van 5 Februarij waarvan ik UEA hiernevens eene afdruk ter inzage toezende, genoegzaam hebt over de voorgestelde vraag zullen verspreiden UEA verzoekende om mij na gemaakt gebruik gemelde afdruk terug te zenden.
De Officier bij de Regtbank van eerste aanleg te Middelburg
S. de Wind
Breda den 27 Januarij 1835
Verzoek te melden of de fuselier Giffard Bernardus Marinus na verkregen permissie werkelijk in het huwelijk is getreden.
De Kapitein kommanderende 2e Komp. 1 Batt: der 2e afdeeling Inf:
Handtekening
AFDEELING ZEEUWSCHE
MOBIELE SCHUTTERIJ
3e bataillon.
Wapenschouwing der met onbepaald verlof vertrokkenen manschappen vanaf 11 maart t/m 14 maart
Verzamelen 10 uur des morgens in de Kazerne.
Onderofficieren en Manschappen van buiten de Provincie behoeven niet te compareren idem de Officieren buiten de Standplaatsen van hun Bataillon.
Zij die ontbrekenbij de Inspectie of zich niet behoorlijk gedragen zullen disciplinair worden bestraft, in zoover er eene teremen bestaan, om hen aan de Krijgsraad over te geven.
En eindelijk dat het reisgeld voor de heen-en terugreis, bij het Bataillon zal worden uitbetaald.
De Kommandeerende Officier vanbovengenoemd Bataillon
Handtekening
Middelburg, den 24Februarij 1835
AFDEELING ZEEUWSCHE MOBIELE SCHUTTERIJ
2e Bataillon
De algemeen wapenschouwing over de Mobiele Schutterijen niet zal worden gehouden voor in het begin der maand Mei en van vrijdag 1 mei t/m/ zaturdag 9 Mei
Des morgens 10 uren te verzamelen in de Kazerne
Namen G.J.Wanrooij
P. van Eenennaam
J.Klaasse
J. van Belzen
W.Dingemanse
J. Vogel
R.A. Straub
Idem
3e bataillon
Algemeene wapenschouwingvan af Vrijdag den 1e Mei t/m vrijdag de 8e mei
De Kommanderende Officier
NATIONALE MILITIE
Burgelijken Stand
Provincie Zeeland District Middelburg
Gemeente Serooskerke
Extract
Uit het Register van Geboorte der Gemeente Serooskerke
Is geëxtraheerd dat op den derden van de maand October achtien honderd zestien is geboren
Jan Pieterse , namens de moeder Maria Dubury
De ondergetekende Burgemeester Ambtenaar van den Burgelijken Stand der gemeente Serooskerke verklaart dat het bovenstaande Extract overeenkomstig met het gezegde register
Serooskerke
Handtekening
In margine:
Dit kind op heden gewettigd door het Huwelijk van Pieter Kleijnepier met de moeder Maria Dubury, zal alzoo van nu af genaamd zijn Jan Pieterse Kleijnepier (Zie Register van Huwelijk dato 25 October 1816)
Etc
Arnemuiden den 21 Maart 1835
Den Ontvanger des Armenfonds ons kennis gegeven hebbende dat hij gereed is den rekening der armen te doen: zoo ist dat den kerkeraad UE door dezen daavan kennis geeft met verzoek of UA daartoe toestemming & goedkeuring geeft dat het geschiedt aanstaande zaturdag na middags ten drie uren op dat de kennisgeving dien aangaand morgemiddag aan de gemeente kan plaats hebben, alzoo door UEA daartoe gecommitteerde benoemd wordende
Uit Last & Naam des
Kerkeraads
J. Wanrooij
Door de Bewaarder van het kadaster in de Provincie Zeeland
Worden drukwerken voor de instandhouding van het kadaster tegen daarbij uitgedrukte prijzen aan het Bureau der Provinciale bewaring alhier verkrijgbaar gesteld.
Middelburg den 27 November 1835
Edel Achtbaar Heer!
Ik neem de vrijheid mij bij UEA te adresseren in het belang van het Zeeuwsch Genootschap met allervriendelijkst verzoek dat UEA de goedheid gelieve te hebben om zoo er te Arnemuiden Registers van overlijden bestaan van het jaar1575 ( zegge vijftienhonderd vijf en zeventig ) na te zien of aldaar op den 16e Junij van dat zelfde jaar 1575 is overleden Hadrianus of Adrianus Junius , welke geleerde Man alhier in de Choor Kerk is begraven, waar ook zijne grafzerk nog voorhanden is. Doch wordt allervriendelijkst om eenig berigt met den genen die deze zal brengen alzoo het van het belang is om zulks nog dezen dag te weten: het daar toe staande salaris is ten allen tijde bij mij disponibel, een Extract in forma wordt voor als nog niet verlangd, doch welligt in het vervolg.
UEA zal hier mede de wetenschappen zeer verpligten: Ik heb de eer met alle respect te zijn
UEA D.W. Dienaar
De secretaris van het Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen
J. de Kanter. Phil.