Zeeuws Archief Gemeente Arnemuiden
Toegangsnummer 1200
Inventarisnummer 120: Ingekomen stukken en Kladafschriften van uitgegane stukken 1846
Stukken van de Burgemeester
Arnemuiden 5 Januarij 46
Aan de Hoofdadministratie van het 3e Regiment Artillerie te Delft
Ik heb de eer UEG te verzoeken aan mij te willen doen toekomen een attest van activen dienst van Lieven Jobse, vrijwilliger dienende bij het 3e Regiment Artillerie ten einde dat stuk bij den Militie Raad dezer Provincie in zijn eigen belang te kunnen overleggen.
De Burgemeester
CDB
Idem
Aan de Hoofdadministratie van het 6e Regiment Infanterie te Haarlem
Onderwerp: Attest dienst
Ik heb de eer UEG te verzoeken aan mij te willen doen toekomen een attest van volbragten dienst van Laurens Joosse als milicien gediend hebbende bij de 2 Comp 2 Batt van het 6 Regiment Infanterie nr 27569 van het Stamboek ten einde zulks over te leggen bij de Militie Raad in deze Provincie
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 8 Januarij 1846
Idem
Idem
Ik heb de eer UEG vriendelijk te verzoeken mij zoo spoedig mogelijk te willen doen toekomen een attest van activen dienst van M. Knuit milicien dezer Gemeente van 1844 bij de 1 Comp. Van het 4 Bat. 6 Regiment Infanterie, ten einde dit stuk voor de 15 dezer maand tot het bekomen van zijn ontslag bij den Heer Staatsraad Gouverneur over te leggen.
De Burgemeester CDB
Arnemuiden den 21 Januarij 46
Aan den Heer Officier van Justitie
Onderwerp:Houtdieverij
Ik heb de eer hierbij aan UEG ter vervolging te doen toekomen een door de Veldwachter mijner Gemeente opgemaakt Proces Verbaal van houtdieverij tegen Blaas Klaasse.
Hoezeer nu deze man tegen dergelijke overtreding bij mij niet gesignaleerd staat, acht ik het tot stuitering van dit misdrijf niet kwaad dat hieraan door UEG worde gevolg te geven ten einde hoe gering de straf dan ook was dit zeker aan anderen tot schrik zal verstrekken.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 23 Januarij 46
Aan de Hoofdadministratie van het 2e Regiment Infanterie te Alkmaar
Onderwerp: Attest Dienst
Ik heb de eer UEG te verzoeken aan mij te willen doen toekomen een attest van activen dienst van Gillis de Nooijer, milicien in de 2 Comp 4 Bat. ten einde hetzelve bij de Militie Raad in deze provincie ter verkrijging van voorwaardelijke vrijstelling zijner jongere broeder te kunnen overleggen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 24 Januarij 1846
Aan den Heer Kolonel 2e Reg. Inf. te Maastricht
Ik heb de eer hierbij aan UHEG te doen toekomen een adres van D. Van Belzen, milicien bij het 2e Regiment Infanterie daarbij eerbiedig verzoekende dat UEG hem de noodige vergunning gelieve te verleenen tot het aangaan van een wettig huwelijk mitsgaders een certificaat van onvermogen dewelke wegens armoedige toestand buiten staat verkeert om zijn openstaande schuld op het kleeding en reparatie fonds te voldoen met vriendelijk verzoek aan mij dat bewijs te willen doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 29 Januarij 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Inzending Inschrijving register en Alph: Lijst
Ik heb de eer hierbij aan Uwe Excie te doen toekomen het inschrijvingsregister & Alph: Lijst der manspersonen geboren in 1827, welke in deze Gemeente gevonden worden om van dit jaar voor de dienst der Nationale Militie te looten, terwijl geen vrijwilligers zich hebbende aangeboden en eene aanvraag voor M. Knuit is gedaan, om wegens kostwinnende zoon uit de dienst der Nat: Militie te worden ontslagen, hetwelk bij missive van B & W op den 10e dezer maand aan Uwe Excie is ingezonden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 28 Januarij 1846
Aan de Heer Kolonel van het Regiment Artillerie te Maastricht
Ik heb de eer hierbij aan UHEG te doen toekomen een adres van den persoon van Lieven de Ridder, kannonnier der 2e klasse, bij het onder Uwe bevelen staande regiment , houdende vriendelijk verzoek dat UHEH mogt behagen aan hem toestemming te willen verleenen tot het aangaan van een wettig huwelijk, of dit niet tot Uwe bemoeijing behoorende , zulks aan het departement van Oorlog te willen aanvragen.
Met betrekking tot deze jongeling kan ik UHEG mededeelen denzelve een onbesproken gedrag aan den dag legt, en dat indien UHEG iets in zijn verzoek kon te weeg brengen , hij zulks alleszins verdient zoodat indien deze vergunning niet door UHEG maar alleen door het Departement van Oorlig mogt kunnen verleend worden, het mij bijzonder aangenaam zoude wezen indien zulks niet te veel van UHEH mogt gevergd wezen, door deszelfs veel vermogende invloed bij dat departement daartoe de vereischte aanvrage te willen doen, terwijl bij voorkomende gelegendheid mij tot wederdienst bereid zult vinden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 4 Februarij 1846
Aan den Heer Gedelegeerde belast met het toezigt op den Veldwachters dienst in Zeeland
Onderwerp: Dienst veldwachter
De Veldwachter mijner Gemeenten tot op heden zich begevende in de waarneming zijner betrekking en een onbesproken gedrag aan den dag leggende, zoo heb ik de eer UEG daarvan kennis te geven , met verdere mededeeling ik met betrekking tot zijnen dienst niets aan UEG heb mede te deelen.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 3e Februarij 1846
In antwoord op de missive van UEA van den 28e der vorige maand geleidende een verzoekschrift van den Milicien L. De Ridder tot de ligting van 1843 behoorende, heb ik de eer ter kennis van UEA te brengen dat aan de Miliciens der ligting van 1843 voor het jaar 1847 geene toestemming tot het aangaan van een huwelijk mag worden verleend, doch dat de Korps Kommandanten gewoonlijk in de eerste maanden van elk jaar gemagtigd worden om huwelijken te bewilligen voor miliciens wier laatste dienstjaar aanvangt.
Daar men bij het Ministerie van Oorlog niet gewoon is om van dezen algemeenen regel af te wijken zoo acht ik mij onbevoegd om daaromtrent eenige voordracht aan hetzelve te doen en heb overigens de overtuiging dat dit de belangen van den verzoeker ook niet kan bevorderen.
De Kolonel Kommandant van het Regiment Artillerie
Van Rappard
Arnemuiden 12 Februarij 1846
WAARSCHUWING
De Burgemeester der stad Arnemuiden waarschuwt bij deze elk en een iegelijk die zich aan bedelarij schuldig maakt, dat door den Heer Burgemeester der stad Middelburg en Gemeente Oost & Westsouburg order is gegeven om al de bedelaars te doen opvatten en naar de Ommerschans te laten overbrengen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 8 Februarij 46
Aan den Heer Staatsraad Gouverneur
Onderwerp: Ontvangst Kohier
Achtervolgens de bestaande voorschriften heb ik de eer Uwe Excie te berigten dat van de in onderstandstelling van het door Uwe Excie onder dagteekening van den 10 dezer maand executoir verklaarde kohier der Grondbelasting dezer Gemeente voor het loopende jaar hetwelk mij van den controleur op den 13 dezer maand is geworden bij publicatie van heden aan de ingezetenen is kennis gegeven en hetzelve kohier op dien datum aan den ontvanger is verzonden.
De Burgemeester
CDB
’s Bosch den 3e Maart
Bij Missive van den Heere Kolonel komm. Het 6e Regiment Infanterie dd 1 dezer en tengevolge missivev van den Heer Prov. Kommandant van Zeeland dd 23 Februarij 1846 is te kennen gegeven dat aan Loteling Marinus Knuijt van den Ligting van 1844 uit de gemeente Arnemuiden die sedert zijnen inlijving ingevolge artikel 21 der wet op de Nationale Militie van den 8 Januarij 1817 regt op ontslag verkregen hebbende uit dezen dienst behoort te worden ontslagen.
Onder kenisgeving van het bovenstaande hebben wij de eer UEA bij deze deszelfs paspoort toe te zenden met verzoek dat steeds aan genoemden milicien te doen uitreiken en hem vooraf uit te noodigen het door hem nagelaten schuld in het Kleedings en Reparatie fonds ten bedrage van zeven gulden vierenzestig cents f.7,64 aan te zuiveren of wel door hem bij zijn vertrek met onbepaald verlof mede genomen goederen franco naar herwaarts op te zenden en tenslotte ons de goede ontvangst van het paspoort wel te willen berichten.
De Administrateurs van het 1e Bat 6e Regiment Infanterie
De Kolonel
Arnemuiden 10 Maart 1846
Aan de Heer Kolonel 6e Regiment Infanterie te den Bosch
Het aan mij toegezonden paspoort van de milicien Knuijt ontvangen en aanbeveling aan Knuijt of de schuld te betalen of de Kleedingstukken franco terug te sturen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 17 Maart 46
Aan den Heer Kantonregter
Ik heb de eer UEA bij deze te berigten dat bij mij aangifte van huwelijk is gedaan door Dirk Beekman en Catharina Dingemanse laatste weduwe van David Goedhart? Hebbende 3 minderjarige kinderen als Abraham oud 9 jaren, Dora oud 5 jaren en Jacomina Geldhof oud 2 jaar in de voogdij van welke kinderen door volslagen armoede niet is voorzien.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 25 Maart 1846
Aan den Heer Officier van Justitie te Middelburg
Onderwerp: Toezending verbaal van belediging
Ik heb de eer hierbij aan UEA te doen toekomen, en door mij opgemaakt verbaal van belediging tegen den persoon van B.de Quelerij , door diens huisvrouw G. Klaasse.
Ik acht mij verpligt UEA tevens te berigten dat deze jonge menschen slechts kort gehuwd, zeer slegt leven, en wij nu en dan het een en ander daarvan berigt mij overtuigd bewijst het niet alleen aan de vrouw kan toegemeten worden, maar hij als eene groote oorzaak daarvan kan worden beschouwd, zonder ik in een opzigt het laatste geval wil prijzen ? bij onderzoek naar de waarheid der zaak, twijfel ik mitsdien niet of UEA zult daromtrent nader worden ingeligt, ook voeg ik hierbij eene verklaring van de Stads Heelmeester over de plaats gehad hebbende verwonding.
De Burgemeester
CDB
Heden 25 Maart 1846
Compareerde voor mij Burgemeester der stad Arnemuiden 1 District der provincie Zeeland
De persoon van Benjamin de Quelerij van beroep visscher wonende te Arnemuiden, mij te kennen gevende dat heden morgen circa negen uur deszelfs huisvrouw Grietje Klaasse
Zich begeven heeft naar deszelfs moeder Grietje de Ridder, wed. J. de Quelerij met het oogmerk aldaar beweging te maken,, dat hij daarna bij zijne moeder komende , ??? in hare woning zich bevindende zijne gemelde huisvrouw welke inmiddels weder vertrokken was, aldaar andermaal verscheen , hem zonder een woord te spreken met een mes hetwelk bij zijne moeder op tafel lag een snede van deszelfs voorhoofd af tot beneden deszelfs gezigt toebragt waardoor hij ligtelijk werd verwond; dat daarop hij zich verdedigde drie onderscheidenen beten in zijn vingers kreeg welke hij met geweld uit haar mond trok haar daarna op de grond wierp, het mes uit de hand wrong, zonder haar eenige mishandeling te hebben aangedaan.
Van al hetwelk ik dit tegenwoordig verbaal naar waar wederwedervaren bij de Eed bij de aanvaarding mijner bediening gedaan heb opgemaakt en na gedane voorlezing met de comparant geteekend op dato als in het hoofd dezes is gemeld.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 31 Maart 1846
Aan den Heer Officier van Justitie
Onderwerp: Verbaal wegens baldadigheid en aanranding publiek Ambtenaar in de uitoefening van zijn beroep.
Ik heb de eer hierbij aan UEA ter vervolging te doen toekomen een door den Veldwachter opgemaakt verbaal van gepleegde baldadigheid en aanranding in zijne kwaliteit wegens toegebragte stooten door D. Van Belzen een anderen waaronder zeer baldadige gevonden wordende jongens welke bij het minste voorval zich in buitensporigheden onderscheiden en hoezeer dezelve alle nu en dan door mij ernstig gewaarschuwd zijn zich stil & rustig te gedragen, zoo schijnt dit niet meer van invloed te zijn, zoodat ik verpligt acht UEA tusschenkomst in dezen te verzoeken.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 4 April 1846
Aan den Heer Officier van Justitie te Middelburg
Onderwerp: Verbaal diefstal
Ik heb de eer hierbij an UEA ter vervolging toe te zenden een door den Veldwachter der Gemeente Nieuw-en St.Joosland opgemaakt verbaal van gepleegde diefstal van spaanders door inwoonders dezer stad, welke na een deswegens door mij gedaan onderzoek is gebleken te zijn de persoon van Job Schroevers mitsgaders het in vermelde verbaal genoemde zoontje van J.J. de Nooijer en en zekere Cornelia de Nooijer oud 12 jaren,welk eerstgemelde hem daartoe zoude hebben aangezocht en medegenomen.
Slecht leesbaar!! Het komt er op neer dat een strenge aanpak mag strekken tot afschrikking..
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 7 April 1846
Aan den Heer Officier van Justitie te Middelburg
Onderwerp: Verbaal bedreiging
Ten verzoeke van A. S. Beerthuijs , heb ik de eer hierbij aan UEA te doen toekomen een verbaal van bedreiging in woorden, aan zijn persoon doorden in dit verbaal vermelde Jan van Belzen gedaan, met verzoek dat UEA aan den bedreiging gevolg zult gelieven te geven ten einde de publieke veiligheid tot uitoefening zijner betrekking als weversbaas voor den Heeren Salomonson door dien persoon niet gestoord mag worden, maar onbelemmerd daarin zal kunnen voortgaan.
Dezen Jan van Belzen is ook begrepen in het aan UEA ingezonden verbaal van belediging tegen den Veldwachter in deze Gemeente in den uitoefening van zijn beroep, en kan UEA niet anders mededeelen, zoals zijn voorkomen UEA genoegzaam zal aanduiden, hij zeer slegt bij mij gesignaleerd staat.
De Burgemeester
CDB
Heden den zesden April 1846 , compareerde voor mij Burgemeester der stad Arnemuiden Pr. Zeeland , de persoon van A.J. Beerthuis, weversbaas en Herbergier wonende te Arnemuiden het volgende mij klagelijk te kennen gevende dat op Zaturdag den vierden April dezes jaars des avonds ten zeven uur binnen deszelfs herberg kwam de persoon van Jan van Belzen Jooszoon welke nadat hij hem een glaasje jenever op zijn begeert hadt toegediend hem afvraagde waarom hebt gij tegen mij verbaal doen opmaken, hetgeen ontkennend door hem beantwoord werdt, hij verder in hevigheid toevoegde , als ik er wat aan doen kan, zult gij niet lang meer leven, waarop Beerthuijs zeide tegen de aldaar zich bevindende jonglieden als Jacob van Eenennaam, Christiaan Johannis Crucq, Kasper Caljouw, Abraham van Eenennaam LZ en Joos van Belzen Leend. Zoon, gij hoet/hoort wat Jan zegt, wel nu wat is dat of heb ik dat gezegd, dat heb ik zeker gezegd, gij zijt een grooten baas, maar gij kunt nog wel is vallen.
Van welke verklaring ik dit tegenwoordige verbaal van waar wedervaren volgende de bij de aanvaarding mijner bediening gedaan heb opgemaakt en na gedane voorlezing met den comparant geteekend op dato als in het hoofd is gemeld.
De Burgemeester
CDB
Cortgeen, den 9 April 1846
De Dijkbeheerde van den Willem Adriaan Polder alhier heeft mij kennis gegeven dat hij heden morgen aan den Zeedijk dezes Polders heeft weggenomen gevonden.
7 stuks Noordsche deelen lang 12 à 14 voet en 1 Hollandsche Schuijerwagen- de sporen dezer wegvoering bleken volgens zijn berigt over het schorre te zijn geschied.
Gisteren tegen den avond verhaalde hij aan den Wolphaatsdijkschen kant een hoogaarts als gewoonlijk van Arnemuiden te hebben opgemerkt.
Zijn vermoeden op deze wegneming geeft mij aanlijding UEA te verzoeken op den ontvangst dezer een naauwkeurig onderzoek bij UEA onderhorige te doen bewerkstelligen en mij deswegens zoo spoedig mogelijk Rapport te willen doen toekomen, terwijl ingevalle de vermiste goederen onder een of ander mogten worden bevonden- vertrouwd word dezelve in zekerheid zullen worden gesteld
De Burgemeester van Cortgeen
Bij absentie van denzelven
De Assessor
H. Schrier
Arnemuiden 17 April 1846
Aan den Heer Burgemeester der Gemeente Cortgene
Ik heb de eer UEA op UEA schrijven van den 9 dezer maand no 20 te berigten dat ik bij een deswegens gehouden onderzoek in de hoogaartsen der alhier woonachtige visschers, aan hetgeen ten uwe is ontvreemd niet heb kunnen ontdekken, en het mij mitsdien twijfelachtig voorkomt of zulks wel door inwoonders mijner gemeente heeft plaatsgevonden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 30 April 1846
Ik heb de eer UEA te verzoeken mij te doen toekomen de geboorte extracten van Jacob de Nooijer en Cornelia de Nooijer oud 12 jaren betrokken in de Strafzaak Job Schroevers , tevens gelieve UEA te zorgen dat deze laatste door UEA worde onderrigt van den gedane en door UEA voor hen overgenomenen dagvaardiging tegen vrijdag den 8 Mei aanstaande.
De Officier van justitie
A.G. van Vredenburch subst.
Jacob de Nooijer geb. 26 Decb. 1834
Vader Jacob
Moeder Jannetje Verstraete
Cornelia de Nooijer geb. 15 Jan: 1834
Vader Jan Jacobse
Moeder Cornelia Keur.
Arnemuiden 30 April 1846
Aan den Heer Officier van Justitie
In voldoening aan UEA misive van heden, ontvangt EA hierbij de verlangde geboorte extracten .
Zie hierboven!!
Koudekerke den 27 April 1846
Ter voldoening aan het verlangen van Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur dezer provincie dd 25 Maart jl.
Heb ik de eer UEA te verzoeken mij te doen toekomen of er bij de Regering ofwel hier of daarin In UEA Gemeente wapenen of wapenrustingen voor handen zijn niet tot de actueele maar voormalige Schutterije behoord hebbende en alzoo in 1838 niet ingeleverd.
De Majoor Kommanderende
Het half Batt: Rustende Schutterij
In de Provincie Zeeland
Handtekening
Arnemuiden 2 Mei 1846
Aan den Heer Majoor Loeff
Er zijn in de gemeente Arnemuiden op deze zaak geen wapens aanwezig.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 26 Mei 1846
Aan den Heer Officier van Justitie
Onderwerp: Inzending verbaal baldadigheid
Ik heb de eer hierbij aan UEA zoo mogelijk ter vervolging doen toekomen en door den veldwachter dezer Gemeente opgemaakt proces verbaal wegens geplaagde baldadigheid en straat of buurtgerucht het meest zoo het mij voorkomt veroorzaakt door J. Meerman, dewijl zoodra deze met verlof uit Vlissingen alhier aanwezig is , zijn toeleg is om deze en gene baldadigheid te plegen.
Zoo als de ondervinding mij leert en dien volgens bij mij voor een slegt sujet bekend staat.
De Burgemeester
CDB
Tot hiertoe correctie
Arnemuiden 9 Junij 1846
Aan den Heer kommandant van ZM Brik “de Echo “ leggende op de Reede voor Vlissingen
Onderwerp: opbrengen deserteur
Door de veldwachter mijner Gemeente is heden gevat de persoon van G. De Jager. Matroos der 3e Klasse op ZM Brik de Echo leggende voor de reede van Vlissingen en volgens zijne betuiging van dien bodem op gisteren gedeserteerd; ik heb gemeend gemelde matroos door den veldwachter naar Vlissingen te doen transporteren, en zal op morgen het daarvoor benoodigde procesverbaal door hem worden opgemaakt en naar UED worden ingezonden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 10 Junij 1845
Aan de Heer Kommandant van ZM Wachtschip de Maas te Vlissingen
Onderwerp:Aanvraag premie overbrenging Deserteur
Bijlagen: signalement G. De Jager
Recu van de Kapitein ter Zee W. de Raat ZM Wachtschip de Maas leggende te Vlissingen dien persoon te hebben overgegeven.
Declaratie van de Veldwachter van f.14-
Ik heb de eer hierbij aan UHEG te doen toekomen eendoor de veldwachter mijner gemeente ter hand gesteld zijnde signalement & recu van den op gisteren naar Vlissingen getransporteerde deserteur G. De Jager matroos 3e klasse van ZM de Brik de Echo benevens een door hem onderteekende declaratie van f.14- voor premie dezer persoon door hem is geapprehendeerd en te Vlissingen op ZM wachthuis de Maas gebragt hebben..
Ik verzoek UHE zeer vriendelijk wel de goedheid te hebben, deze stukken naar den Kommandant van ZM Brik de Echo van welke bodem hij is gedeserteerd, kommandant van ZM wachtschip de Maas bij overgave van den persoon ter hand gesteld.
Arnemuiden 10 Junij 1846
w.g.gedeserteerd te willen opzenden opdat aan gemelde veldwachter die premie mag worden uitbetaald, of mij wel de weg te willen wijzen, hoedanig ik in deze in het belang van den veldwachter zal behooren te handelen etc.
De Burgemeester
De ondergeteekende Veldwachter der gemeente Arnemuiden declareert voor premie wegens het onder deze Gemeente aanhouden & transporteren naar Vlissingen van den Matroos der 3e Klasse G. De Jager, gedeserteerd van ZM de Brik de Echo leggende op de reede voor Vlissingen de som van veertien gulden, blijkens het hierbijgevoegde signalement & recu, aan hem door de Heer Kapitein ter Zee van ZM wachtschip de Maas bij de overgave van dien persoon terhand gesteld..
Arnemuiden den 13 Junij 1846 aan het departement van Marine verzonden.
Brief aan Zijne Excie den Heer Minister van Marine te ’s-Hage verzonden
Onderwerp: Aanvrage premie aanhouden deserteur.
Signalement en recu
Bij het arresteren van een deserteur moet onderstaande declaratie worden opgezonden aan het departement van de Marine met vermelding der woorden etc.
De ongeteekende Matthijs Glerum, veldwachter der Gemeente Arnemuiden, declarant voor premie wegens het onder deze gemeente aanhouden en verder transporteren naar Vlissingen van den Matroos der 3e Klasse Gijsbert de Jager, gedeserteerd van ZM Brik de Echo leggende op de reede voor Vlissingen , de som van veertien gulden, blijkens het hierbij gevoegde signalement en recu, aan hem door den HEG Heer Kapitein ter Zee ter hand gesteld
Arnemuiden den 10 Junij 1846
G.M. Glerum
Den 13 Junij 1846 aan het departement van Marine verzonden
Gezien bij mij Burgemeester der stad Arnemuiden ter bevestiging van de handteekening van M. Glerum Veldwachter der Gemeente Arnemuiden.
Arnemuiden Junij 1846
Voor soldaten
Indien een soldaat door de Veldwachter wordt gevat en bevonden wordt door de Krijgsraad hij deserteur is, zoo moet de declaratie worden ingezonden aan den Auditeur Militair, die de order tot uitbetaling geeft: brief Heer Kolonel Regiment Inf. No 40 van 1846 aan den Burgemeester.
De auditeur heeft echter gezegd een declaratie niet noodig is; alleen het proces verbaal aan hem moet worden overgegeven.
Aan boord ZM Wachtschip De Maas
Vlissingen den 11 Junij 1846
Onder terugzending der hierbijgaande stukken gevoegt bij uwe missive van den 10 dezer heb ik de eer UEA ter kennisse te brengen dat tot het bekomen van de f.14- premie voor den geapprendeerden Matroos 3 Kl G. De Jager van ZM brik de Echo door den veldwachter M. Glerum die stukken vergezeld van nog twee declaratiën op ongezegeld papier aangezien de declaratie in triplo moet zijn) door UEA aan het Departement van Marine moet worden ingediend, en op elke declaratie zetten de datum wanneer zulks aan het Ministerie van Marine wordt gezonden etc.
W. de Raet
Arnemuiden 13 Januarij 1846
Aan Zijne Excie de Heere Minister van Marine
Onderwerp: Aanvrage premie aanhouden deserteur
Ik heb de eer hierbij aan Uwe Excie te doen toekomen het door den veldwachter mijner gemeente ter hand gesteld zijne signalement en recu van den opden 9.dezer maand door hem geapprehendeerden deserteur G. De Jager matroos 3e Klasse op ZM Brik de Echo leggende op de reede voor Vlissingen, benevens eene declaratie inn triplo van f.14- voor premie den persoon door hem is gevat en naar Vlissingen op het wachtschip de Maas te hebben opgebragt.
Ik verzoek uwe Excie zeer vriendelijk de noodige bevelen te willen geven, dat opgemelde premie aan den Veldwachter ter zijner belooning worde uitbetaald.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 20 Junij 1846
WEA Heer
Vele omstandigheden en daaronder een ernstige aanval van Podagra door welke ik voor bijna drie weken ben aangetast hebben aanleiding gegeven tot het uitstellen der bewuste conferentie met gecommitteerden uit het Stedelijk Bestuur en uit den kerkenraad maar hoezeer ik nog aan huis gebonden ben, wil ik mijnetwege de zaak niet langer zien vertragen en heb daarom met de Heer du Buisson Becius afgesproken om de eerste conferentie op maandag den 22 dezer des morgens ten tien uren ten mijnen huize te doen plaatshebben.
UEA gelieve alzo zich met de andere gecommitteerden uit het stedelijke Bestuur op dat uur ten mijnen huize te bezorgen ten ware UEA zich om welke reden dan ook van de persoonlijke bijwoning mogt verlangen te ??? in welk geval de commissie de zaak met de Heeren Adriaanse en C. Baars wel zal kunnen behandelen, terwijl het haar nog aangenaam zoude zijn dat door den heer secretaris worden medegebragt de navolgende stukken
De door UEA op staten gearresteerde Begrootingen der Diaconie over 1843 t/m 1846 en Rekeningen over 1843 en 1844
De concept Rekening over 1845
De staten van onbetaalde schulden over 1843 t/m 1845
De verantwoording der wintergiften over 1843 t/m 1846 etc
Van Visvliet, lid van GS.
Middelburg den 19 Junij 1846
Bij een opzettelijk ingesteld onderzoek naar de wijze van opmaken der eenjarige tafels op de registers van geboorte en overlijden, is het mij gebleken dat dezelve voor eenige jaren sedert de invoering der nieuwe Nederlandsche wetgeving verkeerdelijk zijn opgemaakt , als zijnde daarbij vermeld de dagteekening waarop de geboorte of het overlijden heeft plaats gehad, terwijl daarentegen de tafels hadden behooren te vermelden de dagteekening waarop de acten zijn opgemaakt , naar aanleiding van het bepaalde bij het decreet van den 20 Julij 1807 in verband met eene circulaire van den Heer Procureur Generaal bij het voormalig Hoog Geregtshof te ‘s=Gravenhage van den19 September 1821—UEA met dat voorschrift voor het vervolg bij deze bekendmakenden heb ik tevens de eer UEA te verzoeken om de eenjarige tafels van de Regsters van geboorte en overlijden over de jaren 1830 t/m 1841 die blijken alle verkeerd te zijn opgemaakt als nog te verbeteren en mij te berigten dat de verbetering heeft plaats gehad voor den 1e Augustus aanstaande-- zullende gelijke verbetering in de te Griffie der Regtbank berustende Registers worden daargesteld.
De Officier van Justitie
Arnemuiden 24 Junij 1846
Aan den Heer Officier van Justitie
De certificatie der dag teekening in de registers van den Burgelijken stand over de jaren t/m 1841 ten gevolge UEA missive van den 19 dezer maand nr. 668 heden plaats gehad hebbende, zoo heb ik de eer UEA daarvan kennis te geven.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 23 Junij 1846
Ik heb de eer aan UEA hiernevens toe te zenden twee afschriften van het procesverbaal der gisteren gehoudenen conferentie met verzoek om daarvan een te doen uitreiken tegen recu aan den Heere voorzitter des Kerkenraads der Hervormde gemeente met aanwijzing van het juiste tijdstip van ontvang en mij dat recu gelijktijdig met een zoodanig bewijs van ontvang van het afschrift voor UEA bestemd te doen geworden.
Bij aldien UEA dit verlangt, maak ik er geene zwarigheid in dat van dezen brief aan den Heer voorzitter des Kerkenraads inzage worde gegeven.
Met de meeste hoogachting noem ik mij
UEGDW Dienaar
Van Visvliet
Arnemuiden den 29 Junij 1846
Aan den Heere Gouverneur
Onderwerp: Afkondiging executoir verklaarde kohieren
Achtervolgens de bestaande voorschriften, heb ik de eer Uwe Excie te berigten dat van de invorderbaarstelling van het door Uwe Excellentie onder dagteekening van den 19 Junij jl executoir verklaarde kohier der Personele Belasting Litt A nr 1 dezer Gemeente
Hetwelk mij van den Controleur op 27 Junij jl is geworden bij publicatie van 29 Junij daaraanvolgende aan de ingezetenen is kennis gegeven, en hetzelve kohier op 30 Junij aan den Ontvanger is verzonden.
De Burgemeester der stad Arnemuiden
Corn: Dan; Baars
PUBLICATIE
B & W der stad Arnemuiden brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Gemeente dat bij dezelve is ontvangen en aan den ontvanger der Directe belastingen ter invordering verzonden het kohier van de personele belasting voor het dienstjaar 1846, met uitnoodiging aan een iegelijk wien zulks aangaat om na bekomenen kennisgeving van zijnen aanslag ten spoedigsten het door hem verschuldigde te kwijten met herinnering tevens dat de bezwaren welke dienaangaande mogten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend.
Arnemuiden 29 Junij 1846
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is op heden den 29 Junij 1846 van het raadhuis gedaan en is voorts een exemplaar daarvan in de stad aangeplakt, ter plaatse waar zulks gebruikelijk is.
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Arnemuiden 8 Julij 1846
Aan den HEG Heer Kolonel kommandant van het 3e Regiment Infanterie te Vlissingen
Door den Veldwachter mijner Gemeente is heden gevat de persoon van Egbert Pranger, milicien bij de 2 Comp. 4 Batt 3 Regiment Infanterie in Garnisoen te Vlissingen, volgens zijne betuiging op gisteren van zijne Compagnie gedeserteerd;
Ik zal zorg dragen dat het daarvoor gevorderde proces verbaal door den veldwachter opgemaakt aan UEG zal worden ingezonden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 8 Julij 1846
Aan den Heer Kolonel Kommandant van het 3e Reg. Infanterie
Ik heb de eer hierbij aan UEHG te doen toekomen het door den Veldwachter mijner Gemeente opgemaakte proces verbaal van den flankeur Egbert Pranger op heden in mijne Gemeente als deserteur aangehouden en naar Vlissingen overgebragt, benevens het daarvoor door UHEG afgegevene recu en eene declaratie in triplo groot veertien gulden, voor premie en verdere onkosten bij het aanhouden en verder transporteren van dien flankeur door den veldwachter gevat, met vriendelijk verzoek UEHG de noodige bevelen zult gelieven te geven, dat aan hem die premie mag worden uitbetaald.
De Burgemeester
CDB
Dordrecht 6 Julij 1846
Ik heb de eer ingesloten aan UEA te retourneren quitantie van de overgemaakte f.80- tot voldoening van 6 maanden verplegingskosten van A. De Ridder tot 29 April ll met dankzegging voor de voldoening derzelve.
De Rentmeester van het Geneesk. Gest. Voor krankzinnigen te Dordrecht
Smits.
Bovengemelde quitantie is door mij op den Julij 1846 van de secretaris der stad Arnemuiden ontvangen
De Boekhouder van de Armen
H:W: Hogerheijde
Heden den negenden Julij 1846
Heb ik Burgemeester der stad Arnemuiden op requeste van den Heer Officier van Justitie te Middelburg mij begeven naar Bernard Giffaard winkelier & Koopman binnen deze Gemeente en denzelven verzocht ten mijner dispositie te willen stellen de kruiwagen en schuijerdeelen welke weder door hem gekocht waren van Marinus de Nooijer visscher & alhier woonachtig.
Dat denzelven mij daarop heeft te kennen gegeven dat de kruiwagen van ouderdom was in stukken gevallen en hij hem verbrand had, terwijl de stukken schuijerdelen,waarvan er nog drie aanwezig waren, hij bereid was die aan mij af te geven , en op mijn verzoek dezelve dan ook onmiddellijk ten mijnen huize heeft gebragt, met verdere verklaring hij voor die goederen den bovengemelde visscher had gegeven f.1- zonder hij bewust was of nog overtuigd is, dezelve gevischt waren, en hij als gepatenteerd koopman ook niet weet, verpligt te zijn, daaromtrent informatiën te nemen..
Waarom ik dit verbaal naar waar wedervaren op den Eed bij de aanvaarding mijner bediening gedaan heb opgemaakt en geteekend dato als in het hoofd vermeld.
DE Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 9 Julij 1846
Aan den Heer Officier van Justitie
Onderwerp: Verbaal van gekogte goederen.
Ik heb de eer hierbij aan UEAte doen toekomen het bij uwe missive van den 7 dezer no 741verzochte proces verbaal eener door B. Giffard gekogte kruiwagen en eenige schuijerdeelen van M. de Nooijer visscher & alhier woonachtig.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 7.Julij 1846
Volgens bij mij ingekomene informatiën van den Heer Opperstrandvonder zouden er zich in de woning van Bernard Giffaert te Arnemuiden een kruiwagen en eenige schuijerdeelen bevinden door hem gekocht van Marinus de Nooijer en vermoedelijk in zee gevonden- ik heb diensvolgens de eer UEd: te verzoeken aan van gezegden Griffaert de vorenvermelde voorwerpen af te vragen en de zelven tot nadere beschikking onder Uwe bewaring na behoorlijke waarmerking te nemen , van een en ander Proces verbaal op te maken en aan mij te zenden.
De Officier van Justitie
A.G.van Vredenburch
Subst.
Arnemuiden 10 Julij 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: afkondiging kohier
Volgens de bestaande voorschriften heb ik de eer aan uwe Excie te berigten dat van de invorderbaarstelling van het door Uwe Excie onder dagteekening van de 3 Julij jl executoir verklaarde koier van het patentregt dienstjaar 1846/47 hetwelk mij van de Controleur op gisteren is geworden bij publicatie aan de ingezeetenen is kennis gegeven, en hetzelve op Zaturdag den 11 Junij e.k ??. aan den ontvanger is verzonden.
De Burgemeester
CDB
Vlissingen den 10 Julij 1846
In antwoord op UEA missive van den 8 dezer no 36 heb ik de eer te berigten dat door mij op heden de klagte wegens de sortie betreffende den soldaat Pranger in handen is gesteld van den Heere Kolonel en plaatselijk kommandant alhier;zullende den veldwachter tot het bekomen der premie zich later tot den Heer auditeur Militair der provincie Zeeland moeten wenden, welke ambtenaar dan ook wanneer genoemde soldaat wegens de sortie gestraft zal zijn ; de order tot uitbetaling zal geven;-de declaratie in triplo gaan hierbij terug.
De Kolonel
Kommandant van het 3e Regiment Infanterie.
Handtekening
Samenvatting:
Arnemuiden 16 Julij 1846
Aan den Heer Gedelegeerde belast met het toezigt op de Veldwachterdienst in Zeeland
De Veldwachter mijner gemeente geeft tot op heden in zijn betrekking geen reden tot klachten en is tevens van onbesproken gedrag.
Etc.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 27 Julij 1846
Ik heb de eer UEA te verzoeken aan Steven Maartense, Johannes Crucq, Christiaan Johannes Crucq, Jacob de Nooijer, Laurens van Eenennaam en Klaas Blaasse de Nooijer te willen doen aanzeggen dat krachtens de magtiging daartoe door ZM op Zijne Excie de Minister van Justitie verstrekt gemelde Zijne Excie bij missive van den 22 dezer de verzoeke om gratie door dezelve ingediend, heeft afgewezen,en dat zij zich alsnu ten mijnen Parquette vervoegen to het ondergaan der gevangenisstraf waartoe zij veroordeeld zijn.
De Officier van Justitie
K.J.van Eekelen.
Arnemuiden den 31 Julij 1846.
Aan den Heer Officier van Justitie.
Ik heb de eer UEAte berigten dat ik aan de bij UEAmissive van den 27 dezer maand no 813 bedoelde jongelingen heb doen aanzeggen dat hun verzoek om gratie van gevangenisstraf van wege den koning was van de hand gewezen, en dat zij zich tot het ondergaan dier straf zich ten Uwen parkette zoude vervoegen.
Deze aanzegging leidt mij tot het volgende berigt.
1 dat Christiaan Crucq zich onder geneeskundige behandeling blijkens het ten dezen gevoegde attest bevindt, en alzoo buiten staat omvoor herstel daaraan te kunnen voldoen.
2 dat Staeven Maartense als milicien in de maand Mei is in dienst gesteld en nog onzeker wanneer hij met verlof zal te huis komen en ten
3dat de vader van Johannes Crucq vriendelijk verzoekt dat UEA aan zijnen zoon gelieft uitstel te geven tot den 10 Augustus E.K. als wanneer hij tot ondergan der straf zich te uwer parkette zal vervoegen.
Aangenaam zal het mij wezen met betrekking tot het laatste verbaal UEA schrijven te zullen mogen ontvangen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 3 Augustus 1846
Aan den Heer Gouverneur
Achtervolgens de bestaande voorschriften heb ik de eer Uwe Excie te berigten dat van de invorderbaarstelling van het door Uwe Excie in de dagteekening van de 18 Julij jll executoir verklaarde kohier der personele belasting, hetwelk mij van den Controleur op den 31 Julij jl is geworden bijpublicatie van de 18 1 Augustus aan de ingezetenen is kennis gegeven en hetzelve kohier op heden aan de ontvanger is verzonden.
De Burgemeester
CDB
‘sGravenhage den 6 Augustus 1846
Ter voldoening der door UEA bij brief van den 13 Junij ll no 28 an het Departement van Marine ingezondenen declaratie van de Veldwachter M. Glerum wordt hierbij aan UE toegezonden een soldijbrief à f.14- wegens premie voor het arresteren van den deserteur G. De Jager.
Voor de Minister van Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening
Arnemuiden 11 Augustus 1846
Aan den Heer Kolonel van het 2e Reg. Infantere te Maastricht
Onderwerp: Inzending adres G. De Nooijer
Wij hebben de eer hierbij aan UEHG te doen toekomen een adres van den flankeur G. De Nooijer houdende verzoek ten gevolge van des Konings beschikking een permissie billet te mogen ontvangen tot het aangaan van een wettig huwelijk en tot het verkrijgen waarvan hij aan ons heeft ter hand gesteld de hierbij gevoegde f.0,58 . Achterstallig.
In het belang van de jongeling zulks mij aangenaam wezen het verzogte bewijs van UEHG te mogen ontvangen.
De Burgemeester
CDB
Koewacht den 28 Augustus 1846
Ter voldoening aan een verzoek van uwen secretaris heb ik de eer hierbij over te maken van eene wissel ter waarde van Drie Guldens welke som de veldwachter H:Kuijpers voor Huwelijks afkondigingen en zegel met f.0,94 benevens f.2,02 ½ aan hoofdelijken omslag bij mij gespecificeerd heeft afgedragen, met verzoek die gelden wel aan den bedoelden secretaris tevens gemeente ontvanger te willen uitreiken.
De Burgemeester van den gemeente Koewacht
Handtekening
Arnemuiden 9 September 1846
Aan de Heer Griffier der Staten
Onderwerp: Burgerlijke Stand
Ik heb de eer UEG te verzoeken aan mij te willen doen toekomen een supplement register op dat van het overlijden groot 3 vel en inhoudende 19 Acten.
DeBurgemeester
CDB
Arnemuiden den 11 September 1846
Aan den Heer Officier van Justitie
Onderwerp: Verbaal van belediging
Ik heb de eer hierbij ter vervolging aan UEG te doen toekomen een door mij op heden opgemaakt verbaal van belediging door A. Beerthuijs aan de persoon van M. Rubens.
Daar laatstgemelde persoon zich in een staat van dronkenschap bevond is mij betrekkelijk die belediging als in het verbaal is vermeld niet meer te weten kunnen komen en heb dan ook van hetgeen vroeger en tusschenbeide denkelijk is voorgevallen niets kunnen vermelden.
De Burgemeester,
CDB
Heden 11 September 1846
Compareerde voor mij Burgemeester der stad Arnemuiden 1e District der Provincie Zeeland.
De persoon van Machiel Rubens koopman wonende te Middelburg het navolgende mij te kennen gevende; dat hij heden middag bij de persoon van Arend Jan Beerthuijs herbergier woonachtig in deze Gemeente een glaasje genever gebruikt hebbende voor zijn vertrek ter voldoening van dat gelag hem een gulden ter hand stelde;
Dat hij Beerthuijs na zich die gulden toegeeigend hebbende hem verklaarde geen geld terug te willen geven aangezien hij aan hem wegens geleend geld nog competeerde te goed had van f.1,20 en zonder er verder iets was voorgevallen hem een slag met de sponning van het vensterraam had toegebragt hetwelk hem zeer smartelijk viel en van al welke verklaring ik dit proces verbaal naar waar wedervaren op den Eedt bij den aanvaarding mijner bediening gedaan heb opgemaakt en na gedane voorlezing met de comparant geteekend.
Hebbende een en ander plaats gehad in tegenwoordigheid van J. Rooze vriend van Beerthuijs terwijl hij ten bewijze van de toegebragte slag eenen verklaring voorlegd van den Heelmeester J. Noom alhier.
Middelburg den 11 September 1846
Ik heb de eer UEd. hiernevens gequoteerd en geparapheerd te doen toekomen het bij uwe missive van den 9 dezer no 47 aangevraagde bijvoegsel op het register van Overlijden voor uwe stad waarvan de kosten bedragen f.6,45.
De Griffier der Staten van Zeeland.
Handtekening
Arnemuiden 21 September 46
Aan den Heer Griffier der Staten
Door de buitengewonen sterfte der kinderen vindt ik mij andermaal in de onaangename verpligting UEG te verzoeken mij deen tweede bijvoegdel op het register van overlijden te doen toekomen te doen toekomen groot 4 vellen inhoud 27 Acten.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 15 September 1846
Er zijn heel veel gevallen van brand. Voortaan alleen schadevergoeding met het “Visa” van Burgemeester der Stad of Gemeente
Commisarissen der Onderlinge Brandwaarborg-Maatschappij vorr de Provincie Zeeland te Middelburg,
Handtekening
Middelburg den 24 September 1846
Ik heb de eer UEA te verzoeken de persoon van Laurus van Eenennaam oud 18 jaren, wonende te Uwen stede te willen doen aanzeggen, dat hij zich voor of uiterlijk op den 29 dezer maand ten mijnen parquette vervoegen tot het ondergaan de gevangenisstraf waartoe hij bij vonnis der Regtbank is veroordeeld.
De Officier van Justitie
A.G. van Vredenburch
Subst.
Middelburg den 23 September 1846
Ik heb de eer UEd. hiernevens gequoteerd en geparapheerd te doen toekomen het bij uwe missive van den 21 dezer no 50 aangevraagde 2e bijvoegsel op het register van overlijden voor uwe stad aarvan de kosten bedragen f.8,83.
De Griffier der Staten van Zeeland
Handtekening
Arnemuiden 9 October 1846
Aan de Griffier der Staten
Onderwerp: Bijvoegsel register van overlijden.
Andermaal moet ik nog verzoeken mij een bijvoegsel op het register van overlijden te willen doen toekomen, groot 6 vellen inhoudende 43 Acten.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 16 October 1846
Ik heb de eer UEd. hiernevens gequoteerd en geparapheerd te doen toekomen het bij uwe missive van den 9 dezer no 54 aangevragde bijvoegsel op het bijvoegsel op het register van overlijden voor uwe stad, waarvan de kosten bedragen f.13,59.
De Griffier der Staten van Zeeland
Handtekening.
Arnemuiden 22 October 1846
Aan den Heer Griffier der Staten
Onderwerp: Burgerlijke Stand
Ik heb de eer UEG te verzoeken van aan mij te willen doen toekomen , een suppletoir register opdat aan de huwelijksaangifte in persoon groot 1 vel inhoudende tien akten
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 27 October 1846
Ik heb de eer UEd: hiernevens gequoteerd en geparapheerd te doen toekomen het bij uwe missive van 21 dezer no 56 aangevraagde bijvoegsel op het register van huwelijksaangiften en afkondigingen voor uwe stad waarvan de kosten bedragen f.2,03 ½
De Griffier der Staten
Handtekening
Arnemuiden 31 October 1846
Aan den WEG Heer Onder Inspecteur over het Loodswezen op de Schelde te Vlissingen.
Onderwerp: Uitbetalen van Loodsgeld
In den missive van 20 Mei heeft UEG wel de goedheid gehad de bestaande kwestieuse zaak wegens het uitbetalen van loodsgeld aan Jan van Belzen uit den weg te willen ruimen en neem uit dien hoofde de vrijheid mij andermaal tot UEG te wenden met vriendelijk verzoek ook omtrent de hieronder vermelde zaak het noodige onderzoek te willen doen en na bevind van zaken mij den uitslag wel te willen mededeelen.
Schipper Marinus van Belzen visscher eener eener vischschuit wonende alhier is dingsdag den 27 dezer maand door den Kaptein eener Deensche bark geladen met hout op het oogenblik hij doende was met visscherij buiten de Steenbank gepraaid om als loods op diens bodem over te komen ten einde zoo behouden binnen te brengen.
Op het verzoek van dien kaptein is door hem dadelijk zijn vischtuig binnengehaald en daarna oogenblikkelijk overgegaan met het gelukkig gevolg het gemeld schip over de droogten heeft gebragt doch des avonds om 5 ½ uur door de stilte en Ebbe zich verpligt heeft geworden voor Westcappelle afgediept in het oostgat ten anker te komen, alwaar daarleggende aan boord is gekomen een belgische loodskwekeling, terwijl hij verder de bovengemelde bark des Woensdags nademiddag ten 2 uur met gemelden kweekeling op veilige reede voor Vlissingen heeft gebragt.
Volgens betuiging van den Kaptein van dat schip heeft dien boot een diepgang van 15 voet en is hij bij den overgang beloofd het volle loodsgeld te zullen weder? uit betalen zooveel als aan de koninglijke loodsen wordt toegekend.
Bij zijn arrivement te Vlissingen heeft hij tot het bekomen van zijn loodsgeld zich vervoegd bij den Deenschen consul de Heer Smit, welke hem eerst f.54- en bij nadere aanmelding f.83- heeft uitbetaald wel volgens ingewonnen informatiebij den Kommissaris van het Hollansche en ook Belgische Loodswezen toekomen f.100 à f.104- hetwelk de Heer Smits hem niet verkiest uit te betalen.
Hoezeer gemelde schipper van Belzen zich volkomen te vrede stelt met zijn ontvangen loodsgeld, bij aldien hem ingevolg des Konings besluit niet meerder te pretendeeren heeft, dan dewijl hij daar aan twijffeld, volgens bovengemelde informatie zijne begeerte , dat aan hem het daarvoor gestelde loodsgeld ten volle mag worden uitbetaald, aangezien de verantwoording gedurende deszelfs tegenwoordigheid op gemeld schip niet gering te achten is daarbij mogelijk over te komen ongeluk terwijl het deszelfs leven zoude kunnen kosten.
Het is om die reden ik vriendelijk UEG tusschenkomst inroepe met verzoek dien persoon in dezen regt te doen wedervaren en hem het volle loodsgeld mag worden uitbetaald.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 7 Nov. 1846
Tot nadere inlichting aan UEG op mijn verzoek vervat in mijne missive van 31 October heb ik de eer hierbij aan UEG te doen toekomen een door van Belzen te Antwerpen geligt bewijs van den Kaptein van het door hem binnengebragte schip, waarin ZEG den Heer Smith verzoekt aan hem het resterende op f.104- te willen uitbetalen.
De Burgemeester
CDB
Onderwerp: Loodswezen
Vlissingen den 10 November 1846
Ingevolge het door UEA bij brief van den 31 October jl no 58 aan mij gedaan verzoek, heb ik gaarne mijne tusschenkomst verleend ten einde den Visscherman van Belsen de volle hem aankomende belooning te doen erlangen voor het loodsen des bodems waarvan bij uwen vermelden brief de rede is.
Bij het onderhoud ,’t welk ik dien ten gevolge heb gehad met den Heere Vice Consul van Zweden & Noorwegen alhier, heeft deze mij verzekerd dat van Belsen de hem uitbetaalde som van f.83- alleen op afrekening heeft bekomen van hetgeen blijken zal aan loodsgeld verschuldigd te zijn, nadat de diepgang des bodems behoorlijk zal zijn geconstateerd, hetgeen eerst plaats vindt bij aankomst te Antwerpen, werwaarts het schip bestemd was.
Met iederen dag wordt de vereischte opgave deswege bij genoemden Heer Vice Consul gewacht en van Belsen zal zich dus eerstdaags aan het Consulaat kunnen vervoegen om betaling van hetgeen alsdan nader mogt zijn gebleken verschuldigd te wezen; waarmede deze zaak naar behooren zal zijn getermineerd.
Kapitein Lt ter zee
Onder Inspecteur over het Loodswezen
Wels
P.S. Na het schrijven van het vorenstaande ontvang ik UEA missive van den 7 dezer no 59 geleidende het hiernevensgaande bewijs met hetwelk van belsen zich mitsdien zal hebben te vervoegen bij den Heere Smith om resterende som van f.21- te ontvangen.
De Onder Inspecteur voorn.
Wels
Arnemuiden 19 November 1846
Aan de Heer Officier van Justitie te Middelburg
Ik heb de eer hierbij aan URG te doen toekomeneen door den Veldwachter mijner Gemeente opgemaakt proces verbaal van gestole hout, zoo het toeschijnt afkomstig van damstaken .
Tot voorkoming van verdere klagten door het rooven dier afsluiting zal het mij aangenaam wezen UEG daaraan gevolg zult gelieven te geven.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 19 November 1846
Aan de Heer Griffier der Staten.
Onderwerp: Aanvrage register Burg.Stand
Ik heb de eer UEG te verzoeken aan mij te willen doen toekomen een bijvoegsel op het register van huwelijks voltrekking groot zonder titelblad 1 vel
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 21 November 1846
Ik heb de eer UEd: hiernevens gequoteerd en geparapheerd te doen toekomen het bij uwe missive van den 19 dezer no 62 aangevraagde bijvoegsel op het register van Huwelijksvoltrekkingen voor uwe stad, waarvan de kosten bedragen f.4,07.
De Griffier der Staten
Handtekening
Middelburg den 20 November 1846
Ik haast mij ter kennis van UEd: te brengen dat in den afgeloopen nacht bij den Landman Gideonse aan den Schroeweg door middel van uitwendigen braak en inklimming uit diens kelder zijn ontvreemd een pot met 20 Ned.ponden boter, een rol boter van vier oncen, zes gersten brooden, 30 à 40 Ned. Ponden spek in den pekel, en eene portie gebraden vleesch;
Men vermoedt dat lieden uit Arnemuiden den diefstal gepleegd hebben, weshalve ik UEd: verzoek van Uwe zijde des aangaande bedektelijk onderzoek te doen, om zoo mogelijk te weten wie heden nacht de stad hebben verlaten: inzonderheid gelieve UEd: te surveilleren zekere Pieter de Rijke, klein van gestalte en gehuwd met eene lange vrouw: deze heeft vroeger bij Gideonse gediend en moet het zeer armoedig hebben: de veldwachter zoude onder eenig voorwendsel bij dezen op etens-uur kunnen gaan en den stand der zaken ongemerkt opnemen, om UEd: daarvan terstond rapport te doen, en bij vermoedens van schuld, zouden UEd: zich bij de Rijke kunnen vervoegen en het noodige onderzoek bewerkstelligen, en dadelijk rapport aan mij van hetgeen aan UEd: ten deze mogt bekend worden.
De Officier van Justitie
A.G. van Vredenburch
Subst
Aan den Heer Officier van Justitie te Middelburg
UEAH missive vanden 20 dezer in den avond van den 22 bij mij ontvangen zijnde, heb ik dadelijk de noodige order gegeven om alle mogelijke bedekte nasporing te doen ten einde te otdekken, of ook alhier van het gestolene bij de in Uwe missive gen: Landman Gideonse in den nacht van 19 op den 20 hebbende plaats gehad te vinden was, en wel in het bijzonder bij die persoon op wien men eenige vermoeden hadt; en moet UEd: A berigten dat men op het etens uur door eene bedekte boodschap te doen, en gezien die het voornemen hadt gort te nuttigen ,en in deszelfs woning het oog heeft laten gaan, doch niets gezien, waar op eenige aanmerking konde vallen, dat daar nog op eene bedekte wijze aan de buren die in hetzelfde huis wonen, eenig onderzoek heeft gedaan, die verklaard niets dien aangaande hadden bespeurt en eindelijk dat men noch eens in den avond in die woning van genoemde verdachte persoon op het etens uur is geweest wanneer men zag die lieden voor hun avondmaal masteluinen brood gebruikte en alzoo niets alhier is ontdekt geworden.
De Burgemeester van Arnemuiden
CDB
Den 26 November 1846
Arnemuiden 7 December 1846
Aan den Heer Officier van Justitie te Middelburg
Onderwerp: Verbaal van belediging
Ik heb de eer hierbij aan UEA te doen toekomen een door mij opgemaakt verbaal van belediging door C. Leendertse tegen den persoon van J.H. Harthoorn en zijne familie van buitengewoon opzigter der Jagt aangedaan , met verzoek daaraan het noodige gevolg te willen geven.
De Burgemeester
CDB
Heden den 7 December 1846
Compareerde voor mij Burgemeester der stad Arnemuiden Provincie Zeeland Jan Hendrik Harthoorn buitengewoon opzigter der Jagt, wonende alhier, mij te kennen gevende
Dat hij en deze? zijne familie heden morgen op zekere afstand jagende hadt gezien de persoon van Cornelis Leendertse daglooner wonende te Arnemuiden, dewelke bemerkende het op zijn persoon gemunt was zich door de vlucht heeft gered en mitsdien zich niet in het bezit heeft kunnen stellen van zijn geweer dat hij eenige oogenblikken daarna dien persoon in de Langeweg onder de Gemeente Nieuw & St.Joosland ontmoetende hem met hevig vloeken in zijne functie toevoegde gij zijt ene rakker en heeft met een ander persoon die ik u?/niet? Noemen kan afgemaakt voor vier Rijksdaalders en zich voorts onder gevloek hadt verwijderd .
Dat hij in de uitoefening van zijn functie was vergezelschapt geweest door de opzigter Jozef? Mesu en Paulus Bosplan ? beide wonende te Oostsouburg en D. Valkier en Matthijs de Hamer beide wonende te Nieuw-& St. Joosland , welke daarbij tegenwoordig als getuigen worden opgegeven , verzoekende dat hij van deze beschuldiging mag worden ontheven en den belediger ingevolge de wet gestraft.
Van al welk verklaring dit tegenwoordig verbaal na waar wedervaren op den Eed bij den aanvaarding mijner bediening gedaan is, opgemaakt en na gedane voorlezing is onderteekend .De Burgemeester
Ongenummerde stukken 1846
De meerder uitgaaf welke in de rekening van den Hervormden Diaconie Armen over 1845 plaats heeft, is door den Ontvanger uit zijn eigen privé beurs betaald.
De Ontvanger van bovengem: Armen
H.W. Hogerheijde
Arnemuiden den 18 Maart 1846
DIRECTE BELASTINGEN
En
KADASTER
Controle 1e en 2e Arrondissement van Zeeland
Onderwerp: reclame
Aan het College van Zetters der gemeente Arnemuiden
Ik heb de eer UE hierbij ter instructie te doen toekomen eene reclame wegens de grondbelasting ingediend door Abraham van Eenennaam houdende verzoek om restitutie van betaalde grondbelasting over het jaar 1845, wegens een gedurende dat jaar ongebruikt gebleven zout keet in uwe Gemeente.
Ik moet UEd: ter zake doen kennis dragen van het voorschrift der resolutie van Z:E: den Minister van financiën van den 13 Augustus 1844 voorschrijvende:
1 dat de gevraagde teruggave kan worden verleend voor woonhuizen welke niet zijn bewoond, zooals ook voor fabrieken welke niet zijn gebruikt geworden gedurende een vol belastingjaar 1e Januarij tot ultimo December en zulks voor zooveel de woonhuizen betreft, onverschillig of zij in dien tijd al dan niet gemeubeld zijn geweest , indien er maar geene dadelijke bewoning hoe kort of hoe lang ook heeft plaats gehad, terwijl de inwoning van eene huisbewaarder den eigenaar niet voor bewoning wordt toegerekend, mits zich als dan geene meerder meubelen in de huizen bevonden dan het gebruik van den huisbewaarder volstrekt noodig zijn,het boven alle bedenking bewezen zij dat het doel van inwoning eens huis bewoonders geene ander is dan de bewaring van het huis en de huisbewaarder daarin geenerlei nering hoe ook genaamd uitoefend,
2 dat die teruggave niet behoord te worden verleend voor perceelen, welke ofschoon uit meer deelen bestaande onder één kadastraal nummer zijn begrepen, wanneer zij niet voor het geheel in de bovenstaande bepalingen van onbewoondheid vallen, zoodat er splitsing van derzelver huurwaarde zou moeten plaatshebben, waarin niet kan getreden worden; om welke reden dan ook van de hand gewezen moeten worden de reclamatiën om teruggave van grondbelasting – bij voorbeeld voor ledig gestaan hebbende woonhuizen , wanneer de aanhorige localen als: bergplaatsen, werkplaatsen , koetshuis , stalling enwat dies meer zij, gebruikt zijn geweest, zoo ook voor een onbewoond geweest zijnde heerenhuizen, waarvan de tuinmanswoning of de stalling met de heerenhuizing onder een en hetzelfde kadastraal perceel begrepen bewoond of gebruikt is geworden
3 dat de teruggave meede niet kan worden toegestaan voor perceelen die wel als boven onbewoond of ongebruikt doch gedurende het jaar waarover de belasting loopt, verhuurd of rentgevend zijn geweest, daarin het algemeen het punt der vaststelling naar het volstrekt ontbreken , hetzij van eenige vruchten of huurpenningen, hetzij van het in gebruik der gebouwen moet beoordeeld worden
Accordeert met het origineel
De Secretaris Generaal
Get. Ossewaarde
Voor gelijkluidend Afschrift
De Controleur
Pilaar
Middelburg den 18 Junij 1846
Ik heb de eer UEd: te verzoeken de personen van Daniel van Belzen, Job Schroevers, Jacob de Nooijer en Cornelis de Nooijer te willen doen aanzeggen, dat zij vóór of uiterlijk op den 28 dezer maand te mijnen Parquette vervoegen tot het ondergaan der gevangenisstraaf waartoe zij zijn veroordeeld.
De Officier van Justitie
A.G. van Vredenburch subst.
EXTRACT uit het Register der Resolutiën van den Minister van Financiën
’s-Gravenhage den 14 October 1846
De Minister gelezen hebbende eene missive van den Arrondissements directeur der directe belastingen enz. te Middelburg van den 8 dezer n 3617, houdende onder overlegging van terzake ingewonnen rapporten berigt op het adres van Daniel Joosse van Belzen c.s. allen visschers wonende te Arnemuiden zich beklaagende over de naar hunne meening aan het kantoor van Bath belemmerden uitvoer van versche visch naar België .
Heeft goedgevonden en verstaan ten einde zooveel mogelijk in der adressanten bezwaren tegemoet te komen, en de expeditie van derzelver ladingen visch ten uitvoer des nachts te bevorderen , den Heer Arrondissements directeur voornoemd bij afschrift dezes onder terugzending de overgelegde rapporten te authoriseren om de vereischte orders te stellen dat in dit bijzonder geval een genoegzaam aantal bij voorraad door den Ontvanger te Bath onderteekende verklaringen model LC bedoeld bij no 11 der Resolutie van 21 Augustus ll no 34 aan den met de nachtelijken dienst op de Reede belaste visiteur ter hand worde gesteld ten einde door dien ambtenaar ten allen tijde aan de belanghebbenden te kunnen worden uitgereikt waarvoor alsdan deze visiteur het anders aan den Ontvanger komende emolument van 10 cents zal genieten.
Afschrift dezes zal aan de adressanten tot informatie worden gezonden.
Accordeert met voorz: Register
De Secretaris Generaal
Hoijtema
Vervolg stukken Burgemeester
Heden den negenden Julij 1846
Heb ik Burgemeester der stad Arnemuiden op requisitie van den Heer Officier van Justitie te Middelburg mij begeven naar Bernardus Giffard winkelier & Koopman binnen deze Gemeente en denzelven verzocht ten mijne dispositie te willen stellen de kruiwagen en schuijerdeelen welke door hem gekocht waren van Marinus de Nooijer visscher en alhier woonachtig.
Dat denzelven mij daarop heeft te kennen gegeven dat de kruiwagen van ouderdom was in stukken gevallen en hij hem verbrand had, terwijl de stukken schuijer delen ,waarvan er nog drie aanwezig waren, hij bereid was die aan mij af te geven, en op mijn verzoek denzelve dan ook onmiddellijk ten mijnen keure heeft gebragt met verdere verklaring hij voor die goederen van bovengemelde visscher had gegeven f.1- zonder hij bewust was of nog overtuigd is, den zelve gevischt waren, en hij als gepatenteerd koopman ook niet weet, verpligt te zijn, daaromtrent informatiën te nemen.
Waarvan ik dit verbaal naar wedervaren op den eed bij de aanvaarding mijner bediening gedaan heb opgemaakt en geteekend dato als in het hoofd is vermeld.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 7 Julij 1846
Wegens bij mij ingekomenen informatie van den Heer Opperstrandvonder zouden er zich in de woning van Bernard Giffaard te Arnemuiden een kruiwagen en eenige schuijerdeelen bevinden door hem gekocht van Marinus de Nooijer en vermoedelijk in zee gevonden:ik heb diensvolgens de eer UEd: te verzoeken om van gezegden Giffaard de vorenvermelde voorwerpen op te vragen en dezelve tot nader beschikking onder Uwe bewaring na behoorlijke waarmerking te nemen van een en ander Proces Verbaal op te maken en aan mij in te zenden.
De Officier van Justitie
A.G. van Vredenburch
Subst.
Arnemuiden 10 Julij 1846
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Afkondiging Kohier
Achtervolgens de bestaande voorschriften heb ik de eer Uwe Excie te berigten dat van de invorderbaarstelling van het door Uwe Excie onder dagteekening van den 3 Julij jl excutoir verklaarde kohier van het patentregt dienstjaar 1846/47 hetwelk mij van de controleur op gisteren is geworden bij publicatie aan de ingzeetenen is kennisgegeven, en hetzelve op Zaturdag den 11 Junij aan den ontvanger is verzonden..
De Burgemeester
CDB
Vlissingen , den 10 Julij 1846
In antwoord op UEA missive van den 8 dezer no 36 heb ik de eer te berigten dat door mij op heden de klagte wegens de sortie/ betreffende den soldaat Pranger in handen is gesteld van den Heer Kolonel en plaatselijke kommandant alhier; zullende den veldwachter tot het bekomen derpremie zich later tot den Heere auditeur Militair der Provincie Zeeland moeten wenden, welke ambtenaar dan ook wanneer genoemd soldaat wegens de sortie gestraft zal zijn; de order tot uitbetaling zal geven; de declaratie in triplo gaan hierbij terug.
De Kolonel
Kommandant van het 3 Regiment Infanterie
Handtekening
Arnemuiden 16 Julij 1846
Aan den Heer Gedelegeerde belast met het toezigt op de veldwachtersdienst in Zeeland.
Onderwerp: Dienst Veldwachter
Op de Veldwachter mijner Gemeente is tot op heden geen enkele aanmerking te maken en is van onbesproken gedrag etc.
De Burgemeester
CDB
Stukken B & W 1846
Arnemuiden 1 Januarij 1846
Aan den Heer Staatsraad Gouverneur
Onderwerp: Rust & orde
Wij hebben het genoegen Uwe Excie bij deze de verzekering te kunnen geven dat op heden de rust alhier ongestoord is gebleven en nog de volmaakste order heerscht,terwijl van het weinige dat de visschers aanbrengen de geringe Volksklasse met hetgeen zij doorde Commissie ter voorziening in den nood der armen alhier wordt toegevoegd hun levensonderhoud in vinden, doch hetwelk zeer sober is, zooals Uwe Excie wel zal begrijpen .
De Burgemeester
CDB
Samenvatting: extract verbaal Heeren GS van Zeeland.Is goedgevonden met continuatie van vroeger verleende dispensatiën voor den tijd van 6 jaren weder te benoemen tot de onbedzoldigde betrekking van Lid van den Gemeenteraad:
Als zoodanig niet weder te benoemen de Raadsleden Leendert Wisse te Arnemuiden uit hoofde van ziekelijken toestand niet meer instaat om zijn taak naar behoren waar te nemen.
De raadsleden Abraham van Eenennaam c.a, die niet voor herbenoeming in aanmerking willen komen.
B & W m.b.t. de hierboven gen.aftreding onvervuld gebleven en alzo openstaande raadslids/plaatsen dier gemeenten uit te noodigen om daarvan voor zoo veel noodig aan de eigenaren van het heerlijk regt kennis te geven,ten einde dezelve tot het inzenden der vereischte voordragten ter vevulling dier plaatsen in staat te stellen.
Extracten etc.
De Griffier der Staten
Handtekening
Lijst van voordragt van vier kandidaten welke aan HEGA van Zeeland nevens het Proces Verbaal van Stemming wordt ingezonden om daaruit twee Leden voor den Raad der stad Arnemuiden te worden benoemd
Meerman Jacobus 49 jaar Arnemuiden
Schoonenboom Jacob 58 jaar Ritthem: geb.pl. woonplaats Arnemuiden/Nieuwerkerke
Crucq Jan Karel 42 jaar Arnemuiden
Boogert Antheunis 48 jaar Kleverskerke
Arnemuiden 7 Januarij 1846
Wij hebben de eer aan Uwe Excie ter vervulling van de openstaande wethoudersplaats voorgevallen door de niet wederbenoeming van A. van Eenennaam met goedkeuring van de stedelijken Raad voor te stellen het oudste lid van den Raad Jan Kraamer, welke wij vermeenen dat tot vervulling dier betrekking het best geschikt door Uwe Excie in aanmerking zoude kunnen genomen worden.
De Burgemeester
CDB
De Gouverneur bewilligt in het verzoek dat veldwachter M. Glerum ook de betrekking van klokkensteller waarneemt.
Van Vredenburch
Extract Notulen B & Wvan Middelburg
Den 2 Januarij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,62
Rogge 9,00
Periode 5 t/m 11 Januarij 1846
Extract.
Becius
Secretaris
Arnemuiden 6 Januarij 1846
Bericht: het Diakonie Armbestuur heeft wijl de kas ledig is de armen niet kunnen bedeelen.
H: Haesebroeck president
Declaratie van het Diaconie Armbestuur wegens onderstand aan Marinus Jansen Schroevers , domicilie te Biervliet: f.5,75.
H:Haesebroeck pres.
P:Boone diaken
Middelburg den 5 Januarij 1846
Onderwerp: Mededeeling van armlastigheid van Pieter Maartens en Willem Geldof
Arnemuiden den 7 Febr.46
Aan Heeren Gs van Zeeland
Onderwerp: Voldoening degradatie Storm.
Ten gevolge der jongste storm eenige degradatie aan het dak van het stadhuis en loode goot heeft plaatsgevonden; herstel nodig met goedkeuring van de Raad en kennisgeving aan de Gouverneur.
Kosten f.60,18, ook afdamming van een oort? bevreesd voor de gehele inundatie van de Christiaanpolder : kosten f.2,63 ½
Onvoorziene rampen verzocht autorisatie op onvoorzienen uitgaven.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 7 Januarij
Aan Heeren GS
Onderwerp: Onkosten & beraming school
Kosten: f.30-; verzoek voorlopig te voldoen uit de uitgaven in de begroting van het jaar 1848??
De Burgemeester
CDB
Idem
Idem
Onderwerp: Autorisatie verkoop boomen
Idem
Idem
Onderwerp:voordragt gratificatie.
In verband met meerdere werkzaamheden van den Ontvanger ter gelegenheid van de verkoop van de Boomen
Extract uit de Notulen Van B & W van Middelburg
Den 9 Januarij 1846
De Prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10.39
Rogge 9,15
Periode 12 t/m 18 Januarij 1846
Extract
Becius,secretaris
Arnemuiden 10 Januarij 1846
Onderwerp: Aanvraag ontslag Milicien. M.Knuit wegens overlijden van zijn vader.
Deze kostwinnende zoon. Attest met 3 getuigen.
Volgens getuigen; hij de eenige die voor zijn moeder en haar 8-jarig zoontje de kost te verdienen.Zoon veldarbeider bij landman Jacobus van ‘tWesteinde.
Ook haar drie gehuwde dochters zijn niet in staat door gebrek aan voldoende inkomsten..
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden, den 15 Januarij 1846
Aan Zijne Excie de Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Invordering personelen Omslag
Door een groot aantal onzer Ingezetene is tot op heden hun verschuldigde in den aanslag van den Personelen omslag nog niet alleen voldaan, maar door velen hunner bewijs geleverd ,dat zij daartoe volstrekt onwillig zijn, menende dezelve dat tot de invordering geen het minste regt bestaat.
Een gedeelte van deze onwillige is den ontvanger? gelast dewelke door dwang middelen tot de betaling te noodzaken, terwijl met een ander gedeelte en niet behooren tot die klasse van ingezetenen wiens nooden wij bij onze laatste veertiendaagsche raport aan Z:E: de Heere Staatsraad Gouverneur bekend maakte, verlegen zijn, en waaromtrent wij wel wenschen door UEGA te worden onderrigt.
Deze onwillige zijn eene gedeelte der visschers en voornamelijk enkelde der schippers.
Bij een vroeger gehevene personelen omslag hebbende schippers zoo voor hen als de matroosen zonder tegenspreken hun verschuldigde voldaan, nadat zij daartoe door ons waren aangezogt, dit heeft weder plaats gehad, doch zulks heeft tegenstand gevonden,en wel voornamelijk door den voorganger hunner D.J. van Belzen, wie in veele opzigten door hun wordt gevolgd, en zoo wij haast durven zeggen te gelooven, en oorzake van opwinding door een man, die tot groot verdriet van nagenoegd de gansche Gemeente zich alhier bevind, en hoezeer hij nu voor zich zelf met veel moeite, voldaan heeft, is het echter zijn schuld de invordering van de visschers voor het grootste gedeelte geen plaats heeft gehad, en op dezelve als geen eigendom bezittende weinig of geen verhaal is, terwijl ook het door beslagleggen op deszelver goederen, geen gunstiger uitslag kan hebben en niet dan tot nadeel der Gemeente kan uitloopen, dewijl de te maken onkosten zoo wij meenen nog voor hare Rekening zoude komen.
Intusschen wordt nu door hen wie voor de helft zulks betaald hebben met aandacht gelet, wat dienaangaande door ons zal worden verrigt, daar velen hunner zooals boven is gezegd in de meening verkeeren, dat er geen regt bestaat zulks wettiglijk in te vorderen, en wij buiten staat zijn, indien hieraan niet met de meeste gestrengheid gevolg wordt gegeven, in een volgend jaar die belasting zonder veel moeite in te vorderen, niettegenstaande zij volkomen de overtuiging hebben,dat de heffing derzelve is voortspruitende wegens verleende subsidiën aan het Diakonaal Armbestuur , waaraan in 1845 f.100- is verstrekt geworden.
Om dan tot de verlangde invordering dier visschers te geraken en ons gezag in dezen niet te verliezen is onze begeerte dat UEGA ons zoo snel mogelijk hierin ondersteuene met raadgeving en behulpzaam zijn.
Wij zijn op de gedagten gekomen , of er wel geene mogelijkheid zoude bestaan, en UEGA ons zoude kunnen autoriseren voor zoover door hen nog niet is voldaan regtelijk beslag op hunne door het Rijk verleende premie tot instandhouding van de Kustvisscherij te doen leggen, daar hunnen aanslag als van f.3:- tot f.1,50 niet van dien aard is, dit enen nadeeligen invloed op dezelve zoude kunnen maken en niet aan het doel waartoe dezelve verleend wordt, zoude beantwoorde, of bijaldien UEGA vermeende dit aan den Koning mogt worden verzogt, ons dienaangaande te willen inligten , daar wij vermeenen geldend willende blijven , daar aan het meest mogelijke gevolg te geven.
UEGA kunnen ons tegemoet voeren dat dezelve gedurende dit jaar nog in staat zijn de betaling vrijwillig te doen , maar hierop moeten wij UEGA te kennen geven, dat wij door de aangewende moeite zoo wel aan de Ontvanger de meest mogelijke overtuiging hebben, het evenmin in dit als het vorige jaar gevolg zal hebben, dat bovendien de Burgerij wie door hen gedrukt worden op hen het oog gevestigd hebben, en niet in staat zijn om datgene wat zij onwillig zijn te voldoen.
NB.De vissers zijn van opvatting dat de neringdoende burgerij voor wat zij “onwillig “zijn te betalen in de bres zullen moeten springen.
Daardoor zijn zij in een murmureerende gemoedsgesteldheid. Zij maken winst op de aankopen van de vissers en daarom is het billijk dat zij in alle redelijkheid daartoe bijdragen.
“Wij hebben gemeend UGA hiervan te moeten mededeeling te doen en niets zal ons aangenaamer zijn dan dat wij in dezen door UEGA onderstand , aan dezelve blijk zullen kunnen geven dat ons gezag niet op eigen authorisatie maar van hooger hand is daargesteld.
De Burgemeester
CDB
De Staatsraad Gouverneur besluit dat op voordragt Jan Kraamer, lid van den Stedelijken Raad in plaats van Abraham van Eenennaam wordt benoemd. Deze wordt niet weder benoemd..
De Burgerwacht zal de voorschreven nieuwe wethouder erkennen..Afschrift etc.
Handtekening.
Door een Bekendmaking worden de ingezetenen daarvan op de hooget gebracht
Hierna volgen een verbaal stedelijken Kas; geen berigten van in het 4e kwartaal 1845 dat iemand gevaccineerd is of de kinderziekte heeft gehad..
OPNEMING van het KANTOOR van den PLAATSELIJKEN ONTVANGER
In kas in specie f.130,36
TABEL van STERFTE gedurende 1845
Totaal 35. Opmerkelijk: grote kindersterfte.
Staat van bevolking :
31 december : 1327 inwoners; 31 december 1845: 1351.
Er zijn geen bedelaars aangetroffen; de staat der broodzetting is op regelmatige wijze volgens de marktprijzen vastgesteld.
Extract uit het verbaal Van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 9 Januarij 1846.
Na den aanhef
Is goedgevonden
Aan den Schoolopziener in het 1e Schooldistrict eene som van 50 gulden uit de bij bij art:3 der 2e afd: van het 8e Hoofdstuk der algemeene provinciale begrooting voor 1846 voor schoolbehoeften toegestaan allocatie tot voortzetting van het onderwijs van het opgemeld twintigtal kinderen gedurende het 1e halfjaar van 1846 en overigens op den bestaanden voet te verstrekken met verzoek om nu den afloop van dat tijdvak aan deze vergadering gelijk verslag en gelijke stukken in te zenden als thans heeft plaatsgehad met bepaalde opgave dergenen van het twintigtal welke de school kunnen verlaten
Voor de bij het 1e punt vermelde som van vijftig gulden de vereischte ordonnantie van betaling ten name van den Schoolopziener in het 1e Schooldistrict op den Administrateur van ’s Rijksschatkist op te maken, en aan den schoolopziener voorn; te doen toekomen met verzoek om deze gelden ad f.0,34, ½ ter provinciale griffie over te maken.
Etc.
Handtekening
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 16 Januarij 1846
Is voorgedragen de verkoop van eenige op stam staande olmenboomen en kaphut ter waarde van f.225-
Is goedgevonden Autorisatie om deze Boomen te verkoopen.
Afschrift etc
De Griffier der Staten.
Handtekening
Arnmuiden den 4e Febr: 1846
Aan GS van Zeeland
Verbaal Verkooping boomen
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 20 Januarij 1846
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
Op den ontvangst van UEerw: missive van den 6 Jan. Jl hebben wij de eer aan UEGA aangevraagd om in afwachting der nog in behandeling zijnde stedelijke begrooting voor 1846 aan UEerw: maandelijks op rekening der in die begrooting voorgedragen subsidie aan het Armbestuur uit te betalen de som van f.50-
Uit dit geld de wekelijks de bestedingskosten der weezen te voldoen mitsgaders het restant met hetgeen in en buiten de kerk in de Collecten wordt ontvangen ter bedeeling der oude en gebrekkige behoeftigen ,zoo veel als de gelden gedogen etc.
Wij geven UEerw: tevens te kennen dat door het Algemeen Armbestuur der stad Middelburg in bedeeling is opgenomen Pieter Maartense en Willem Geldhof met hun gezin aan welke personen eene wekelijksche bedeeling wordt verlend van vijf & veertig cents.
Het onderstands domicilium van deze personen alhier bekend; wel te mogen vernemen of er bezwaar is tegen voorgestelde bedeeling.
Etc
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 16 Januarij 1846
De Prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,44
Rogge 9,50
Periode 19 t/m 25 Januarij 1846
Extract
Becius secretaris
Middelburg den 19 Januarij 1846
Onderwerp: Bedeeling van Pieter Poppe
Deze persoon is armlastig in Arnemuiden; dus naar aanleiding van het KB van 2 Julij 1826 no 132 als geen bezwaren worden ingediend zal de declaratie der geneeskundige kosten voor
Rekening van Arnemuiden UEAworden toegezonden.
B & W der stad Middelburg
Paspoort van Grijpskerke
Becius.
Bericht aan den Kerkenraad van Arnemuiden
Over bovenstaande persoon.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 20 Januarij 1846
Onderwerp: Orde en Rust
Hoe gaarne ik in den nood der armen en behoeftigen in uwe stad zoude willen helpen voorzien, ben ik daartoe buiten staat dit aan HEGAte melden.
Tip:dit aan de meer vermogenden in dit gewest aan te bevelen/ bloot te leggen en tot voorziening in den hooggaanden nood een beroep op derzelver liefdadigheid te doen—en zoodanig beroep met klem aangedrongen, en met eene schets van den staat van gebrek en berooidheid, waarin de behoeftigen uwer stad verkeeren,gestaafd, zal,naar ik mij vlei, doel treffen en eene goed uitkomst opleveren.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 23 Januarij 1846
Bekendmaking van den verkoop van boomen.
Op 4 Februarij 1846
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,50
Rogge 9,50
Periode 26 Januarij t/m 1 Februarij 1846
Extract etc
Becius secetaris
Arnemuiden 24 Januarij 1846
Aan de Commissie van Landbouw in Zeeland
Aanvrage Keuren Stier van C.Oreel
Arnemuiden 30 Januarij 1846
Aan den Heere Gouverneur
Onderwerp:Middelen van Vervoer
Tabellarische opgave wegens de bestaande postwagens.
Daaronder met uitzondering van een klein overzetpontje groot twee ton niet gevonden worden,alwaar nimmer eenige concessie is voor verleend geworden , zal het ons aangenaam zijn,, indien het vereischt wordt dat daarvoor die opgave welke vragen ons inziens in geene deele op hetzelve van toepassing zijn, nader te worden onderrigt, als wanneer onmiddelijk dezelve voor zoo ver die voor invullen vatbaar zijn zulks opgemaakt en aan Uwe Excie ingezonden worden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 26 Januarij 1846
De Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoeken Toevoorzigt in Zeeland zendt hierbij de rekening van den Heer Oversluijs, Heel en Vroedmeester: de prijzen der geneesmiddelen zijn billijk.
B.de Jonge voorzitter
Arnemuiden 30 Jan 46
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
Onderwerp: Getauxeerde rekening Oversluijs
Hierbij gaat en afschrift der missive van de Provinciale Geneesk. Commissie Zeeland met goedkeuring van de rekening van den Heer Oversluijs met verzoek aan ons alsnu met de meesten spoed te doen toekomen de declaratie van gedane bedeeling mitsgaders de geleverde geneesmiddelen ter som van f. 3.88 tot ultimo dec 1845.
Hoezeer tot wegneming van elke verkeerde gedachte door ons de rekening is opgezonden,
Wij hebben aanmerking op het Armbestuur van Biervliet hieromtent etc.
Etc. De Burgemeester
CDB
Middelburg den 27 Januarij 1846
Onderwerp: Vacatures bij den Stedelijken raad
Daar Uwe Stad niet tot de Heerlijkheden behoort, moeten de vacatures welke bij den Stedelijken Raad ontstaan vervuld worden op de wijze bij de 3e alinea van art: 11 van het Reglement op het Bestuur ten platten lande bepaald, wanneer de tourbeurt tot het doen eener voordragt niet aan den Eigenaar van het Heerlijk regt van Nieuwerkerk of van Mortiere is.
Uit dien hoofde kan ook aan de voordragt welke bij Uwe missive van den 14e aan Heeren GS is toegezonden geen gevolg worden gegeven, maar zullen UEA ter vervulling van een en ander thans bij den Raad Uwer Stad bestaande vacatures die namelijk welke door de niet wederbenoeming van den Heer A. van Eenennaam is ontstaan, na verhoor van den Raad aan mij behooren in te zenden eene opgave van twee personen, welke al de in het Raadslid gevorderde vereischten bezitten, zonder in eene der termen van uitsluiting te verkeeren , vergezeld van eenen Staat van renseignementen opgemaakt volgens de voorschriften welke bij de PB ’s van 1842 nopens de Staten van voordragt zijn medegedeeld , ten einde vervolgens door Heeren GS op de hierboven vermelde wijze in die vacature kunne worden worden voorzien.
De vervulling der tweede vacature , te weten van die, welk door de niet wederbenoeming van het Raadslid Leendert Wisse is ontstaan, zal op voordragt van den Eigenaar van het Heerlijk regt van Nieuwerkerk moeten geschieden, aangezien de gemelde vacature de 4e is welke, sedert het vaststellen van den rooster medegedeeld bij de resolutie van Heeren GS van den 17 November 1837 is ontstaan, en dus gemelde Ambachtsheer blijkens dien rooster aan den beurt ligt om de voordragt te doen.
Van het ontstaan dier vacature gelieven UEA alzoo overeenkomstig het bepaalde bij het 3e punt der resolutie van Heeren GS van den 24 December 1845 no 20 ten spoedigste aan den voormelden ambachtsheer met name den Heer C.P. Schorer te Middelburg kennis te geven, daar, wat ook uwe bedenkingen nopens de regten van dien Ambachtsheer tot het doen van zoodanige voordragt mogen zijn, er, zoo als ik bereids bij mijne missive van den 21 Augustus 1844 de eer had aan UEA te kennen te geven, voor het Administratief Gezag in deze , geene andere verbindende kracht bestaat, dan die welke uit de bepalingen van art: 16 van het bovengemeld Reglement is vastgesteld, voortvloeit.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie
Van Vredenburch.
Arnemuiden 3 Februarij 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: voordragt lid van den Raad.
Ter vervulling van de openstaande betrekking van lid van den Raad ontstaan door de niet wederbenoeming van den Heer A. van Eenennaam, hebben wij de eer hierbij aan UEGA na verhoor van den raad te doen toekomen eene opgave van twee personen welke al de in het Raadslid gevorderde vereischten bezitten volgens ten deze gevoegde renseignementen staat opgemaakt overeenkomstig de voorschriften vervat in de prov. Bladen met bijvoeging tot die staat dat dezelve in staat is de gevorderde som in ’s Rijks directe belastingen te betalen om het stemregt ten platten lande uit te oefenen, maar dat een derzelve door zijnen aanslag bevoegd is tot kiezer te worden benoemd alsmede zij beide aan hunne verpligting der wet op de Nationale Militie hebben voldaan en niet een der vorige leden met hem in den tweeden graad van bloedverwantschap bestaat, uit welke voordragt het ons zal aangenaam wezen UEGA in die vacature zult gelieven te voorzien.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 3 Februarij 1846
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Overregt van voordragt
Gezien de raad ter voldoening van Uwe Excie missive van den 27 Januarij jl is toegetreden om te gehoorzamen aan de bevelen door hooger hand verleend, zoo acht zij zich echter verpligt van onzen twege uwe Excie te moeten mededeelen en zulks worde niet ten kwade geduid, zij dit niet doet met een gewillig hart en geensints uit overtuiging,dat het reglement van het bestuur ten platten lande de magt immer heeft gehad , ons zoo bijna driehonderd jaren regt verleend en toegekend door een dierbaar vorst van Oranje wegens hoogstdeszelfs tevredendheid in het manmoedig gedrag tegenover de Roomsche Hierarchie zonder eenig verhoor onze belangen te ontnemen; daar zoover het hen bekend is , zij niet weten, immers dat hunne regt door de wetgevende Magt is vernietigd en ontzegd geworden en zij gevoelig door de niet erkenning van dit gezworen regt, onmogelijk zwijgen kunnen,maar door den drang der omstandigheden, waarin hare Gemeente verkeert met aanteekening deze hare gevoelens in de Notulen van deze Raad zij zich gedrongen hebben gevoeld, daaraan te voldoen,ook om reden dat een voordragt van wet bij de Staten Generaal aanhangig in deze zaak eene gansche verandering zal teweegbrengen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden, den 3 Februarij 1846
Aan den WEG Heer C.P.Schorer
Ambachtsheer van Nieuwerkerke
Gemeente Arnemuiden
Samenvatting:
Aan deze Ambachtsheer wordt het bovenstaande kenbaar gemaakt met de hele geschiedenis vanaf 1574 toen aan Arnemuiden stadsrecht werd verleend door Prins Willem van Oranje.
Geen enkele Ambachtheer mag treden in de rechten verleend door een Souverein vorst als Willem van Oranje .
Extract uit notulen B & W van Middelburg
Den 30 Januarij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,67
Rogge 9,50
Periode 2 t/m 8 Februarij 1846
Extract etc.
Becius secretaris
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Rust en orde
Tot op heden blijft alhier de rust ongestoord en heerscht er volkomen orde, doch wij zijn niet in staat Uwe Excie mede te deelen waarin de geringe volksklasse hun onderhoud zoeken, aangezien de visscherij waar de meeste hunner derzelver bestaan in hebben tot op heden van weinig belang is, daar hoezeer sommige der visschers van tijd tot tijd wel naar zee loopen echter de visch zich tot op heden weinig of niet aan de kusten vertoond, en het weder te ongestadig is, om verder dan het gezigt zich te verwijderen, hetwelk hoezeer ondernemen een goede vangst beloofd bij mogelijke stormwind noodlottige gevolgen zoude kunnen hebben, uit dien hoofde niet dan door enkelde bij vast weder gewaagd wordt.
De Burgemeester
CDB
De Militie-Raad heeft haar 1e zitting op 11 Februarij ,des morgens om half tien in de abdij te Middelburg voor vrijwilligers en de voor een jaar vrijgestelde diienstplichtige lotelingen met bewijzen van vrijstelling: lichtingen 1842 t/m 1845.
De Militie-Commissaris in Zeeland
Handtekening
Arnemuiden 3 Februarij 46
Aan den Heer Gouverneur
Voldoende aan Uwe Excie missive van 29 Oct: 1829 hebben wij de eer hierbij aan Uwe Excie te doen toekomen de daarbij gevorderde staat van het aantal trekdieren & voertuigen op den 1 Januarij jl met de meeste naauwkeurigheid opgemaakt.
De Burgemeester
CDB
Paarden: 36;Ossen: nihil; wagens :23; karren geen; stutkens?? 10
Arnemuiden den 2 Februarij 1846
De Kerkeraad der Hervormde Gemeente alhier neemt de vrijheid de WEA regering van Arnemuiden de verlangde declaratie van Marinus Janse Schroevers voor verstrekten onderstand toe te zenden groot f.18,88. Met kennisgeving dat zijn zoon wekelijks 25 cents huur voor zijne woning betaalde, maar niet bij magte is dat langer te doen, verzoekende dit ter kennisse van de gemeente van Biervliet te willen brengen en geen antwoord bekomende , voor toegestaan te houden; wijders neemt de Kerkeraad de vrijheid de WEA Regering eerbiedig te verzoeken ter kennisse van het Algemeen Armbestuur te Middelburg te willen brengen dat de persoon van Willem Geldof ter bedeeling zich herwaarts metter woon behoort neder te zetten.
Namens de Kerkeraad der Herv. Gemeente te Arnemuiden
H:Haesebroeck pres.
J.A. de Visser.
Hiervan bericht aan B & A van Biervliet.
Ook bericht aan B & W van Middelburg van W. Geldhof en P. Maartense.
Middelburg den 2. Februarij 1846
Verschuldigde verplegingskosten bedelaars ad f.9,31, betaald uit het aandeel in de algemeene plaatselijke belasting.
De Gouverneur
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 6 Februarij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f. 10,60
Rogge f. 9,60
Periode 9 t/m 15 Februarij 1846
Extract etc.
Becius, secretaris
Aan den Kerkenraad van Arnemuiden
Onderwerp: over uitbetaling van tractement
De persoon van Lena Maartense in haar leven schoonmaakster van straten en goten dezer stad in welke betrekking zij eene jaarwedde genoot van Achttien gulden.
Deze vrouw alsnu overleden zijnde , zoo zijn wij door Adriaan Brunke bij wien zij huisvesting genoten heeft verzogt geworden aan hem te willen uitbetalen het haar toekomend bedrag over de maand Januarij jl ad f.1,50.
Hoezeer wij er niet tegen hebben dezen man als hij zulks toekomt dit ter hand te stellen, wenschen wij echter UEerw: gevoelen in deze te vernemen, daar zoo wij hooren deze ten koste van Uwe Bestuur is begraven geworden, en zijn diensvolgens zoo vrij UEerw: te verzoeken ons wel te willen mededeelen, of dat UEerw: deszelfs toestemming geven tot bovengemelde bedrag van voornoemden worde uitbetaald
De Burgemeester
CDB
Loting voor de Nationale Militie : inschrijvingslijst ligt gereed van 10 t/m 17 Februarij.
C.Q. bewijzen van vrijstelling meenemen etc
Vrijdag 20 Februarij a.s. loting te Vere.
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 30 Januarij 1846
Over de weigering van het Diakonaal Armbestuur m.b.t. sommige posten om die te autoriseren.
Is goedgevonden
Aan B & W van Arnemuiden te kennen te geven dat het der vergadering ten einde verdere botsingen tusschen plaatselijk- en armbestuur te verhinderen , wenschelijk te voorgekomen dat de posten welke door het armbestuur als niet deugdelijk worden erkend, doch waaromtrent B & W de zekerheid hebben erlangd dat die werkelijk verschuldigd zijn, uit de stedelijke kas worden voldaan daarmee het bedrag van het bij het armbestuur bestaande tekort worde verminderd en dientengevolge zoo veel minder aan subsidie wordt toegestaan als de betwist wordende posten bedragen; kunnende wanneer B & W met deze wijze van beëindiging mogten instemmen, dezelve zich voor gemagtigd houden om het bedrag dier posten ter somme van f.73,80 op het fonds van onvoorzienen uitgaven bij de plaatselijke begrooting van 1845 toegestaan te imputeren, terwijl wijders van hetgeen tengevolge dezer resolutie zal worden verrigt zal worden ingericht
Aan den Kerkenraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden , als uitmakende het diaconie-armbestuur, onder terugzending der bijlagen van deszelfs missive van den 30 November 1845 mede te deelen ,dat aan B & W het middel is aan de hand gegeven om het diaconie-armbestuur ter zake van de door het zelve betwist wordende posten op den staat van te kort over 1843 en 1844 niet meer te bemoeijlijken, en dat de vergadering als nu vertrouwt dat de Kerkenraad zich zal beijveren om de armbegrooting van 1846 als nog met de meest mogelijke spoed naar de bestaande voorschriften op te maken, en door tusschenkomst van het plaatselijk bestuur aan deze vergadering in te zenden.
Afschrift etc.
De Griffier der Staten
Handtekening
Arnemuiden 11 Februarij 46
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
Wij zijn door HEGA tot vinding der door UEerw: betwist doch door ons en bovengemelde Heeren GS zeer deugdelijk erkend wordende pretentie van den Heer Oversluijs groot f.73,80 een weg aangewezen waartoe naar alle waarschijnlijkheid door den Raad dezer stad tot voorkoming van verdere hatelijkheid zal worden toegetreden; wij verzoeken UEerw: mitsdien aan ons zoo spoedig mogelijk te willen doen toekomen een staat van te kort overeenkomstig zoo als die door Heeren GS is vastgesteld en waarvan wij de eer hadden UEerw: een copie te doen toekomen bij onze missive van den 23 Novb. 1845 na daarvan het bovengemelde bedrag ad f.73,80 te hebben afgetrokken ; ook moeten wij UEerw: alsnu dringend aanbevelen om met de meeste spoed aan ons te willen doen toekomen uwe begrooting voor dit loopende jaar, ten einde daardoor ons in staat te stellen om zoo mogelijk Ueerw: van de noodige subsidie te kunnen voorzien.
Wij vertrouwen dat dezelve door UEerw: zal worden opgemaakt conform de bestaande voorschriften zonder eenige afwijkingen derzelve , daar wij anders ons verpligt zouden achten dezelve naar dien regel te veranderen of ter verbetering aan UEerw: te renvoijeren.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 9 Februarij 1846
Hierbij gaan 2 kennisgevingen met verzoek deze aan belanghebbenden uit te reiken,
De Controleur der directe Belastingen
Pilaar
Extract verbaal Heeren GS over de bestaande Voetpaden
Arnemuiden den 13 Februarij 1846
BEKENDMAKING
B & W der stad Arnemuiden , brengen bij deze aan de ingezetenen ter kennis dat van woensdag den 18e dezer maand tot maandag den 9 Maart aanstaande van des morgens 9 tot 4 uur des namiddags bij den secretaris dezer stad ter visie zal leggen het door Heeren GS voorlopig gearresteerde tableau van de onder deze Gemeente ten algemeene gebruik bestaand Voetpaden met kennisgeving dat na deze 9 Maart aanstaande het gemelde tableau indien daarop geene bedenkingen zijn voorgekomen zooals het thans voorloopig is gearresteerd ter finale vaststelling aan HEGA zal worden ingezonden.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zal kunnen voorwenden, zal deze ter gewone plaats worden gepubliceerd en geaffigeerd.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 10 Maart 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onder wederinzending der UEGA dispositie aan ons gezondene tableau der voetpaden in deze Gemeente mitsgaders de daarbij ontvangene Kadaster, hebben wij de eer UEGA te berigten dat na dezelve geduurende 20 dagen aan de ingezetenen ter visie heeft gelegen, door niemand eenige aanmerking of bezwaar daartegen bij ons zijn ingebragt geworden.
De Burgemeester
CDB
Zij deze en bijlagen gesteld in handen van de Heeren B & W van Arnemuiden
Om berigt, consideratiën en advies
Middelburg den 9 Februarij 1846
Handtekening
Arnemuiden den 16 Februarij 1846
Aan Heeren GS van Zeeland/ Zijne Excie de Gouverneur
Onderwerp: Berigt adres Meulmeester c.s.
Bij Uwe Excie dispositie van den 9 Februarij dezes jaars Afd: Algemeen secretariaat B no 295, in onze handen gesteld zijnde onderrigt, consideratiën en advis een adres van Klaas Meulmeester en 36 medeonderteekenaars alle inwoonders dezer Gemeente , houdende kennisgeving dezelve uit eigen fondsen niet meer in staat zijn hunne kinders het noodige onderwijs te doen geven met eerbiedig verzoek UEGA het welzijn derzelve in ernstige overweging te nemen.
Omtrent sommige der onderteekenaars te kennen te geven ten einde aan Uwe Excie bewijs te leveren dat niet al de adressanten die behoefte hebben als in het adres is ter neder gelegd en wel J. van Belzen is schipper en voor een vierendeel eigenaar eener visschuit, heeft in eigendom naar zijn stand eene behoorlijke geschikte woning en twee dochters op de weverij welke minstens gerekend wekelijks f.3- verdienen, behoort om kort te gaan tot een der voor name visschers
Joris Dingemanse is vasten arbeider en heeft tot heden nog geen verlet gehad, heeft een kind dat voor rekening schoolgaat uit de toegekende Prov.Subsidien.
J.A. Geldof is mede vaste arbeider zonder verlet en heeft 2 kinders op de weverij en een jongetje tot op heden voor eigen rekening school gaat.
J. Maartense wel geen vaste arbeider, doch nog al wat werk, 2 kinders op de weverij; een kind gaat school en deszelfs schoonvader een stevigen rentenier.
Klaas Meulmeester heeft een vierde part in een visschuit en waarvan een kind voor rekening der Prov. Subsidie schoolgaat.
Blaas de Nooijer is eigenaar van een goede woning, verhuurd daaruit nog een gedeelte heeft den geheelen winter door nog zijn brood verdiend heeft nog twee kinders die in de termen vallen van school te kunnen gaan en voor zijn rekening ook nog? gaan.
De vrouw van Daniël de Ridder haar man matroos op het koopvaardijschip Koning Willem II trekt maandelijks zijn gage.
De beide Theune zijn vaste arbeiders en waarvan er een derzelve slechts een jongetje heeft die school gaat
Maria Meerman kan niet schrijven zoodat die handteekening valsch is ter neder gesteld, deze vrouw heeft verklaard zulks niet gevraagd te hebben, dat zij een dochtertje heeft waarvoor zij gepasseerde jaar vrijheid was verleend hetzelve school te brengen onder het getal van 20 kinders waarvoor van wege de provincie nu onlangs nog f.50- voor de eerste maand van dit jaar toegekend, bijaldien zij dat meisje wel dit laten vaccineren, doch waartoe zij niet kon besluiten.
Jacob Bl. De Ridder is eigenaar van een vierde gedeelte in eene visschcuit en heeft 2 woningen in zijn bezit, behoorde ook onder eene der knapste visschers en waarvan een kind hier schoolgaat en een kind op de weverij.
Leendert Joosse van Belzen heeft 2 groote jongens op de weverij wie men berekend minstens wekelijksch f.6- te huis brengen, heeft slechts nog een kind te jong te minste veel te klein om te kunnen schoolgaan.
Boudewijn Grootjans eigenaar voor een vierde gedeelte in eenen visschuit, heeft geen kinders doch laat een kind van zijn zwager voor deszelfs rekening school.
De wed. Klaasse word gealimenteerd en kan haar kind voor niet laten school gaan zoodra hetzelve daartoe in staat is.
Terwijl al de andere onderteekenaars voor het meerendeel visschers zijn waarvan er velen zijn die hunnen kinders nog tot heden schoolgaan en die in deze wintertijd buiten staat zijn echter zoodra het weder maar eenigsints zal toelaten hun beroep uit te oefenen ,daar in uit eigen verdienden kunnen voorzien tenminsten dit steeds nog altijd gedaan hebben,terwijl wij voor de echtheid dier kruisjes volstrekt niet instaan en ook het adres is gesteld en geschreven door dominee Haesebroeck welke zoo wij hooren met dat stuk rond de gemeente heeft geloopen en menschen daartoe aangezogt , zoo het ons voorkomt om de Meesters te bevoordeelen, waartoe hij toch om een reden voor de mededeeling waarvan wij liever moeten verschoond blijven, zich verpligt vindt stiptelijk in den aanvang van hetzelve de adressanten reeds lang betreurd? hebben dat hun kinders van alle onderwijs verstoten zijn, dit is zoo als Uwe Excie uit het reeds vermelde is gebleken grootendeels onwaar dewijl veel derzelve als boven is gezegd tot heden nog schoolgaan en hoewel en zooals het getal schoolkinders tot heden nog bewijst dat er op dit oogenblik zich nog 114 kinderen school bevinden een getal hetwelk al dikwijls met dat des zomers gelijk staat, en verre die van de vorigen onderwijzer des zomers overtreft
Dat het tractement van den schoolmeester reeds bezwaard is door huishuur & schoolmeubelen is gedeeltelijk onwaar , wijl den schoolmeester op die voet alhier is geroepen en aangesteld en door hem gretig aangenomen en zich alsnu daardoor in geene opzigt kan of mag beklagen als hebbende hij zonder dat een goed bestaan.
Dat de Leeraar vrijwillige opoffering doet is ons onbekend daar hij niet aan armen geeft
Deszelfs gedwongen opofferingen, zijn tot heden nog voldaan allen?/alleen? Maar heeft daaraan nog geen begin gemaakt, dat hij die gedwongen gelieft te noemen, laten wij hem zeggen, echter is hij door den Heer Kantonregter te Middelburg in eenen openbare zitting veroordeeld tot de betaling eener wettige pretentie waartoe hij onwillig was zoo dat die gewaande opofferingen ook geen reden kunnen wezen van afwijzing; niemand vordert van hem die opofferingen ????? slecht leesbaar!!
Daar dit adres alzoo is onderteekend
Door eene gedeelte welke niet geacht kan worden behoeftig te zijn
Niet gezegd kan worden dat al de onderteekenaars zulks eigenhandig hebben bekrachtigd, en vervolgens verzogt
Dat een ander gedeelte in het geheel geene kinders of er nog geen hebben, welke bekwaam zijn onderwijs te ontvangen
Door onderteekenaars waarvan zeker een derzelve wordt gealimenteerd, voor het verleenen van welk onderwijs aan de schoolmeester jaarlijks f.20- uit de armenkas was wordt betaald
En van onderteekenaars van wie bereids hunne kinders voor rekening der Provincie in de toegekende subsidie school gaan
Dat alles in aanmerking nemende zoo willen wij niet ondankbaar zijn voor hetgeen reeds door HEGA met betrekking tot het onderwijs alhier is en wordt gedaan dat aan hetzelve door HEGA ongunstig gevolg worde gegeven, daar bij aldien HEGA daar aan gehoor verleenen, de gezindheid der meeste inwoonders alhier zoodanig is gesteld dat na verloop van een jaar niemand van dat soort meer voor eigen rekening derzelver kinders zullen school laten gaan, maar bij voortduring HEGA zullen lastig vallen dat zulks ten koste der Prov.plaats hebben, terwijl de enkelde armoedige der onderteekenaars weder kunnen invallen zoodra een uit het twintigste de school verlaat, of daaruit enkelde om andere redenen verpligt worden hunne kinders voor eigen rekening te doen schoolgaan, terwijl wij ten slotte Uwe Excie moeten te kennen geven, er bij het Armbestuur voor dit oogenblik meerder behoefte is, dan over het algemeen bij de adressanten, dewijl bij eerstgemelde? over 1845 weder wel f.130- zullen te kort komen en zoo het ons mitsdien voorkomt noodzakelijker zoude wezen deze dan tegemoet te komen.
Wij hebben de eer het aan Uwe Excie toegdzonden adres te retourneren.
De Burgemeester
CDB
Zeer slecht leesbaar kladschrift!!
Copie rekest
GEAH
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Klaas Meulmeester, visscher te Arnemuiden
Dat zij suppl. Behoeftige ingezetenen der Gemeente Arnemuiden Prov. Zeeland, het reeds lang betreurd hebben, dat hunne kinders hetzij van alle onderwijs verstoten in het wilde daarhenen loopen, hetzij van middelen beroofd om door eigen opoffering in deze voor armen en behoeftigen bij staking van gewone werkzaamheden, zoo kommervolle tijd te beleven?? , en einde aan het onderwijs moesten maken , dat zij vernomen hebbende , dat hier geen fondsen aanwezig zijn voor de behoeftige kinderen, uitgezonderd die door Hare Majesteit onze geeerbiedigde Koningin aan? Heeren Ged.Staten daartoe gegeven zijn en wenden zich tot den schoolmeester dezer plaats , maar van hem tot hun leedwezen vernemende dat daar zijn tractement reeds bezwaard is, door huur van huis en schoolmeubels , en daarenboven voor schoolbehoeften geene vergoeding erlangde niet bij magte was, hen eenigsints uit eigene middelen tegemoet te komen, dat zij zich tot den Leeraar wendende voor eerst nog om zijne vele vrijwillige en gedwongen opofferingen zijn afgewezen, maar door hem geraden zijn, bij rekest zich tot UEGA te wenden volmoedig en eerbiedig verzoekende , deze bede tot welzijn hunner kinders in ernstige overweging te willen nemen, als kunnende niet meer andere zoo noodige opofferingen wegens de duurte des tijds en levensmiddelen voorzien, of als arme behoeftige daarvan verstoken.
Reden waaom zij suppl. Zich tot UEGA wenden Uwe invloed inroepen en God biddende dat op de een of andere wijs het Hem behagen moge in deze hunne behoefte worde voorzien.
Get. K. Meulmeester
En 36 andere inwoonders.
PUBLICATIE
Bericht van invorderbaar verklaring van het kohier van de Grondbelasting voor het lopende jaar. Bezwaren moeten binnen 3 maanden worden ingediend.
Arnemuiden 14 Februarij 1846
Arnemuiden den 14 Februarij 1846
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Wij hebben de eer Uwe Excie te berigten dat tot heden de rust in deze Gemeente niet is gestoord geworden en er steeds de beste orde heerscht en niettegenstaande er gedurende deze winter vele armoede geleden is wij desniettemin bij den aanvang van den zelve vertrouwt hebben en steeds nog blijven vertrouwen er alhier geene onrustige beweging zoude en zal plaats hebben, zooals wij Uwe Excie ook in vorige rapporten van deze onze gevoelen reeds mededeeling deden
Bij voortduring wordt tweemaal des weeks aan de arme ingezetenen uit de ontvangene liefdegiften roggenbrood bedeeld, het goedkoopste voedingsmiddel dat aan hen kan verstrekt kan worden, daar al de andere eetwaren in duurte zulks overtreffen; voor het overige zoeken zij in de weinige thans alhier aangebragt wordende visch hunnen onderstand, hetwelk zoodra het weder maar eenigsints gunstiger wordt en de visschers gelegendheid geeft, zee te kiezen, zoo wij hopen zal verbetred worden, terwijl wij tenslotte Uwe Excie kunnen verzekeren , dat niettegenstaande deze armoede men steeds zeer bevredigende berigten landlieden met berekking van hout snoeijerij zoo in den omtrek als in die van Kleverskerke ontvangt, en slechts aan ons nog maar een verbaal van een gering busseltje hout ter opzending aan den Heer Officier van Justitie is toegezonden geworfden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 13 Februarij 1846
Onderwerp: Toezending Declaratie
Ten vervolge op onze missive van den 19 December jl hebbe wij de eer hiernevens aan UEd. toe te zenden eene declaratie van hetAl gemeen Armbestuur dezer Stad, groot f.1.85 wegens verplegingskosten voor rekening uwer stad ten behoeve van Pieter Maartense.
Gaarne binnen 3 maanden betaling.
B & W van Middelburg
Paspoort van Grijpskerke
Becius, secretaris
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 13 Februarij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,60
Rogge f. 9,60
Periode 16 t/m 22 Februarij 1846
Extract etc
Becius, secretaris
Arnemuiden 27 Februarij 46
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
Wij hebben de eer UEerw: te verzoeken ons uiterlijk binnen 14 dagen dezes aan ons te doen toekomen de jaarlijksche tabel van de huiszittende Armen met betrekking tot de gehoudene? Administratie over den jare 1845, onder bijvoeging eenen memorie van toelichting , aanduidende de redenen van verschil tusschen elke staat van ontvangsten en hetgeen voor dat jaar met die van 1844, en tevens betekende eene specifieke aanwijzing der onderscheidene posten welke in die kolom zijn ingevuld, terwijl het getal der kinderen welke ten koste der armenkas of die der Provincie hebben schoolgegaan naauwkeurig behooren te worden opgegeven, en de verstrekt wordende subsidie voor de krankzinnige in de daarvoor gestelde kolom van subsidie van de provincie behoord te worden ingevuld, terwijl de 5 laatste kolommen van die staat niet zullen behoeven ingevuld, maar in eenen suppletoire nota afzonderlijk worden opgegeven, alles overeenkomstig den deswegens bestaande en medegedeelde voorschriften en waaromtrent de models van dit een en ander bij den Ontvanger Hoogesteeder bekend zijn.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den16 Februarij1846
Onderwerp: Middelen van vervoer
Het overzetveer van hetwelk in uwe missive van den 30 Januarij jl wordt melding gemaakt, behoort tot die diensten van welken overeenkomstig mijne circulaire van den 26 dier maand eene opgave aan mij behoort te worden ingezonden.
Ik zal alzoo eene zoodanige opgave volgens het bij die circulaire gevoegde model ingerigt , als nog ten spoedigste van UEd: inwachten, zullende de bijzonderheden omtrent het gemelde veer, zoodanig als , volgens het bedoeld model worden gevorderd zoo veel mogelijk door UEd: behooren te worden medegedeeld.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 20 Februarij 46
Aan den Heer Staatsraad Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Model van vervoer
In voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 26 Januarij jl PB no 11 doe ik Uwe Excie toekomen een tabellarische opgaaf van het alhier bestaande overzetpontje op het veer van deze Gemeente op het Nieuw-en Joosland zijnde het eenige middel van vervoer welke alhier gevonden wordt.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland.
Samenvatting:
Er is een openbare verkoping van Olm en Willig kaphout door de gemeente gehouden zonder dat er voor de kopers borgen zijn gesteld.
Dit wordt afgekeurd en B & W worden verantwoordelijk gesteld en gedwongen bij eventuele wanbetaling.zelf het tekort aan te vullen.
Arnemuiden den 16 Februarij 1846
De kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden, neemt bij deze de vrijheid en wel ten gevolge der Missive van HGEA GS der provincie Zeeland waarin de kerkeraad wordt te kennen gegeven dat de betwist wordende posten op den staat van tekort over 1843 en 1844 niet meer bemoeijlijkt zullen worden, de WEA Regering bedoelden staat van te kort aan te bieden benevens een drietal exemplaren der begrooting voor 1846 en eene gearresteerde staat van aanmerkingen voor dezelve kennisgevende dat de kerkeraad meent, dat dat te kort uit den weg geruimd zoude kunnen worden door het openen eener geldleening van f.400- tegen eenen matigen intrest te verdeelen in kleine actiën van f.25- ieder, in jaarlijksche aflossing van vier actiën volgens te maken bepalingen waartoe dezelve als nu vrijheid verzoekt , gelijk mede tot het stellen eener vaste som op de begrooting over de volgende jaren tot aflossing van het opgenomen geld met derzelver intresten.
Verder neemt de kerkeraad de vrijheid in antwoord op de missive van 9 Februarij 1846 der stedelijke regering op de f.1,50 Lena Maartense over de maand januarij competerende te reclameeren ter gedeeltelijke bestrijking der begravenis kosten: voorts te verzoeken het overschot der onvoorziene uitgaven en begraveniskosten te mogen gebruiken tot dekking der f.100 extra subsidie in 1845 ontvangen, en te vragen hoe er met den opslag der weezen gehandeld moet worden.
De kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden
H: Haesebroeck
Handtekening ouderling
A.Filius
Arnemuiden 24 Februarij 46
Ten gevolge de aan ons laatst gedane uitnoodiging UEG resolutie van 30 Januarij jl no 23 is de Raad tot voorkoming van verdere botsingen tot het daarin vervatte voorstel toegetreden, en is bereids order gegeven om de f.73,80 uit den post van onvoorziene uitgaven te voldoen, doch achten ons verpligt UEGA de verzekering te moeten mededeelen dat niettegenstaande deze onze toetreding den Leeraar op zal houden zich met kracht tegen de bestaande en gevestigde magt te verzetten hetwelk uit een en ander dezes nader nog zal blijken, daar hij bij voortduring zich in vijandige houding stelt tegen den Heelmeester en den Ontvanger, wenschende hij eerstgemelde te doen vervangen door een ander en laatstgemelde kon het zijn bedanken, om daardoor de magt te hebben over de fondsen ten einde naar willekeur daarover te beschikken, doch hoezeer het klassikaal bestuur volgens zijn schrijven het daartoe in de hand werkt wij niettegenstaande dat nimmer zullen permitteren zulks plaats zal hebben of ten ware dezelve door ons niet behoorden gesubsidieerd te worden.
Ten gevolge deze onze toetreding heeft het Armbestuur aan ons de verzogte staat van tekort toegezonden ook niet naar behooren welke door den raad na aftrekken der f.73,80, is behouden?, zooals dezelve door UEGA bij eene resolutie van den 14 Nov. 1845 is vastgesteld aangezien alweder op op dezelve onder deze? Post wordt gebragt, gedane voorschot aan weezen, welke zoo wij vroeger vermelden uit de ontvangene liefdegaven zijn betaald en mitsdien als geene schuld kan worden aangemerkt; en welke staat wij met met toezending? Na deliberatie van den raad houdende voordragt tot het negiotiëren eener som van f. 340- bij deze aan UEGA doen toekomen , met eerbiedig verzoek de verlangde autorisatie aan het Armbestuur te verleenen en de voordragt in de begrooting goed te keuren.
Bij deze hare missive heeft het ons ook toegezonden de begrooting in ontvang en uitgaaf voor het Diaconie Armbestuur alhier voor dit loopende jaar, elke zonder onze voorkennis of medewerking is opgemaakt, en waarin de Raad aanmerkelijke vermindering heeft moeten teweeg brengen daar het onmogelijk is dat het een en ander gevraagde uit de boeren der ingezetenen gevonden kan worden, dewijl dezelve meer dan genoeg zijn belast en op verre na den hoofdelijken omslag over 1845 nog niet ontvangen.
Zoo worden onder no 2 de Collecten & vrijwillige giften verminderd van f.800 tot f 541,58 ½ welke wij vermeend hebben te moeten brengen op f.700-, in de hoop dat door de een of andere omstandigheid eene gewenschte verandering bij dat Bestuur mag gebragt worden, waardoor de collecten van zelfs de voorgestelde som zoude opleveren.
STAAT
Van gemaakte aanmerkinge door de kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden bij het voordragen der begrooting voor den jare 1846
SAMENVATTING:
Inkomsten collecten en vrijwillige giften F.800 met een later mogelijk tekort.
Uitgaven het is de kerkeraad en armbestuur onmogelijk bijna 60 personen voor f.50- te kleden. Deze som bijna voor klompen nodig.
Weinig giften binnen: zelfs eenmaal een wekelijkse bedeling moeten staken.
De schoolmeester P. Kwekkeboom heeft zich andermaal tot de kerkenraad gewend tot verhoging van zijn tractement voor arme kinderen: dit getal is verdubbeld.Subsidie van f.24- of meer gevraagd. Ook Oversluijs heeft hetzelfde probleem.
De Kerkeraad wil blijvend de klachten tegen Oversluijs openbaren.
Klachten tegen Oversluijs:
1 in het misbruik van sterke drank 1837 op oudejaarsavond. Zijn komst en handeling bij de zieken en overleden Rooze in November 1845 en zijn handelwijze voor de kerkeraad den 24 Januarij en zooveel hier op betrekking hebbende , genoegzaam bevestigen
2 in een daaruit voortspruitende achteloosheid in het behandelen der zieken zooals gebeurde bij en met Rooze en anderen bevestigen.
Zoodat kerkeraad met geene gerustheid gemelden Geneesheer J. Oversluijs de behandeling hunner dierbare Armen kan blijven toevertrouwen.
J.C. Crucq is borg geworden voor den Ontvanger der armen op voorstel van het Klassikaal Bestuur.
De Kerkeraad meent dat de som van f.50- te weinig m.b.t. de onvoorziene uitgaven;draagt de som van f.150- voor.
De kerkeraad is voornemens bij toestemming de weezen Jacoba Schroevers en Adriana Meulemeester met 1 April 1846 te bedanken en draagt ditselfde voor ten opzichte der weezen van F. Marteijn. Deze kunnen nagenoeg in hun eigen behoeften voorzien en zijn daarenboven bevoorrecht met de inkomsten van het klokluiden.
Gedaan in de kerkeraadsvergadering van 14 en 15 Februarij 1846 etc.
De Kerkeraad
H: Haesebroeck pres.
A: Filius ouderling
De Gemeenteraad heeft de som van voorgestelde onvoorziene uitgaven van f.150-, teruggebracht to f.70-.
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 6e Februarij 1846
Uit de beschikbare fondsen ter gemoetkoming in de kosten van verpleging van krankzinnigen is een subsidie aan de stad Arnemuiden verleend van f.196,98.
Moet in buitengewone ontvang worden gebracht
De Griffier van de Staten
Handtekening
Middelburg den 17 Februarij 1846
Onderwerp: eerste afgifte van het kontingent.
Op Zaterdag 28 Februarij des morgens te negen uur op de Koopmansbeurs te Middelburg.
Dat geldt niet voor hen die een plaatsvervanger hebben ingehuurd of van nummer gewisseld hebben..
Verzoek aan B & W om de orders daartoe uit te reiken.
De Staatsraad Gouverneur
Van Vredenburch
Zij deze en bijlagen in handen gesteld van de Heeren B & W der stad Arnemuiden om berigt, consideratiën en advies met inzending van eenen staat van renseignementen opgemaakt overeenkomstig de bij PB no 2 van 1842 gegeven voorschriften.
Middelburg den 17 Februarij 1846
Arnemuiden 23 Februarij 46
Onderwerp: Voordracht Raadslid
Bij Uwe Excie dispositie van den 17e Februarij j.l in onze handen gesteld zijnde en voordragt van den Heer Ambachtsheer van Nieuwerkerke gemeente Arnemuiden ter vervulling der ontstane vacature in den stedelijken raad alhier door de niet wederbenoeming van het Raadslid L. Wisse, zoo hebben wij de eer onder terugzending van dit stuk en de daarbij gevorderde renseignement staat der voorgedragene Uwe Excie te berigten dat er dezerzijds geene bedenkingen zijn tegen de van die persoon bestaat als zijnde dezelve zeer geachte ingezetene welke al de vereischte bezit gevorderd voor de waarneming der betrekking bij art 32 van het reglement op het bestuur ten platten lande etc.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 17e Februarij 1846
De Tweede Zitting voor de ligting van het lopende jaar:
Voor het 1e District op 19 maart.
Allen die recht op vrijstelling hebben en die in de eerste zitting niet verschenen zijn
De Derde Zitting: 16 april a.s.
Des middags om 1 uur.
Allen die nummers verwisselen willen of remplaceren.
Gemeente dient te informeren. Non-comparitie betekent: finaal voor de dienst gedesigneerd te worden.
De Militie-Commissaris in Zeeland
Handtekening
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 20 Februarij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,30
Rogge 9,40
Periode 23 Febr. t/m 1 maart 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 23 Februarij 1846
Zetting van het brood in de Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 4 cent
Idem 5 oncen 9 ½ cent
Idem 10 oncen 19 cent
Idem 15 oncen 28 ½ cent
Idem 20 oncen 38 cent
Boven welke prijs bovenstaand brood niet mag worfden verkogt.
De Burgemeester van Arnemuiden
Corn: Dan: Baars
Middelburg den 18 Februarij 1846
Onderwerp: Kosten overbrenging krankzinnigen
Het aandeel van het armbestuur uwer Gemeente in de kosten van overbrenging naar het Geneeskundig Gesticht te Dordrecht van de Krankzinnige Adriana de Ridder, bedragende f.36,85 ½ daaronder begrepen de som van f.30- voor de buitengewone betaling bij de eerste opneming in het Gesticht volgens het laatste lid van art: 6 der voorwaarden van opneming , heb ik de eer UEd: hiervan onder toezending der quitantie voor laatstgemelde betaling, mededeeling te doen, met uitnoodiging om het betrokken armbestuur tot de onverwijlde voldoening van dat bedrag ter provinciale griffie aan te schrijven.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 23 Februarij 1846
Aan het Diaconie Armbestuur
Wij hebben de eer UEerw: hierbij te doen toekomen een door den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie aan ons toegezonden kwitantie groot f.30- voor het aanschaffen van een geheel nieuw stel kleederen voor de krankzinnige A.A. de Ridder opgenomen in het gesticht te Dordrecht.
Deze kosten met die van overbrenging dier persoon in dat gesticht ter gezamenlijke bedrage van f.36, 85 ½ , zullen door UEerw: onverwijld ter Provinciale Griffie moeten voldaan worden.
Wij verzoeken UEerw: mitsdien daar dit bedrag in uwe kas wel niet disponibel zal wezen, zich door twee diakenen te doen vervoegen bij de secretaris der commissie ter voorziening in den buitengewonen nood der behoeftigen alhier alwaar voor die som tegen overleggng eener bewijs van ontvang kan worden gedisponeerd.
Wij nemen tevens de vrijheid UEerw: ten verzoeke aan ons zoo spoedig mogelijk te willen inzenden eene lijst der meest hoogst benoodigde Kleedingstukken der door UEerw: gealimenteerd wordende personen, voor welker behoefte de bovengemelde commissie met onze goedkeuring eene som van f.60- heeft afgezonderd en wie ook op zich heeft genomen om bij den ontvangst van zoodanige lijst voor de mindere burgerij?? Met de meeste spoed te zullen zorg dragen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 23 Februarij 1846
Aan den Heer Bewaarder van het kadaster & hypotheken (Macaree)
En controleur der directe Belastingen & Kadaster (Pilaar)
Onderwerp: Kadaster
Geene aangiften van plaatsgehad hebbende veranderingen in den staat der grondeigendommen dezer Gemeente, welke eene meetkundige bewerking vereische bij ons gedaan zijnde, zoo hebben wij in voldoening aangegevene voorschiften de eer daarvan bij deze aan UEd: kennis te geven.
CDB
Middelburg den 21 Februarij 1846
Onderwerp: Gemeente en Armen administratie
Bij de resolutie van Heeren GS van den 30 Januarij jl houdende aanwijzing der middelen door welke het geschil met het armbestuur in uwe stad zou kunnen worden uit den weg geruimd zijn UEA uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk mededeeling te doen van het gevolg dat aan die resolutie zou worden gegeven.
Die mededeeling is tot dus ver achtergebleven , en, aangezien het arresteeren der begrooting uwer stad voor 1846 afhankelijk is gemaakt van den invloed welke de eventuele inzending en goedkeuring der armbegrooting voor 1846 op de stedelijke comptabiliteit zal kunnen teweeg brengen, heb ik gemeend UEd: te moeten verzoeken, zooals ik de eer heb bij deze te doen mij alsnog zonder eenig uitstel te onderrigten wat naar aanleiding van voorz: resolutie door UEd: en het armbestuur is of zal worden gedaan, en of er uitzigt bestaat dat de armbegrooting weldra ter goedkeuring ingewacht zal kunnen worden.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Biervliet den 26 Februarij 1846
Onderwerp: Onderstand M.Schroevers
Ter beantwoording uwer missive van 4 dezer hebben wij de eer te berigten.
Dat het ons verwonderd eene declaratie te ontvangen waarvoor het grootste gedeelte der bedeeling 50 cents ’s weeks beloopt, daar ten gevolge uwer missive van 25 Jan. Aan M. Schroevers ‘sweeks wordt bedeelt 25 cents met welke bedeeling wij bij onze missive van den 9 Aug ll genoegen namen, terwijl wij geen deel kunnen nemen om in de voorstelling te kunnen treden om aan denzelven huispagt te betalen doch verzoeken UA het diakonie armbestuur te willen vragen, hoeveel zij zouden eischen om voor deszelfs onderhoud voor een vol jaar te zorgen, daar zulks voor hum en ons het gemakkelijkste zoude zijn.
B & Ass. Van Biervliet
Van Altena
Arnemuiden den 16 Maart 1846
Aan Heeren B & Ass. Van Biervliet
Onderwerp: Alimentatie Schroevers
Ter beantwoording van UEA missive van den 26 Febr. Jl hebben wij de eer UEA te berigten dat wij door het diakonie Armbestuur zijn verzogt geworden UEA te kennen te geven , dat zij genegen is de persoon van M. Schroevers gedurende een geheel jaar te bedeelen voor den som van f.50- met uitzondering van geneeskundige behandeling, die bij ziekte of ongesteldheid zoude moeten plaats hebben.
Het zal ons aangenaam wezen UEA rescriptie in dezen te mogen ontvangen
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 27 Februarij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10—
Rogge 9,20
Periode 2 t/m 8 Maart 1846
Extract etc.
Becius secretaris
Arnemuiden 2 Maart
Aan de Heer Gouverneur
Onderwerp: Opbrengst Landbouw
Tarwe : wintertarwe : Frans van Eenennaam , A. Adriaanse , J.K. Crucq, J. Schoonenboom, L. Willeboordse en A. Filius hadden de meeste opbrengst.
Gerst(winter): vooral J.K.Crucq, J.Schoonenboom, A. Koets en L.Willeboordse
Arnemuiden 1 Maart 1846
Aan de Heer Gouverneur
Onderwerp: orde & rust
Wij hebben de eer Uwe Excie te berigten dat bij voortduring alhier in de buurt? orde heerscht en de rust tot heden niet is gestoord geworden,dat de lagere volksklasse nog tweemaal des weeks word bedeeld en zij verder hun onderstand zoeken het regt in het snijden van zeecoraal of het visschen van grinden ? en andere visschen , waartoe het tegenwoordige geregende weder zeer in hun voordeel medewerkt
De Burgemeester
CDB
Extract verbaal van Heren GS van Zeeland
Vrijdag den 20 Februarij 1846
Is gelezen eene missive van den Predikant bij de Hervormde gemeente te Arnemuiden, van den 3 dezer maand , houdende mededeeling dat ZWEerwaarde op een door denzelven aan Hare Majesteit in de maand December 1845 aangeboden request het bericht heeft ontvangen dat het Hoogst dezelve behaagd heeft, nogmaals eene gift van F.50_voor het onderwijs van arme kinderen aldaar te verleenen, met verzoek om te mogen vernemen hoedanig deze vergadering zoude verlangen dat die gift wierde aangewend, hetzij ten behoeve van het 20 tal kinderen van minvermogende niet bedeelden, hetwelk uit de vroegere gift van Hare Majesteit is en thans nog uit toelagen vanwege de Provincie wordt onderwezen, of ten behoeve van een twintigtal anderen, hetzij dezulken uwer anders het onderwijs om de duurte en den toestand des tijds hebben moeten staken, hetzij uit de armste en behoeftige inwoners bij loting of anderszins te kiezen.
Voorts gelet zijnde op
Is goedgevonden
Den Predikant bij de Hervormde gemeente te Arnemuiden met te kennengeving dat ZWEerwaarde voorschreven mededeeling door deze Vergadering met welgevallen is ontvangen,te informeren,dat het aan haar het aannemelijkst is voorgekomen om de thans door ZWEWvan HM verkregene gift van f,50- te doen strekken tot voortzetting van het onderwijs gedurende het 1e halfjaar van 1846, van het twintigtal kinderen, hetwelk uit Hoogstderzelver vroeger gift onderwezen is, en waartoe laastelijk bij de resolutie der Vergadering van den 9 Januarij ll no26 voor dat tijdvak eene toelage van gelijk bedrag uit de provinciale fondsen is verleend, welk laatset alsdan ten zelfden einde gedurende het 2e halfjaar dezes jaars zal worden aangewend; en zulks omdat HaMA laatsverleende gift als een vervolg van de eerste kan worden beschouwd, vooral ook uithoofde het getal behoeftige schoolpligtigen te Arnemuiden veel te groot is om te kunnen aanzien eene ordelijke en juiste verdeeling of onderscheiding te maken , en zoo er al kinderen zijn uwer ouders het onderwijs dezen winter, om de duurte hebben moeten staken,er ook andere zullen zijn uwer ouders , schoon evenmin vermogend , zich de opoffering der kosten van het onderwijs hebben getroost,waarbij komt dat een onderwijs aan kinderen gedurende eenige weinige maanden versterkt weinig te beduiden heeft en spoedig weder vervlogen is, terwijl het tevens hard moet vallen, na kinderen eenmaal in school te hebben opgenomen,, hun na verloop van eenigen tijd weder het gratis schoolgaan te moeten ontzeggen.
Zijne Eerw wijders te verzoeken om den scholopziener in het 1e Schooldistrict te middelburg te willen berigten met de meergemelde gift van f.50-
Aan den Schoolopziener voornoemd onder mededeeling van het vorenstaande te kennen te geven dat indien de Predikant te Arnemuiden in overeenstemming met de intentie der Vergadering ten deze zal handelen , de , bij hare resolutie van den 9 Januarij ll no 26 verleende toelage van f.50 uit de prov. Fondsen door ZWEG zal kunnen worden aangewend voor het onderwijs van het opgemeld twintigtal kinderen gedurende het tweede halfjaar dezes jaars op den daarbij bedoelden voet.
Afschriften etc
De Griffier der Staten
Handtekening
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 5 Maart 1846
De prijs der metriek mudde
Tarwe f.9,70
Rogge 8,90
Periode 9 t/m 15 Maart 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 10 Maart 1846
Zetting van het Brood in de Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 4 cents
Idem 5 oncen 9 ½ cents
Idem 10 oncen 18 ½ cents
Idem 15 oncen 27 ½ cents
Idem 20 oncen 37 cents
Boven welke prijs het bovenstaande brood niet mag worden verkogt.
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Middelburg den 9 Maart 1846
Hierbij gaat het certificaat van den gekeurden en geschikt bevondende Springstier van Cornelis Oreel.
De Secretaris der Commissie van Landbouw in Zeland
Vis
Extract verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 27 Februarij 1846
Is gelezen een adres van Klaas Meulmeester cs ingezetenen vanArnemuiden houdende verzoek dat hunnen kinderen het schoolonderwijs aldaar gratis mogen ontvangen.
Voorts gelet op het berigt van B & W van Arnemuiden van den 16 dezer maand
Is goedgevonden
Aan hen te kennen te geven dat deze vergadering geene termen heeft gevonden om aan hun verzoek een gunstig gevolg te geven op grond dar er kinderen van sommigen hunner bereids gratis onderwijs bekomen; dat anderen hunner niet kunnen geacht worden buiten staat staat te zijn het onderwijs te bekostigen; dat een verder deel van hen, of in het geheel geene kinders heeft, of niet de zodanige die de jaren der schoolpligtigheid hebben bereikt,en dat overigens aan het meer algemeen maken van het gratis onderwijs buiten andere bezwaren voornamelijk het gebrek van de daartoe benoodigde fondsen in den weg staat.
Afschrift etc
De Griffier der Staten
Handtekening
BEKENDMAKING
Onderwerp: Geneeskunde
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat van heden af gedurende 14 dagen voor elk en een iegelijk ter visie bij den secretaris dezer stad ter visie zal leggen de lijst der bevoegde erkende beoefenaars van de onderscheidene takken der Geneeskunst in de provincie over het jaar 1846
De Burgemeester
CDB
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 27 Februarij 1846
Over autorisatie der onvoorzienen uitgaven der steden en Gemeenten
Is goedgevonden
De voorz; staten te arresteren behoudens de daarin gestelde opmerkingen
Aan B & W van Arnemuiden dat vermits door de plaatsgehad hebbende voldoening der som van f.73,80 in kwestie met het ambestuur krachtens de resolutie dezer vergadering van den 30 Januarij het fonds voor onvoorziene uitgaven over 1845 geene ruimte aanbiedt om de som van f..60,18 voor stormschaden daarop te imputeren, die som uit de voorhandene gelden kan worden voldaan en in de nog in behandeling zijnde gemeentelijke begrooting voor 1846 zal om autorisatie tot beschikking over de onvoorziene uitgaven elke geene dadelijke behandeling vereischen worden vervat in eenen staat voorgeschreven bij de verzameling der gedrukte circulaire.
Extracten etc
De Griffier der Staten
Handtekening
Extract notulen B& W van Middelburg
13 maart 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,30
Rogge 8,50
Periode 16 t/m 22 maart
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden 14 Maart 1846
In antwoord op de missive van den 26 Februarij 1846 neemt de kerkeraad der Hervormde gemeente te Arnemuiden de vrijheid ter kennisse van de WEA Regering te brengen dat zoo veel mogelijk is aan den inhoud dier missive wat de f.100 extra subsidie betreft in 1845 ontvangen, evenals aangaande weezen voldaan zal worden, maar meent tevens te moeten berigten geene weezen van 18 jaren te bedeelen, dan die met opgenoemde gebreken hebben te wordtelen.
Dat de Kerkeraad onder toezending der verlangde staten volgens missive van 27 Februarij 1846 tot toelichtende memorie daarbij voert dat dat verschil voornamelijk ontspruit uit de bij de WEA Regering welligt bekende redenen der mindere opkomst in de Kerk, het ten gevolge der hoofdelijke omsalg minder geven in de collecte en het met ontvangen der liefdegiften zooals vroeger.
Dat de kerkeraad van oordeel is ten opzigte der bedeeling van Marinus Janse Schroevers het bestuur van Biervliet niets tegen dezelve kan hebben , aangezien de man vrij bejaard is, en de kerkeraad geen antwoord op haren in Julij gezonden missive gekregen heeft en gemeld bestuur , door stilzwijgend aan die bedeeling hare toestemming heeft gegeven en de man dus van geen gebrek kon laten omkomen dat de kerkeraad de bedeeling van die persoon jaarlijks wil op zich nemen voor de som van f.50- uitgezonderd de geneeskundige behandeling die bij ziekte of ongesteldheid zoude moeten plaatshebben.
De kerkeraad der Hervormde Gemeente
Van Arnemuiden
H:Haesebroeck pres.
J.A.de Ridder ouderling
Tabel Huiszittende Armen
Voor onderhoud der gebouwen en verdere lasten waarmede de eigendommen en inkomsten bezwaard zijn en van alle kosten van de administratie totaal f.39,79
Voor onderstand van allerlei aard begrafeniskosten daaronder begrepen totaal f.1699,42,
Verschillende uitgaven totaal f.154,50
Totaal f1739.21 ½
Inkomsten van allerleilei aard en toegekende regten totaal f.9,68
Collecten en giften f.748, 68 ½
Subsidiën van de gemeente f.670-; Provincie.Staat f.130-
Opgenomen gelden: f.174,82 ½
Verschillende ontvangsten: f.6., 02 ½
Totaal f. 1739, 21 ½
Aldus opgemaakt door her Hervormd Diaconie Armbestuur den 16 Maart 1846
H: Haesebroeck president
J:H; de Ridder ouderling
Bovenstaande wijziging goedgekeurd
De Burgemeester
Corn:Dan: Baars
Arnemuiden den 16 Maart 1846
Wij hebben de eer Uwe Excie te berigten dat er niets bijzonders ten opzigte der alhier bestaande orde & rust Uwe Excie valt mede te deelen, alles is rustig en niemand denkt aan oproerige beweging daar elk zijn onderhoud zoekt in zijn beroep en dit hoewel in geene ruime mate , echter te vinden zijn met hunne bedeeling en waartoe het tot hiertoe gezegende weder, zoo voor de visschers als arbeidzaam man, bijzonder medewerkt terwijl er wekelijks wordt door de bestaande commissie nog eene bedeeling aan de armste der ingezetenen plaats vindt als latende de fondsen niet meer toe dit tweemaal des weeks te doen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 20 Maart 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onder terugzending der aan de directie van den Molenpolder toegezonden staat bij Uwe Excie circulaire van den 4e Maart jl, zoo hebben wij de eer Uwe Excie te berigten, dat dit poldertje een eigendom zijnde van deze stad, ten allen dage met al de andere bezittingen onder de directie van het stedelijk Bestuur alhier heeft behoord , zonder dat daarvoor immers eene directie als te gering en niet noemenswaardig is bevonden, en ook geene bijzondere belooning daarvoor is toegekend geworden , terwijl ook voor dit poldertje geen ontvanger griffier bestaat, en ook geen borgtocht etc.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 13 Maart 1846
Voor 26 Maart opgave van personen die in aanmerking komen voor het beweiden en afmaaien der kleiwegen en verdeling van die wegen.
De Centrale Directie van Walchern
Sprenger
Arnemuiden 20 Maart 1846
Aan de Centrale Directie van Walcheren
In voldoening aan UEA missive van den 12e der wegen dezelfde personen voor te dragen, welke voor zoo ver ons bekend is in geen gunstiger toestand dan in vorige jaren verkeeren en aan wien het verleenen dezer permissie tot wezenlijke tegemoetkoming verstrekt, in de netelige omstandigheden waarin zeker een door zijn geleden verlies.
Met betrekking der nog onverdeelde wegen, moeten wij evenals in vorige jaren UEG verwijzen naar ons berigt van den 10 Mei 1842 no 160
De Burgemeester
CDB
Beweiding
Jan Tramper : De voorgedragene is een man van 60 jaren, welke jaren herwaarts tot de beweiding der wegen is toegestaan deszelfs beroep is schaapherder, waarin hij met zijn gezin zijn bestaan vindt, zoodat hem deze permissie nog zeer wel tot ondersteuning verstrekt, dewijl zijne geldelijke financiën zeer gering zijn, hetwelk zich overigens uit zijn beroep genoegzaam bewijst
Afmaaijing
J. Meulmeester:
De voorfgedragene is arbeider van beroep in naam eigenaar van een hoveniersbedrijfje , welke door het mislukken van den aardappeloogst , een niet gering verlies, als nagenoegd zijn geheele bestaan uitmaakt, zoodat de vergunning daartoe hen zeer zal te stade komen
W. Goverse en de wed. Berends wonende onder Middelburg
Met de huishoudelijke omstandigheden dezer menschen niet bekend zijnde, vinden wij echter de vrijheid dezelve evenals in vorige jaren daartoe voor te dragen, daar wij vertrouwen zij daaraan geen behoefte hebbende dezelve voor deze vergunning wel zouden bedanken.
Verder wordt een indeling van wegen gemaakt.
Middelburg den 17 Maart 1846
Gevende kennis, dat de uitspraak omtrent de lotelingen uwer Gemeente
Jacob de Nooijer en Johannis Crucq om alsnog tot het vereischte onderzoek voor den raad te verschijnen
Is geadjourneerd tot den 3 April 1846 ’s morgens ten 9 ½ ure met bewijzen der redenen van vrijstelling. Hen te informeren. Bij non-comparitie definitief tot de dienst worden gedesigneerd.
De Militie-Raad in Zeeland
B.D. van Citters
De Kerkeraad is in het onvermogen om den 30e te kunnen bedeelen, noch de weezen de hen bij drie maanden toegelegde penningen te betalen.
De Kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemujiden
H: Haesebroeck president
F van Belzen diaken.
Arnemuiden 23 Maart 1846
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
Tengevolge UEerw: missive van den 18 dezer maand hebben wij de eer UEerw: mede te deelen, dat door UEerw: bij de secretaris der Commissie ter voorziening in den buitengewonen nood alhier kan worden beschikt over de som van f.25- ten einde daaruit de bedeling op de eertskomende zondagen te doen plaats hebben en de weezen te voldoen voor zooveel zulks doenelijk.
Wij moeten Uw Eerw ook mededeelen .dat zoolang de stedelijke begrooting door HEGA niet zal zijn gearresteerd, wij UEerw geene subsidie kunnen verleenen, doch niettegenstaande wij gevraagd hebben UEerw maandelijks een zeker gedeelte uit te betalen, door HEGA slechts voor drie maanden is geaccordeerd, ook vinden wij ons verpligt UEerw; te moeten berigten, dat onmogelijk door ons elke maand f.50- subsidie kan verleend worden, daar in dat geval er elk jaar een tekort zoude bestaan dat door lengte van tijd door de Gemeente niet kan worden opgebragt en daardoor Gemeente en ingezetenen zoude worden geruineerd.
Zoodra mitsdien de begrooting zal zijn gearresteerd, wenschen wij UEerw. het maandelijksche bedrag der subsidie voor te schrijven, waaruit door UEerw. de bedeeling & besteding zal behooren plaats te hebben, daar in 1846 al de uitgaven in onze begrooting voorkomende door de ontvangsten zullen moeten bestreden worden, en wij geen voornemen hebben, weder een tekort aan te nemen, zoodat UEerw. daarna de bedeeling zullen behooren te regelen.
Wij zenden UEerw. hierbij ook eene declaratie van het Alg. Armbestuur te Middelburg groot f.1,85, voor welk bedrag ook bij gemeld secretariaat kan worden beschikt met verzoek de voldoening derzelve zoo spoedig mogelijk te doen plaatshebben.
Het gezamentlijke bedrag ter som van f.26,85 zal door UEerw worden verantwoord in de rekening van het loopende jaar; onder de collecten & de vrijwillige giften.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 19 Maart 1846
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden. Klagten ontvangen hebbende dat door ingezetenen dezer stad, in het kanaal alhier wordt geruimd de zoogenaamde beer of secreetmest, hetwelk tot zeer veel nadeel der visschers ingezetenen.
Verbieden aan elk en een iegelijk om zich voor dergelijke vergaande een tegen alle welvoegelijkheid aan strijdende overtreding zorgvuldig te wachten, te meer daar volgens eene bestaande bepaling bij de commissie der Keersluis verboden is, iets in het kanaal te werpen, dat de opslibbing bevordert, als mede wordt bij art 14 van het reglement van plaatselijke policie verboden, deze stoffen langer dan 24 ongedekt te laten leggen op straffe van een gulden of een dag gevangenis.
En opdat niemand hiervan onwetend zoude zijn, worde deze afgekondigd en aangeplakt.
Arnemuiden, 17 Maart 1846.
CDB
HEGA de Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 13 Maart 1846
Is gelezen eene missive van B & W van Arnemuiden van den 7 Maart 1845 daarbij naar aanleiding van de resolutie der vergadering van den 8 November 1844 inzendende een plan met beraming van kosten ad f.5,000- voor den bouw van een nieuw schoollokaal aldaar vergezeld van eene deliberatie van den stedelijken raad van den 4 der eerstgemelde maand, volgens welke de Erve behoorende tot de woning van den gepensioneerden onderwijzer Hogerheijde de eenige geschikte plaats voor dien bouw aanbiedt, waartoe dezelve genegen is om de bedoelde woning en erve aan de stad voor de som van f.1000- zonder de kosten berekend op f.100 in eigendom over te dragen,zodat de verwezenlijking van dien bouw volgens het aangegeven plan een som van f.6,100 zoude vorderen
Voorts gelet zijnde op de berigten van den Hoofd Ingenieur van den Waterstaat in deze provincie van den 4 en 10 September waaruit onder anderen blijkt
1 dat de Burgemeester van Arnemuiden en de tegenwoordige onderwijzer genoegen nemen in het door ZE gedaan voorstel dat die onderwijzer de woning van den gepensioneerden onderwijzer Hogerheijde met 10 à 12 el lengte voor de som van f.800- en de stad het overschietende gedeelte van den tuin ter lengte van 18 el en ter breedte van 12 el, om daarop het nieuwe schoollokaal te stichten, voor de som van f.200- zonder aankoopen; en dat ieder in evenredigheid in de kosten van aankoop enz. zoude deelen.
2 dat de nieuwe school allergeschikts zoude staan met de zijde, op het plan door de letters E.F.G. aangeduid; langs eene zeer stille straat en dezelver aangewezen door de letter F: zoude vallen regt over eene andere op deze uitkomende even stille straat.
3dat ZEGA op het plan wijders de navolgende aanmerkingen heeft, te weten:
a dat het aan denzelven niet voldoende genoeg is voorgekomen om het nieuwe schoollocaal hetwelk eene lengte van 18 el zoude hebben slechts door drie ramen aan beide de einden te doen verlichten, en dat ZEGA er mitsdien nog drie ijzeren raampjes langs de zuidzijde op het plan met geel heeft bijgevoegd en
b dat, daar de onderwijzer als het ware tegen de school zou aanwonen het aan ZEGA overbodig is voorgekomen om bij die school nog twee kamertjes en twee privaten te bouwen, zooals op het plan met rood is aangewezen, en dezelve het beter acht in plaats daarvan, om den zuidelijken in- en uitgang der school bij lett. H een portaal te slaan? tot berging gerieflijkheden en brandstoffen en daarin 1 privaat te brengen als mede om voor de berging der boeken? Drie hoekkastjes in de school zelve te brengen, zooals met geel op het plan is aangewezen, waardoor eene besparing van f.150- zoude worden verkregen
en 4 dat tengevolge van de voorschrevene maatregelen slechts f.4,850- zoude gevorderd worden voor den bouw der nieuwe school, en f.200- voor den aankoop van het daarvoor vereischte terrein, zamen f.5,050-
Is goedgevonden
Aan het stedelijk bestuur van Arnemuiden te kennen te geven dat de vergadering bij de bestaande behoefte aan een grooter en geschikter schoollocaal aldaar op eene spoedige voorziening daarin moet blijven aandringen; dat dezelve echter tevens overtuigd is van het onvermogen der stad om de daartoe gevorderde som die, alsnu volgdens de bovenbedoelden maatregelen , aan welke de vergadering haren bijval wel kan schenken, plus minus f.5000- zal bedragen, te kunnen bestrijden, dat de vergadering uit aanmerking dier behoefte en van dat onvermogen, de stad met een subsidie vanf.2,500- uit de provinciale fondsen voor dit belang tegemoet te komen, doch tevens het Stedelijk bestuur in overweging moet geven om ten spoedigste bij een gemotiveerd request aan ZM den Koning ter bestrijding van het overige een subsidie van gelijk bedrag uit ’s Rijks kas te verzoeken; dat de vergadering zoodra zij op dat request door het Hooger Bestuur zal worden gehoord, het daarbij te doen verzoek met gepasten aandrang zal ondersteunen, en in afwachting van ZM beschikking op hetzelve, de verdere overwegingen omtrent de onderwerpelijke aangelegenheid zal aanhoren.
Afschrift etc
De Griffier der Staten
Handtekening
PUBLICATIE VERBOD VERKOOPEN CHRISTELIJKE ZON- EN FEESTDAGEN
Arnemuiden 23 Maart 1846
B & W der stad Arnemuiden herinneren bij deze aan een bepaling omtrent de viering van de Zon & feestdagen der openbare Christelijke Godsdiensten bij de Wet van den 1e Maart 1815 :
Dat op Zon en Christelijke feestdagen niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verrigt worden, welke de Godsdienst zouden kunnen storen; maar dat in het algemeen geen arbeid buiten noodzakelijkheid zal mogen plaatshebben, dat geene koopmanschappen zullen mogen worden uitgestald en de winkeliers niet zullen mogen uitstallen of met openen deuren verkoopen, dat gedurende de Godsdienst de herbergen zullen gesloten zijn geenerlei spel noch openbare vermakelijkheden zullen mogen plaatshebben en volstrekt geen het minste gerugt in de nabijheid der Kerk mogen gemaakt worden, hetwelk aan den openbaren Godsdienst eenige stoornis zoude te weeg brengen.
Dat tegen de overtreders dezer bepaling eene boete is bedreigd van hoogstens vijf en twintig gulden of een gevangenisse van niet langer dan 3 dagen.
Waarschuwen bij deze elk en een iegelijk om zich daar na te gedragen en het verkoopen op den Zondag buiten hooge noodzakelijkheid volstrekt aan een ieder te weigeren, terwijl een stipte surveillance op bovenstaand bepaling gehouden zal worden, en de overtredingen zonder verschooning zullen achervolgd worden.
De Burgemeester
CDB
SIRE !
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen het stedelijk Bestuur der gemeente Arnemuiden 1e distict der Provincie Zeeland.
Dat de ondergeteekenden sedert lang in hare verarmde stad een hooggaande behoefte hebben gevoeld, aan eene nieuwe schoollokaal dankzij bij elke bezoek in hetzelve moet betreuren dat een getal van 140 tot 150 kinderen steeds in een bekrompen lokaal hetwelk slechts een ruimte heeft van 47 el 25 el Nederlandsche ellen onderwijs moeten ontvangen, hetwelk door den kleinheid de kinderen opeengepakt zitten niet behoorlijk kan plaatsvinden, en zeer nadelig is werkende voor de gezindheid derzelve, dewijl dit gebouw als vroeger een woonhuis niet daarop is ingerigt, als dit tegenwoordig plaatsvind, en daardoor tot nog meer aanhoudend schoolgaan de gemoederen der kinderen niet worden opgeruimd , hetwelk bij een luchtig en fris lokaal gunstiger op dezelve werkt hun veraangenaamd en anderen opwekt om mede van het zoo nuttig onderwijs gebruik te maken .
Dan Sire hoezeer wij aan de andere zijde niet minder overtuigd dezelve noch ten koste der stedelijke fondsen noch van die der ingezetenen als daartoe volstrekt onvermogenden kan worden gestrekt eenen nieuwe school mocht worden daargesteld.
Sedert 1830 Sire zijn Gemeente en ingezetenen toch zoodanig achteruitgegaan dat de wezentlijke stand derzelve zich moeijlijk laat beschrijven/
Voor die tijd immers voerden onze visschers ongestoord met hun gevangen visch België in en bragten zonder dat men van inkomende regten iets kende het zuiver bedrag der verkogte visch mede of wilde men dit niet doen gelijk ten laste door allen plaats vond dan gaf men de visch tegen gerede prijzen aan zoogenaamde ventjagers over, welke van Antwerpen van 8 tot 12 in getal tot dien einde aan het einde van het Arnemuidsche Kanaal lagen en werdt men daardoor instaat gesteld na verrigter zake weder aanstonds ter vischvangst zeewaarts te steveven zonder dat men eenig oponthoud of verlet had terwijl daarna deze Belgische ventjagers door de hooge inkomende regt aan een volslagen verbod van invoer gelijk staand zich verpligt hebben gevonden deze hunne komst te staken en aangezien van alle gevangene wordende visch slechts een klein gedeelte in deze Roomse kan worden geconsumeerd zij mitsdien gehouden zijn met dezelve op te varen naar België waardoor zij dan ook niet langer dan een halve week kunnen visschen en te bestemde tijd te Antwerpen aan de markt te zijn.
Bij deze hooge inkomende regten , nu laatst nog verhoogd, komt ook eene niet geringe mindere vischvangst bij hetwelk tezaam genoomen, reeds de meeste hunner verpligt zoude hebben hun beroep te staken als zoudende zij in het volstrekt onvermogen verkeeren hunne gemaakte schulden te voldoen, ware het niet dezelve door Uwe Majesteit tegemoetkoming der kustvisscherij eene jaarlijksche premie werden toegekend.
Bij als deze achteruitgang werdt deze Gemeente in 1843 en 1844 door eene heerschende ziekte bezocht welk een groot aantal harer bewoners grafwaarts voer en waarvan de wrange vruchten tot heden door ons op eene gevoelige wijs gesmaakt worden, daar dezelve aan ons Armbestuur een aantal behoeftige weduwen en weezen ten laste onzer stedelijke finantiën ter verzorging overliet in welke behoeften door ons niet dan door het heffen eener personeelen omslag tot drukkende last der ingezetenen kan voorzien worden.
Het spreekt wel van zelfs dat onze ingezetenen door dien achteruitgang en geheerscht hebbende ziekte geleden hebben en nog lijden daar de visscherij de grootste tak van nijverheid alhier nagenoegd het heele bestaan uitmaakt, wij mitsdien geeene vrijheid hebben bij dezen druk meerdere lasten af te vorderen, dan tot hiertoe door hen werdt opgebragt.
HEGA hebben zich niet onbetuigd betoond ons krachtig te ondersteunen daar HEGA ons voor die bouw eene niet onaanzienelijke subsidie ter gemoetkoming van f.2500- hebben uit
Hoezeer nu Sire ons deze tegemoetkoming verheugde, zoo bedroeven wij ons aan de andere zijde dat wij tot verwezenlijking van dat doel wegens gebrek fondsen in de stedelijke kas , het volstrekt ondoenelijk is de ingezetene meerder te bezwaren, alsnog ontoereikende zijn om de overige som van f.2500- op te leggen.
Het stedelijk Bestuur waagt het dan in den bekrompen geldelijke toestand zich tot uwe Majesteit te wenden, aller eerbiedig verzoekende ,dat door Uwe Majesteit uit ‘sRijks kas eenen even gelijke subsidie tot den opbouw dier school mag aan hare gemeente mag verstrekt worden terwijl tot ondersteuning van dat hun verzoek Uwe Majesteit allereerbiedigst te mogen herinneren aan de blijken van verknochtheid der ingezetenen dezer Gemeente aan het huis van Oranje , zoodanig dat wanneer tot eer van Uwe Majesteit geld zij nog steeds ten alle dage getoond hebben hun leven vijl te hebben voor de dierbare regten van dat huis en ons zoo zeer geliefde Vaderland.
Twelk zijn doende
Uwe Maj:geh onderdanen.
De regering der stad Arnemuiden
CDB
Ter ordonnantie C.J. Baars
Arnemuiden 26 Maart 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
De gunstige beschikking door UEGA bij derzelver resolutie van den 13 dezer maand ten aanzien dezer Gemeente genomen, hebben wij op gisteren aan den raad medegedeeld en zijn namens denzelven verzogt geworden UEGA te berigten dezelve met welgevallen ontvangen en dankbaar is aangenomen , en dat uit aanmerking van het spoed vereischende der zaak, onmiddelijk een gemotiveerd adres waarin de toestand der Gemeente financiën en de bevolking derzelve verkeert staat omschreven aan Zijne Majesteit tot het bekomen eener subsidie voor de stichting der nieuwe school hebben ingediend en reeds heden verzonden, daar hoe wenschelijk ons het voorgenomen doel ook moge toeschijnen de stedelijke financiën die uitgaaf niet gedoogen en de ingezetenen geene meerdere lasten als boven vermogen gedrukt mogen of kunnen opleggen als buiten staat die op te brengen , vertrouwende wij voorts aan de ons gedane teruggezonden en bovengemelde resolutie dat dit verzoek door UEGA in derzelver handen gesteld met belangstelling en aandrang zal ondersteund worden.
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 20 Maart 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,00
Rogge 8,00
Periode 23 t/m 29 maart 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 23 Maart 1846
Zetting van het brood in de Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 3 ½ cent
Idem 5 oncen 9 cent
Idem 10 oncen 18 cent
Idem 15 oncen 27 cent
Idem 20 oncen 36 cent
Boven welke prijs het brood niet mag verkogt worden.
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 20 Maart 1846
Gelezen zijnde een missive van Z:E: den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 13 dezer daarbij tot uitvoering toezendende een afschrift van ZM besluit van den 27 Februarij te voren houdende goedkeuring der mede in afschrift bij die missive gevoegde tarieven van begrafeniskosten voor de stad Arnemuiden
Is goedgevonden
Van de voorz: goedkeuring door toezending van een extract uit voorm: KB en van een afschrift der bijbehoorende tarieven , kennis te geven aan B W van Arnemuiden etc
De Griffier der Staten
Handtekening
Hieronder volgt het KB
Vervolgens Tarief der Begrafeniskosten in de Gemeente Arnemuiden
Arnemuiden den 27 Maart 1846
De Kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden neemt de vrijheid ,de WEA
Regering toe te zenden een drietal exemplaren der afgehoorde rekening over den jare 1845.
Namens de Kerkeraad
H:Haesebroeck pres.
Extract uit de Notulen van B & W van Middelburg
Den 27Maart 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,10
Rogge 8,20
Periode 30 maart t/m 5 April 1846
Extract
Becius, secretaris
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 20 Maart 1846.
Door rapport gedaan zijnde op de begrooting voor 1846 van het Diaconie Armbestuur te Arnemuiden
Is goedgevonden
De voorschreven begrooting behoudens de daarin gebragte wijzigingen goed te keure en twee exemplaren derzelve aan B & W van Arnemuiden terug te zenden
Aan B & W voornoemd ter mededeeling aan het Diaconie Armbestuur te kennen te geven dat hetzelve zich voor gemagtigd kan houden tot het opnemen eener som van f.340= tegen den intrest van 4 à 4 ½ en in geen geval 5 ten honderd te boven gaande aflosbaar in vier termijnen als in 1847, 1848 en 1849 met f.100- s jaars en in 1850 met f.40- onder opmerking dat uit die geldopneming zullen moeten worden voldaan de op den overgelegden staat van tekort over 1843 en 1844 voorkomende posten f.335,41. Na aftrek der som van f.42,95, welke volgens het vermelde in de resolutie van den 14 November 1845 no 32 zijn betaald uit de ontvangene liefdegaven ad f.200,75 die bij de begrooting ter regularisatie in ontvang en uitgaaf zijn gebragt, en bij de rekening over 1846 verantwoord zullen behooren te worden.
Afschrift etc
De Griffier der Staten
Handtekening
Wij hebben de eer hierbij aan UE te doen toekomen een exemplaar der door HEGA gearresteerde begrooting voor het Diaconie Armbestuur voor dit jaar 1846, mitsgaders een afschrift der daarbij gezondene resolutie bij den raad ingediend, waaruit UE zult ontdekken gij u voorgemachtigd kunnen houden tot het negotieren eener som van f 340- om daarmede te betalen de wettig erkende te korten over den jaar 1843 en 1844, met weglating der voorgeschotene gelden door de commissie uit het armbestuur, welke hebben plaatsgehad uit de ontvangene liefdegiften, en mitsdien als geen te kort als behoorende die gelden ook aan het Armbestuur is kunnen aangemerkt en toegestaan worden.
Met betrekking tot de toegestane subsidien in bovengenoemde begrooting toegestaan moeten wij UE te kennnen geven dat maandelijks door UE bij den stedelijken ontvanger alhier kan worden gedisponeerd , voor zoo ver deze voorhanden zijn, over de som van f,50- en dat met dat geld in de ontvangene collecten zal moeten getreden worden al de uitgaven voorkomende in die begrooting met uitzondering der kosten voor de krankzinnige A.A. de Ridder waarvoor het bedrag uit de subsidie bij het Bestuur zal blijven berusten totdat met zekerheid zal weten op hoedanige wijs zulks moet betaald worden etc
Verder onleesbaar!!
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag ,den 27 Maart 1846
Gelezen zijnde eene missive van de Commissie belast met het toezigt op en het beheer over de Kustvisscherij te Arnemuiden van den 14e Maartll daarbij onder mededeeling der ontvangst van de bij de Resolutie dezer Vergadering van den 13 Februarij ll aan dezelve toegezondene mandaten ten gezamentlijke bedrage van f.4000- bestemd tot voldoening der toegekende premiën voor de uitoefening der Kustvisscherij te Arnemuiden over 1845 terugzendende de bij de resolutie dezer vergadering van den 6 Februarij ll in deszelfs handen gestelde missive van B & W van Arnemuiden van den 13 Januarij tevoren, betrekkelijk de weigering van sommige visschers aldaar, tot voldoening van het door hun verschuldigde wegens hoofdelijken omslag over 1845 en om dat verschuldigde op de aan dezelve toekomende premiën voor de uitoefening der Kustviaacherij te verhalen, met kennisgeving dat het haar gelukt is door persoonlijke toespraak tot de visschers , dezelve tot betaling van hunnen verschuldigde omslag te brengen.
Is goedgevonden
Ten gevolge der mededeeling van voorm: Commissie, het door B & W van Arnemuiden bij derzelver boven aangehaalde missive gedaan verzoek voorshands als vervallen te beschouwen, en hiervan aan dezelve kennis te geven, ten welken einde afschrift dezer aan dezelve zal worden gezonden tot informatie en narigt.
Accordeert met voors; verbaal
De Griffier der Staten
Handtekening
Arnemuiden 1 April 1846
Aaan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Orde & rust
Bij voortduring heerscht in deze Gemeente de volmaakte orde & rust, terwijl den Visscher en Arbeidsman weder aan hun dagelijkse bezigheid , in deze hun verrigting hun bestaan vinden, wordende tot heden nog eens des weeks aan den gealimenteerde armen, weezen en die hooge behoefte hebben door de alhier bestaande armenkas? Roggen brood bedeeld doch waar spoedig een einde zal komen.
De Burgemeester
CDB
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 26 Maart 1846
Gezien de voordragten ter vervulling van openstaande Gemeente-Raadsleden in de Gemeente Arnemuiden
Is goedgevonden
Te benoemen tot de onbezoldigde betrekking van Lid van den Gemeenteraad der stad ten platten lande
Arnemuiden
Jacobus Meerman in plaats van Abraham van Eenennaam die met 2 Januarij jl afgetreden en niet wederbenoemd is
Jacob Schoonenboom in plaats van Leendert Wisse die met den 2e Januarij jl afgetreden en niet weder benoemd is.
Kennis te geven
De Griffier der Staten
Handtekening
DE STAATSRAAD GOUVERNEUR VAN DE PROVINCIE ZEELAND
Gelet op art. 2 van het Reglement tot voorkoming van de verspreiding der Longziekte onder het rundvee in deze provincie vergunt aan A. Filius te Arnemuiden om ter voortteeling te vervoeren de na te meldene runderen,als
Een vaalbonte 3 jarige vaars en
Drie zwartbonte 2 jarige vaarzen uit Zuid Beveland te Middelburg aangebragt
Onder toezigt policie; afgezonderd bij aankomst van ander rundvee.
Van afslagting kennis geven aan het bestuur van de woonplaats.
Informatie aan B & W van Arnemuiden
Middelburg den 1e April
De Staatsraad Gouverneur
Van Vredenburch
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 3 April 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,50
Rogge 8,00
Periode 6 t/m 12 April 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 6 April 1846
Zetting van het brood van de Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 4 cents
Een brood van 5 oncen 9 ½ cents
Een brood van 10 oncen 18 ½ cents
Een brood van 15 oncen 27 ½ cents
Een brood van 20 oncen 37 cents
Boven welke prijs het bovenstaande brood niet mag worden verkogt.
De Burgemeester van Arnemuiden
Corn: Dan: Baars
Aan de WEA Stedelijke Regering
Ten gevolge eener op eergisteren den 5e April 1846 wettig gehoudenen kerkeraadsvergadering, wordt met eerbied ter kennis der stedelijke regering en door middel van UEA ter kennis van de HEGA gebragt dat president benevens twee leden van het Diaconie Armbestuur der Hervormde Gemeente te Arnemuiden Adriaan Filius en Laurens van Eenennaam ( niet beducht voor voor bedreigingen of te verwekken nadeel of schade des stads-secretaris gelijk de overige leden hunne betrekking als leden van het diaconie -armbestuur onder nadere goedkeuring van het Eerw: Klassikaal bestuur hebben nedergelegd en overgelaten aan UEA om rede zij zich aan? Begrooting of te bewerkstelligen negotiatie niet kunnen houden, en uit vrees voor meerdere verwikkelingen die bij de pogingen om alhier eene afgescheidene gemeente te verkrijgen onvermijdelijk zijn en verzoeken dus eerbiedig de stukken het diaconie-Armbestuur betreffende te zenden, bij den president ouderling Job Adriaanse de Ridder.
Namens voornoemde leden van het
Diaconie Armbestuur
H:Haesebroeck
Arnemuiden 10 April 1846
Aan de Heeren GSvan Zeeland
Tengevolge UEGA resolutie van den 20 Maart jl no 37 hebben wij van het Diaconie Armbestuur van 1846 benevens eene afschrift der bovengemelde resolutie het navolgende te kennen gegeven.
Volgt copie der missive .
Deze stukken hebben wij des nademiddags van denzelfden dag door de Bode bij depeche van het Armbestuur laten bezorgen, en de avonds ten half acht uur mede van dien dag zich bij de secretaris de diaken Izak van Belzen & Adriaan Meerman , met verzoek om vijftig gulden subsidie.
Wij mogen hier niet voorbijgaan UEGA in te lichten dat wij op eene door hen ontvangene uitnoodiging op den 18e Maart jl, op maandag den23 daaropvolgende met toestemming der Commissie ter voorziening in den buitengewonen nood alhier voor de twee eerstvolgende Zondagen en wel voor zondag den 29 Maart en Zondag den 5 April jl hebben toegekend uit de nog voorhanden zijnde gelden bij die Commissie eene som van f. 25- en wel om reden dat op die tijd reeds de ten gevolge UEGA resolutie van den 16 Januarij 1846 no 17 verleende provisionele subsidie van f.100-? voor de 3 eerste maanden dezes jaars was verstrekt en door hen uitbedeeld geworden op die aanvrage nog geene gearresteerde begrooting voor het Arm nog stedelijk bestuur hadden ontvangen , echter zooals bewaarheid is , in de hoop verkeerde dit voor verloop deze 14 dagen wel zoude ingekomen zijn , met het oogmerk aan hun alsdan te bepalen over hoeveel dezelve maandelijks zouden kunnen beschikken.
Het spreekt wel van zelfs dat de secretaris tevens lid secretaris der bovengemelden commissie hiervan bewust, deze broeders mogt doen opmerken, dat tengevolge de missiven van B& W mogen vertrouwen dat er nog geld mogt voorhanden wezen.
Gezien het bovenstaande::
Wij zijn zoo vrij UEGA daarop onze aanmerking mede te deelen dat niet den Secretaris welke ook in geen opzigt zich die beschuldiging als daaar in geen het minste deel hebbende aantreft als zijnde het medegedeeld van bovengemelde broeders ten gevolge van misverstand?? in het belang der gemeente
Dat den dominee door de Stedelijke raad in zijne handelen paal en perk gesteld zijnde en niet zoals in 1843 7 1844 en 1845 aanzienelijke tekorten heeft gebragt voor 1846 zulks kan doen, en mitsdien nu niet instaat is te handelen,daar zooals de ondervinding heeft geleerd geen kennisse heeft dit nuttig te besteden, en waarvan UEGA
Zich wel zult overtuigen, indien wij slechts mededeelen hij in 1843 van Julij tot het einde van October van dat zelfde jaar f.1680 heeft doorgebragt vol goudgeld zonder zich aan het Armbetuur te storen naar welgevallen mede handelde dikwijls in een staat verkeerde dat weinig zijne betrekking eer aandeed en hetwelk ook niet anders kon aangezien hij met de flessen wijn bij rijk & arm liep om uit te deelen en tevens daarvan goed gebruik miek/maakte, en waarvan onderscheidenen geachte burgers ook nog uit den raad dit zouden kunnen betuigen, die hem? Daarvoor echter bedankte , als zijnde zulks niet voor hun gegeven, kortom deszelfs gedrag is zoodanig dat nagenoegd niemand bij hem ter kerke gaat, hoezeer slechts 3 afgescheidenen zich hier bevinden, evenwel een groot getal daar ter kerke gaat , wijl men bij hem niets hoort dan schelden & hekelen, zooals hij ook vroeger de afgetreden wethouder van Eenennaam duchtig uitborstelde voor een niet noemenswaardig geval, voorgevallen bij gelegenheid van het huwelijk van 1 zijner kleinkinderen, hem toeduwde ? ; of zijt gij op Eere gestoelte gezeten, zoude hij daarom niet zwijgen en dergelijke zaken, terwijl de ouderlingen Filius, en van Eenennaam, de eenigste welke wij desnoods verantwoordelijk zouden kunnen stellen,de handeling van den Leeraar goedkeurende, zich wijselijk daarvan trachten te ontdoen, zonder dat dezelve bevreesd hoeven te zijn , voor de daarstelling eener afgescheidene Kerk, waar wij niet gelooven zij aan denken , en ten tweede, omdat gepasseerde Zondag in de Consistorie eenige woorden hebben plaats gehad tusschen den dominee en den diaken Boone , omdat eerstgemelde in vervolge er geene subsidie was onvangen geene bedeeling aan de Armen wilde daarvan ? laatstgemelde overtuigd was er voldoende voorhanden was, hem tegemoet voerde : wij zullen zeker bedeelen hij den diaken het bedeeling boekje naar het hoofd wierp en kwaad wegging, ziedaar de gantsche toedragt en UEGA vergeve ons het wijdloopige , daar wij om UEGAeen denkbeeld te geven van dien man te geven ons hebben verpligt gehad het een en ander mede te deelen, en nog geen vierde part is van hetgeen wij in zijn nadeel weten.
Intusschen word de zaak moeijlijk en wij weten niet waar het einde zal wezen,daar de negotiatie waarin hij zich volgens zijn schrijven niet kan houden, ook niet aan de begrooting derzelver goedkeuring niet wegdraagt geensints door dien ouderling als daartoe onkundig en naauwlijks zijn naamteekening zetten kan plaats hebben, welke zoo ver in de war gestuurd zijn hij zich zoo buiten staat bevind, die goed te been te brengen,wij zullen mitsdien zien wat dienaangaande door klassikaal bestuur zal worden besloten doch verzoeken vriendelijk hoedanig anders in dezen te handelen, wijl hij zich aan niemand stoort en zoo als wij reeds vroeger melden van het eene tot het andere valt,daarbij lust tot twisten vindt en zijn zin krijgende de gantsche gemeente zal trachten te ruineren
De Burgemeester
CDB
Extract uit hetverbaal van Heeren GS
Vrijdag den 27 Maart 1846
Is goedgevonden
De voorgeschreven begrooting behoudens wijzigingen in ontvang en uitgaaf f.498
Etc
De Griffier der Staten
Handtekening
Bekendmaking
Stukken van 3 gulden mogen ingewisseld worden voor die van 2 gulden.
Daartoe wordt gelegenheid gegeven
De Burgemeester
CDB
PUBLICATIE
Reclamatie m.t. het kohier van Hoofdelijken Omslag kunnen van 11 tot 25 April ingediend worden van 9 in de ochtend tot 3 uur des middags.
Kohier van den Hoofdelijken Omslag voor 1846 groot f.550
1e klasse f.17: C.D. Baars en Antheunis Boogert
2e klasse f.13,50 o.a A. Van Eenennaam, J.K. Crucq;A. Adriaanse; G. Kesteloo
3e klasse: f.11,50: Crucq de wed: Christiaan, Leendert Wisse
4eklasse: f.10: o.a. F. Van Eenennaam, C.J.Baars. Jan Noom, Jan Oversluijs
5e klasse: f.9,50: P.J. Crucq, Frans Joosse Pieter Kwekkeboom
6eklasse: F.7,50: Jan Kraamer, Jacob Schoonenboom, Janis Caljouw, A. Koets A.Filius
7e klasse: f.6--: waarschijnlijk voornamelijk schippers:16 in aantal
8e klasse:f.5,10: Joost van der Weele, Salomon van Eenennaam, Jan Bernard Joose: 13 in getal.
9e klasse:f.4,10: o.a H.W. Hoogerheijde, A.J. Beurthuis
10e klasse:f.3--: Cornelis Oreel: 6 in getal
11e k;lasse:f.2- de Hamer, Giffard: 5 in getal
12e klasse f.1,25: Matthijs Glerum; Jan Tramper 22 in getal
13e klasse f.0,64; Klaas Flink: 34 in getal
Aldus gearresteerd 1846 B & W
C:D: Baars
Ter ordonnantie
C. Baars
PUBLICATIE t.a.v. de patentpligtigen.
Vooral met het oog op schippers, kramers etc wegens hun huisvesting biljetten van aangifte in de plaats waar zij zich vanaf 4 Mei t/m de 16e zich zullen bevinden, etc
REKENING VAN HET HERVORMD DIACONAAL ARMBESTUUR TE ARNEMUIDEN
over het jaar 1845
Zie hiervoor het origineel
Middelburg den 9 April 1846
Onderwerp: Uitreiking permissie-biljetten voor het beweiden en afmaaijen der wegen
Deze biljetten uit te reiken aan belanghebbenden
De President der Centrale Directie van Walcheren
Sprenger
Middelburg den 10 April 1846
Onderwerp: Armwezen
M. de Gruijter weduwe Jan Kramer, waartoe laatst betrekkelijk was onze missive van den 27 September 1844 volgens berigt van het Algemeen Armbestuur wederom in geneeskundige behandeling opgenomen zijnde, hebben wij de eer UEA hiervan kennis te geven , zullende de declaratie dezer verpleging na den afloop derzelve aan UED nader worden toegezonden.
B & W der stad Middelburg
Paspoort van Grijpskerke
Ter ordonnantie Becius
Arnemuiden den 4 Mei 1846
Aan het Diac.Armbestuur van Arnemuiden
Onderwerp: Alimentatie Wed: Kraamer
Door het Algemeen Armbestuur der stad Middelburg ten uwen koste in geneesk.behandeling weder opgenomen zijnde Maatje de Gruiter Wed.J. Kraamer, zoo hebben wij de eer UEerw: kennis te geven , zullende nadere afloop der ziekte de declaratie van het verstrekte aan UE worden ingezonden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 11e April 1846
De kerkeraad der Herv. Gemeente te Arnemuiden uitmakende het diaconie armbestuur neemt bij deze met den meesten eerbied de vrijheid ter kennisse van de WEA Regering van Arnemuiden te brengen, dat dezelve onder nadere goedkeuring van het Eerw.Klassikaal bestuur deze hunne betrekking van diakonie-armbestuur nederlegt en in handen van UEA Heeren overgeeft om de navolgende redenen
1 omdat dezelve zich met de gewijzigde en gearesteerde begrooting niet kan verenigen en daarbij met bevreemding ontwaarde van den staat van aanmerkingen geen antwoord hetzij goed of afkeurend te ontvangen
2 dat dezelve aan de negotiatie van f.3,60 geen gevolg kan geven aangezien de f.42,94 slechts zoolang door de commissie is voorgeschoten, totdat door de kerkeraad aan het Klassikaal bestuur voorgedragene beantwoord zoude zijn, zoo als genoegzame stukken zullen kunnen bewijzen en het toen door den president uit zijn privé is voorgeschoten
uit vrees voor meerdere verwikkelingen bij de sterke pogingen die van alle zijden worden aangewend om hier eene afgescheidene gemeente daar te stellen waarom dezelve liever van dezelve afstand wil doen dan in zulke moeijlijkheden te blijven verkeeren.
Terwijl genoemde Kerkeraad tevens berigt dat hun besluit ter kennis van HEGA en het Klassikaal Bestuur te hebben gebragt, laatstgenoemd bestuur inzonderheid verzoekende om de Kerkeraad van deze hunne betrekking te willen ontslaan
De Kerkeraad der Hervormde Gemeente van Arnemuiden , het diaconie Armbestuur uitmakende
H: Haesebroeck pres,
J.A. de Ridder pres.oud
Marinus Grootjans oud
Adriaan Filius oud
L. van Eenennaam oud
Diakenen: J. Meerman; J. van Belzen; A. Meerman
Arnemuiden 11 Aprl 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Orde en rust
Wij hebben de eer Uwe Excie te berigten dat met betrekking tot de alhier bestaande orde & rust niets bijzonders is voorgevallen, dat de visschers en arbeiders weder in eigen behoefte voorzien en alhier zijn gewonen en geregelden loop heeft.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 17 April 1846
Aan den Heere Gouverneur
Onderwerp: Benoeming tegenschatters
In voldoening aan Uwe Excie besluit van den 6 dezer maand PB 41 hebben wij de eer Uwe Excie ter kennis te brengen dat als tegenschatters om voor de zijde der belastingschattigen te dienen zijn benoemd geworden de persoenen P. & J.K Crucq & P.Joosse en waarvan de ingezetenen zoo van de tijdsbepaling der beschrijving op zijn kennis gegeven.
De Burgemeester
CDB
PUBLICATIE
B & W der stad Arnemuiden
Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen alhier, dat met het primitif beschrijvingswerk voor de personele belasting over het dienstjaar 1846 een aanvang zal worden gemaakt op maandag den 4 Mei aanstaande terwijl de beschrijvingsbiljetten acht dagen daarna door den ontvanger der Directe belasting zullen opgehaald worden, met aanmaning tot voorkoming van schade , deze biljetten naauwkeurig in te vullen, terwijl diegeenen, welke geen biljet mogten ontvangen hebben, zich ten spoedigsten bij gemelden ontvanger ter verkrijging van zoodanig biljet zulks behooren aan te melden, ten einde hetzelve voor den 31 Mei ten zijnen Kantore , overeenkomstig art 30 b 4 der Wet, van den 29 Maart 1833 ingevuld te kunnen bezorgen , met verdere informatie dat tot tegenschatten, voor de zijde der belastingschuldigen zijn benoemd, de personen van Jan Karel Crucq en Frans Joosse beide alhier woonachtig
Gedaan te Arnemuiden den 16 April 1846
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars.
Bovenstaande publicatie is op heden 17 April 1846 van het raadhuis gedaan en is voorts een exemplaar aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
B & W dezer stad
Corn:Dan: Baars.
Ter ordonnantie van dezelve
Baars
Arnemuiden den 11 April 1846
Aan den Heere Gouverneur
Onderwerp: Bedelarij
Wij hebben de eer Uwe Excie te berigten dat in onze Gemeente een aanhoudend toezigt wordt gehouden tot wering van de bedelarij en dat gedurende het 1e kwartaal dezes jaars geene bedelaars zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden.
De Burgemeester
CDB
Idem
Idem
Onderwerp: Staat Broodzetting
Nevens deze hebben wij de eer aan Uwe Excie te doen toekomen, de staat der broodzetting van het 1e kwartaal dezes jaars zooals die naar opgave der marktprijzen alhier is geregeld geworden overeenkomstig het bestaande reglement.
De Burgemeester
CDB
Idem
Idem
Onderwerp: Vaccine
Bij ons geene rapporten ingekomen zijnde dat gedurende het 1e kwartaal dezes jaars iemand in deze Gemeente is gevaccineerd geworden, of dat de kinderziekte alhier heeft geheerscht, zoo geven wij bij deze daarvan aan Uwe Excie kennis
De Burgemeester
CDB
Idem
Idem
Onderwerp: Verbaal Stedelijke Kas
Wij hebben de eer hierbij aan Uwe Excie te doen toekomen een verbaal van onze bevinding van den staat van den stedelijken kas volgens de bestaande verordeningen door ons op heden opgemaakt en geteekend.
De Burgemeester
CDB
OPNEMING VAN HET KANTOOR
Van den
PLAATSELIJKEN ONTVANGER
Op 11 April 1846 in kas f.276,54 ½
Handtekeningen van den Ontvanger Baars
En van de burgemeester; wethouder A.Adriaanse en Raadslid J. Kraamer
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 10 April 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,50
Rogge 7,75
Periode 13 t/m 19 April 1846
Extract etc
Becius secretaris
Heden den 14 April 1846
Is overeenkomstig het bepaalde vervat in het Reglement op het Brandwezen in deze Provincie ten overstaan van mij Wethouder der stad Arnemuiden bij ongesteldheid van de Burgemeester, overgegaan tot het nazien der Brandspuit , blusch en brandgereedschappen welke alles in eenen goeden staat is bevonden, dat bij de oefening die daarmede dadelijk verrigt werd, zoo volkomen bewezen werd dat men zich volkomen overtuigd houde, dat dezelve bij onverhoopte gelegenheid tot groot nut zoude kunnen verstrekken , terwijl de oefening met dezelve met orde en met genoegen heeft plaatsgevonden.
Waarvan dit verbaal door mij is opgemaakt, en nevens den Commissaris uit den Raad, met het bijzonder toezigt belast geteekend, op dato als in het hoofd dezes is gemeld.
De Commissaris Generaal
Uit den Raad
A: Adriaanse
De Wethouder: J. Kraamer.
Arnemuiden den 16 April 1846
Aan den Heere Staatsraad Gouverneur
Onderwerp: Oefening Brandspuit
De oefening der brandspuit dezer Gemeente op dingsdag den 14 dezer maand ten genoegen plaats gehad hebbende, zoo hebben wij de eer een afschrift van het daarvan opgemaakte proces verbaal aan Uwe Excie te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 16 April 1846
Aan de Plaatselijke Commissie van het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden.
De Districts Commissie van het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden alhier gevestigd heeft de eer UEA te doen toekomen drie Exemplaren van het verhandelde in de algemeene vergadering van het Hoofdbestuur en de afgevaardigden der Districts-Commissien gehouden te Amsterdam den 30 Julij 1845.
Dezelve Commissie verwittigt UEA dat de Jaarlijksche Collecte alhier zal plaatshebben op Woensdag den 22 dezer maand en verzoekt UEA dat die ook bij U geschiede, en de gecollecteerde gelden met eenen gecertificeerden Staat worden overgebragt ten Stadhuize des voormiddags tusschen tien en twaalf uren
De Districts Commissie voornoemd
De Stoppelaar Pres.
Z. Snijder Lid en secretaris
Arnemuiden den 16 April 1846
Onderwerp: Gewapende dienst
BEKENDMAKING
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat op Woensdag den 22 dezer maand van wege het Plaatselijk Bestuur alhier aan de huizen der ingezetenen eene collecte zal worden gedaan ten behoeve het fonds ter aanmoediging & ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden.
Noodigen mitsdien elk en een iegelijk uit om door milde bijdragen dit fonds krachtdadig te helpen ondersteunen, en daardoor het hoofdbestuur in staat te stellen voortdurend aan die ongelukkige krijgslieden wie hun leven ter verdediging van het vaderland veil hadden, en daardoor verminkt werden eenige verzachting in dit hun lot kan verleend worden.
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is op heden 17 dezer maand van het raadhuis gedaan en is voor een exemplaar aangeplakt waar zulks gebruikelijk is.
B & W
Corn: Dan: Baars
Ter ordonnantie van dezelve
Baars
NB Zijnde de Leeraar hiertoe uitgenoodigd op de missive van minister van staat
Arnemuiden den 16 April 1846
Aan den dominee dezer Gemeente
De Collecte ten behoeve het fonds voor de gewapende dienst in de Nederlanden, door ons bepaald zijnde te moeten plaats hebben op Woensdag den 24 dezer maand, zoo hebben wij de eer bijgaande circulaire van de minister van staat, belast met de Generale Directie der Hervormde kerk aan UE te doen toekomen, met uitnoodiging om aan den intentie derzelve op aanstaande Zondag wel te willen voldoen
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 23 April 1846
Aan den Heer Gouverneur
De Collecte voor den gewapende dienst in de Nederlanden op heden 22 alhier plaats gehad hebbende en opgebragt hebbende de som van f.4,97.
Zoo hebben wij in voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 26 Jan. Jl PB de eer dit ter kennis te brengen.
De Burgemeester
CDB
PUBLICATIE
Onderwerp: Schouwing & Omgang
B & W der Stad Arnemuiden, maken bekend dat door of van wege het Stedelijk Bestuur alhier op Woensdag den 6 Mei aanstaande een Schouwing zal worden gedaan op de schoorsteenovens en andere stookplaatsen op het gebruik der Nederlandsche maten & gewigten.
Noodigen mitsdien een iegelijk uit om wel te willen zorgen, dat op de deswegens bestaande bepalingen, geene overtredingen gevonden worden, daar de nalatigen in dezen ingevolge de bestaande voorschriften achtervolgd zullen worden.
Gedaan te Arnemuiden den 16 April 1846
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Bovenstaande publicatie is op heden den 17 April 1846 van het raadhuis gedaan,en is voorts een exemplaar aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is.
B & W
Corn: Dan: Baars
t.o. Baars
PUBLICATIE
B & W der stad Arnemuiden
Gelet op het reglement op de wering van schadelijk gevogelte van den 13e October 1820 definitief goedgekeurd bij ZM besluit van de 8 Augustus 1822 no 77
Waarschuwen bij deze elk en een iegelijk dat op dingsdag den 5 Mei aanstaande van wege het Plaatselijk Bestuur eene Schouwing op en onder deze Gemeente zal worden gedaan op de wering der nesten alle reigers, eksters, kaauwen , kraaijen, Vlaamsche gaaijen, Woud-Bosch of zoogenaamde Val duiven en musschen.
Welke schouwingen zullen worden herhaald den eersten Vrijdag van elk der maanden Junij, Julij en Augustus.
Wordende mitsdien een ieder aangemaand om zorg te dragen dat gemelde nesten zijn geweerd ten einde de bij het reglement vastgestelde boeten, en verdere onaangenaamheden voor te komen.
Gedaan te Arnemuiden den 16 April 1846
De Burgemeester
Corn:Dan: Baars
Bovenstaande publicatie is op heden den 17e April 1846 van het raadhuis gedaan, en is voorts een exemplaar aangeplakt waar zulks gebruikelijk is.
B & W
Corn: Dan: Baars
T.o Baars
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 17 April1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,25
Rogge 7,60
Periode 20 t/m 26 April 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 20 April 1846
Zetting van het brood in de Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 3 ½ cents
Idem van 5 oncen 9 cents
Idem van 10 oncen 18 cents
Idem van 15 oncen 27 cents
Idem van 20 oncen 36 cents
Boven welke prijs het brood niet mag worden verkogt.
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Biervliet den 13 April 1846
Onderwerp: Onderstand M. Schroevers
De som met de reserve van geneeskundige behandeling door het armbestuur uwer gemeente gevorderd voor het onderhoud van M: Schroevers te hoog zijnde , verzoeken wij UEA denzelven met een schip van hier op Middelburg zoodra mogelijk af te zenden en de aan hem verleende onderstand ten uwent te doen ophouden, zullende hij alsdan alhier in het armhuis worden geplaatst.
Burgemeester & Assessoren van Biervliet
Van Altena
Arnemuiden den 22 April 1846
Aan den Eerw: Kerkenraad te Arnemuiden
Onderwerp: Opzending Schroevers naar Biervliet
Het Plaatselijk bestuur van Biervliet de door UEerw: gevraagde som voor bedeeling & onderhoud van M.Schroevers te hoog vindende, verzoeken HEA dien persoon met den schipper van die plaats op Middelburg varende, zodra mogelijk op te zenden en alle bedeeling te doen ophouden.
Ons hieraan gedragende verzoeken wij UEerw: voor de opzending van dien persoon te willen zorgen en ons zoo spoedig mogelijk te willen inzenden de declaratie der verschuldigde verplegingskosten en uitbetaalde huur gedaan sedert de laatste aan ons ingezondene declaratie.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 18 April 1846
Onderwerp: Benoeming Controleur
In vervolg op mijne missive van den ?e dezer heb ik de eer UEA kennis te geven dat bij ZM Besluit van den 6e dezer maand no 60 tot controleur 3e Classe van ’s Rijks Belastingen te Middelburg is benoemd P.H. Maertens thans te Delfzijl
De Staatsraad Gouverneur van
Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 20 April 1846
Onderwerp: Bemaakte Legaten
Kennis bekomen hebbende dat door wijlen Hendrik Verhoeve bij eigenhandige uiterste wilsbeschikking van den 20 Mei 1831 aan de gereformeerde armen binnen uwe stad is bemaakt een legaat van f.25-, heb ik de eer UEA hiervan mededeeling te doen met verzoek om de belanghebbende administratie daarvan te onderrigten en ten opzigte der aanvaarding van dat legaat voor de vervulling der bestaande voorschriften te zorgen.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
Onderwerp: Aanvaarding legaat
Volgens ontvangene mededeeling van Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur van Zeeland, is door wijlen Hendrik Verhoeve bij eigenstandig uiterste wilsbeschikking van den 2 Mei 1831 aan de Gereformeerde Armen dezer stad bemaakt een legaat van f.25- onder mededeeling hiervan verzoeken wij UEerw: aan ons zoo spoedig mogelijk te doen toekomen eenen aan HEGA gerigt adres houdende verzoek dat UEerw: tot aanvaarding van voornoemd legaat mogen gemagtigd worden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 29e April 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Armrekening 1846
Door den raad dezer stad in hare vergadering van den 29 dezer maand, voorlopig goedgekeurd zijnde de armrekening voor den jare 1845,zoo hebben wij de eer onder toezending derzelve UEGA te berigten dat wij ons verpligt hebben geacht in den daaringebragte ontvangsten en Uitgaven eenige wijziging te brengen, en wel omreden dat de stedelijke subsidie ten bedrage van f.700 welke volgens de ordonnantie van betaling aan de diakenen ten volle is uitbetaald geworden met f. 154,50 minder in ontvang wordt gebragt.
De oorzaak hiervan hebben wij reeds in de rekening aangemerkt, zoodat de beide posten van Crucq & Oversluijs welke in dezelve nog als onbetaald voorkwamen, en die door den secretaris in de maand Augustus op mondeling verzoek van den dominee uit de subsidie met uwe goedkeuring zijn voldaan geworden, niet als zoodanig men hebben kunnen aannemen, maar in uitgaaf zooals die blijkens de hier bijgevoegde duplicaat kwitantie dan ook werkelijk heeft plaats gehad hebben geleden.
Dat aangezien volgens UEGA besluit van den 8 Maart 1827 PB no 46 geene kwade sloten in de rekening mogen aangenomen worden vermeendt het ons, de bedeeling in geld en brood met dat bedrag te verminderen en aan het Armbestuur over te laten den som welke voor den boekhouder schijnt voorgeschoten te zijn in uitgaaf in de begrooting van 1847 te regulariseren.
UEGA zult uit den specifieke staat bij die rekening gevoegd, ontdekken, doch ook voor dit jaar weder een tekort bestaat van f.189,01 zonder dat....................................... onleesbaar.
Wij hebben uit dien hoofde ons verpligt gevonden UEGA voor te dragen, het bedrag van dit tekort in buitengewonen uitgaaf in hare begrooting van 1847 te brengen en de stedelijke subsidie daarnaar te regelen, dewijl wij niet kunnen voorstellen dat deze som al weder niet kan worden geregulariseerd.
Wij hebben de eer het een en ander bij dezen aan UEGA finale goedkeuring te onderwerpen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 29 April 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Stedelijke rekening
Door den Raad dezer stad in hare vergadering van heden opgenomen een voorlopig goedgekeurd zijnde de Gemeente rekening voor den jare 1845, zoo hebben wij de eer dezelve in triplo met de daarbij behoorende staten en verdere bewijsstukken ter finale goedkeuring bij deze aan UEGA aan te bieden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 23 April 1846
Onderwerp: Verpleging M. Schroevers
De persoon van Marinus Schroevers wonende binnen uwe stad heeft onlangs aan mij zijne bezwaren medegedeeld dat door het armbestuur te Biervliet in geene hoogere bedeeling dan van 25 cents ’s weeks voor hem verlangde te bewilligen, en mijne tusschenkomst verzocht, dat door het voormelde armbestuur in eene hoogere bedeeling mogt worden toegestemd.
Het plaatselijk bestuur van Biervliet is dientengevolge op de voorz: bezwaren door mij gehoord, en dar bestuur heeft bij missive van den 13 dezer te kennen gegeven, dat hetzelve niet geweigerd heeft om te bewilligen in de door het armbestuur uwer stad aan Schroevers toegekende ondersteuning, maar wil in het voorstel om aan denzelven 25 cents ‘s weeks voor huishuur toetestaan, omdat daarin door deszelfs schoonzoon word voorzien, en dat hetzelve vervolgens aan UEA heeft verzocht, om het armbestuur te hooren, voor welke som hetzelve Schroevers een geheel jaar zou verlangen te ondersteunen, doch dat het gevraagde niet aannemelijk was geacht, en dientengevolge door hetzelve aan UEd: was te kennen gegeven, dat Schroevers naar Biervliet kon komen om aldaar in het armhuis te worden opgenomen.
Naar aanleiding van het vorenstaande, heb ik mitsdien de eer UEd; te verzoeken om aan meergemelden Schroevers onder mededeeling van de gezindheid van het plaatselijk bestuur van Biervliet om hem in het armhuis aldaar op te nemen, te kennen te geven dat zijne bij mij ingebragte bezwaren niet gegrond te wezen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 24 April 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,25
Rogge 7,60
Periode 27 April t/m 3 Mei 1846
Extract etc
Becius, secretaris
Arnemuiden 25 April 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Kohier van den hoofdelijken omslag
Wij hebben de eer hierbij ter goedkeuring aan UEGA te doen toekomen het primitive kohier van den Hoofdelijken omslag dezer Gemeente, voor den jare 1846 tegen den aanslag waarvan geene reclamatiën zijn ingekomen.
De Burgemeester
CDB
PUBLICATIE
Besluit van HEGA van den 17 April 1846.
Blad nr 48
Houdende bepalingen van den termijn voor den herijk der Nederlandsche maten & gewigten onder toezending eener gedrukte publicatie.
Welke op den 25 April 1846 van het raadhuis is afgekondigd en is voorts die exemplaar aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
Arnemuiden 25 April 1846
B & W
Corn: Dan: Baars
Ter ordonnantie van dezelve
Baars.
Hierna volgt REKENING van het Hervormd Diaconie ARMBESTUUR te Arnemuiden
Over het jaar 1845 en
SPECIFIEKE STAAT der Ontvangsten, uitgaven, nog te doene Ontvangsten mitsgaders van de Oninbare Posten begrepen in de Rekening van het Hervormd Diaconie Arm-Bestuur der Gemeente Arnemuiden.
Middelburg den 27 April 1846
Aan Heeren Burgemeester & Wethouders der steden of B & Assessoren der Gemeenten ten platten Lande in het Eiland Walcheren.
Middelburg den 27 April 1846.
Ik heb de eer UEA te informeren dat de Directie van Walcheren het voornemen heeft om op Maandag den 4 Mei e.k. des voormiddags ten 10 uren te vaceren tot de afgifte der permissie biljetten voor het beweiden der wegen in dit Eiland, benevens de daartoe vereischte kappers , nemende ik de vrijheid UEA te verzoeken daarvan de belanghebbenden te willen doen kennis dragen.
De President der Centrale Directie van Walcheren
Sprenger
Arnemuiden 2 Mei 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Wij hebben de eer hierbij aan UEGA te doen toekomen een verzoekschrift van het diaconie Armbestuur alhier, houdende aanvrage om te worden geauthoriseerd tot de aanvaarding eener Legaat van f.25- bemaakt aan het Diaconie Armbestuur alhier door wijlen Hendrik Verhoeve.
Geen bedenking tegen de aanvaarding van voorschreven legaat, bij ons bestaande, zoo hebben wij de eer UEGA eerbiedig te verzoeken daartoe de verlangde autorisatie te willen verleenen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 2 Mei 1846
Aan het Plaatselijk Bestuur van Biervliet
Onderwerp: Declaratie Schroevers
Wij hebben de eer hierbij aan UEA te doen toekomen, de laatste declaratie van verplegingskosten groot f. 11:50 aan den persoon van M. J.Schroevers, armlastig binnen Uwe Gemeente, met verzoek de noodige order te willen stellen,dat gemelde som binnen den daarvoor bepaalden tijd van drie maanden worde gerestitueerd..
DeBurgemeester
CDB
Arnemuiden 2 Mei 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Aanvrage onvoorziene uitgaven.
Door den Raad dezer stad is aan de bode Harthoorn, wegens het rondbrengen van sommatie billetten voorden hoofdelijken omslag en waarvan de vervolging met onze toestemming heeft plaatsgehad, welke niet kan worden ingevorderd, eene gratificatie toegekend voor daarvoor verrigte diensten ter som van f.5- onder toezending der daartoe gevorderde staat & de deliberatie uit den raad hebben wij de eer UEGA te verzoeken aan ons de noodige autorisatie te doen toekomen, die som uit de onvoorziene uitgaven te doene toekomen, in de begrooting voor dit jaar voorkomende te mogen uitbetalen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 4 Mei 1846
Onderwerp: Inwisseling Muntspeciën
PUBLICATIE
B & W der stad Arnemuiden,maken bekend dat tengevolge de wet van den 18 Decb.1845 van Dingsdag den 19 t/m Donderdag den 29 Mei aanstaande alsmede op Vrijdag en Zaterdag der 29 & 30 derzeleven maand bij de Nederl; bank en bij de Agenten van ’s Rijks Schatkist , als mede bij den ontvanger der directe belasting tot den 29 Mei aanstaande op de gewone kantooruren ter inwisseling kunnen worden aangeboden:
De Zeeuwsche rijksdaalders of stukken van Twee Gulde zestig cents welke geschonden of ongerand zijn en met den 28 Mei aanstaande buiten omloop worden gesteld,terwijl die derzelve , waarvan het omschrift ongeschonden is en die gerand zijn, tijdelijk in omloop zullen blijven, terwijl de onderdeelen der Zeeuwsche rijksdaalder niet in dezen maatregel zijn begrepen, waarschuwen bij deze elk en een iegelijk om tot voorkoming van schade van deze gelegendheid gebruik te maken, daar na bovengemeld tijdstip niemand verpligt kan worden, dezelve in betaling aan te nemen.
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is van het raadhuis dezer Gemeente gedaan. Op den 5 Mei, en is daarvan voorts een exemplaar ter gebruikelijke plaats aangeplakt.
Arnemuiden 5 Mei 1846
B & W
Corn: Dan: Baars
Ter ordonnantie van dezelve
Baars
PUBLICATIE
Inschrijving voor de Schutterij
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat gedurende den loop van deze maand bij den secretaris alhier zal gereed leggen een register ter inschrijving voor de schutterij van alle manspersonen geboren in het jaar 1821 en dat daartoe bijzondere gelegenheid zal worden gegeven op Zaturdag den 30 Mei aanstaande des nademiddags van 4 tot 5 uur op het stadhuis alhier.
Noodigen mitsdien elk en een iegelijk uit om van deze gelegendheid gebruikte maken, zullende hij wie zich ter inschrijving voor den 1e Junij eerstkomende niet zal hebben aangegeven , ingevolge de wet gestraft en zonder loting bij de schutterij ingelijfd worden.
Arnemuiden 4 Mei 1846
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is gedaan van het raadhuis alhier op den ? Mei 1846, en is voorts daarvan twee exmplaren als en aan het Stadhuis en een aan de HOOFDPOORT aangeplakt geworden.
Arnemuiden den ? Mei 1846
B & W
Corn: Dan: Baars
Ter ordonnantie: Baars
N.B. Hierbij aantekening: na de dienst bij de Nationale Militie met loting, volgde met loting de dienst bij de Schutterij zowel mobiel als rustende.
Extract uit Notulen van B & W der stad Middelburg
Den 1 Mei 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,30
Rogge 7,60
Extract etc
Becius secretaris
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 1 Mei 1846
Rapport gedaan zijnde op de Kohieren van Hoofdelijken omslag der stede Arnemuiden
Is goedgevonden
De voorz: Kohieren goed te keuren en vergezeld van een der ingezondene recapitulatie staten aan B & W der betrokkene stad te retourneren.
Extracten etc
De Griffier der Staten
Handtekening
Arnemuiden 8 Mei 1846
Aan B & W van de stad Goes.
Onderwerp: Oproeping milicien
De milicien Pieter Buk met dezelfs moeder ten verzoeke van het Algemeen Armbestuur uwer stad op den 5 November 1845 van hier naar UEAvertrokken zijnde enten gevolge Zijne Excie circulaire van den 5 dezer maand moetende in dienst gesteld worde,verzoeke ik UEA den zelven te willen gelasten dat hij op woensdag den 13 Mei 1846 desmorgens ten 9 uur zich alhier zal behooren te bevinden,ten einde met den Veld wachter dezer Gemeente naar de hoofdplaats der Provincie te marcheeren, om aldaar aan den Provincialen Kommandant te worden overgegeven.
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 8 Mei 1846.
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,45
Rogge 7,65
Periode 11 t/m 17 mei 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden 11 Mei 1846
Zetting van het brood in de Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2oncen 4 cents
Idem 5 oncen 9 ½ cents
Idem 10 oncen 18 ½ cents
Idem 15 oncen 27 ½ cents
Idem 20 oncen 37 cents
Boven welke prijs het bovenstaande brood niet mag worden verkogt.
De Burgemeester van Arnemuiden
Corn: Dan: Baars
Middelburg den 7den Mei 1846
Onderwerp: Oproeping Miliciens 3e afgifte kontingent 1846
Bepaald op Vrijdag den 15e , des morgens tn 9 ure, op de Koopmansbeurs alhier.
Arnemuiden 13 Mei 1846
Aan den Heer Gouverneur
Wij hebben de eer hierbij aan Uwe EXcie te doen toekomen eene afschrift vanhet proces verbaal van gedane schouwing & omgang,welke alhier op den 6 dezer mand heeft plaatsgehad, en wanneer het resultaat, ons geenen aanleiding heeft gegeven, daarop bijzondere aanmerking te maken.
DeBurgemeester
CDB
Provincie Zeeland
Gemeente Arnemuiden
2e kw. 1846
Proces –Verbaal
Van Schouwing en Opneming
.
Ditmaal uitvoeriger en preciezer dan voorheen!
Heden den 6 Woensdag den maand Mei Achttien honderd zes en veetig zijn wij ondergeteekende B & W van de Gemeente Arnemuiden wettig te zamen gekomen, om ter voldoening van onze verpligtingen, bij de art.58 ,61t/m 63 van het Reglement op het Bestuur te platten Lande in Zeeland van de 23e Julij 1825 voorgeschreven de onderscheidenen schouwingen en opnemingen, ons bij dezelve artikelen oppgedragen te verrigten.
En hebben wij ons alzoo aan de huizen en werkplaatsen der Ingezetenen begeven om de bestaande smederijen Ovens Schoorsteenen en andere Stookplaatsen doen aanwijzen, en dezelve naauwkeurig onderzocht, mitsgaders ook in oogenschouw genoemen de aschbakken en dergelijke aanwezige verzamelplaatsen van ligt vuur vattende stoffen.
Wijders hebben wij de Broodbakkers , die in deze Gemeente gevonden worden, bezocht,ten einde dat van de hoedanigheid en het gewigt van het brood, in overeenstemming met de zetting van het zelve te verzekeren.
Al verder hebben wij ons bij de Winkels en andere neringdoende ingezetenen vervoegd tot onderzoek naar de opvolging der bestaande bepalingen, aangaande het gebruik van maten en gewigten; terwijl door ons ten slotte nu de schouwing over de binnen deze Gemeente liggende voetpaden, waterleidingen, beschooijingen en dergelijke is gehouden.
Zijnde het result\aat van al het vorenstaande door ons verrigt.
Dat geene verandering of vermeerdering van smederijen of ovens zijn voorgekomen, en dezelve behoorlijk waren gezuiverd ,-de schouwen en Stookplaatsen bevonden wel eenige gezuiverd waren, maar noch onderscheidenen bij het schoonmaken zoo als gewoon mogt en op ernstige aanbeveling toegezegd daar aan zoude worden voldaan- de aschbakken in eenen voldoende staat zijn bevonden en geen hooitasschen of ander verzamelplaatsen van ligt vuur vattende stoffen aanwezig waren.
Dat bij de Broodbakkers het brood in hoedanigheid en gewigt goed en na genoegen is bevonden en in de werkplaatsen winkels niet dan Nederlandsche maten en gewigten voorhanden en in gebruik waren terwijl de voetpaden weder in eenen goeden staat waren en de meeste daarvan voor Rekening der Stede worden onderhouden, zoo mede de waterleidingen en beschoeijingen- en dat alzoo door ons geene overtredingen op de bestaande verordeningen zijn voorgekomen.
En hebben wij daarvan ten dage maand en jare als in het hoofd dezes gemeld, opgemaakt dit procesverbaal : afschrift etc
De Burgemeester en Wethouders voornoemd
Corn: Dan: Baars
J: Kraamer
Arnemuiden 16 Mei 1846
Aan Heeren B & W van Goes
Ik heb de eer UEA te berigten dat naar Uwe stad metterwoon is vertrokken de persoon van J: H: Nieuwenhuis, schutter behoorende bij den 1e Ban en geregtigd om ten jare 1848 tot de reserve over te gaan.
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 15 Mei 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,60
Rogge 8,00
Periode 18 t/m 24 Mei 1846
Extract etc
Becius ,secretaris
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 8 Mei 1846
Is bij resumtie gedelibereerd op de resolutie dezer vergadering van den 17 April jl aangehoudenen beraadslaging over de missive van ZE den Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 27 Februarij jl betrekkelijk de vereeniging van gemeenten van geringen omvang en bevolking.\
Waarop in aanmerking genomen zijnde dat de voorschreven aangelegendheid in de vergadering der Provinciale Staten in 1829, bereids in deliberatie is gebragt, nadat daaromtrent vooraf de betrokkenen plaatselijke besturen en Ambachtsheeren waren gehoord en dat die vergadering zich toen verklaard heeft voor de vereeniging van eenige gemeenten,te weten
Van eene bevolking van beneden de 400 zielen, de navolgende
Kleverskerke met Arnemuiden
Dit is echter tot dusver buiten gevolg gebleven.
Is goedgevonden
De overweging omtrent de vereeniging van gemeenten op de gewonen wijze aan deze vergadering te doen toekomen
Extracten etc.
De Griffier der Staten
Handtekening
Arnemuiden 29 Mei 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
In voldoening aan UEGA resolutie van den 8 dezer maand hebben wij de eer hierbij aan UEGA te doen toekomen het procesverbaal van de Stedelijke Raad in aanwezigheid van naar hetzelve geevenredigde getal grondeigenaars etc etc.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 21 Mei 1846
In voldoening aan Uwe Excie circulaire van 3 Febr.jl PB no 15 , hebben wij de eer Uwe Excie te berigten , dat wij op den ontvangst dezer circulaire als naar gewoonte zijn overgegaan tot de afkondiging der Wet van den 26 Ventose 4 jaar inhoudende een algemeene zuivering van rupsennesten in de boomen hagen of struiken, staande op het grondgebied dezer Gemeente dat wij op de bepaalde tijden daarop behoorlijke schouwingen hebben gedaan, en geene nalatigen eigenaars , pachters of gebruikers , aan deze hunne verpligtingen, hebben bevonden terwijl wij de stadsboomen door den arbeider hebben doen nazien, doch volgens zijne verklaring geene dier insecten heeft ontdekt.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 23 Mei 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Reclames tegen de gearresteerde hoofdelijke omslag
Voor den ontvangst van Uwe Excie dispositie van den 20 Mei jl hadden wij reeds kennis van den commissie uit den Kerkenraad, dezelve zich aan HEGA hadden geadresseerd met protest tegen die hoofdelijken omslag onder mededeeling van de 4 punten van bezwaar, hoewel? de secretaris daarin niet vermeld wordt, dat adres dan ingevolge bovengemelde dispositie in onze handen gesteld zijnde met berigt consideratien & advies , zoo hebben wij in voldoening daaraan en onder terugzending van het zelve de eer Uwe Excie te berigten, en wel in het ?? / dat niet den hoofdelijken omslag de kerk en andere collecten ???, maar den Leeraar zelf, daar de meeste der ingezetnen niet met zijne leere kunnen instemmen en diensvolgens niet hier, maar te Middelburg en ook te Nieuwland ter kerke gaan, of thuis blijven.
Dat tot opheden bij ons niet bekend is den hoofdelijken omslag eenige verwarring heeft gemaakt , als die bij Leeraar en de door hem opgemelde? Kerkenraad bij het bestuur maakt daar steeds alles rustig is en zoo wij vernomen hebben over het algemeen de verdeeldheid? van de vermindering derzelve
Dat het ons leed doet dezelve niet opgeven welke middelen er voorhanden zijn om de uitgaven te dekken, daar wij verklaren die niet te kennen en verlangende zijn, die alsnog te mogen weten, daar wij voorzoover niet bedoeld wordt, verhoogt van steeds geweest van stads geworden? of ingebeelde? Eigendommen , zeer gezind zijn die in overweging te brengen bij de raad.
Dat den hoofdelijken omslag naar goedvinden van den stads secretaris is ingerigt en opgemaakt in den vergadering waarin elks belang zonder onderscheiding naar derzelver beste kennis wordt behartigd hoezeer dezelve daarin zoude kunnen feilen als hoogst moeijlijk.
Dat de secretaris en de meeste leden vijanden zijn hunner kerkelijke Gemeente en diensvolgens het even is , hoe het er mede gaat bezwaarlijk zoude te bewijzen wezen, daar de secretaris wat hunne armen betreft, steeds ten allentijde het tegenovergestelde aan den dag legt, doch dat hij met de overige leden niet bij hem ter kerke gaat, wegens zijne vijandige positie tegen de regering van het eerste oogenblik zijner komst alhier, zal wel niemand ten kwade kunnen duiden daar wij in dat opzigt nog leven in een vrij land.
Overigens moeten wij Uwe Excie melde dat het kohier van den hoofdelijken omslag gedurende 14 dagen ter lezing heeft gelegen, en dat daarna door eene commissie uit het bestuur op Zaturdag den 20 April jl van des nademiddags 3 to 6 uur ten stadhuize is gevaceerd tot het aanhooren van klagten, zonder dat iemand zich dienaangaande heeft geadresseerd en waarvan het Armbestuur niet onkundig kan geweest zijn, daar wij stellen zijn onderrigt, een aantal ingezetenen het kohier hebben onderzocht en waaronder ook van hunnen famillien, indien zij al zelf niet geweest hebben, het eene en ander niet zoude hebben medegedeeld, zoo dat het protest niet meest te pas komt, ook niet de aanmerking de wijze van beleggen,waaromtrent zij zich onthouden de gapingen mede te delen.
Het zal niet noodig wezen wij de verzekering te moeten geven, het stedelijk bestuur tegen de invoering van den hoofdelijken Omslag heeft geweest, dit heeft reeds lang te voren de onderscheidene correspondentie zoo met Uwe Excie als met HEGA bewezen gelijk zulks ook nog uit de voordragt tot verkoop van een gedeelte der inschrijving bij de stedelijke begrooting voorgedragen, blijkt, daar de niet onaanzienlijke subsidien aan hedt Armbestuur, hebben ons daartoe wel verpligt , en hare ongehoorde voordragten zouden ons noodzaken , die alsnog hooger te moeten opvoeren.
Indien Uwe Excie alsnu aan de een zijde gelieve in overweging te nemen ,, het Armbestuur van de Gemeente geene onbeduidende subsidien vraagt en geniet en aan de andere zijde het stedelijk Bestuur bemoeijelijkt, om het middel waaruit alleen die subsidie te vinden is, zoekt tegen te werken en in een verkeerd daglicht te stellen zal men dan niet tot het besluit mogen komen zijn Eerw: genoegen schijnt de regering te gispen, zooals helaas hedendaags over het algemeen volgens de oproerige dagbladen plaats heeft.
Wij achten ons mitsdien verpligt Uwe Excie te adviseren wij van meening zijn de adressant het onbetamelijke van dat adres mag onder het oog gebragt worden en zij die steeds onze ondersteuning behoeven, aanbevelen mogen worden het Stedelijk Bestuur in de invordering van dien omslag eerder voor dan tegenwerken.
De Burgemeester
CDB
Negative Verklaring betrekkelijk den onderhoud van den Molenpolder te Arnemuiden over het jaar 1846
B & W
B & W stad Arnemuiden als met de directie over den Molenpolder aan deze stede behoorende belast, verklaren met alle naauwkeurigheid te hebben onderzocht en doen nazien den dijk van gezegden polder en bevonden dat dezelve is in een goeden staat, zonder dat in den loop van het jaar buiten onvoorziene rampen, daarin eenig onderhoud of herstelling vereischt wordt.
Arnemuiden den 22e Mei 1846
B & W voornoemd
Corn: Dan: Baars
Arnemuiden den 23 Mei 1846
Aan Heeren GS
Onderwerp: Onderhoud Molenpolder
In voldoening aan UEGA resolutie van den 28 Jan: 1846 no 27, hebben wij de eer hierbij aan UEGA te doen toekomen een negatif berigt voor den onderhoud van den Molenpolder aan deze stad behoorende, gedurende het loopende jaar 1846
De Burgemeester
CDB
Extract notulen B& W van Middelburg
Den 22 Mei 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,80
Rogge 8,00
Periode 25 t/m 31 Mei 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 25 Mei 1846
Zetting van het brood in de Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 4 cents
Idem 5 oncen 9 ½ cents
Idem 10 oncen 19 cents
Idem 15 oncen 28 ½ cents
Idem 20 oncen 38 cents
Boven welke prijs het bovenstaande brood niet mag worden verkogt.
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars.
Middelburg den 23 Mei 1846
Onderwerp: Rondreize Gouverneur
Ik heb de eer aan UEA kennis te geven dat ik, naar aanleiding van art.17 van het KB van den 15 Dec: 1820 op Woensdag den 27 dezer des voormiddags ten 11 ure uwe stad zal bezoeken, en dat mijne bemoeijingen bij die gelegenheid zich hoofdzakelijk zullen bepalen tot:
1 Het behandelen met den stedelijken raad van die onderwerpen, welke bij art.9 van het bovenaangehaalde KB zijn vermeld, zullende de leden van den raad met den secretaris en Gemeente-ontvanger bij mijne komst in de stad bij elkander behooren te zijn.
2 Het ontvangen van den Geestelijke en van alle autoriteiten, ambtenaren en ingezetenen welke mogten verlangen mij over eenig onderwerp te onderhouden.
Het bezigtigen van de kerk en schoolgebouwen, de brandbluschmiddelen en andere bestaande inrigtingen, verlangende ik, dat d kinderen in de school zullen tegenwoordig zijn, ten einde het onderwijs in dezelve op te nemen en
Het in oogenschouw nemen van het Gemeente archief, de registers van den plaatselijken secretaris, die van den Plaatselijken Ontvanger en die van den burgerlijken stand, als mede de registers van den in uwe stad residerende Rijks-Ontvanger.
De orde in welke een en ander zal worden volbragt zal ik bij mijne aankomst in de stad nader met UEA regelen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland.
Van Vredenburch
PUBLICATIE komst van den Gouverneur
Arnemuiden den 25 Mei 1846
Aan Eerw: Kerkenraad te Arnemuiden
Wij hebben het genoegen UEerw: te kunnen berigten dat op Woensdag den 27 dezer maand des voormiddags ten 11 uur deze stad door den Heer Gouverneur dezer Provincie met een bezoek zal worden vereerd.
Bij die gelegendheid zal Zijne Excie UEerw: benevens alle andere autoriteiten ambtenaren en ingezetenen welk mogten verlangen Zijne Excie over het een en ander onderwerp te onderhouden, ontvangen etc
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 29 Mei 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: onkosten receptie Gouverneur
Het stedelijk Bestuur heeft zich verpligt geacht bij de komst van Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie op den 27 dezer maand eenige verversching in gereedheid te hebben, ten einde Zijne Excie naar den afloop van zaken die te kunnen aanbieden.
Het bedrag der gedane voorschotten ten dien einde beloopen tezamen de som van f.13,74.
Wij verzoeken UEGA tengevolge het besluit des Raads , gemelde som uit den post van onvoorziene uitgaven in de begrooting van dit jaar toegestaan te mogen uitbetalen, terwijl wij die som op de hiernevens gevoegde staat van aanvraag hebben voorgedragen.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 20 Mei 1846
De Minister van Justitie heeft goedgevonden dat als algemeenen regel zou worden aangenomen, om te rekenen vanaf het jaar 1845 van de Policie gevangenen, welke in onze gevangenis worden opgenomen, van de gemeenten die zulks betreft voor het Rijk in te vorderen 3 centen per hoofd daags, wegens het gebruik van mobilair en ligging stukken.
Uwe stad is alzoo blijkens den nevengaanden stand van 1845 aan het Rijk verschuldigd, eene som negen en dertig centen, waarvan wij UEA beleefdelijk verzoeken aan ons in betaling te willen doen.
De Commissie van Administratie ove de Gevangenissen te Middelburg
Sprenger
Nominative Staat der personen welk in het Huis van Burgerlijke en Militaire Verschoning te Middelburg zijn opgenomen en behooren tot het Huis van bewaring waarvan de kosten wegens voeding en Verpleging komen ten laste van de gemeenten tot welke zij behooren
Volgens art.10 van het reglement van den 22 April 1841 no 80 overhet jaar 1845.
Grootjans Lieven: bij vonnis van het Kantongeregt te Middelburg wegens het maken van straatgerucht, veroordeeld voor 5 dagen gevangenisstraf: 15 cent
Schroevers Job: idem: 15 cent
Schroevers Jan: 3 dagen: 9 cent
Middelburg 20 Mei 1846
De Commissie van Administratie over de Gevangenissen te Middelburg
Sprenger
Arnemuiden 29 Mei 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: onvoorziene uitgaven
Ten gevolge van bij ons ontvangene aanschrijving van de Commissie van administratie van de gevangenissen te Middelburg , is onze stad wegens policie gevangenen voor 1845 aan die administratie verschuldigd eene som van f.0,39.
Geen allocatie in dezelve begrooting gevonden wordende , waaruit gemelde som kan voldaan worden, zoo zijn wij door de stedelijke raad in hare vergadering van den 27 dezer maand verzogt geworden , de noodige autorisatie tot de voldoening derzelve bij UEGA aan te vragen.
Ons daaraan gedragende , verzoeken wij UEGA onder toezending der gewone staat van aanvraag aan ons de vereischte magtiging te verleenen, gemelde 39 cents te mogen vinden uit de post van onvoorziene uitgaven in onze begrooting van dit jaar toegestaan.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 29 Mei 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Rekening Commissie van de Armen
Door de Commissie ter voorziening in den buitengewonen nood der Armen alhier is in de laatstgehouden vergadering overgelegd hun rekening in ontvang en uitgaaf van den jare 1845 dewelke bij den raad in volkomen order bevonden zijnde, wij de eer hebben bij deze een exemplaars aan UEGA met kennisgeving dat de kwitantie der griffie zijn gedeponeerd en welke ??????? onleesbaar
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 29 Mei 1846
Aan Heeren B & W van Middelburg
Onderwerp: Bedeeling J. Huissoon
De persone van Jannetje Huissoon woonachtig binnen uwe stad en alhier armlastig , vervoegd zich elken week bij den secretaris, om de haar toegelegde veertig cents te ontvangen.
Ten einde die vrouw van die moeite te ontslaan eene meer geregelde administratie te hebben, zoo zoude UEA ons zeker verpligten, deze vrouw wekelijks door het Algemeen Armbestuur ten uwent 40 cents te doen bedeelen zulks met Uw goedvinden eenmaal des jaars het uitgeschotene zullen restitueren.
Indien UEA zich hiertoe inclineerde zoo zal het ons aangenaam wezen deze bedeeling te willen doen aanvangen op den 20 of 21 Junij aanstaande naar gelang het Algemeen Armbestuur bedeeling houdt.
Wij zullen UEA rescriptie in dezen tegemoet zien.
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
De 29 Mei 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10-
Rogge 8,15
Periode 1 t/m 7 Junij 1846
Extract etc
Becius secretaris
Middelburg den 29 Mei 1846
Onderwerp: Mutatie Miliciens
Hierbij gaat een naamlijst van Miliciens welke op de eene of ander wijze van het Korps, waarbij zij dienden, zijn afgegaan.
Gaarne hiervan aantekening te doen op de Alphabetische lijsten der betrokkenen Ligtingen en op het Register van ingelijfden model litt G.G. uwer stad
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland.
Van Vredenburch
Knuit Marinus loteling 6e Reg. Infanterie . den 3 Maart 1846 gepasporteerd op grond van art. 21 der wet van 8 Januarij 1817.
Arnemuiden 1 Junij 1846
De kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden neemt bij dezen de vrijheid ter kennisse van de WEA Regering te brengen dat bij de invordering der bewuste vijf en twintig guldens door wijlen Hendrij Verhoeve bij eigenhandig uiterste wilsbeschikking van den 20e Meij 1831 aan de gereformeerde Armen dezer gemeente vermaakt, door Pieter van der Graft openbaar Notaris te Middelburg geantwoord is, dat dat bewuste van nul en geene waarde was, aangezien het bij geen Notaris was gedeponeerd geworden en er wel pakjes waren gevonden b.v aan Arnemuiden? maar slechts f.13 zich in bevond en daar de Kerkeraad deze invordering regterlijk wenscht te verkrijgen, verzoekt dezelve eerbiedig te mogen weten welke weg dezelve moet inslaan.
Nog moet dezelve ter WEA kennis brengen, dat de timmerman J.C. Crucq bij het leveren der doodkisten dadelijk geld wenscht en daartoe verzoekt de kerkeraad het toegekende voor de maand Junij te mogen erlangen,daar de ontvanger der armen met kwitantie zal geven bij afwezendheid des dienstdoende diaken.
Namens de Kerkeraad der
Hervormde Gemeente van Arnemuiden
H: Haesebroeck pres.
Adriaan Filius oud:
Arnemuiden 5 Junij 46
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
In antwoord op UEerw: missive van den1 dezer maand, hebben wij de eer UE te berigten, dat wij aan de Heer Staatsraad Gouverneur mededeeling zullen doen van de weigering door den Heer Notars van der Graft tot de uitbetaling der aan den Armen der gemeente door wijlen H.Verhoeve, bemaakte Legaat van f.25-
Inmiddels zouden wij het niet ondienstig achten dat UE dienaangaande een regtsgeleerde raadpleegde, mogelijk zoude die door deszelfs invloed den Heer van der Graft en Erfgenaam bewegen van hun denkbeeld af te zien, hoezeer wij anders niet veel voordeel zien in een door UE aan te vangen proces, dewijl in art.23 der wet van den 16 Mei 1829 bepaald wordt dat al de (H)olographische( volkomen eigenhandig) Testamenten gemaakt over eenkomstig het Wetboek van Napoleon, en die van kracht mogten blijven, binnen een jaar na de invoering der nieuwe wetgeving, naar aanleiding van art.55 van het Burgerlijk Wetboek aan een notaris in bewaring moet gegeven worden,op straffe van nietigheid volgens art 1000 ? van hetzelfde wetboek
Tenslotte geven wij UE te kennen dat op morgen door de diakens voor vijftig gulden subsidie kan worden gedisponeerd, en zich dienaangaande bij de stedelijke ontvanger zullen behooren te wenden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 5 Junij 46
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: over invordering Legaat.
Bij missive van den 1e dezer maand geeft de Kerkenraad dezer Gemeente aan ons te kennen dat bij den vordering der bewuste f.25- bemaakt door wijlen H: Verhoeve volgens Uwe Excie missive van den 20 April jl en geauthoriseerd tot den ontvangst door HEGA bij derzelver resolutie van den 15e Mei j; no 20, door den Heer Notaris P.van de Graft aan hun is medegedeeld, dat het bewuste Testament van nul en geene waarde was, aangezien indertijd bij geen notaris was gedeponeerd, dat er wel pakjes werden gevonden bv van Arnemuiden maar waar slechts f.13- zich in bevind, dat de Kerkenraad de invordering regterlijk wenschte te verkrijgen, en mitsdien verzogt te worden ingeligt welke weg zij hadden in te slaan.
Tengevolge deze kennisgeving hebben wij hen verwezen naar een regtsgeleerde om was het mogelijk den Heervan de Graft hiervan terug te brengen, doch dat wij geen voordeel zagen, in een door hen aan te vangen proces, dewijl bij de wet was bepaald dat al de (H)olographische Testamenten,welke men verlangen mogt van kracht te zijn, op straffe van nietigheid volgens art.1000 van het Burgerlijk Wetboek binnen een jaar bij een notaris mogt worden in bewaring gegeven.
Wij hebben gemeend Uwe Excie hiervan te moeten kennis geven , met vriendelijke uitnoodiging, indien Uwe Excie in een ander denkbeeld mogt verkeren waardoor de Kerkenraad tot de invordering derzelve mogt geraken ons dit wel te willen mededeelen daar hoezeer wij wel vertrouwen dat de niet voldoening aan het bepaalde der wet slechts aan onkunde kan worden toegeschreven, dewijl in een ander geval door den testateurs dit stuk zoude vernietigd geworden zijn, echter aan de wet niet voldaan zijnde onzens inziens geene termen van vervolging bestaan.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 2 Junij 1846
Onderwerp: Verzoek tot plaatsvervanging
Ik heb de eer UEd: hiernevens toe te zenden het request van Jacob Maartense, landbouwer wonende in uwe Gemeente voor zijnen zoon Steven Maartense, loteling der ligting van het loopende jaar en staande in werkelijke dienst bij het 6 Regiment Infanterie alsnog eenen plaatsvervanger te stellen..
Ik verzoek UEA mij met terugzending van het gemeld request zoo spoedig mogelijk uw gevoelens te doen kennen, in verband met het medegedeelde bij PB no 19 van 1836, en mij onder mededeeling van al de daarbij verlangde inlichtingen, tevens op te geven , of de requestrant genoegzaam in staat kan worden geacht, om de kosten vallende op de vervanging van zijnen zoon te kunnen goed maken, en of de bedoelde loteling met het voor hem gedane verzoek tevreden is, en de dienst wenst te verlaten.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 6.Junij 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Verzoek tot plaatsvervanging
Onder terugzending van het bij Uwe Excie misive van den 2e Junij dezer maand ontvangene adres van Jacob Maartense, houdende verzoek alsnog te worden vergund dat de dienst van zijnen zoon, Steven Maartense door een plaatsvervanger mag worden vervuld, hebben wij de eer Uwe Excie in verband met het gevorderde bij PB no 19 van 1836 te berigten dat gemelden milicien zijnde landmansknegt , dienstbaar onder de Gemeente Ritthem, niet geacht kan worden voor zijne familie , als zijnde deszelfs vader arbeider noodzakelijk tehuis behoefd, terwijl voor die geringe tijd der dienst des miliciens beroep hierdoor ook niet lijdende en hij niet na het sluiten der 3e zitting van de Militie Raad is ingelijfd geworden, terwijl overigens den adressant, zoo wij gelooven, door het nu kortelijks overlijden van zijnen schoonvader daartoe zoude in staat wezen , doch dat hunnen zoon volgens zijn schrijven thans maar verlangd zelfs te blijven dienen, heeft den adressant te kennen gegeven hij van zijn voornemen van plaatsvervanger te stellen heeft afgezien.
De Burgemeester
CDB
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 4 Junij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,20
Rogge 8,25
Periode 8 t/m 14 Junij 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 9 Junij 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Onvoorziene uitgaven
Bij den jongste storm in December 1845 hebben bij den hoogen waterstand aan het dijkje van den Molenpolder door overstroming aanmerkelijke afschuivingen plaatsgehad en is ook die polder geinundeerd , zoo als wij daarvan bij onze missive van den 12 December aan den Heere Staatsraad kennis hebben gegeven.
De degradatie daar aanveroorzaakt hebben wij ten pligt geacht in overleg met den Raad, aanstonds te doen herstellen, ten einde zoo mogelijk verdere onheilen welke daaruit zouden kunnen voortvloeijen voor te komen.
Tot hiertoe hebben wij geomitteerd aan UEGA de daarvoor aan te vragen om gedane uitschotten? Aan daggeld ten bedrage van f.53,78 te mogen voldoen, en zijn wij als nu zoo vrij UEGA eerbiedig te verzoeken, aan ons de noodige autorisatie te verleenen gemelde som van ff. 53,78, uit den post van onvoorziene uitgaven in onze begrooting van dit jaar voorkomende te mogen uit betalen.
De Burgemeester
CDB
Is de gedrukte publicatie, houdende lering ligging schutterij van den 8 tot 15 Junij 1846, en oproeping der jongelingen, geboren in 1821, om op Zaturdag den 27 Junij 1846, des nademiddags ten 5 uur, te verschijnen op het stadhuis te Arnemuiden, om aldaar voor de dienst der Schutterij te loten, en de reden van bezwaar aan de Commissie bij de loting mede te deelen.
Arnemuiden 8 Junij 1846
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is op heden den 8 Junij 1846 van het raadhuis gedaan, en zijn voorts een exemplaar daarvan in de stad aangeplakt, ter plaatse waar zulks gebruikelijk is.
B & W
Corn: Dan: Baars
t.o van dezelve
Baars
Middelburg den 8 Junij 1846
Onderwerp: voldoening declaratie
Ik heb de eer UEd: hiernevens toe te zenden een bij mij van Z:E: den Minister van Justitie ontvangene declaratie ten laste van uwe stad groot f.7,70 wegens verplegingskosten van een kind van behoeftige gedetineerden gedurende het jaar 1845 in de gevangenis voor veroordeelde vrouwen te Gouda, en UEA naar aanleiding van des Ministers te dier zake ontvangene missive te verzoeken, om het bedrag dier declaratie te doen overstorten bij den Agent van ’s Rijksschatkist te Middelburg, en de quitancie daarvan in originale of kopijlijk aan mij ter verder opzending aan voorn: Minister in te zenden.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden, den 19 Junij 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: kwitantie wegens overstorting
Wij hebben de eer Hierbij aan Uwe Excie te doen toekomen eene gelijkluidende Copie der kwitantie wegens de ons gedane betaling bij den Agent van ’s Rijks schatkist voor verplegingskosten van een kind van een behoeftige gedetineerde in het gevangenhuis te Gouda over 1845, en zulks in voldoening aan Uwe Excie missive van den 8e dezer maand.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 1 Julij 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Beschikking op de onvoorziene uitgaven
Arnemuiden den 1 Julij1846
Wij hebben de eer UEGA mededeeling te doen, dat door ons is betaald geworden uit den post van onvoorziene uitgaven over dit jaar, eene som van f.7,70 wegens verplegingskosten van het kind der in het gevangenhuis te Gouda behoeftige gedetineerde Maatje melse huisvrouw van Philippus Meulmeester en voor last? dezer stad en zulks ten gevolge eene aanschrijving van den Heere Staatsraad Gouverneur dezer provincie en op grond van UEGA besluit van den 1 febr. 1833.
De Burgemeester
CDB
Voor verstrekte kleeding en voeding: 15 cent per dag
Zie Declaratie : 28 Februarij 1846
Middelburg den 8 Junij 1846
Onderwerp: Bedeeling J. Huijssoon.
In antwoord op UEA missive van den 29 der vorige maand no 249 welke door ons copielijk aan het algemeen armbestuur is medegedeeld , hebben wij de eer UEA te berigten , dat tot de uitbetaling van de daarbij bedoelde wekelijksche bedeeling ad 40 cents aan Jannetje Huissoon de noodige magtiging op het genoemd Armbestuur is verstrekt zullende na den afloop van elk dienstjaar van de bedeeling over het alsdan afgeloopen tijdvak in behoorlijken vorm, de declaratie worden opgemaakt en door onze tusschenkomst aan UEA ter voldeoning worden toegezonden.
B & W van Middelburg
Paspoort van Grijpskerke
t.o Becius
Arnemuiden den 12 Junij 1846
Aan den Eerw: Kerkenraad te Arnemuiden
Door het Algemeen Armbestuur te Middelburg, is in bedeeling opgenomen de persone van Jannetje Huissoon armlastig in deze Gemeente, en aan wie wekelijks verstrekt wordt de som van veertig cents.
Deze vrouw is verpligt haar toevlugt te nemen tot bedelarij bijaldien men haar alle bedeeling ontzegde, ten einde als zoodanig naar de Ommerschans te worden overgevoerd.
Tot voorkoming van deze voor den Armen & Gemeente drukkende last welke ook niet dan door hoofdelijken omslag zoude gevonden kunnen worden, komt het ons verkieselijker voor, haar deze wekelijksche bedeeling te laten doen, en verzoeken van UE te mogen vernemen of UEerw: zich ook daarmede kunnende vereenigen , zullende wij daarop binnen den bepaalden tijd geen berigt ontvangende het daarvoor houden,het UE goedkeuring wegdraagt, en de declaratie van dien door B & W der stad Middelburg zal ontvangen zijn het einde van dit loopende jaar ter voldoening aan UE: worden toegezonden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 11 Junij 1846
Onderwerp: Verbod van schuren etc
PUBLICATIE
B & W der stad Arnemuiden
In overweging genomen hebbende er middelen van voorzorg behooren genomen te worden bij ded steeds aanhoudende droogte.
Verbieden tot wederopheffing dezes op eene boete van één gulden het schuren van stoepen, huizen, straten & goten mitsgaders het wasschen van glazen.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zoude kunnen voorwendende, zal deze ter gewone plaats worden afgekondigd & aangeplakt
Arnemuiden den 11 Junij 1846
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is op heden den 11 Junij 1846 van het raadhuis gedaan en is voorts een exemplaar daarvan in de stad aangeplakt, ter plaatse waar zulks gebruikelijk is .
B & W
Corn:Dan: Baars
t.o. Baars
Arnemuiden den 12e Junij1846
Onderwerp: Kennisgeving tot gratis vaccineren.
Daar van maandag aanstaande den 15e dezer tot ultimo Julij daaraanvolgende voor elk des verkiezende de gelegenheid zal bestaan om gratis te worden gevaccineerd, zoo acht zich ondergeteekende als plaatselijk Heelmeester verpligt UEA daarvan kennis te geven, ten einde des verkiezende, daaraan de nodige publiciteit te geven.
Met de meeste Eerbied.
UEADW Dienaar
J. Oversluijs.
Arnemuiden 13 Junij 1846
Daarvan PUBLICATIE
Deze is op heden den 13 Junij 1846 van het raadhuis gedaan en zijn voorts drie exemplaren daarvan in de stad aangeplakt, als 1 ter gewone plaats 1 aande hoofdpoort, en 1 aande Middelburgsche poort.
B & W
Corn: Dan: Baars
t.o. Baars
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 12 Junij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,40
Rogge 8,40
Periode 15 t/m 21 Junij 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 15 Junij 1846
Zetting van het brood
Een brood van 2 oncen 4 cents
Idem 5 oncen 10 cents
Idem 10 oncen 19 ½ cent
Idem 15 oncen 29 cents
Idem 20 oncen 39 cents
Boven welke prijs het bovenstaande brood niet mag worden verkogt
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Arnemuiden den 16e Junij 1846
De Kerkeraad der Hervormde Gemeente van Arnemuiden uitmakende het Diakonie Armbestuur neemt bij dezen de vrijheid met de meesten eerbied in antwoord op de missive van de WEA Regering van den 12e Junij te kennen te geven dat de kerkeraad niet in die voorgeschrevene bedeeling van Jannetje Huissoon kan treden aangezien
1 gemelde persoon genoegzaam in staat is bij besteden van het kind haar eigen brood te verdienen als zijnde in de kracht van haar leven.
2omdat zij te voren is gewaarschuwd dat zoo dezelve deze gemeente verliet wij haar te Middelburg niet zouden bedeelen.
3omdat wij gedwongen worden om de afgeleefde menschen veel minder te geven,ja zelfs gebrek te laten lijden en dus aan een jongmensch zulk en bedeeling volslagen weigeren en wordt de kerkeraad gedwongen haar te bedeelen, zoo verlangt dezelve dat zij zich ter bedeeling herwaarts heen begeven..
Namens de Kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden
H:Haesebroeck president
J.de Ridder oud.
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Gelezen zijnde eene missive van B & W van Arnemuiden, ven den 29 Mei houdende verzoek om eene som van negen en dertig cent, welke aan de commissie van administratie over de gevangenissen te Middelburg verschuldigd is,wegens eene policie –gevangene over 1845,uit den post voor onvoorziene uitgaven van het loopende jaar te mogen voldoen.
Is goedgevonden
B & W te autoriseren om de voormelde som uit den aangegeven post te kwijten.
Afschrift etc aan B & W voornoemd tot informatie en narigt
De Griffier der Staten
Handtekening
Middelburg den 13 Junij 1846
Onderwerp: Legaat
In antwoordop uwe missive van den 5 Junij no 252 heb ik de eer UEd te kennen te geven,dat indien met opzigt tot het testament van wijlen H: Verhoeven, indertijd in acht is genomen, de bepaling van art: 49 der wet op den overgang van de vroegere tot de nieuwe wetgeving, dat testament als nietig moet worden beschouwd en elke poging om hetzelve van kracht te doen verklaren,mitsdien vrugteloos zoude zijn.
De Staatsraad Gouverneur van de
Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 19 Junij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,50
Rogge 8,50
Periode 22 t/m 28 Junij 1846
Extract etc
Becius secretaris
Dordrecht 19 Junij 1846
Door dezen heb ik de eer UEA toe te zenden de Nota der verplegingskosten van Adriana de Ridder wed.Schroevers ten bedrage van f.80-,waarvan het mij aangenaam zal zijn de betaling in het begin der volgende maand te ontvangen.
De substituut Rentmeester van het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Dordrecht
J.A. Smits
De kwitantie staat op naam van het diaconie Armbestuur van Arnemuiden
Arnemuiden 1 Julij 1846
Aan den Heer substituut Rentmeester van het gesticht van krankzinnigen te Dordrecht
Wij hebben de eer hierbij aan UEA te doen toekomen 16 stuks muntbilletten à f.5- te samen de somvan f.80- en zulks ter voldoening der verplegingskosten van de krankzinnige A. de Ridder gedurende den tijd van zes maanden in uwe gesticht verblijf gehouden, met verzoek aan ons de hierbijgaande declaratie gekwantieerd te willen renvoijeren.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 21 Junij 1846
De Kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden, uitmakende het Diaconie Armbestuur neemt bij dezen de vrijheid ter kennis van de WEA Regering te brengen dat de post der begraveniskosten toegestaan op de begrooting voor 1846 reeds herbruikt is en verzoekt voor de meerdere uitgaven der begraveniskosten, de onvoorziene uitgaven te mogen gebruiken, gelijk dezelve mede ter kennisse brengt,dat door de betaling dier begraveniskosten , dezelve in het onvermogen verkeert om op aanstaande zondag te bedeelen, zoo dezelve door geene gelden der toegestane subsidie van wege het plaatselijk bestuur geholpen wordt.
Namens de kerkeraad der Hervormde
Gemeente te Arnemuiden
H: Haesebroeck pres.
J:K: de Ridder pr.oud.
N.B. de President der ouderlingen in de tijd dat Haesebroeck als predikant om het zacht uit te uit te drukken niet erg goed functioneerde was waarschijnlijk de kwaliteit van de ouderlingen niet echt geschikt gelet op hun achtergrond qua ontwikkeling en intelligentie.
Arnemuiden den 23 Julij 1846
Aan het Armbestuur
Onderwerp: Uitbetaling subsidie
In aanmerking genomen zijnde de meerder uitgaven welke UEerw: door sterfgevallen van bedoelde personen gedurende deze maand hebben gehad heeft ons van het genomen besluit eenigsints doen terugkeeren, daar wij ons overtuigd houden dat in de volgende maand deze ene welke door de niet meer bedeeling dier personen zeer gemakkelijk kan ingenomen worden,en kan mitsdien van de ontvanger vergezelt met twee diakenen ten dien einde zich tot den ontvangst eene som van vijftig gulden bij den stedelijken ontvanger aanmelden.
Met betrekking tot het overige in die missive gedane verzoek zal nader worden teruggekomen.
De Burgemeester
CDB
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 12 Junij 1846
Is gelezen een adres van de Kerkenraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden houdende mededeeling van bezwaren tegen de heffing van eenen Hoofdelijken omslag aldaar, en tegen de wijze waarop zulks geschiedt.
Voorts gelet zijnde op het berigt van B & W van Arnemuiden
Is goedgevonden
1 aan den Kerkenraadvorn; te doen opmerken dat het geenszins tot deszelfs bevoegdheid of bemoeijingen behoort om over de al of niet noodzakelijkheid der heffing van eenen Hoofdelijken omslag te Arnemuiden en van de wijze waarop die plaats vindt te oordeelen,maar dat zulks geheel in den werkkring van het Burgerlijk gezag valt; dat de heffing van dien omslag die men tot bestrijding der plaatselijke behoeften niet heeft kunnen ontgaan, overigens geschiedt krachtens de daartoe door den Koning verleende magtiging, endat de klassering en klassificatie der aangeslagenen in denzelven op de bestaande verordeningen is gegrond mitsgaders dat aan de belastingschuldigen na de vaststelling van het kohier behoorlijk gelegenheid wordt gegeven om,voor zoo ver zij zich met hunnen aanslag mogten bezwaard achten, daartegen bij het stedelijk bedstuur te reclameren hetwelk daaromtrent,behoudens de nadere beschikking dezer vergadering,beslist. En dat tegen den Hoofdelijken omslag van het loopende jaar, geene bezwaren door de belasting schuldigen zijn ingediend.
2 aan den gemelde kerkenraad te kennen te geven,dat deze vergadering in overeenstemming met de voorz; opmerkingen geene termen vindt om op deszelfs bezwaren verder acht te slaan en
3 Daarvan mededeeling etc
Afschriften
De Griffier der Staten
Handtekening
Extract verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den19 Junij 1846
Gelezen eene missive van Zijne Excie den Minister van BiZ van den 9 dezer maand naar aanleiding van de missive der vergadering van den 24 April jl no 2,houdende gunstig advies omtrent het verzoek van het Stedelijk Bestuur van Arnemuiden,ter bekoming van een Rijks-subsidie van f.2500- voor den bouw van een nieuw schoollocaal aldaar mededeelende dat,voor het tegenwoordige op de begrooting van het Departement van BIZ , geene fondsen meer beschikbaar zijn,waaruit het verlangde subsidie zoude kunnen worden verstrekt, maar dat Zijne Excie aan deze vergadering de verzekering kan geven, dat het verzoek niet zal worden uit et oog verloren, en dat nopens hetzelve, in het volgende jaar, en zoo veel mogelijk gunstig rapport aan ZM zal worden uitgebragt.
Is goedgevonden
Van mededeeling aan B &W van Arnemuiden en aan den Schoolopziener in het 1e Schooldistrict tot informatie bij extracten etc kennis te geven en inmiddels de zaak betrekkelijk de schoolverbetering ter genoemde plaats aan te houden
De Griffier derStaten
Handtekening
PUBLICATIE
Onderwerp: Visie leggen rekening Commissie Armen
B & Wder stad Arnemuiden ontvangen & geëxamineerd hebbende de rekening van de Commissie ter voorziening in den buitengewonen nood der armen gedurende den afgeloopen wordende jare.
Brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Gemeente dat dezelve met uitzondering van Zon& feestdaen voor elk en een iegelijk ter inzage leggen op het stadhuis alhier van Zaturdag den 27e dezer maand to op het einde van JULIJ met kennisgeving dat de bezwaren dien aangaande bij het Plaatselijk Bestuur kunnende geleverd worden,alwaar de vereischte inlichting te bekomen zijn.
De Burgemeester
CDB
Bovenstande publicatie is op heden den 24 Junij 1846 van het Raadhuis gedaan en voorts een exemplaar daarvan in de stad aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is.
B & W
Corn:Dan: Baars
PUBLICATIE
Onderwerp: opheffing verbod schuren
B & Wder stad Arnemuiden
In aanmerking genomen hebbende dat door den jongsten regen, de noodzakelijkheid niet meerder bestaat, voortdurend verboden blijft, het schurenvan huizen, straten & goten.
Heffen wij deze op het dienaangaande uitgevaardigde verbod, in hare publicatie van den 11e dezer maand op den zelfden dag afgekondigd.
Arnemuiden den 24 Junij 1846
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is op hden den 24 Junij 1846 van het raadhuis gedaan, en is voorts een exemplaar daarvan in de Stad aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is.
Corn: Dan: Baars
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 26 Junij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,25
Rogge 8,25
Periode 29 Junij t/m 5 Julij 1846
Extract etc
Loco secretaris i.p.v. Becius
Lid der Raad
Arnemuiden 3 Julij 1846
Aan Heeren GS van Zeeland\
Onderwerp: afstand gedeelte grond
Inder tijd is door ons op het hoofd bij het Arnemuidsche kanaal aan R:Blaasse vergund geworden op grond dezer stadtoekomende en waarvan als niet begroeit eenig voordeel wordt getrokken, vergundt geworden een woonhuis te stichtn ten einde in de nabijheid van deszelfs gepacht veer aan deze stad te verhuren.
Bij de classificatie van dat gebouw is het ons gebleken hetzelven niet ten name van den eigenaar of vruchtgebruiker staat, maar op naam van Arnemuiden, zoodat daar met 1847 van dat gebouw grondbelasting zal behooren te worden betaald, ten nadeele dezer Gemeente is verstrekkende.
De Raad heeft hier tengevolge vermeend dit erreur te moeten herstellen,en heeft uit dien hoofde de eer hierbij aan UEGA te doen toekomen de bij den op 6 Julij 1827 gevorderde staat met bijvoeging eener deliberatie van den stedelijken raad Acte van Schating & meting; met eerbiedig vedrzoek ZM goedkeuring voor den voorwaardelijken afstand van dat gedeelte grond te willen aanvragen.
De Burgemeester
CDB
Heden den 25 Junij 1846
Zonder zegel
Hebben wij ondergeteekende Frans Joosse & Jan Karel Crucq beide winkeliers
Wonende te Arnemuide ten verzoeke van Heeren B & W dezer stad ons begeven aan het hoofd alhier en aldaar opgemeten & getaxeerd 68 Nederl. Ellen grond behoorende aan deze stad en grenzende aan den Hoofdpoort en bevonden dat hetzelve eene waarde heeft van 15 gulden.
Welke meting & schatting wij in gemoede hebben gedaan,naar onze beste kennis& wetenschap en waarvan wij deze Acte hebben opgemaakt te Arnemuiden op dato als in het hoofd dezes is gemeld.
Stuk:
Aan het Arnemuidsche Kanaal;gedeelte grond; 68 Ned.Ellen; F.15; vervreemding van de??? Verder onleesbaar
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 3 Julij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10-
Rogge 8,
Periode 6 t/m 12 Julij 1846
Extract etc
Becius secretaris
Een brood van 2 oncen 4 cents
Idem 5 oncen 9 ½ cents
Idem 10 oncen 19 cents
Idem 15 oncen 28 ½ cents
Idem 20 oncen 38 cents
Corn: Dan : Baars.
Nog 1 stuk
Middelburg den 4 Julij 1846
Arrondissements IJker
Arnemuiden den 8 Julij1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Bedelarij
Wij hebben de eer Uwe Excie te berigten dat er binnen deze gemeente gedurende het tweede kwartaal dezes jaars een aanhoudend toezigt is gehouden op de wering der bedelarij, doch dat in die tijd geen bedelaars zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden.
De Burgemeester
Idem
Onderwerp: Broodzetting
De staat der broodzetting over het 2e kwartaal dezes jaars, door ons opgemaakt zijnde, zooals dezelve naar opgaaf der marktprijzen gedurende dien tijd alhier is geregeld geworden, hebben wij de eer bij deze aan Uwe Excie overeenkomstig het bestaande stedelijke reglement te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Idem
Idem
Onderwerp: Verbaal stedelijke kas
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Excie te doen toekomen een verbaal van onze bevinding van den staat der stedelijke kas, volgens de bestaande verordeningen door ons op den 7 dezer maand opgemaakt & geteekend
De Burgemeester
CDB
Idem
Idem
Geene berigten bij ons ingekomen zijnde, dat gedurende het tweede kwartaal dezes jaars iemand in deze Gemeente is gevaccineerd geworden of dat de kinderziekte alhier heeft geheerscht, zoo hebben wij de eer Uwe Excie daarvan kennis te geven.
De Burgemeester
CDB
OPNEMING van het KANTOOR van den PLAATSELIJKEN ONTVANGER
Totaal op heden den zevenden der maand Julij 1846: f.254,62 ½ in kas.
PUBLICATIE
B & W der stad Arnemuiden brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen alhier, dat bij dezelve is ontvangen en aan den Ontvanger ter invordering verzonden, het Kohier van het patent voor het dienstjaar 1846/47 met uitnoodiging aan een iegelijk wien zulks aangaat, om na bekome kennisgeving van zijnen aanslag ten spoedigsten het door hun verschuldigde te kwijten met herinnering tevens dat de bezwaren welke dienaangaande mogten bestaan binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend, en de patentbladen gedurende deze maand bij den secretaris moeten worden afgehaald.
Arnemuiden 10 Julij 1946
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 10 Julij 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: opneming bezaaide bundertallen
In voldoening aan de laatste zinsnede van Uwe Excie circulaire van den24 Febr. 1843 PB 25 hebben wij de eer Uwe Excie te berigten dat de opneming van de bezaaide bunders bouwland onder deze Gemeente voor den oogst van dit jaar ter bepaalde tijd heeft plaats gehad.
De Burgemeester
CDB
Grote hoeveelheden wintertarwe; idem zomergerst; winter koolzaad ; paardeboonen; erwten; aardappelen wat minder
Totaal 186 bunders ,af 30% voor ? en slooten = 131 bunders .
De erwten moeten worden opgegeven als granen
Extract uit Notulen van B & W van Middelburg
Den 10 Julij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,50
Rogge 7,50
Periode 13 t/m 19 Julij 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 14 Julij 1846
Zetting van hetbrood in de gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 4 cents
Idem 5 oncen 9 ½ cents
Idem 10 oncen 18 ½ cents
Idem 15 oncen 27 ½ cents
Idem 20 oncen 37 cents
Boven welke prijs het bovenstaande brood niet mag worden verkogt
Corn: Dan: Baars.
Middelburg den 10 Julij 1846
Onderwerp: Verplegingskosten Bedelaars
Ik heb de eer hiernevens aan UEA te doen toekomen exract uit de rekening der verschuldigde verplegingskosten van Bedelaars, welke ten laste van Uwe stad gedurende het jaar 1845 in de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid zijn verpleegd, uit welk extract UEA zullen bekend worden met het juiste bedrag der door Uwe stad verschuldigde sommen, alsmede met hetgeen door UEA bij voorschot meer is betaald dan verschuldigd was, waarvoor de vereischte ordonnancie van betaling tot restitutie opgemaakt en eerlang aan UEA toegezonden zal worden.
Ik verzoek UEA om voor zoo ver op de voors; rekening bij UEA eenige bedenkingen mogten voorkomen, die aan mij voor of uiterlijk op den 25 dezer maand mede te deelen, daar ik anders geene opgave van UEA ontvangen hebbende, het daarvoor zal houden dat er geene bedenkingen op dezelve bestaan.
De Staatsraad Gouverneur
Van Vredenburch
Maartense Pieter 5 Junij 1843 aankomst; 16 mei ontslagen; 136 verblijfsdagen; verschuldigde sommen f.9,32.; gestorte sommen f.12,50; teveel betaald: f.3,18.
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 17 Julij1846
De prijs der metrike mudde
Tarwe f.10-
Rogge 8,00
Periode 20 t/m den 26 Julij 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 20 Julij 1846
Zetting van het brood in de Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 4 cents
Idem 5 oncen 9 ½ cents
Idem 10 oncen 19 cents
Idem 15 oncen 28 ½ cents
Idem 20 oncen 38 cents
Boven welke prijs het in dezen vermelde brood niet mag worden verkogt
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Middelburg den 17 Julij 1846
Onderwerp: Toezending Declaratie
Ten vervolge op onze missive van den 28 november 1845 en 6 Januarij 46 hebben wij de eer hiernevens aan UEA toe te zenden twee decaraties van het Algemeen Armbestuur dezer Stad groot f.10 en f.6,50 wegens verplegingskosten, voor rekening uwer stad ten behoeve van Albrecht Toupet en Pieter Maartense.
UEA verzoekende het bedrag dier declaratie overeenkomstig de bestaande voorschriften binnen den tijd van drie maanden aan het belanghebbend Armbestuur te doen uitbetalen
B & W der stad Middelburg
Paspoort van Grijpskerke
Becius.
Arnemuiden 21 Julij 1846
Aan Heeren B & W van Middelburg
Onderwerp: Bedeeling Toupet
Bij UEA missive van den 17 dezer maand hadden wij de eer te ontvangen twee declaraties van gedane bedeeling onder anderen een aan Albrecht Toupet groot: f.18- en waaronder staat wordt voortdurend bedeeld.
Daar wij vermeenen dat dien persoon voor het tegenwoordige genoegzaam in staat is om voor hem en zijne vrouw, welke tevens op den arbeid gaat, de kost te verdienen, verzoeken wij UEA het Algemeen Armbestuur te willen aanschrijven, dat zij deze bedeeling onmiddelijk staakt hebbende wij in het denkbeeld verkeerd, dat de bij UEA missive van de 28 Nov 1845 voorgestelde bedeeling zich slechts beperkte voor de wintermaand.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 21 Julij 1846
Aan het Diakonie Armbestuur
Onderwerp: Toezending declaratie P:Maartense
Wij hebben de eer hierbij aan UEerw: te doen toekomen eene declaratie van gedane bedeeling van P: Maartense groot f.6,50 door het Algemeen Armbestuur te Middelburg, met verzoek deze binnen drie maanden volgens de bestaande bepalingen te willen voldoen.
Wij verzoeken UEerw: verder deze bij het Armbestuur openstaande schuld te voegen en die tegelijk van hun in te vorderen, met aanbeveling om zoo mogelijk te willen zorg dragen dat deze schuld door Crucq? wordt ingehouden?, daar wij anders bevreesd zijn het Armbestuur daarvan schade zal lijden
Slecht leesbaar!!
Arnemuiden 21 Julij 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Autorisatie onvoorziene uitgaven
In November des verleden jaars vonden wij ons verpligt door het Algemeen Armbestuur te Middelburg te laten bedeelen de persoon van Albrecht Toupet en diens huisvrouw beide Roomsch Catholijk en armlastig in deze Gemeente, en van welke bedeeling wij op heden van Heeren B & W dier stad een declaratie ontvingen groot f.181.
Daar nu in deze Geeente geen algemeen Armbestuur gevonden wordt, aan wie den verpligting tot de voldoening dier som kan worden opgelegd, verzoeken wij UEGA aan ons de noodige autorisatie te willen verleenen, de gemelde som van achttien gulden uit de onvoorziene uitgaven te mogen betalen.
De Burgemeester
CDB
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag, den 17 Julij 1846
Gelezen zijnde eene missive van B & W van Arnemuiden van den 3 dezer daarbij inzendende een deliberatie van den Stedelijken raad van de 25 Junij te voren, met bijlagen, strekkende om magtiging te erlangen tot het uitgeven in regt van opstal van 68 ellen stadsgrond aan Robbert Blaasse aldaar, zonder genot van eenige rente, maar onder verpligting van den erfpachter om de daarvan verschuldigde grondbelasting te betalen en zulks zoo lang, het op dien grond staande gebouw daarop gevestigd zal blijven.
Is goedgevonden
Het stedelijk bestuur van Arnemuiden tot de opgemelde uitgifte in voege voorschreven te magtigen met bepaling dat van die uitgifte eene behoorlijke acte zal moeten worden opgemaakt en in de daartoe bestemde openbare registers overgeschreven, van welke overschrijving zoodra die zal hebben plaats gehad, aan de vergadering rapport zal behooren te worden gedaan.
En zal afschrift dezer worden gezonden aan B & W van Arnemuiden tot informatie en narigt.
De Griffier der Staten
Handtekening
Hierna volgt in klad de verzochte acte. (zie kladorigineel)
Arnemuiden den 19 September 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp:Overschrijvingsregt van opstal
Wij hebben de eer UEGA te berigten dat de overschrijving in het register van hijpotheken van de uitgifte der 60 Ned. Ellen grond in regt van opstal aan Robbert Blaasse, waartoe het Stedelijk Bestuur bij UEGA resolutie van den 17 Julij jl no 21 is geauthoriseerd geworden, op den 20 Augustus jl heeft plaatsgevonden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 18 Julij 1846
Onderwerp: Zeeuwsch Limburgschen spoorweg etc
De heeren concessionarissen van den Zeeuwsch-Limburgschen spoorweg en van de daaraan verbondene werken hebben mij bij hunne missive van den 13 dezer maand kennis gegeven, voornemens te zijn eerstdaags met de voorbereidende werkzaamheden, bepaaldelijk met het opmeten en uitbakenen der gronden welke daarvoor noodig zullen geacht worden een aanvang te maken.
Ik heb het niet ondienstig geacht UEA daarvan medeedeling te doen, mij vleijende dat UEA aan gezegde heeren alle inlichting en medewerking zullen willen verleenen welke zij in de uitvoering der voor dit gewest in het bijzonder zoo gewigtige en belangrijke werken van UEA mogten verlangen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 11 Augustus 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Staat van gepensioneerden
In voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 21 Julij PB 70 hebben wij de eer hier bijgaande te doen toekomen de staat van al de gepensioneerden welke in deze Gemeente wonende zijn waaronder begrepen zijn bedoeld bij het KB van den 21 Junij 1836 no 91
De Burgemeester
CDB
Nominative Opgave van de Gepensioneerden of Gegageerden van de staat op den Augustus 1846 metterwoon gevestigd binnen de stad Arnemuiden
Baars Cornelis Daniël gepensioneerd vrederegter wegens het supprimeren van het Kanton Veere;bedrag van het pensioen : f.216; Justitie
Chatin Francois Paulus gepens. Commis 1e Klasse bij Rijksbelastingen; bedrag pensioen: f.233-; Alg. Burgerlijk Pensioen fonds
Kraamer Abraham gepens.matroos bij de Ambulante Recherche te water; pens. F.92-; financiën
Dingemanse,wed. Buster Adriana Gepens.weduwe van den voor Antwerpen in 1832 gesneuvelde assistent Loods Hendrik Buster op de Kannonneerboot nr 8 ; Marine
Arnemuiden den 22 Julij 1846
Dewijl de ondergeteekende algemeen hoort, dat de bouwing eener nieuwe school dit jaar vernietigd is, zoo heeft hij de eer UEA te verzoeken ter kennis van de Heeren GS dezer Provincie te willen brengen, dat hij verpligt is, noodzakelijke reparatie aan dat huis te moeten laten doen, en alzoo van het aanbod UEA gedaan afzie, daar ik mij ongenegen gevoel hetzelve aan verval over te geven, dewijl sedert dat aanbod nu 1 ½ jaar geleden, nog geen herstel plaats gehad heeft, terwijl hij ondergeschr: ook eene kamer daarin aan zijne zijne dochter verhuurd heeft, dewelke met mij overeengekomen is de noodige herstellingen met de daarvoor gevorderde belasting te helpen dragen.
EA Heeren UEA dienaar
H:W: Hogerheide
Berigt de raad: in zijn verzoek niet kan treden, aangezien den opbouw der school niet vernietigd is, maar tot een volgend jaar is uitgesteld.
Arnemuiden den 4 Augustus 1846
Wij zijn door den raad verzogt geworden , UEd: ten aantwoord op Uwe missive van den 22 Julij jl te kennen te geven.
Dat dezelve niet in Uw verzoek kan treden , aangezien de opbouw der school niet vernietigd maar slechts tot een volgend jaar is uitgesteld, en dat bijaldien gij in dezen U bezwaard mogt achten, gij U deswegens op gezegeld papier aan Heeren GS zult behooren te wenden.
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W der stad Middelburg
Den 24 Julij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,25
Rogge 8,50
Periode 27 Julij t/m 2 Augustus 1846
Extract etc
Becius secretaris
Middelburg, den 24 Julij 1846
Onderwerp: Verpleging van Willemina Lena de Bakker
Op schriftelijk aanzoek van den Stads Geneesheer is op den 16 dezer j.l in het Gasthuis dezer stad ter verpleging opgenoemn Willemina Lena de Bakker meerderjarige dochter van wijlen Marinus de Bakker.
Deze persoon, blijkens nevensgaande Nota van inlichtingen, volgens de bepalingen der Wet van den 28. November 1818 SB no 40 in uwe stad armlastig zijnde, hebben wij de eer, naar aanleiding van het KB van den 2.Julij 1826 van deze opneming kennis te geven; zullende bijaldien binnen den bepaalden tijd tegen de erkenning dier armlastigheid geene overwegende bedenkingen door UEd. worden ingebragt, de declaratie der kosten voor die verpleging verschuldigd, berekend tegen 50 cents daags, na den afloop der ziekte, aan UEd. worden toegezonden.
B & W der stad Middelburg
Paspoort van Grijpskerke
t.o. Becius
Arnemuiden 5 Augustus 46
Aan het Diaconie Armbestuur
Onder toezending eener inlichtende staat van wijlen Marinus de Bakker onderstanddomicilie hebbende in deze gemeente, zoo hebben wij de eer UEerw: te kennen te geven dat voor uwe rekening wegens ziekte in het Gasthuis te Middelburg is opgenomen diens minderjarige dochter Willemina Lena de Bakker zullende daartegen geene overwegende bedenking hebben zullende na afloop der ziekte de declaratie der kosten berekend ad f.0,50 daags aan UE: worden toegezonden.
De Burgemeester
CDB
PUBLICATIE
Afkondiging kohier
B & W der stad Arnemuiden , brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente dat bij dezelve is ontvangen en aan den ontvanger directe belastingen ter invordering het kohier van de personele belasting voor het dienstjaar 1846/47 met uitnoodiging aan een iegelijk wien zulks aangaat, om na bekomene kennisgeving van zijnen aanslag ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten , met herinnering tevens, dat de bezwaren welke dienaangaande mogten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend.
Arnemuiden 1e Aug 1846
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is op heden den 1e Augustus 1846 van het raadhuis gedaan en voorts is een exemplaar daarvan in de Gemeente aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is.
Arnemuiden 1 Augustus 1846
B & W
Corn: Dan: Baars
Middelburg den 28 Julij 1846
Onderwerp: Verhooging borgtogt
Bij een door mij gedaan onderzoek in hoever of de in der tijd door de Ontvanger der Steden en Gemeenten in deze Provincie gestelde borgtogten, in overeenstemming zijn met de tegenwoordige inkomsten der steden en Gemeenten en met bepaling van art:1 van het KB van den 28 September 1816 no 13 der verzameling van gedrukte circulaires is het mij gebleken dat de borgtogt van den Ontvanger van uwe stad, een verhooging van f.100- vordert, weshalve ik de eer heb UEd onder opmerking hiervan, te verzoeken, om bij den stedelijken raad een voordragt tot die verhooging te provoceren, en die voordragt voor het einde der eerstvolgende maand aan Heeren GS in te zenden.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs afwezendheid
Spreger
Lid van GS
Arnemuiden 6 Augustus 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: voordragt verhooging borgtogt
Wij hebben de eer hierbij aan UEGA te doen toekomen eene deliberatie van den Stedelijken Raad alhier van den 4 dezer maand, houdende voordragt om de gestelde borgtogt van den Stedelijken Ontvanger ten gevolge de vermeerderde inkomsten der stad met f.200 2 ½ % Nationale schuld te verhoogen, met eerbiedig verzoek hierop Uwe Excie goedkeuring te mogen ontvangen, ten einde alsdan tot den voorgestelde verbinding, te kunnen overgaan.
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 31 Julij 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,25
Rogge 8,50
Periode van 3 t/m 9 Augustus 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden 1 Augustus 1846
Aan den Heer Gouverneur
Wij hebben de eer hierbij bijgewerkt te renvoijeren het register JJ van de Verlofgangers der Nationale Militie dezer Gemeente op wier gedrag niets bijzonder valt aan te merken.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 17 Augustus 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: staat van liefdegiften ten behoeve der Armen bij het gemis van aardappelen
In voldoening aan letter b van UEGA besluit van den 31 Julij jl PB 77, hebben wij de eer hierbij aan UEGA te doen toekomen de daarop gevorderde staat opgemaakt naar de aan UEGA ingezonden rekening van den Gemeente alhier bij missive van den 29 Mei jl no 248, terwijl door een aantal ingezetenen aan de huizen , liefdegiften aan de Armen zijn uitgereikt, welke om wat redenen dan ook deze Christelijke pligt zelfs verlangden te doen, en waarvan natuurlijkerwijs geene hoegrootheid kunnen bepalen.
De Burgemeester
CDB
STAAT, aanwijzende de middelen waaruide, voor LEVENSMIDDELEN beschkbaar gestelde FONDSEN, zijn ontstaan.
Dienst 1846: vrijwillige giften f. 597, 09 ½
VERZAMELING-STAAT, houdende aanduiding van de bijzondere Fondsen welke tot ondersteuning van Behoeftigen, bij het misgewas der Aardappelen, zijn beschibaar gesteld, en van de bestemming aan die Fondsen gegeven
Uitgaaf of bestemming aan de Fondsen gegeven
Levensmiddelen: Tarwe 3,00
Rogge 391,58
Gort 34,45 ½
Kolen 104,35 ½
In geld 7,00 door de gevers bestemd voor eenige in
Nood verkerende kraamvrouw
Subsidiën aan andere administratiën63,70 ½
Totalen f.597,09 ½
Aldus opgemaakt te Arnemuiden den 12 Augustus 1846
B & W voornoemd
Corn: Dan: Baars
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 7 Augustus 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10-
Rogge 8,25
Periode 10 t/m 16 Augustus 1846
Extract etc
Becius secretaris
Middelburg den 7 Augustus 1846
Onderwerp: Bedeeling van C. De Meulmeester wed. P.Dingemanse
Volgens berigt van het Algemeen Armbestuur dezer Stad heeft zich tot het bekomen van onderstand bij hetzelve aangemeld Catharina de Meulmeester weduwe van Pieter Dingemanse op de gronden in het neven gevoegd afschrift van deszelfs missive uiteengezet.
Deze persone blijkens nevensgaande Nota van inlichtingen volgens de bepalingen der Wet van den 28.November 1818 in uwe Stad armlastig zijnde, hebben wij de eer, naar aanleiding van het KB van den 2.Julij 1826 UEA hiervan kennis te geven, met verzoek om te willen melden of UEA bij het erkennen dier armlastigheid, derzelver toestemming kunnen verleenen , dat, overeenkomstig de door gemeld Armbestuur gedane voordragt, voor rekening uwer stad aan voorzeide persoon een onderstand worde verleend van veertig cent; zullende bijaldien binnen den bepaalden tijd daartegen door UEA geene overwegende bedenkingen worden ingebragt, aan de voorgedragene bedeeling gevolg worden gegeven, en de declaratie der kosten voor die bedeeling verschuldigd, aan UEA nadien worden toegezonden.
B & W van Middelburg
Paspoort van Grijskerke
t.o. Becius
Middelburg den 31 Julij 1846
Afschrift
Aan de EA Heeren B & W der stad Middelburg
Catarina de Meulmeester Weduwe van Pieter Dingemanse blijkens bijgevoegde in duplo opgemaakte Nota van inlichtingen armlastig te Arnemuiden, heeft zich een en andermaal bij ons aangemeld, met verzoek om eenige ondersteuning te erlangen, als tegemoetkoming in de bestedingskosten van haar kind, minstens f.1,25 per week bedragende.
Ofschoon wij overtuigd zijn dat hare huurpenningen, welke jaarlijksch niet meer dan f.45 kunnen bedragen daartoe ontoereikend zijn, hebben wij het echter tot hiertoe uit hoofde van haren jeugdigen leeftijd onraadzaam geacht aan haar verlangen te voldoen en haar aangeraden om met haar kind zamen te wonen en zich als werkster uit te geven, ten einde daardoor evenals anderen in het onderhoud van haar en haar kind te voorzien.
De overwegende bedenkingen welke hier tegen zijn ingebragt als zijnde het kindje nog te jong om hetzelve zonder oppassing te huis te laten, wanneer de moeder uit werken gaat en 2e dat onzekerheid of zij met werkhuizen zal worden begunstigd, heeft ons bij hare vernieuwde aanvraag, als nu genoopt aanUEA in bedenking te geven v an het betrokken bestuur autorisatie te willen verzoeken om aan de voorschreve C. Meulmeester een wekelijksche bedeeling van 40 cents te verstrekken.
Regenten over den Algemeenen Armen.
Handtekeningen
Arnemuiden 8 Augustus 1846
Aan het diaconie Armbestuur te Arnemuiden
Onderwerp: Bedeeling C. De Meulmeester
Volgens eene hiernevens gevoegde copie missive van het Algemeen Armbestuur der stad Middelburg, wordt UE: autorisatie gevraagd om eene wekelijksche bedeeling te doen van f.0,40 aan Catharina de Meulmeester wed. Van Pieter Dingemanse en wel om daardoor in het onderstand van haar en haar kind te voorzien welke blijkens de hierbij gevoegde staat van inlichting armlastig is in deze Gemeente.
Onder terugzending van die copie missive zal het ons aangenaam wezen, omtrent de voorgestelde bedeeling benevens den bepaalde tijd, uw gevoelen te mogen vernemen, daar anders met die bedeeling een aanvang zal worden gemaakt.
CDB
Arnemuiden 13 Augustus 1846
Aan Heeren B & W van Middelburg
Onderwerp: over verpleging & bedeeling van W. L. De Bakker en C. De Meulmeester
Ter beantwoording van UEA missiven van 24 Julij en 7 Augustus jl eerstgemelde houdende mededeeling der verpleging van Willemina Lena de Bakker minderjarige dochter van wijlen Marinus de Bakker en laatstgemelde verzoek om eene wekelijksche bedeeling van veertig cents te mogen doen aan Catharina de Meulmeester weduwe van Pieter Dingemanse, zoo hebben wij de eer na deswegen het Armbestuur te hebben gehoord UEA te berigten dat met betrekking tot W.L. de Bakker als zijnde bereids opgenomen in het Gasthuis wij ons dit moeten getroosten, hoezeer wij gaarne zouden zien dat de onkosten welke tot haar herstel strekkende zijn door haar zelven werden voldaan of later door haar aan ons werden gerestitueerd , als zijnde zij daartoe zeer goed in staat en onzens inziens allesints billijk daar Arm noch Gemeente Bestuur niet in staat zijn om als die drukkende lasten te voldoen en de Gemeente zoodanig in armoede toeneemt dat niet dan met groote moeijte de voor het Armbestuur gevorderd wordende hoofdelijk de omslag kan worden betaald, terwijl wij dienaangaande moeten verzoeken dat de Heeren Geneeskundige hoezeer wij erkennen ter verpleging in het Gasthuis wel voor hen gemakkelijk toch niet al te vroeg tot de overbrenging in hetzelve voor ingezetenen uwer Gemeente overgaan, daar wij buiten staat zijn de kosten te kunnen restitueren en het Armbestuur volstrekt vergoed?, terwijl aangaande Catharina de Meulmeester het Armbestuur tot de voorgestelde bedeeling niet hare toestemming kan geven, kunnende zij ondersteuning verlangende tot herwaarts komen als wanneer zij ?? met alle anderen gelijkelijk zal worden bedeeld.
Wij verzoeken UEA hiervan aan het Algemeen Armbestuur uwer stad te willen kennisgeven.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 9 Augustus 1846
De kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden neemt bij dezen de vrijheid de WEA Regering van Arnemuiden een drietal exemplaren aan te bieden der begrooting voor den jare 1847.
Vervolgens geeft dezelve ten gevolge der missiven van 5 en 8 Augustus autorisatie vragende voor de bedeeling van Willemina Lena de Bakker en Catharina de Meulmeester weduwe Pieter Dingemanse met den meesten eerbied te kennen dat de diakonie door de missive der stedelijke regering van 23 maart 1846 te zeer de handen zijn gebonden, om tot deze bedeeling autorisatie te geven. En de kerkeraad alvorens daartoe over te gaan volgens missive van het klassikaal bestuur van 20 maart 1845 de WEA Regering moet aanvragen om eene buitengewone subsidie ter voorziening in de tot deze bedeeling vereischt wordende behoefte En eindelijk op de missive van 5 Augustus 1846 de benoeming eener commissie van twee leden aanvragende ten einde gezamenlijk met de benoemde commissie uit het bestuur het bedrag der schulden nader te onderzoeken en constateren moet berigten dat de voorwaardelijk toetreding des kerkeraads tot die schikking bij missive van extract van de vergadering van 17 Julij 1846 opgemaakt verbaal als onaannemelijk is beschouwd door Heeren GS der provincie Zeeland en de kerkeraad bij de ongelijkheid eenre andere schikking zich gedrongen ziet om als dan voor de subsidie te bedanken en de scheiding te vragen tusschen algemeene en diaconale armen eerbiedig verzoekende dit aan het college van HEGA ter kennisse wel te brengen.
Namens de Kerkeraad der Hervormde Gemeente
Van Arnemuiden
H: Haesebroeck president
J,H. De Ridder pr.ouderlng
Arnemuiden den 13 Augustus 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Mededeeling dat de Kerkeraad de voorgestelde eindbeslissing als onaanemelijk beschouwd
Op den ontvangst van UEGA dispositie van den 17 Julij jl houdende bekrachtiging der Voorwaarden van eindbeslissing tusschen het Stedelijk Bestuur met den Kerkenraad der Hervormde Gemeente alhier, is de raad onmidelijk overgegaan om in voldoening aan Lett a van paragraaf 2 te dier dispositie te benoemen een commissie van twee leden ten einde de bestaande tekorten bij het Armbestuur over de jaren 1843 to 1846 te onderzoeken en te constateren en hebben wij onder kennisgeving daarvan aan den Kerkenraad verzocht almede daartoe te willen overgaan.
Op deze onze missive hebben wij ontvangen de hierbij gevoegde copielijken brief waarop wij de eer hebben UEGA te moeten mededeelen
1 dat daarbij wordt ingezonden derzelver begrooting slechts geteekend door twee diakenen en niet door den president, zoodat die door ons niet kan worden aangenomen, als hebbende hij bij de opmaking tegenwoordig geweest, dat daarin gevraagd wordt f. 1339,56 subsidie met een goed batig saldo van f.12,76, hetwelk gevoegd bij f.800, plus minus tekort van vorige jaren reeds een bedrag uitmaakt van f.2100,00 hetwelk onmogelijk door ons kan worden verleend, daar wij dan wel verpligt zouden wezen de hele inschrijving? te verkoopen??, en waartoe wij ongaarne zouden besluiten, daar hierdoor de stedelijke inkomsten verminderende den hoofdelijken omslag zoude behooren? verminderen, dewelke nog bij den nadeeligen invloed van het aan UEGA ingezonden adres door den Kerkenraad niet dan zeer traag wordt betaald.
2dat met betrekking der aan hun voorgestelden verpleging & bedeeling door het Algemeen Armbestuur der stad Middelburg niet alleen nu, maar steeds altijd wordt geweigerd, hetwelk met den verpleging in een gasthuis indien dezelve armlastig in de gemeente zijn, niet mag plaatshebben dat dezelve als reden voorgeven hunnen handen te zijn gebonden, is gedeeltelijk onwaar daar op hunne begrooting den post van f.60 voor onvoorziene uitgaven staat uitgetrokken waaruit deze onkosten zoude kunnen gevonden worden; wij gewagen hierover slechts U aan te toonen, dat al wat ook mag worden voorgesteld, en hoe krachtig aangedrongen door den Leeraar met Neen wordt beantwoord , daar de overige leden zich door hem laten leiden, zoo is het dat ook met de in die missive voorhanden 3 punten het geval met betrekking tot de voorgestelde punten van eindbeslissing, dewelke bereids door hem als aangenomen zijn geteekend en door niemand als alleen door zijn verkeerde manier van voordragt wordt verworpen.
Bij het stuk van UEGA hiervoren gemeld resolutie wordn wij uitgenoodigd ingeval voor den 1 Sept deze zaak zijn vol beslag niet zal hebben erlangd, tot het voorstellen van andere maatregelen over te gaan.
Bij deswegen gehoudene deliberatiën kent/kan?? de raad voor het Armbestuur niets aannemelijker als dat geen wat door de commissie uit UEGA aan dezelve is voorgesteld , want wie kan, zijn gezond oordeel gebruikende afwijzen als onaannemelijk aanbod waardoor al de tot op heden den toebehoorende schuld wordt voldaan, staat deze afwijzing niet in contradictie met de reden wij voor ons hebben dat gem: aannemelijk voorstel tot beeindiging, als als eene scheiding van den algemeenen en diaconie Armen, zoodat wij tot verleenen van subsidie niet verpligt waren, tot dat voorstel overgegaan zijn daar gelijk wij dit reeds meermalen UEGA mogten te kennen geven, den dominee voor geene overtuiging vatbaar is en steeds met zich tegen elke wettige regering te verzetten, zal blijven voortgaan en de meest aannemelijke voorwaarden zal blijven verwerpen om tot dat doel van scheiding te geraken en daardoor meester van de beurs te wezen.
Alvorens dus voor te gaan om in ????? te treden acht de raad zich verpligt UEGA advis in dezen te verzoeken.
De Burgemeester
CDB
!! zeer slecht leesbaar!!
Arnemuiden 13 Augustus 1846
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
Onderwerp: Bedeeling Arme personen
Ter beantwoording van het 2 punt van UE missive van den 9 dezer maand hebben wij de eer U te berigten dat met betrekking van Catharina de Meulmeester wed. R. Dingemanse de voorgestelde bedeeling van het Algemeen Armbestuur der stad Middelburg ten gevolge UE brief is geweigerd met kennisgeving dat zij tot ondersteuning zich naar hierwaarts zal behooren te vervoegen, terwijl aangaande W. L. De Bakker als reeds in het gasthuis opgenomen, geene weigering meerder te pas komt, ook niet zooals UEd: voorgeven dat ten gevolge onze missive van den 23 Maart 1846 no 127 de handen daartoe te zeer zouden zijn gebonden, kunnende UEd die kosten voldoen uit de onvoorziene uitgaven en waartoe UEd: bij deze worden gemagtigd.
Ten slotte geven wij UE te kennen wij het Stedelijk Bestuur van Middelburg hebben uitgenoodigd de bij deze aan te manen? de voor haar gemaakte wordende onkosten, uit eigene verdienste te voldoen, of die later te restitueren , hetwelk allesints billijk ware.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 10 Augustus 1846
Aan den Heer Kommandant van het halve Batt: rustende Schutterij
In voldoening aan art 14 van ZM besluit van den 7 Sept: 1828 hebben wij de eer hierbij aan UEG te doen toekomen de bijzondere rol der schutterij dezer Gemeente over den loopende jaar, mitsgaders de ontslagen van Blaas Klaasse & Jacobus Schets met verzoek dezelve aan de belanghebbende te doen uitreiken.
De Burgemeester
CDB
Den Stedelijken Raad van Arnemuiden
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Leendert Wisse, Landman wonende te Arnemuiden, Provincie Zeeland.
Dat deszelfs Vader, wijlen Leendert Wisse in deze gemeente overleden den 5 Mei 1846, is aangeslagen geworden in den hoofdelijken omslag in de 3e Klasse te samen f.11,50.
Dat hij denzelfs in den aanslag ter som van f.5,75 bij den stedelijken Ontvanger heeft voldaan, en mitsdien verzoekt aangezien zijn bovengemelde vader reeds in de vijfde maand van het jaar is overleden, zoo zelfs erfgenamen van de voldoening der wederhelft in den zelfden aanslag , mogen worden ontheven.
’t Welk doende
Leendert Wisse
Arnemuiden 11 Augustus 1846.
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 14 Augustus 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.9,75
Rogge 8,25
Periode 17 t/m 23 Augustus 1846
Extract etc
Becius, secretaris
Arnemuiden den 17 Augusus 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Afloop der Schutterij
De omschrijvingen , Loterij en beoordeeling der vrijstellingen opmaken der rollen, inlijving der manschappen en opzending van de bijzondere rol der schutterij deze Gemeente voor dit loopende jaar geregeld ten uitvoer gebracht zijnde, hebben wij de eer in voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 11 Mei dezes jaars PB 57 kennis te geven.
De Burgemeester
CDB
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 14 Augustus 1846
Gelezen zijnde een missive van B & W van Arnemuiden van den 6 dezer maand no 315, daarbij inzendende eene deliberatie van den Stedelijken Raad van den 4 bevorens houdende voordragt om de borgtogt van den stedelijken ontvanger als bedragende slechts f.300- reeël op f.500. -2 ½ % inschrijving op het grootboek der Nat. Schutterij en alzoo niet geevenredigd zijnde aan het tegenwoordig bedrag der Stedelijke inkomsten te doen verhoogen met f.200- nominaal kapitaal inschrijving op het voorm: grootboek als mede om de kosten welke ten gevolge van die verhooging moeten gemaakt worden, ut de stedelijke fondsen te voldeon.
Is goedgevonden
De verhooging des borgtogts van den stedelijken Ontvanger te Arnemuiden te bepalen op f.120, reëel op f.200, 2 ½ % inschrijving op het grootboek der Nationale schuld, en hiervan aan B & W van Arnemuiden mededeeling te doen, met uitnoodiging om te zorgen dat wegens die verhooging zoodra mogelijk de vereischte acte worde opgemaakt en de grosse daarvan binnen eene maand na heden aan de goedkeuring der vergadering te onderwerpen.
2 aan B & W voorn: te kennen te geven , dat aangezien de kosten vallende op de verhooging der borgtogt een last is die doorden Ontvanger persoonlijk behoort te worden gedragen en geene redenen zijn aangevoerd waarom de ontvanger van dien last zou behooren te worden ontheven de vergadering geene termen heeft gevonden om in de voordragt tot voldoening dier kosten uit de stedelijke fondsen te bewilligen.
En zal afschrift dezer worden gezonden aan B & W van Arnemuiden tot informatie & narigt.
De Griffier der Staten
Handtekening
Arnemuiden 8 September 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Toezending grosse & copie borgtogt
Door den Stedelijken Ontvanger aan ons ter hand gesteld zijnde de de grosse & copie wegens de verhooging zijner borgtogt als Gemeente Ontvanger ter dezer plaats.
Zoo hebben wij de eer die stukken aan UEGA goedkeuring te onderwerpen.
De Burgemeester
CDB
B. Afd. Algemeen Secretariaat no 1966
Zij deze en bijlagen gesteld in handen van Heeren B & W der stad Arnemuiden om berigt, consideratien en advies
Middelburg den 18 Augustus 1846
Van wege den Staatsraad Gouverneur der Provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Handtekening
Arnemuiden 31 Augustus 1846
Aan zijne Excie den Heere Gouverneur
Onder terugzending van het bij Uwe Excie dispositie van den 18 Augustus jl in onze handen gesteld zijnde adres van den gepensioneerden onderwijzer H.W. Hogerheijde , alhier zoo hebben wij de eer Uwe Excie dienaangaande te berigten.
Dat alvorens het Plaatselijk Bestuur in den aanbouw eenre nieuwe school was toegetreden, den gepensioneerden onderwijzer Hogerheijde in onderhandeling heeft geweest deszelfs huis te verkoopen aan den tegenwoordigen onderwijzer Kwekkeboom, en daarvoor van laatstgemelde was geboden f.900 à f980, doch voor niet minder was te verkoopen dan f.1000-,en daar Kwekkeboom geen genegendheid had meer te geven, zoo waren zij tot nog toe tot geen accoord gekomen,toen de Raad in dien opbouw bewilligd heeft eerstgemelden onder goedkeuring van HEGA hebben toegelegd de gevraagde f.1000-, bijaldien dien aanbouw der school mogt verwezentlijk worden, en waarop door hem is genoegen genomen.
Dat eenigen tijd daarna door den Heer Hoofd Ingenieur van de Waterstaat volgens het plan
van dat huis door ZWG met Hogerheijde is gesproken en met goedkeuring van Kwekkeboom is bepaald geworden dat laatst gemelde voor de woning zoude geven f.800- en de stad voor den Erve waar de nieuwe school zoude worden gebouwd f.200- waardoor hij desgevraagd f.1000- zoude verkrijgen, zonder dat bij die onderhandeling is bepaald geworden de juiste tijd, wanneer deze overeenkomst tot beslag mogt gekomen zijn, dan dit zoude afhangen van hetgeen dienaangaande met betrekking der daarvoor benoodigde fondsen door HEGA zoude worden beslist.
Bij de deliberatiën van zijn verzoek is den Raad voorgekomen dat Hoogerheijde reeds aanvankelijk deszelfs woonhuis heeft verkogt, zoodanig dat bijaldien door? de Provincie aan ons een voorschot moge plaats hebben met de toegelegde subsidie van f.2500 wij zonder verder accoord te maken hem in overleg met Kwekkeboom, deszelfs koopsom zoude uitkeren, hetwelk geene de minste verandering in de eenmaal te stichten school zoude teweeg brengen,, daar ingeval door zijn verzoek van die woning het erve wordt afgenomen? geen geschiktere gelegendheid als deze in de gansche Gemeente voor de aanbouw der nieuwe school zal gevonden worden.
Wat of de reparatie van zijn gebouw betreft beschouwen wij meer als een motif dan een wezentlijke grond? , zoo dat wij Uwe Excie in overweging geven, om bij de behandeling van het adres bij HEGA voor te dragen om aan de stad uit de door HEGA aan ons toegekende subsidie , provisioneel eene som van f.200- te verleenen ten einde den adressant met de bijlegging der f.800- door Kwekkeboom deszelfs koopprijs te betalen waardoor alles zoude uit den weg geruimd worden en ten 2, bijaldien daarin? door HEGA niet kan worden getreden, het verzoek verzoek van den adressant om de in deze vermelde reden, van de hand te wijzen,daar de tusschenruimte van den verkoop tot op den betaling niet is bepaald geworden en alzoo de verloopene tijd nog geen grond van vernietiging van het accoord kan uitmaken.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 17 Augustus 1846
Onderwerp: Bedenkingen Rekening over 1845
Het onderzoek der erkening uwer gemeente over 1845 heeft aanleiding gegeven tot de navolgende bedenkingen als
A dat de nota der verschotten wegens leges voor huwelijks afkondigingen niet door den ambtenaar van den Burgerlijken stad is gecertificeerd.
B dat de ordonnanciën van betaling afgegeven voor het jaarlijksch onderhoud van de Brandspuit ten behoeve van J.C. Vervenne en tot een gezamentlijk bedrag van f.15- afgegeven een van beide op zegel had behooren te zijn gesteld, vermits de eerste een betaling betreft op rekening eener grootere som waarvan de quitancie volgens no 51 van art: 27 der wet van 3e October 1843 aan het zegelregt onderworpen is.
Ik heb dientengevolge de eer UEA onder retour der betrekkelijke stukken te verzoeken te willen zorgen dat de vorengemelde bedenkingen worden opgeheven en de stukken daarna aan mij terug te zenden.
De Staatsraad Gouverneur der Provincie Zeeland
Deszelfs afwezigheid
Sprenger
Lid GS.
Arnemuiden den 19 Augustus 1846
Aan den Here Staatsraad Gouverneur
Alvorens aan Uwe Excie te retourneren de ordonnantie gevoegd geweest bij Uwe missive van den 17 dezer maand , zij het ons vergund Uwe Excie te mogen te kennen geven dat wij niet ten volle zijn overtuigd dat 1 der ordonnantiën wegens gedane betalingen voor onderhoud der brandspuit aan P.C. Vervenne begroot f.7,50 ingevolge de wet van 3 Octber 183 op zegel behoort te zijn.
Wij vermeenen Uwe Excie tot grond daarvan te moeten doen opmerken
1 dat de betaling niet geschied op rekening eener grootere som, daar bij de afgifte der eerste ordonnantie geene grootere som verschuldigd is, als dat dezelve luid, zoo min als de ordonnantiën der staatscourant dewelke alsnu op uitnoodiging van Uwe Excie wordt betaald.
2 dat voor den onderhoud der brandspuit de stad elk halfjaar ja elk kwartaal het vervallene gedeelte verschuldigd is en wij dezelve naar verkiezing elk moment den gewonen onderhoud derzelve zoude kunnen doen ophouden, ja zelfs voordat de aan het regelmatig verschuldigde som van f.10- mogt worden betaald en alzoo de eerste ordonnantiën op zegel gesteld noodelooze kosten zoude zijn gemaakt.
3dat onzens inziens de wet duidelijk op het oog heeft de voldoening van een zeker gedeelte eener reeds verschuldigde som dewelke bij de betaling op rekening op dat moment reeds geheel verschuldigd is, en waarvan de geheele pretentie boven de tien gulden bedraagd, maar niet een onderhavige pretentie heeft kunnen bedoelen als de dezen waarvan wij bij de betaling op het halve jaar, ook slechts de helft en niet de geheele som verschuldigd zijn en alzoo niet op rekening plaats heeft.
Het zal ons mitsdien aangenaam zijn nader dienaangaande Uwe Excie gevoelen te mogen vernemen, als wanneer de ordonnantiën alsdan met de meeste spoed aan Uwe Excie zullen worden geretourneerd.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 19 Augustus 1846
Onderwerp: Om inzending quitancie eener overstorting in originale
Hierover correspondentie.
Arnemuiden den 21 Augustus 1846
Onderwerp: Inwisseling der daalders of stukken f.1:50
PUBLICATIE
B & W van Arnemuiden, maken bekend dat in ingevolge de wet van den 16 December 1845 op zondag den 6 September 1846 buiten koers zal worden gesteld de daalders of stukken van f. 1,50 en vijf schellingen.
Dat de inwisseling daarvan op alle landskantoren zal plaats hebben van den 1 totden 8 September aanstaande.
Waarschuwing bij deze elk en een iegelijk om tot voorkoming van schade van den gelegendheid gebruik te maken daar na bovengemeld tijdstip, niemand vepligt kan worden, dezelve in betaling aante nemen.
De Burgemeester
CDB
Bovenstaande publicatie is van het raadhuis dezer Gemeente gedaan op den ?Aug.1846 en zijn voorts een exemplaar daarvan in de Gemeente aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is.
B & W
Corn: Dan: Baars
t.o. Baars
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 21 Augustus 1846
De prijs metrieke mudde
Tarwe f.9,75
Rogge 8,00
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden 24 Augustus 1846
Aan den Kerkenraad te Arnemuiden
Onderwerp: om opgave bedeelde personen
In dertijd is door UE: een voorstel gedaan tot scheiding der diaconie met de armen van den algemeene van de Gemeenten,alvorens dit voorstel als een punt van overweging bij de Vergadering van den Raad te brengen,verzoeken wij UEerw: aan ons binnen drie dagen te willen doen toestaan eene nominatieve opgave der thans door UEerw: bedeeld wordende personen met opgave of dezelve al of niet zijn lidmaten der Hervormde gemeente, mitsgaders van de door UE gelijke opgave of dezelven overledene ouders al of niet door belijdenis ledematen uwer Kerkgenootschap waren.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 25 Augustus 1846
Onderwerp: Stranding zeeschip quarantaine
Het plaatselijk Bestuur van Veere heeft mij berigt dat in den voormiddag van den 22 dezer vier Arnemuidsche vischschuiten komende uit zee eenige balen wol inhebbende afkomstig vermoedelijk van een op den Banjaard verbrijzeld Brikschip de reede van Veere passeerde, door den Kommanderende Officier van ZM aldaar gestationeerde Kanonneerboot ingevolge de instructie op de quarantaine zijn aangehouden en onder deszelfs surveillance genomen, waarvan hij de vereischt wordende rapporten heeft opgezonden.
Daar met die visschers geene gemeenschap mag gehouden worden,en soms andere inwoners uwer gemeente zouden kunnen beproeven om strandgoederen aan te voeren,heb ik de eer UEA van het vorenstaande mededeeling te doen, met uitnoodiging om tegen het aanbrengen van de bedoelde voorwerpen strengelijk te waken en te doen waken., met inachtneming van de verordeningen vervat in mijn besluit van den 16.Julij 1831 PB no 72 en die geinhaereerd bij dat van 6 October 1845 PB no 105.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 27 Augustus 1846
Aan de Commissie van Landbouw
Onderwerp: Aanvrage keuring stier
Wij hebben de eer hierbij aan UEd; te doen toekomen, eene aanvrage van C: Oreel Karoter wonende alhier ten dezelven verzoek dat deszelfs stier in de eerste te doene keuring mag worden begrepen.
e keuring mag worden begrepen.e van C: Oreel Karoter wonende alhier ten dezelven verzoek dat deszelfs stier in de eerste te doe De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 28 Augustus 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,00
Rogge 8,25
Periode 31 Augustus t/m 6 September 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden 31 Augustus 1846
Aan den Heere Gouverneur
Bij de eerste reis dat onze visschers na het Tractaat met België, zich met Manden?? visch derwaarts hebben begeven, hebben dezelve aan Bath moeijlijkheden ondervonden,die voor hun van geen gunstige aard zijn en waarvan zij wel verlangen zouden ontslagen te worden ,dezelve bestaat hierin dat zij verpligt worden,aldaar aan te leggen en een certificaat van oorsprong hunner goederen te nemen, daar zij anders niet deelen in de gunstige bepaling maar de volle regten in België mochten betalen .
Volgens hunne verklaring verkeren zij door dat oponthoud en vooral des nachts de niet? gelegendheid om ter bekwamer tijd te Antwerpen aan de Markt te wezen.
Waardoor zij zooveel verliezen dezelve gereedeer de volle regten zoude kunnen betalen,bovendien is het dan bij onstuimig weder en ontijd onmogelijk daar aan te leggen,terwijl bij aldien de verpligting alleen op hen ruste met certificaat van oorsprong te nemen deze als telken reis zij naar Antwerpen varen, door ons aan hen wordt afgegeven als overbodig is te beschouwen..
Mogt deze verpligting voort vloeijen dezelve gehouden zijn aldaar het gewigt hunner visch op te geven hetwelk toch slechts calculatif plaats heeft, en telken reis wel 100 Ned. Ponden meer bedraagd, dan zij inderdaad hebben,uit hoofde men anders in België tegen hen verbaal opmaakt, zoo zoude gevoeglijk derzelver afrekening in België ten blijk kunnen verstrekken, hoeveel ponden visch zij aldaar aan de markt gebragt hebben bij aldien deze naar Bath werden verzonden; eene ander moeiijlijkheid heeft zich geopenbaard met den vervoer der visch naar Gend.
Te Zelzaete heeft men aan Marinus van Belzen gelieven? te verklaren dat bijaldien zijne visch door een naar Gend vervoerd wordt hij in de vermindering der renten ?? deelt, maar bijaldien die pas geschied gelijk hij zijne visch te Neuzen op eene kar heeft geladen,zoo als dit veeltijds plaats heeft daar het opvaren naar Gend met hunne schuit veel oponthoud veroorzaakt, hij de volle regten mogt betalen;den fout schijnt voort te vloeijen aan gebrek van instructiën, zooals dan nu ook volgens verklaring van M. van Belzen van hem de volle regten zijner aangebragte visch is gevorderd & betaald.
Tot uit de wegneming zoo mogelijk van het een en ander zijn wij zoo vrij Uwe Excie hulp in te roepen met eerbiedig verzoek bij het hooger bestuur, dienaangaande werkzaam te willen wezen opdat den Visscher weer broodwinning tegenwoordig onbeschrijvelijk ellendig is, toch niet verder in de uitoefening van zijn beroep mag bemoeiijlijkt worden.
De Burgemeester
CDB
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 21 Augustus 1846
Door enz.rapport gedaan zijnde op de tot dat einde in derzelver handen gestelde Staten van aanvragen, omautorisatie tot beschikking over de onvoorziene uitgaven bij de begrootingen der steden en gemeenten van het vorige en het loopende jaar toegestaan,mitsgaders enz.
Is goedgevonden
1 de voorz:staten te arresteren,behoudens de daar in gestelde opmerkingen en de hierna te vermelden uitzonderingen een exemplaar van de door de besturen van eenige steden en van gemeenten in het 1e district overgelegd, aan dezelve te doen toekomen.
C aan B &W van Arnemuiden enz dat volgen het voorschrift, gegeven bij het besluit van den 1 Februarij 1833, PB no 22 de aanvragen van den onderwerpelijken aard,behooren te worden ingezonden, binnen acht dagen na de afloop van ieder kwartaal, met verzoek om zich voortaan dien overeenkomstig te gedragen.
Extracten etc
STAAT van AAVRAGEN tot bekoming van autorisatie om op het FONDS van ONVOORZIENE UITGAVEN te mogen disponeren,gedaan doorhet PLAATSELIJK BESTUUR te Arnemuiden.
Posten : Gratificatie voor het rondbrengen van sommatiën van niet ingevorderde hoofdelijken omslag. F.5--
Policiekosten van gevangenen over 1845 f.0,39
Receptiekosten van den Heer Gouverneur F. 13,74
Stormschade aan het dijktje van den Molenpolder door den hoogen watervloed f.53,78
Verplegingsksten A.toupet en huisvrouw behoorende tot de RC Geloofsbelijdenis f.18—
Er ontbreekt een R.C Armbestuur.
Arnemuiden 8 September 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: verslag der werk? Aardappelen.
Wij hebben de eer hierbij aan Uwe Excie het verslag van den toestand der onder deze Gemeente gerooide en te velde staande zomer & winteraardappelen,opgemaakt met de meeste naauwkeurigheid volgens de gegevene inlichtingen der Landlieden en zulks ter voldoening van Uwe Excie verlangen van den 2 Sept jl PB 81.
De Burgemeester
CDB
Verslag van het Stedelijk Bestuur van Arnemuiden, betrekkelijk de ziekte van de aardappelen
Bestaande uitzigten omtrent de ????afzonderlijk van de vroege/late aardappelen.
De vroege aardappels waarin men weinig of niet de ziekte heeft ontdekt zijn over het algemeen zeer goed uitgevallen,echter daar deze slechts voor eigen consumptie wordt ?? kan men daarvan geen winter provisie opdoen,maar dienen slechts voor tegenwoordige behoefte
Omtrent de winteraardappelen moeten wij berigten dat de ziekte in het algemeen bij de Landlieden heeft geopenaard , en dat de opbrengst der aanstaande nieuwelingen als niet gunstig zijn te beschouwen,echter daar vele der Winter aardappelen nog niet gerooid zijn, kan men ook met geene zekerheid de uitkomst mededeelen,als zulks niet wetende , enkelde der Landlieden vermeenen dat de hoop geheel venietigd is,daar de verrotting met de aardappelen in de grond met ???/meer ? toeneemt
Bijzonder consideratien mededeelingen en aanmerkingen:
Als bijzondere consideratiën en mededeelingen moeten wij Uwe Excie berigten dat volgens de medegedeelde ondervinding van den secretaris,wij voor ons vermeene dat zoodra de ziekte zich in het loof openbart en de aardappel maar min of meer bruikbaar is,men oogenblikkelijk zoude rooijen om zooveel mogelijk van de aangedane aardappels op eenen luchtig zolder met afsluiting van den dag,zeer dun uit elkander legt.
Wij kunnen dienaangaande mededeelen Dingsdag 25bAugustus ll ontdekte den secretaris weinig of geen kwaad in deszelfs onder de Gemeente Nieuw- en St.Joosland te velde staande winteraardappelen, het loof was nog uitermate groen, den aardappel bijzonder ?? gezond?/
Vrijdag den 28 Aug: daarbij komende was het loof geheel dood en zoude men te vergeefsch een groen blaadje gezogt te hebben, hij resolveerde? hierop denzelve onmiddellijk uit te doen en vondt reeds een aantal aardappelen door de ziekte aangedaan, welke hij meede met schijnbare gezonde afzonderde ,deze op deszelfs zolder dun uiteenlegde , en 3 dagen daarna als geene verandering in dezelve bemerkende op een hoop verzamelde , doch na verloop van 2 dagen , zich verpligt vond dezelve weder uiteen te leggen, als meende door het zweeten derzelve ongelooflijk in verrotting toe, doch sedert het uiteenleggen door den regel ?/ , geen verderen voortgang van ???? de aardappels zijn zeer goed van smaak ,terwijl de aardappels zich daar in de nabijheid bevindende eenige dagen later gerooid voor het grootste gedeelte geheel rot waren.
Arnemuiden den 8 September 1846
De Burgemeester
Arnemuiden 30 September 1846
Bij een der Landlieden van de 10 mudden goede aardappelen nog 1 mud thans geschikt .
Bij wethouder Adriaanse geen een goede mudde.
De vooruitzigten zijn weder niet gunstig.
Weinig hoop dat er van de oogst nog iets terechtkomt..
De Burgemeester
A:A:
Aan de HeerGouverneur.
Arnemuiden den 14 October 1846
De Aardappeloogst is geheel ingezameld .
De berichten zijn niet zeer gunstig.
Voor voeding geschikte aardappelen zijn momenteel slechts 45 vroege mudden en 159 late aanwezig . Het bederf gaat steeds door.. etc.
B & W van Arnemuiden
A:A:
Extract notulen B &W van Middelburg
Den 11 September 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10-
Rogge 8,50
Periode 14 t/m 20 September 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 13 September 1846
De kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden neemt bij dezen de vrijheid onder terugzending der toegezonden en door de kerkeraad geteekende staten der tekorten over 1843 t/m 1846 ter kennisse van de WEA Regering en door dezelve ter kennisse van HEGA te brengen, dat de kerkeraad geen zwarigheid gemaakt heeft deze opgemaakte staten te teekenen in de hope dat de overige zwarigheden ook uit de weg geruimd zullen worden, vooral wat de bedeeling betreft, want het is den kerkeraad onmogelijk uit de maandelijksche subsidie van f.540- alles te betalen, daar de uitgaven in eene maand van 5 zondagen reeds f.60- bedraagt en dan is er nog niets voor zieken of de zoodanige die geene ledematen zijn dus zal de kerkeraad de overige te maken schikkingen met eerbied afwachten, zoowel wat de wintergiften als kleeding enz betrefr en zich gaarne aan eene begroting houden zoo zij redelijk is, maar bij het onmogelijke zich van elke schikking ontbonden rekenen.
Namens de Kr der Herv. Gemeente van Arnemuiden
H: Haesebroeck pres.
M. Grootjans fung. Pr. Oud.
Arnemuiden 14 September 1846
Aaan den Heer Gouverneur/Geneesk. Commissie
Onderwerp:Berigt buitengewone sterfte
Daar sedert eenige tijd in deze Gemeente onder de kinderen volgens het berigt van den stadheelmeesters een zenuwachtige zinkings hoest gepaard met doorloop heerscht waardoor er alhier eene meer dan gewone sterfte plaats vindt, zoo achten wij ingevolge de aanschrijving van den 15 Sept 1840 PB 45 van onzen pligt Uwe Excie daarvan als buitengewoon voorval mededeeling te doen, om wel te berigten dat in de maand Augustus j alhier 15 sterfgevallen hebben plaats gehad waarvan 11 beneden het jaar 1 van 2 ½ en 1 van 1 ½ jaar en twee personen van verderen leeftijd en gedurende deze maand reeds 15 tot en met de 3 jaar, terwijl de gewone loop van sterfte maandelijk zich zoo als bepaald tot 3 à 4 personen.
De meeste dezer kindertjes blijven buiten geneeskundige behandeling, daar bij de aangifte van overlijden naar de oorzaak daarvan gevraagd wordt berigt dat zij in den hoest gestikt of gebleven zijn.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 12 September 1846
Onderwerp: Uitvoer van visch naar België
Bij Uwe missive van den 31. Augustus jl wordt o.a gewaagt van een certificaat hetwelk door UEd: aan de naar Antwepen met versche visch varende visschers telke reize moet afgegeven.
Ik heb de eer UEd: te verzoeken om mij door toezending van een model van zoodanig certificaat in kennis met hetzelve te stellen, en mij daarbij te onderrigten
1 of en in hoe ver zoodanig certificaat door UEd: naar aanleiding van eenig voorschrift van hoog gezag wordt afgegeven.
2 welk gebruik de visschers daarvan maken, en in het bijzonder of hetzelve ten kantore Bath wordt overgelegd en ingetrokken
3of en in hoever de visschers bij hunnen aankomst ten kantore voornoemd op een mondelinge aangifte tot uitvoer worden uitgeklaard dan of van dezelve een schriftelijke aangifte wordt gevorderd.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 16 September 1846
Aan de Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Uitvoer visch naar België
Ter beantwoording van Uwe Excie missive van den 12 dezer maand hebben wij de eer Uwe Excie te berigten dat het bij onze missive van den 31 Aug: jl bedoelde certificaat van oorsprong bij de eerste reis dat onze visschers met versche visch te Antwerpen aan de Markt waren de overlegging daarvan door het Belgische Gouvernement gevorderd is, en het zelve was ingerigt overeenkomstig model D genummerd in Staatsblad no 51 van dit jaar, doch dat wij alsnu uit Belgiën van den factoor alsdan ontvangen hebben het certificaat niet meer benoodigd en het wel kan volstaan met het certificaat van Bath model C, terwijl dat certificaat te Antwerpen bij de aangebragte visch werdt overgelegd.
Wij moeten Uwe Excie berigten zij op eene mondelinge aangifte tot uitvoer worden uitgeklaard en aan hen zoo als hierboven is gezegd het certificaat wordt afgegeven.
Op dit cantoir doet zich eene moeijlijkheid op, waarover luide klagten in deze Gemeente gehoord worden, en welke wel van dien aard zijn, zij volgens hunne verklaring die niet op Lillo moeten ondervinden, maar daar wat derzelve spoedige hulp betreft niets te wenschen overlaat op het kantoor Bath des woensdags avond of nacht arriverende moeten zij blijven liggen tot den volgende morgen om 8 uur door den ontvanger dezelve voor die tijd niet verkiest te helpen, niettegenstaande zij ZE betoogd hebben dit voor hun tot schade strekt, daar zij door dit oponthoud niet ter bekwamer tijd op de markt kunnen wezen, en alzoo niet den helft der waarde van hunnen visch maken daar zij door het stoppen van tijd hunnen visch niet voor vrijdag morgen kunnen afslaan hetwelk anders des donderdags morgen plaats heeft terwijl zij door dit ? een groot deel van hunne visch te moeten wegwerpen, dewijl die in deze oogenblikken spoedig to bederf overgaat.
De visschers meenen dat de uitklaring van versche visch die zoo spoedig bederft ten allen tijde moet plaats hebben en geen oponthoud mag ondervinden , en zoo min des daags als ’s nachts behoort plaats te hebben, daar anders het tractaat voor hen geen voordeel is en daarin geene verandering komende in het vervolg vooral des nachts liever willen doorvaren en de volle regten in België betalen dan door aan Bath te blijven liggen, achter de markt te komen tot ?? grootere schade.
Het zal ons mitsdien aangenaam wezen als Uwe Excie in het belang van onze visschers en deze gansche gemeente daarin eene gewenschte verandering mogt kunnen te weeg brengen, opdat onze Visschers wier tegenspoeden vele zijn, in den uitvoer hunner visch in het vervolg verder geene belemmering mogen ondervinden.
De Burgemeester
CDB
Vlissingen den 15 September 1846
Onderwerp: P.Meulmeester
Door het Nederduitsch Gereformeerd armbestuur alhier onderrigt wordende dat hetzelve zich in de verpligting gezien heeft, om ten gevolge van ziekte in geneeskundige behandeling, mistgaders in geldelijke ondersteuning te moeten opnemen de persoon van Philippus Meulmeester zoo hebben wij de eer UEA daarvan door deze kennis te geven, UEA naar aanleiding van het daartoe door het gezegd armbestuur gedane aanzoek tevens herinnerende aan de restitutie van de aan dien persoon over de jaren 1843,1844 en 1845 verstrekten onderstand tot een bedrag van f.67,46 ½ , hetwelk tot op heden onvoldaan is gebleven.
B & W der stad Vlissingen
Van der Swalme
Arnemuiden den 23 September 46
Aan den Eerw: Kerkenraad te Arnemuiden
Onderwerp: Bedeeling P: Meulmeester
Wij hebben weder het berigt ontvangen dat door het Nederduitse Geref. Armbestuur wegens ziekte in geneeskundige behandeling en bedeeling is opgenomen, de persoon P:Meulmeester armlastig in deze Gemeente voor wien het armbestuur reeds verschuldigd is eene som van f.67,46 ½ op de voldoening waarvan wordt aangedrongen, doch door dien schuld in de staten van tekort is opgenomen, zoo zal de betaling daarvan weldra volgen.
Wij achten ons echter verpligt UE in bedenking te moeten geven, om aangaande dezen persoon aan het Stedelijk Bestuur van Vlissingen te kennen te geven dat zoodra hij hersteld mag wezen, dezelve verzogt worden de betaling te doen ophouden en die voortaan niet meer doen plaatshebben voordat hij zich bij UEerw: zal hebben aangemeld, als wanneer wij UE zouden aanbevelen hem een bewijs te laten teekenen waarbij hij beloofd om zoodra hij eenmaal in staat zal gesteld zijn hetzij door erfenis of eigen verdiensten, UE de aan hem te doene voorschotten aan bedeeling en geneeskundige behandeling als andersints te restitueren zulks ook onmiddelijk zal dienen ????? die zonder eenigen regterlijke vonnis uit den boedel waarin hij eenmaal denkelijk eenmaal zal vallen zonder verder autorisatie van hem persoonlijk te mogen ontvangen.
Deze maatregel onzens inziens allesints billijk, gaf UE het vooruitzigt om later de thans te doene opoffering te worden gerestitueerd.
De Burgemeester
A:A:
Middelburg en 16 September 1846
Onderwerp: Kleedingstukken veldwachter
Ik heb de eer UEd: kennis te geven dat ten behoeve van den Veldwachter uwer stad, zijn aangemaakt de kleedingstukken op het hierbij gaande recu breeder omschreven , en dat de bedoelde kleedingstukken tegen overlegging van dat recu door UEd: naar vereisch onderteekend, aan het provinciaal gouvernement kunnen worden afgehaald.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie
Van Vredenburch
Middelburg den 16 September 1846
Onderwerp: Aankoop van het huis van den onderwijzer Hogerheijde
Ik kan mij wel vereenigen met het denkbeeld, medegedeeld bij Uwe missive van den 31 Augustus dat het best zoude zijn dat de tegenwoordige onderwijzer in Uwe stad in afwachting van den bouw van het nieuw schoollocaal het huis van den gepensioneerden onderwijzer Hogerheijde met een gedeelte der erf, ingevolge de vroeger beraamde schikkingen, nu reeds aankocht, en dat tegelijkertijd ook door de stad de aankoop voor f.200- geschiede van het overige gedeelte erf
Vermits het mij echter uit de te dezer zake gevoerde correspondentie gebleken is, dat de onderwijzer Kwekkeboom bereid was om, na het stichten der nieuwe school het huis met gedeelde erf voor f.800- aante koopen, zal men zich behooren te verzekeren of hij genegen is daartoe thans reeds over te gaan, en ik heb alzoo de eer UEA te verzoeken hem daaromtrent te hooren en, voor zoo veel noodig, pogingen aan te wenden dat hij er toe besluite.
Doet hij dat, dan gelieve UEA wijders:
A bij den Stedelijken Raad eene voordragt aan HEGA te bevorderen , ten einde magtiging te verkrijgen om het aangeduide gedeelte erf voor de som van f.200- aan te koopen en daartoe door het verstrekken van een voorlopig subsidie uit de Provinciale fondsen tot dat bedrag te worden in staat gesteld, waartoe ik mij overtuigd houd dat HEGA gezind zullen bevonden worden.
B den gepensioneerden onderwijzer Hogerheijde te verwittigen dat de zaak betreffende de aankoop van zijn huis weldra deszelfs volledig beslag zal erlangen.
Ik zal het berigt van den uislag uwer ingevolge het vorenstaande, aan te wende verrigting vergezeld casu quo van de bedoelde voordragt inwachten.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 23 September 46
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Voordragt subsidie aankoop Erf
Wij hebben de eer hierbij aan UEGA te doen toekomen een extract uit de deliberatie van den Stedelijken Raad alhier, houdende tot uit de weg ruiming van verder verschil met den gepensioneedren onderwijzer Hogerheijde over het al of niet toekennen van ontslag? van zijn aanbod van verkoop van zijn huis & erve voor den aanbouw eener nieuwe school voor deze stad voordragt om magtiging tot den aankoop eener gedeelte erf voor de som van f.200- en toekenning dier som uit de aan den stad toegelegde subsidie van f.2500- uit de Provinciale fondsen.
Wij hebben van den tegenwoordigen onderwijzer Kwekkeboom bij vernieuwing de verzekering hij bereid is, om zoodra UEGA zulks verlangen voor het huis & overschietende erf, de toegezegde f.800 aan Hoogerheijde uit te betalen.
Het zal ons mitsdien aangenaam wezen het UEGA zal mogen behagen , dienovereenkomstig te willen besluiten.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 23 September 46
Aan de gepensioneerde onderwijzer Hogerheijde te Arnemuiden.
Namens Zijne Excie den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie, hebben wij de eer UEd: te berigten dat de zaak betreffende de aankoop van Uw huis & erve weldra deszelfs volledig beslag zal erlangen.
De Burgemeester
A:A: (A. Adriaanse: wethouder)
Middelburg den 17 September 1846
Onderwerp: Armbegrootingen 1847
De begrootingen voor 1847 van het Hervormd Diaconie Armbestuur uwer stad zijn tot dusver niet ter goedkeuring bij HEGA ingekomen.
Er wordt op een spoedige afdoening dier stukken prijsgesteld , opdat de armbesturen in tijds kennis dragen van de voor derzelver administratie toegestane sommen ten einde zich daarnaar bij het naderend wintersaizoen te kunnen regelen, waarom ik de eer heb UEd: te verzoeken het betrokken armbestuur onder herinnering aan het bepaalde bij art: 1 van het besluit van Heeren GS dezer provincie van den 8 Maart 1827 no 22 PB no 40 tot eene onverwijlde inzending dier stukken uit te noodigen
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 18 September 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,20
Rogge 8,75
Periode 25 t/m 27 September 1846
Extract etc
Becius secretaris
Extract verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 11 September 1846
Rapport gedaan zijnde op de missives van B & W van Arnemuiden van den 14 Augustus l.l met bijlage houdende mededeeling van de door den Kerkenraad der Herv. Gemeente aldaar ingebragte bezwaren om zich met opzigt tot de Diaconie administratie naar de bij de Resolutie der vergadering van den 17. Julij ll no 36 voorgestelde schikking te gedragen; en voordragt diensvolgens tot de daarstelling van een Algemeen Armbestuur.
2 van den Kerkenraad en B & W voornoemd dd 30 Augustus ll en 2 dezer maand waaruit nader blijkt te weten:
A uit eerstbedoelde dat de kerkenraad voor den tijd van vijf jaren is toegetreden tot de schikkingen welke op den 22 Junij l.l beraamd zijn geworden en dat de voorzitter zich voorwaardelijk met de Diaconie Administratie, op verzoek der Commissie van het klassikaal Bestuur wel zal willen blijven belasten.
B uit de laatstgemelde dat de Stedelijke Raad geene zwarigheid heeft gemaakt en de tijdsbepaling van vijf jaren genoegen te nemen; dat , en het vertrouwen dat hiertegen ook bij deze Vergadering geene zwarigheden zullen bestaan, de wederzijds benoemde Commissiën op Zaturdag den 5 dezer maand tot de vaststelling van de Staten der schulden over 1843, 1844 en 1845 en van het vermoedelijk tekort over 1846 zouden overgaan, en dat de bepalingen voorkomende in art: 2 paragraaf a-f van de Resolutie dezer Vergadering van den 17 Julij ll no 36 aan den Kerkenraad zijn medegedeeld.
Is goedgevonden
In de gemaakte schikkingen berustende aan het Stedelijk bestuur van Arnemuiden en aan den Kerkenraad der Hervormde Gemeente aldaar, als uitoefenende de functiën van Diaconie of Kerkelijk Armbestuur, respectivelijk te kennen te geven, dat de Vergadering met welgevallen heeft vernomen dat ten gevolge van wederzijds betoonde inschikkelijkheid althans voor een tijdvak van vijf jaren zijn opgeheven en uit den weggeruimd de geschillen, welke tusschen beide collegiën sedert eenigen tijd bestonden, en welker voortduring voor het belang der Ingezetenen van Arnemuiden in het Algemeen, en voor dat der behoeftigen aldaar woonachtig in het bijzonder, niet dan zeer nadeelige gevolgen zouden hebben kunnen na zich slepen, en dat de Vergadering vertrouwt dat beide Collegiën , het ingeslagen voetspoor volgende, de belangen der minvermogende Ingezetenen evenzeer zullen behartigen als zich genoopt zullen vinden om daar bij in het oog te houden de bekrompenheid der Stedelijke geldmiddelen, welke aan de Diaconie zoo wel als aan het Stedelijk bestuur en zelfs aan deze Vergadering de verpligting blijft opleggen, om den onderstand der Armen tot het meest noodzakelijke te doen bepalen ten einde de meer gegoede ingezetenen met de bovenmatige belastingen worden geroepen, of de Stedelijke Raad andermaal in de verpligting gesteld worden om tot vervreemding van Stadseigendommen of tot het opnemen van gelde eenige voordragt te doen.
En zullen afschriften dezer worden gezonden etc.
De Griffier der Staten
Handtekening
Arnemuiden den 22 September 1846
Aan de EA Regering der Stad Arnemuiden wordt bij dezen door den ondergeteekenden te kennen gegeven, dat mijn schoonvader J. van Borne er volkomen genoegen in blijft nemen om het bewuste huis met de nog overschietende Erve voor de som van acht honderd gulden te aanvaarden, en dat hij den tijd van overdragt( al had die in deze week nog plaats) van de EA Regering nader zal afwachten, zoodat Heere GS ook hierop vast rekenen kunnen.
Met achting noem ik mij
UEA onderd. Dienaar
P. Kwekkeboom
Arnemuiden den 22 September 1846
Aan den Eerw: Kerkenraad te Arnemuiden
Onderwerp: Terugzending Armbegrooting te verkenning?
Wij hebben de eer hierbij aan UE terug te zenden de diaconie Armbegrooting voor den jare 1847, welke als niet geteekend door UE president niet door den raad noch door HEGA kan worden aangenomen, hetwelk wij verzoeken alsnog te doen plaats hebben.
Wij moeten UE dringend verzoeken aan deze uitnoodiging gevolg te willen geven en daardoor eene verschuldigde reverentie aan de billijke begeerte van het hooger gezag te betoonen, aangezien de raad anders gehouden zoude wezen andere voorzieningen te nemen, welke niet dan tot uw nadeel kunnen uitloopen, daar UE wel gelieve in aanmerking te nemen, dat, hoezeer men besloten heeft de diaconie schuld tot op ultimo December van dit jaar bestaande, te zullen voldoen, echter met betooning van verzet, nu reeds daar de staten van de kerk nog niet zijn geapprobeerd groote tegenstand zal vinden en wij de gevolgen dan ook daaruit voortvloeijende voor uwe rekening moeten laten.
De Burgemeester
A:A: A.Adriaanse.
Hierna volgt CONCEPT begrooting voor de stad met een groot aantal punten van toelichting.
Arnemuiden 23 September 1846
Aan Heeren GS van Zeeland.
Arnemuiden 23 September 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Begrooting 1847
De Stedelijke Raad alhier op den 22 dezer maand tot het opmaken der begrooting voor den jare 1847 vergaderd geweest zijnde, zoo hebben wij de eer dezelve in duplo met de daarbij toebehoorende stuk die van den opbrengst der Gemeente opcenten van zegel & administratie kosten de benoodigde zegels voor Huwelijks Afkondigingen de beraamingen der te dienen uitgaven aan stadseigendommen straten & wegen, de memorie van toelichting aan UEGA goedkeuring te onderwerpen.
De Burgemeester
CDB
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Arnemuiden verklaart dat voor de dienst van 1847 de vermoedelijke te doene uitgaaf voor de zegel der huwelijksafkondigingen en de verzoeken daartoe in andere Gemeente zal bedragen voor 21 zegels à 69 cents f.14,70.
CDB
Arnemuiden 25 September 1846
Aan den Heer Controleur der Directe Belastingen te Middelburg
Onderwerp: opneming varkens
In het belang van den accijns op het geslagt moet weder de jaarlijkschen opraming/opneming? plaats hebben, der onder deze Gemeente zich bevindende varkens.
Dit moet volgens PB 94 van 1846 geschieden in het bijzijn van een commis der Rijksmiddelen.
UEG gelieve mitsdien aan ons te willen mededeelen, welke door U daartoe zal worden gedelegeerd alsmede den dag wanneer zulks het best kan plaatshebben, alswanneer door ons tegelijkertijd en uit ons zal worden benoemd, om de opneming te samen te doen.
De Burgemeester
A:A:
Arnemuiden den 2 November 1846
PUBLICATIE
Onderwerp: Lezing leggen stadsrekening
B & W der stad Arnemuiden maken mitsdien bekend dat gedurende 14 dagen bij den secetaris ter inzage is gedeponeerd de stadsrekening voor den jare 1845 welke bijz; dispositie van Heeren GS dezer provincie in dato 4 Sept jl no 27 goedgekeurd.
De Burgemeester
CDB
Extract notulen B & W van Middelburg
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,30
Rogge 8,75
Periode 28 September t/m 4 October 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden den 2 October 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Armbegrooting 1847 en staten tekort.
Zie origineel
Begrooting Diaconie Armbestuur 1847
Zie origineel
Arnemuiden den 21 October 1846
Aan den Heer President der Arr. Regtbank te Middelburg
Onderwerp: Benoeming ambtenaar van den Burgerlijken Stand
Door den Raad dezer stad is ter voorziening in de functie van den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand dezer Gemeente welke door ziekte in de uitoefening derzelver verhinderd is geworden conform art 83 van het Wetboek benoemd de Wethouder Adriaanse, teneinde bij ontstentenis van eerstgemelde den derzelfs betrekking als zoodanig te vervullen, terwijl wij in den kennisgeving daarvan , tevens de eer hebben hierbij aan UEA te doen toekomen, de de gewone handteekening van denn ieuw benoemden ten einde desnoods de gevorderde vergelijking te kunnen doen.
De Burgemeester
A: Adriaanse
Hieronder: Naamteekening van den Heer Adriaan Adriaanse wethouder van de stad Arnemuiden en benoemd tot Ambtenaar vanden Burgerlijken Stand.
Arnemuiden den 27 September 1846
De kerkeraad der Hervormde Gemeente te Arnemuiden neemt met eerbied de vrijheid ter kennisse van de WEA Regering te brengen dat dezelve zich volkomen vereenigt met den inhoud der missive van de stedelijke regering van den 23e Septeber ten opzigte der bedoelde verklaring van Philippus Meulemeester, ja met eerbied te kennen geeft, of de aanvrage dezer nieuwe bedeeling niet eene goede gelegenheid zoude zijn, om hem zoodanige verklaring alsnu te doen teekenen en wat er dan door de kerkeraad gedaan moet worden.
Namens de Kerkeraad der Herv. Gemeente te Arnemuiden
H: Haesebroeck res.
M.Grootjans fung.pr. oud.
Arnemuiden den 2 October 1846
Aaan B & W van Vlissingen
Samenvatting: Aan den Koning is onlangs de autorisatie gevraagd om een gedeelte inschrijving op het Grootboek der Nat. Schuld te vervreemden ter voldoening der schuld van het Diaconie Armbestuur alhier t.b.v. P.Meulmeester een bedrag van f. 67,46 ½
Zodra dit geschied is zal dit via B & W van Vlissingen aan het Armbestuur te Vlissingen
Ten goede komen.
De Burgemeester
A:A:
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 2 October 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,47
Rogge 8,90
Periode 5 t/m 11 October 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden 6 October 1846
Zetting van het brood in de gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 4 cent
Idem 5 oncen 10 cent
Idem 10 oncen 19 ½ cent
Idem 15 oncen 29 cent
Idem 20 oncen 39 cent
Boven welke prijs het bovenstaande brood niet mag worden verkogt.
De Burgemeester der stad Arnemuiden
Bij indispositie
De wethouder
A: Adriaanse
Arnemuiden 5 October 1846
Schouwing en Omgang
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat door of van wegen het stedelijk Bestuur alhier op Woensdag den 14 October aanstaande de schouwing zal plaatsvinden op de schoorsteenen, ovens en andere stookplaatsen, op het gebruik der nieuwe Nederlandsche Maten & Gewigten op Straten & voetpaden.
Wordende een iegelijk aangemaand om zorg te dragen dat op de deswegens bestaande bepalingen geene overtredingen worden gevonden, daar de nalatigen dan ingevolge de Wet zullen worden achtervolgd.
En opdat niemand hiervan onwetendheid aan den dag legge zal deze worden aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
De Burgemeester
A:A:
Arnemuiden den 7 October 1846
Aan den Gouverneur
Onderwerp: Bedelarij
Gedurende het 3e kwartaal dezes jaars alhier niet is gebedeld geworden , noch bedelaars zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden.
De Burgemeester
A:A:
Idem
Idem
Onderwerp: Broodzetting: Wij hebben de eer hierbij aan Uwe Excie te doen toekomen de Staat der broodzetting voor het 3e kwartaal dezes jaars , door ons opgemaakt naar de opgave der marktprijzen overeenkomstig het bestaande reglement.
De Burgemeester
A:A:
Staat van het Personeel van het Bestuur der stad Arnemuiden op den 1 October 1846
Baars Cornelis Daniël; jaar van aftreden:1850
Adriaan Adriaanse: 1848 jaar van aftreden
Jan Kraamer: 1852 jaar van aftreden: beide: wethouders.
Leden van den Raad:
Van der Weele Joost: 1848 jaar van aftreden
Van Sweden Adriaan: idem
Adriaanse Adriaan : 1850 aftreden
Kramer Jan : 1850 aftreden
Meerman Jacobus : 1852 aftreden
Schoonenboom Jacob: 1852 aftreden
Secretaris: Baars Cornelis Jacobus
Ontvanger : IDEM
Arnemuiden den 7 October 1846
A:A:
Arnemuiden 7 October 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Verbaal Stedelijke Kas
In de kas bevindt zich op 7 October 1846 f. 188,87
Idem
Idem
Onderwerp: Vaccine.
Wij hebben de eer hierbij aan Uwe Excie/UEG te doen toekomen de staat der gevaccineerde kinderen gedurende het derde kwartaal van 1846.
De kinderpokziekte heeft alhier niet geheerscht.
Tengevolge eene aan ons gedane mededeeling van den Heer J. Oversluijs hebben wij de ingezetenen bij publicatie kennis gegeven dat gedurende eenige tijd gratis zoude gevaccineerd worden, doch de belangloozen ijver van dezen heelmeester en onze medewerking is echter niet bekroond mogen worden daar slechts door een enkelde deze onze uitnoodiging is opgevolgd.
De Burgemeester
AÄ”
Bijgaand een briefje van heelmeester J. Oversluijs, waarin hij zijn teleurstelling laat blijken.
Heden den 6 October 1846
Is door mij wethouder van Arnemuiden bij indispositie van den Burgemeester en in het bijzijn van den Commissaris Generaal over het brandweer , ingevolge art.32 van het provinciaal reglement, tot voorkoming en blussching van brand ten platte Lande in Zeeland voorgegaan tot het nazien der Brandspuit dezer Gemeente met de daarbij behoorende gereedschappen, zijnde bij dit onderzoek alles in de beste orde bevonden en daarop geene aanmerkingen voorgekomen, zoodat bij onverhoopte brand, men daarmede met vrucht zoude kunnen werkzaam zijn, terwijl de brandspuitgasten zich als altijd voldoende hebben gedragen.
Van al hetwelk dit verbaal is opgemaakt dat door mij nevens de Commissaris Generaal is geteekend op dato als in het hoofd dezer is gemeld.
De Comm. Gen.
A: Adriaanse
De Wethouder voornoemd: Jan Kraamer.
Arnemuiden den 7 October 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Afschrift exercitie brandspuit
De exercitie met de brandspuit dezer Gemeente op den 6 dezer maand naar genoegen geschied zijnde, en geene aanmerking daarop voorgekomen zijnde, zoo hebben wij de eer daarvan aan Uwe Excie eenen afschrift te doen toekomen.
De Burgemeester
A: A:
Nog 1 stuk m.b.t de pens. Onderwijzer Hogerheijde
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 2 October 1846
Is gelezen het adres van H.W. Hogerheijde gepensioneerd onderwijzer te Arnemuiden.
Is goedgevonden
1 B & W van Arnemuiden te magtigen om het aangeduide gedeelte erf van den gepensioneerde onderwijzer Hogerheijde voor de som van f.200- aan te koopen.
2 tot bestrijding dier som te verleenen een subsidie van twee honderd gulden uit de provinciale fondsen, daarvoor het vereischte mandaat op den administratie van s Rijks schatkist in Zeeland op te maken, en aan te wijzen op de onder art: 4 afd: 2 hoofdstuk 8 der algemeene provinciale begrooting voor 1845 toegestane som voor subsidiën voor den opbouw of verbetering van schoollocalen, en hetzelve aan B & W van Arnemuiden te doen toekomen met uitnoodiging:
A om de daarop verschuldigde zegelregten ad 34 ½ cent ter provinciale geiffie over te maken.
B den onderwijzer Kwekkeboom onder mededeeling van de bij het 1e punt verleende magtiging, uit te noodigen alsnu ook tot den aankoop van het huis met gedeelte erf van den gepensioneerden onderwijzer over te gaan en
C aan deze vergadering nader rapport te doen dat de aankoop van een en ander heeft plaats gehad en
3e aan den adressant te kennen te geven dat vermits de aankoop van zijn huis en erf eerstdaags overeenkomstig zijn gedaan aanbod zal plaats hebben daardoor in zijn bezwaar zal zijn voorzien in deszelfs verzoek mitsdien als vervallen wordt beschouwd.
En zal afschrift dezer worden gezonden naar B & W van Arnemuiden etc.
De Griffier der Staten
?????? Becius
Arnemuiden, den 7 November 1846
In voldoening aan UEGA resolutie van 2 October jl no 18 hebben wij de eer UEGA te berigten dat op heden bij notarëele acte door H.W. Hogerheijde aan de stad in vrijen eigendom is overgedragen het gedeelte grond, groot 18 El en breed 12 El bestemd om bij gunstige dispositie des Konings op het door den Raad aan Hoogstdeszelfs ingediend advies ter bekoming eener Rijkssubsidie , aldaar de nieuwe school te stichten,terwijl het huis en erf en gedeelte grond van 10 a 12 el reeds over 14 dagen ten name is gesteld van den schoonvader van den onderwijzer Kwekkeboom genaamd van Borne wonende te Westkappelle.
Het strekt ons bij deze tot bijzonder genoegen UEGA onzen dank te betuigen voor de door UEGA betoonde breidwilligheid om de stad door het verleenen van Provinciaal subsidie van f.200 uit de ongelegendheid te helpen, waarin dezelve in den voorgenomen bouw der nieuwe school zoude kunnen gekomen hebben als beschouwende wij dezen plaats daarvoor het geschikste.
De Burgemeester
CDB
DE STAATSRAAD GOUVERNEUR VAN DE PROVINCIE ZEELAND
Gelet op art.2 van het Reglement tot voorkoming van de verspreiding der Longziekte onder het Rundvee in deze provincie, als mede op het rapport van den eersten provincialen Vee-arts van heden no.370
Vergunt aan A.Filius
Wonende te Arnemuiden om ter weiding te vervoeren naar zijne hofstede aldaar de na te meldene runderen, als:
Een roodbonte 2 jarige vaars uit Zuid Beveland te Middelburg aangebragt.
Onder bepaalde voorwaarden: geheel afgezonderd van ander vee
Etc.
Middelburg den 7e October 1846
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
Van Vredenburch
Arnemuiden den 11 October 1846
De Kerkeraad der Hervormde Gemeente van Arnemuiden neemt bij dezen de vrijheid ter kennis van de WEA Regering te brengen,dat er van het voorgeschotene ten behoeve van M.J. Schroevers , armlastig te Biervliet, nog niets is ingekomen waarom dezelve eerbiedig verzoekt , ,het verzoek tot betaling ter kennisse van de Regering van Biervliet te willen brengen.
Namens de Kerkeraad van Arnemuiden
H: Haesebroeck pres.
M. Grootjans pres. fung.oud.
Arnemuiden den 13 October 1846
Aan B & A te Biervliet
Onderwerp: verzoek voldoening verplegingskosten –Schroevers.
Wij zijn door het Diaconie Armbestuur alhier verzocht geworden UEA te willen herinneren aan de verplegingskosten voorgeschoten aan den persoon M.J. Schroevers, waarvan wij UEA de declaratie groot f.11,50 bij onze missive van den 2 Mei jl hebben toegezonden.
De tijd der voldoening alzoo lang verstreken zijnde, zoude het ons aangenaam wezen, dat UEA het Algemeen Armbestuur ten uwent zoude gelieven uit te noodigen tot eene spoedige voldoening der gemelden verplegingskosten.
De Burgemeester
A:A:
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 9 October 1846
Deprijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,47
Rogge 8,90
Periode 12 t/m 18 October 1846
Extract etc
Becius , secetaris
Is de publicatie , houdende herinnering aan de Wet voor de belasting op het personeel van 29 Maart 1833 SB no 4 en wel datgeen tot welk in art. 27 & 42 dier wet,betrekkelijk die belasting naar tijds gelang en de suppletoire aangifte bepaald is.
Arnemuiden den 14 October 1846
De Burgemeester
A:A:
Bovenstaande publicatie is op heden den 17 dezer maand van het Raadhuis gedaan etc.
B & W
A: Adriaanse
t.o.
Baars
Middelburg den 15 October 1846
Ik heb de eer UEA hiernevens te doen toekomen het certificaat van den gekeurden en geschikt bevondenen Springstier,toebehoorende aan Cornelis Oreel.
De Secretaris der Commissie van Landbouw in Zeeland
Vis.
Arnemuiden den 16 October 1846
Aan den Heer Staatsraad Gouverneur van Zeeland
Overeenkomstig art 87 van het Reglement op het Bestuur ten plaaten Land in Zeeland, hebben wij de eer hierbij aan Uwe Excie te doen toekoemen een afschrift van de door ons gedane schouwing & omgang binnen deze Gemeente op 14 dezer maand plaats gehad, welke zonder beduidende aanmerking naar genoegen is afgeloopen.
De Burgemeester
A: A:
PROCES- VERBAAL van SCHOUWING EN OPNEMING
Heden den veertienden dag der maand October 1846 zijn wij ondergeteekende B & W van de Gemeente Anemuiden wettig te zamen gekomen.
Inspectie van huizen, werkplaatsen,bestaande smederijen ,ovens, schoorsteenen e.a achbakken, vlasdroogerijen, hooitasschen etc.
Broodbakkers en broodslijters : gewigt van brood overeenkomstig de zetting.
Inspectie van het gebruik van de nieuwe maten en gewigten; schouwing van voetpaden,waterleidingen,beschoeiijngen etc.
Zijnde het resultaat van al het bovenstaande door ons verrigte: dat sedert de laatste schouwing geene verandering in de alhier aanwezige ovens of stookplaatsen op enkelde , heeft plaats gehad, doch welke aan deze hunne verpligting zijn herinnerd en ook gevolg heeft gehad,terwijl de aschbakken als andersints steeds in goede staat worden onderhouden--.
Bij het onderzoek van het Brood is geene aanmerking voorgekomen,dewijl het gewigt en de hoedanigheid van hetzelve niets te wenschen overlaat.
Dat in de Werkplaatsen en winkels niet dan Nederlandsche Maten en Gewigten gevonden worden, als zijnde die ook niet meerder aanwezig.
Terwijl de voetpaden,waterleidingen etc, welke voor het grootste gedeelte door de stad worden onderhouden, zich in den besten staat bevinden, en alzoo ons geen aanleiding van eenigen aanmerking heeft gegeven.
Dit procesverbaal onderteekend etc.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd
A:Adriaanse
Joos van der Weele
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 16 October 1846
De prijs der metrike mudde
Tarwe f.10,60
Rogge 9,00
Extract etc
Becius secretaris
Middelburg den 16 October 1846
Onderwerp: Toezending Declaratie.
Ten vervolge onzer missive van 24. Julij 46 hebben wij de eer hiernevens aan UEd: toe te zendem eene declaratie van het Algemeen Armbestuur dezer Stad groot f.13- wegens verplegingskosten voor rekening uwer stad t.b.v. W.L.deBakker.
Gaarne binnen 3 maanden te doen uitbetalen.
B & W van Middelburg
Macaree
t.o. Becius
Arnemuiden den 2 November 46
Aan het Armbestuur
Wij hebben de eer hierbij aan UE te doen toekomen de declaratie van verschuldigde verplegingskosten van W.L.de Bakker, met verzoek die aan de Commissie uit het Armbestuur belast met de voldoening van den achterstand te willen ter hand stellen
De Burgemeester
CDB
BEKENDMAKING
Onderwerp: Verpachting Straatmest
B & W der stad Arnemuiden zijn voornemens om op Zaturdag den11 November aanstaande des avonds ten 10uur onder nadere goedkeuring van HEGA voor den tijd van drie jaren publiek te verpachten de straatmest dezer Gemeente waarvan de conditiën van heden tot den dag der verpachting voor een ieder bij den secretaris ter lezing liggen.
Arnemuiden den 24 October 1846
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 23 October 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10:80
Rogge 9:40
Periode : 26 October t/m 1 November 1846
Extract etc
Becius secretaris
Arnemuiden 27 October 1846
Zetting van het brood in den Gemeente Arnemuiden
Een brood van 2 oncen 4 cents
Idem van 5 oncen 10 cents
Idem van 10 oncen 20 cents
Idem van 20 oncen 40 cent
Boven welke prijs het brood niet mag worden verkogt
De Burgemeester der stad Arnemuiden
Corn: Dan: Baars
Arnemuiden den 26 October 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Huurcontracten beide stadswoningtjes
Wij hebben de eer hierbij aan UEGAte doen toekomen de twee contracten der verhuurde stads woningtjes aan P.Schroevers en K.Flink beide voor den tijd van drie Jaren , met verzoek daarop geen aanmerking voorkomende UEGA goedkeuring te mogen ontvangen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 2 November 1846
Aan den Heer Staatsraad Gouverneur
Onderwerp: Verlofganger –register
Wij hebben de eer hierbij aan Uwe Excie bijgewerkt te retournern het duplicaat registerJ.J. van de verlofganger der Nationale Militie in deze Gemeente op wier gedrag niets bijzonders aan Uwe EXcie valt mede te deelen.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 29 October 1846
Onderwerp: Making wegen
Ik heb de eer UEA te berigten dat bij een op gisteren gehouden inspectie op de wegen gebleken is dat de slagsporen in den zandweg van Arnemuiden naar de zaagmolens niet naar behooren waren toegekapt, noch de putten in denzelven opgevoert, weshalven ik namens de Centrale Directie van Walcheren de vrijheid neem UEA te verzoeken gemelden weg voorzoo veel het gedeelte betreft dat door UEA wordt onderhouden in eenen voldoenden staat te willen doen brengen.
De Griffier van Walcheren
J.J.Sprenger
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 30 October 1846.
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,94
Rogge 9,50
Periode 2 t/m 8 November 1846
Extract etc.
Becius secretaris
es aan P.rbij aan UEGAte doen toekoemn de twee contracten der verhuurde stggen.
arvan de conditir nadere goedkeuring
Middelburg den 28 October 1846
Onderwerp; Tijdelijke vervanging Contr: der Bel & Kad: te Middelburg
Ik heb de eer UEAzoo to informatie als ter mededeeling aan het College van Zetters,kennis te geven, dat ZE de Minister van Financiën bij resolutie van den 22e dezer aan den Controleur der Directe Bel & van het Kadaster te Middelburg tot herstel van gezondheid en verlof heeft verleend voor den tijd van drie maanden in te gaan den 1 November aanstaande, en dat de waarneming zijner dienstbetrekking gedurende dien tijd is opgedragen aan zijnen ambtgenoot te Breda.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract verbaal van Heren GS van Zeeland
Vrijdag den 30 October 1846
Ten aanzien in overeenstemming met art:6 van het KB van den 10 October 1836 aan Daniel Joosse van Belzen c.s. allen visschers te Arnemuiden wordt vergund om gedurende het loopende jaar de kustvisscherij buitengaats te mogen uitoefenen tot den laatsten December in plaats van tot den 15 November; verzoekende Zijne Excie voorn: wijders om de belanghebbende met deze beschikking te willen bekendmaken.
Is goedgevonden
Hiervan de Commissie belast met het toezigt op het bestuur van den kustvisscherij te Arnemuiden tot mededeeling aan de belanghebbende kennis te geven.
En zal afschrift etc worden ingezonden.
De Griffier der Staten
Handtekening
Middelburg den 31 October 1846
Onderwerp: Conditie verhuring van woningen
Uit de contracten van verhuring van twee woningen uwer stad, ingezonden bij uwe missive van den 26 Oct; jl n 412 niet blijkende of de conditiën waarop die verhuring heeft plaats gehad overeenkomstig het bepaalde bij art: 42 van het Regelement opet Bestuur ten platten lande door uwe stad is vastgesteld, verzoeke Ik UEA een afschrift der deliberatie van den Raad over de vaststelling van den huur. Ook moet borgen worden gevorderd etc.
De Staatsraad Gouverneur
Van Vredenburch.
Arnemuiden 5 November 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Deliberatie verhuring stads woningtjes
Hierbij gaat een afschrift van de deliberatie.
Verhuuring: 3 jaren.Door armoede zijn geen borgen te verkrijgen.
Bij Klaas Flink als adsistent klokkensteller zou de achterstand bij huur
Zonder moeite kunnen worden ingehlouden
De Burgemeester
CDB
Nog een stuk: Opneming patenten
Arnemuiden. 6 November 1846
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Om inlichtingen dagbepaling voltrekken huwelijk
Uwe Excellentie circulaire van den 29e October jl PB 105 brengt ons in de verpligting tot Uwe Excie te wenden en Uwe Excie eerbiedig te kennen te geven dat den daarin gemaakte bepaling dat de woensdag in de regel den gewone dag om een huwelijk te voltrekken of den donderdag , moeijlijk kan achtervolgd worden.
Uwe Excie gelieve in aanmerking te nemen dat van de 12 huwelijken welke alhier voltrokken worden er acht à negen onder zijn welke tot beroep van visschers uitoefenen.
Die menschen de maandags uitvaren en niet voor den Vrijdag of Zaturdagmorgen te huiskomende, kan men onzens inziens toch wel niet verpligten om een geheelen week te huis blijven, daar hierdoor minstens twee en een enkel geval vier schuiten aan den wal zouden moeten blijven liggen waardoor dan twintig huisgezinnen die week zonder brood zijn.
Uit dien hoofde nemen wij de vrijheid Uwe Excie te verzoeken Zijne Excie de Minister van Binnenlandsche Zaken over deze zaak nader te willen hooren, daar art. 130 van het Burgerlijk Wetboek wel bepaald, het huwelijk niet voor den derden dag mag worden voltrokken...., doch geen : verder onleesbaar!!
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 6 November 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.10,91
Rogge 9,50
Periode 9 t/m 15 November 1846
Extract etc
Becius secretaris
Middelburg den 6 November 1846
Onderwerp: Verpleging van Job Klaassens
Op schriftelijk aanzoek van den Stads Geneesheer is op 31 October jl in het Gasthuis ter verpleging opgenomen : Job Klaassen.
In Arnemuiden armlastig.
Bij geen bezwaren ,binnenkort declaratie à 50 cent per dag.
Etc.B & W van Middelburg
Macaré
t.o.
Becius.
Arnemuiden den 30 November 1846
Aan de Kerkeraad te Arnemuiden
Onderwerp: Armlastigheid J. Klaassen
Wij hebben de eer hierbij aan UE te doen toekomen eene inlichtende staat van Job Klaasse wegens ziekte in het gasthuis te Middelburg opgenomen.
Deze persoon alhier onderstand domicilie hebbende, zullen wij zoodra de declaratie van verplegingskosten zal ontvangen zijn , denzelve aan UE toezenden ten einde die alsnog te kunnen begrijpen op de staat van tekort van dit jaar en te voldoen uit den post van vijftig gulden daartoe aan HGA voorgedragen.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 6 November 1846
Onderwerp: Armwezen.
Albrecht Toupet is kosteloos begraven.
Kosten f.5,75.
Armlastig in Arnemuiden. Een declaratie zal gestuurd worden.
B & W van Middelburg.
Arnemuiden 8 November 1846
Aan den Heer Staatsraad Gouverneur
Onderwerp: Berigt overlijden gepensioneerd Commis.
Wij hebben de eer hierbij aan Uwe Excie te doen toekomen een extract uit het register van overlijden van den Heer F.P, Chatius, gepensioneerd kommis der 1e Classe bij ’s Rijks belastingen, genietende onder de Hoofdafdeeling Algemeen Burgerljk pensioenfonds een pensioen van f.233- ingeschreven onder no 1832 latende dezelve aan zijne huisvrouw A.C. de Cabelius.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 16 November 1846
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Conditiën & verbaal Verpachting
Wij hebben de eer hierbij aan UEGA te doen toekomen de conditiën en Verbaal van de op heden plaats gehad hebbende verpachting der stadsmest dezer Gemeente aan L. Willeboordse voor de som van f.60- voor welke mestspecie niettegenstaande die door onzentwege is verhoogd geworden geene hoogere som is waardig geacht en wij mitsdien ons verpligt hebben geacht die provisioneel aan den hoogste bieder toe te wijzen, verzoekende daarop UEGA goedkeuring te mogen erlangen.
De Burgemeester
CDB
Circulaire van den 16e November 1846, A no 6976: benoeming van Ambtenaren van den Burgerlijken Stand.
De Minister heeft tevens het verlangen geuit, dat door de stedelijke of gemeente-raden tot de benoeming van eenen tweeden Ambtenaar van den Burgerlijken Stand worde overgegaan. Bij ziekte of andere oorzaak, maar ook bij uitbreiding van de gemeente.
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 13 November 1846
Is gelezen eene missive van B & W van Arnemuiden van den 26 October ll daarbij ter goedkeuring inzendende, twee Contracten in duplo wegens verhuring van twee aan derzelver stad toebehoorende woningen voor den tijd van drie jaren te rekenen van den eersten November dezes jaars respectivelijk voor een huurprijs van f.24- ’s jaars.
Voorts gelezen zijnde eene missive van B & W voornoemd van den 5e dezer maand no 424 ten geleide strekkende van eene deliberatie van de Stedelijken raad van den 13 Aug, ll houdende magtiging op B & W tot de verhuring der voormelde woningen op de daarbij bepaalde voorwaarden en wijders opgave bevattende van de redenen waarom van de huurders geene borgstelling is gevorderd geworden, hierin bestaande dat de huurders te behoeftig zijn om borgen te kunnen erlangen, dat echter voor de getrouwe voldoening der huur geen bezwaar bestaat, daar die van een der huurders op zijne van de stad toekomende belooning als adsistent kloksteller en schoonmaker van de straten en riolen kan worden verhaald, terwijl de ander tot dusver steeds zijne huur heeft voldaan.
Is goedgevonden
De voormelde contracten goed te keuren en dezelve van eene approbatoire apostille voorzien aan B & W van Arnemuiden te retourneren, onder opmerking dat de vergadering het verhuren van woningen zonder borstelling in het belang der stedelijke financiën onaannemelijk acht, en dezelver mitsdien verantwoordelijk moet stellen, voor het nadeel hetwelk uit het niet vorderen van borgtocht voor de onderwerpelijke verhuring eventueel voor de stedelijke kas mogt ontstaan.
Afschrift etc
De Griffier der Staten
Slegt
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 13 November 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.11,15
Rogge 9,50
Periode 16 t/m 22 november 1846
Extract etc
Becius secretaris
Samenvatting!
Middelburg den 20e November 1846
Onderwerp: Huwelijksvoltrekking
Toestemming wat huwelijksvoltrekkingen betreft, af te wijken van de bepaling dat woensdag de aangewezen dag is om deze te doen plaatsvinden. Voor de vissers die wegens hun beroep pas op vrijdag of zaterdag naar huis terugkeren.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 20 November 1846
De metrieke mudde
Tarwe f.11,15
Rogge 9,50
Periode 23 t/m 29 November 1846
Extract etc
Becius secretaris
DE STAATSRAAD,GOUVERNEUR VAN DE PROVINCIE ZEELAND
Gelet op art.2 van het Reglement tot voorkoming van de verspreiding der Longziekte onder het rundvee in deze provincie, alsmede op het rapport van den eersten provincialen Vee-arts van heden no 899
Vergunt aan A: Filius
Wonende te Arnemuiden om ter weiding te vervoeren naar zijne weide aldaar de na te meldene runderen als:
Ééne zwartbonte vare(niet drachtige) koe en ééne zwartbonte vaars
Uit Zuid Beveland te Middelburg aangebragt.
Geheel afgezonderd . Van eventuele slacht melding maken aan het Gemeentebestuur.
Middelburg den 25 November 1846
De Staatsraad Gouverneur
Van Vredenburch
Extract notulen B & W van Middelburg
Den 27 November 1846.
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.11,15
Rogge 9,75
Periode 30 November t/m 6 December 1846
Extract etc
Becius secretaris.
Arnemuiden den 11 December 1846
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Verschaffen arbeid volksklasse
Uwe Excie circulaire van den 25 November jl PB no 116, heeft ons den raad bijeen doen roepen en zijn door dezelve verzocht Uwe Excie te moeten te kennen te geven, dat hoezeer zij volkomen met Uwe Excie instemt, het nuttig en noodig zoude wezen dat in dit jaargetijde weder bij den mislukte aardappeloogst in den onderhoud der volksklasse en de vermeerderingder policie tot handhaving van orde & rust weder voorzien, zij echter zoo min tot het een als ander in staat zijn.
De onderhoud der volksklasse, die in deze Gemeente bij het stilliggen der visschuiten zoo talrijk is, kan noch door het verschaffen van werk noch door bijdragen uit de Plaatselijke kas in worden voorzien, zijn dezelve met uitzondering van weinige arbeiders, waarvoor men aan de Landlieden zullen laten verzoeken dezelve gedurende den winter in het werk te willen houden daartoe buiten staat dewijl de visschers door handenarbeid op het land geheel en al ongeschikt zijn en de plaatselijke kas ook niet gedoogd om in de behoefte van dit overgroot aantal personen te voorzien daar deze steeds aanzienelijke subsidie aan het Diaconie Armbestuur verleend mitsdien geen meerder uitgaven gedoogd zoo min voor de vermeerdering van het personeel der policie.en de ingezetnen wie reeds op een onbeschrijfelijk wijs door het lijden voor het meerendeel onvermogend eenige bijdrage te doen, daar de meeste hunner derzelver onvermogen reeds doen zien in de niet betaling van derzelver aanslagen in de personeele belasting,zoodat de Raad geen ander middel kent of te baat kan nemen, dan gelijk in het voorleden jaar heeft plaats gehad, het inroepen van de algemeene weldadigheid van Zeelands ingezetenen, en hetwelk bereids heeft plaats gehad, door den Leeraar dezer Gemeente uit naam van den Kerkenraad alhier.
Met betrekking tot dit punt, gevoelen wij ons verpligt Uwe Excies gevoelen in te winnen.
Bij onze missive van den 20 ? jl ten geleide de Armbegrooting, gaven wij aan HEGA te kennen dat den raad het voornemen had, in dit jaar geene bijzondere commissie te benoemen als werdt dit beschouwd tennadeele van het Diaconie Armbestuur en ook ten voorkoming van verder verwikkelingen welk hetzelfde bestuur als zijnde wij tegen de invoering van eenen algemeen Armen.
Deze bepaling was gegrond op het geene in de conferentie der Gecombineerde vergadering uit de leden van Heeren GS van dit Bestuur en den Kerkenraad is ter sprake gekomen, waarin den Leeraar door Mr van Visvliet niet onduidelijk is te kennen gegeven, dat al de giften het Armbestuur aankomende bij de ontvanger mogte worden gestort en niet bij ZE mogte berustende blijven.
Aan dit bevel wordt niet voldaan want de eerste gift van f.50- heeft den Leeraar ontvangen, en verklaard niettegenstaande herhaalde verzoeken van den Kerkenraad en den Heere de Blake de Lignij alwaar die gift is ontvangen om denzelve bij den ontvanger te storten daaraan te willen te voldoen, maar zulks onder zich behoudt, het welk aanleiding heeft gegeven dat deze ZE bij het Klassikaal Bestuur hebben aangeklaagd.
Daar deze handeling reeds rugtbaar is is de raad met reden bevreesd dat voor eerst geene giften als niet tot het doel bestemd wordende zullen ontvangen worden, waarom zij Uwe Excie goedkeuring kunnende wegdragen , van gevoelen zijn om weder tot de benoeming eener commissie over te gaan, ten einde zoo veel mogelijk in staat gesteld te worden gelijk in het voorleden jaar om in de hoogste nood van velen onzer verarmde natuurgenooten te kunnen voorzien wanneer de vrijwillige giften buiten vele andere in natura ontvangene bedragen te samen f.597, terwijl die in het voorige jaar door de diaconie ontvangen slechts f.200- hebben bedragen.
Het zal ons mitsdien aangenaam wezen, daar de nood hand over hand is klimmende hierop Uwe Excie gevoelen zoo doenelijk eenigsints spoedig te mogen ontvangen.
De Burgemeester
CDB
Middelburg, den 30 November 1846
Onderwerp: Bedeeling van C. Le Mahieu wed. A. Toupet
Volgens berigt van het Algemeen Armbestuur dezer Stad heeft zich tot het bekomen van onderstand bij hetzelve aangemenld Catarina Le Mahieu Wed: A.Toupet aan te vangen met den 1 December aanstaande.
Armlastig in Arnemuiden.
Onderstand: 50 cent per week bij geen overwegende bedenkingen
Etc
B & W van Middelburg
Macaré
t.o.
Becius secretaris
Arnemuiden den 10 December 46
Aan B & W van Middelburg
Onderwerp: Bedeeling wed. Toupet.
Wij hebben de eer UEA bij deze kennis te geven dat door ons genoegen wordt genomen in de wekelijkschen bedeeling van 50 cents aan den wed. A.Toupet en zulks tot op den 1 April 1847 als wanneer deze bedeeling zal behooren op te houden, gevraagd bij UEA missive van den 30 November jl
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 30 November 1846
Volgens berigt van het Algemeen Armbestuur dezer Sad heeft zich tot het bekomen van onderstand bij hetzelve aangemeld Maatje de Gruiter wed. Jan Kramer aan te vangen met den 1.December aanstaande.
Armlastig in Arnemuiden
Onderstand: 50 cent per week bij geen overwegende bedenkingen
Etc.
B & W van Middelburg
Macaré
t.o.
Becius secretaris
Arnemuiden den 1 December 1846
Aan den Eerw: Kerkenraad te Arnemuiden
Onderwerp: Armlastigheid M. De Gruiter
Tot het bekomen der onderstand heeft zich tot het Algemeen Armbestuur te Middelburg gewend de persone van M. De Gruiter wed. Jan Kramer, armlastig in deze Gemeente.
Dientengevolge worden wij namens dat Armbestuur verzogt te willen mededeelen of wij onze toestemming kunnen geven dat aan gezegde weduwe eene weekelijksche bedeeling plaats hebbe van 50 cents.
Teneinde in staat te wezen van aan dat verzoek te kunnen voldoen, zal het ons aangenaam wezen uiterlijk binnen 8 dagen een raport dienaangaande te mogen ontvangen.
De Burgemeester
CDB
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Maandag den 30 November 1846
Gelezen zijnde eene missive van B & W van Arnemuiden van den 16 dezer maand daarbij inzendende het Proces Verbaal met conditiën der door dezelve gedane openbare verpachting der straatmest te dier stede voor den tijd van drie jaren, ingaande den 1e Januarij 1847, en eindigende ultimo December 1849 tegen eene jaarlijksche pachtsom van f.65-
Is goedgevonden
Het voorgeschreven proces verbaal goed te keuren en van een approbatoire apostille voorzien met de conditiën aan B & W van Arnemuiden te retourneren ten welken einde afschrift dezer aan dezelve zal worden gezonden tot informatie en narigt
De Griffier der Staten
Slegt
Arnemuiden den 4 December 1846
Aan den Heer Gouverneur
Bij onze missive van den 31 Aug jl Uwe Excie tusschenkomst ingeroepen hebbende zoo mogelijk ter opheffng der bemoeijlijking welke onze visschers bij de uitklaring huner Visch te Bath ondervonden, zoo achten wij het onze pligt Uwe Excie te kennen te geven, dat dezelve op een aan Zijne Excie de Heer Minister van finantiën ingezonden adres de hierbij gevoegde copielijke dispositie hebben ontvangen, waardoor voor een gedeelte in deszelven bezwaar is voorzien, doch niet is weggenomen een even gelijk bezwaar, namelijk om ten allen tijde aldus? ten anker te komen ?? , hetwelk bij elke gelegenheid onmogelijk is en welk verzoek onaangeroerd is voorbijgegaan, en waarin zoo het ons voorkomt geene gewenschte verandering zal kunnen teweeggebragt worden.
De Burgemeester
CDB
Extract Notulen B & W van Middelburg
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.11,38
Rogge 9,75
Periode 7 t/m 13 December 1846
Extract etc
Becius, secretaris
Zij deze en bijlagen in handen van de Heer Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden om berigt, consideratiën en advies
Middelburg den 5 November 1846
Vanwege den Staatsraad
Gouverneur der provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Slegt
Arnemuiden 11 December 1846
Onderwerp: Berigt adres Kwekkeboom
Wanneer immers eenige aanklagte over de handeling des Bestuurs ons heeft getroffen, dan is het voorzeker de thans voor ons liggende van onzen onderwijzer P.Kwekkeboom, bij Uwe Excie dispositie van den 5 dezer maand
Zie verder het origineel dat bijzonder slecht leesbaar is !
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 4 Decem,ber 1846.
Gelezen zijnde de missives van B & W van Arnemuiden van 23 November daarbij onder kennisgeving dat bij dezelve nog een aantal gezegelde formulieren van ordonnanciën van betaling voorhanden zijn, verzoekende dat aan dezelve worde toegetsaan om met afwijking van het bepaalde sub 2 van het Besluit dezer vergadering van den 9/13 November jl no 3 de voorraad dier formulieren nog te mogen gebruiken.
Is goedgevonden
In het voors verzoek te bewilligen en hiervan aan B & W van Arnemuiden etc kennis te etc
De Griffier der Staten
Slegt
Extract Notulen B & W van Middelburg
Den 11e December 1846
De prijs der metrieke mudde
Tarwe f.11,20
Rogge 9,85
Periode
14 t/m den 20 December 1846
Extract etc
Becius ,secretaris
Goes den 12 December 1846
Onderwerp: Alimentatie Matthijs Joseph Le Mahieu
Ingevolge de bepalingen van ZM Besluit van 2 Julij no 132 hebben wij de eer UWEA kennis te geven: dat door het Algemeen Arm-Bestuur dezer Stad, voor rekening van UEA stad onderstand wordt verleend aan
Matthijs Joseph Le Mahieu wegens groote behoefte door den vroeg ingevallen winter volgens bijgevoegde staat van Inlichtingen.
In UEA stad domicilie van onderstand bezit. Tegen bedenkingen al dan niet bestaande…..
Zoo mede om dit gezin naar evenredigheid van de hier gebruikelijke bedeeling van een paar hoogbejaarde tot werken ongeschikte persoonen te ondedrsteunen.
B & W van Goes
Etc
Inlichtingen
Omtrent Matthijs Joseph Le Mahieu
Geboren te Arnemuiden den 16e Maart 1778
Gedoopt te Middelburg in de RK kerk
Beroep Visscer
Gehuwd met Geertje Klap te Goes den 2 Decmeber 1824
Voor de maritime Conscriptie geloot te Goes onder de Fransche heerschappij
Laatste vierjarige verblijfplaats te Arnemuiden, alwaar hij den 3 Mei metterwoon van Veere gekomen en tot den 14 Maart 1846 verbleven is..
Vroeger gewoond te Goes
Naam en voornaam van den Vader: Johannes Franciscus Joseph Le Mahieu.Van moeder Maria Johanna Predenua?
Verhuizings biljet afgegeven te Arnemuiden den 14 Maart 1846
Goes den 8 December 1846
Handtekeningen
Arnemuiden den 17 December 1846
Onderwerp: Over bedeeling Mahieu
Ter beantwoording van UEA missive van den 12 December dezer maand no 1102 hebben wij de eer UEA te berigten dat er dezerzijdsch gene bedenkingen bestaan tegen de erkenning van het onderstandsdomicilie van M.J. Mahieu, dan aangezien door het groot aantal behoeftigen in deze Gemeente de bedeeling alhier niet dan zeer sober kan plaats hebben, verzoeken wij UEA aan ons te willen mededeelen hoeveel of gewoonlijk des weeks aan dergelijk gezin in UEA stad wordt bedeeld en men aan de voorgedragene zoude toekennen.; daar in geval dit te veel met de in deze Gemeente bedeelde personen mogt difficeeren/difficulteren UEA zoude moeten verzoeken dezelve naar herwaarts te willen verzenden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 15 December 1846
Aan den Heer Militie Kommissaris
Onderwerp: Mutatie Schutterij
In voldoening aan de circulaire vanden Heere Gouverneur van den 11 November 1843 hebben wij de eer hierbij aan UEG te doen toekomen de naamstaat bevattende de plaatsgehad hebbende mutatiën der schutterijpligtigen in deze Gemeente, sedert ons laatste berigt in 1845 en wel zooals dezelve was op den 1 dezer maand.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 15 Decmeber 1846
Aan B & A te Biervliet
Onderwerp:Herinnering voldoening verplegingskosten
Bij onze missive van den13e October jl , verzogten wij UEA het Armbestuur te willen doen herinneren, aan de voldoening der verplegingskosten van M.J. Schroevers groot f.11,50.
Tot hiertoe mogten wij tot vandaag niets vernemen!! ; wij verzoeken UEA andermaal hetzelve bestuur aan zijne verpligting te willen herinneren met uitnoodiging om voor het einde van dit jaar gemelde som te voldoen, of ons wel de reden te willen mededeelen wat of de oorzaak der niet voldoening is, daar wij anders hoe ongaarne ook, ons verpligt zouden vinden to HEGA te wenden.
De Burgemeester
CDB
Extract verbaal Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 4e December 1846
Overgelegd de begrootingen van de heele en halve Bataillons Rustende Schutterij over 1847
Is goedgevonden de begrooting f. 434- goed te keuren.
Arnemuiden : half Bataillon f.35,51
Etc
De Griffier derStaten
Slegt
Arnemuiden den 5 Januarij !847
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Staat handteekening B & etc
In voldoening aan Uwe Excie besluit van den 14 Dec; 1846 hebben wij de eer bij deze aan Uwe Excie te doen toekomenden staat in triplo der handteekening van B & W
ak der niet voldoening is,