Historische Vereniging Arnemuiden

In de 19e eeuw was het belangrijk dat de prijs van het dagelijks brood zo laag mogelijk werd gesteld. Brood behoort tot de eerste levensbehoeften.

Om tot het gewenste doel te bereiken werd de prijs van het brood wekelijks  aangepast aan de gemiddelde marktprijs van de levensmiddelen.

Hieronder treft U een gedetailleerd reglement aan uit het jaar 1843, toen de aardappelziekte de kop begon op te steken.

In andere landen was in de regel het brood goedkoper dan in ons land.

O.a .De belasting op het gemaal zorgde ervoor dat de prijs hier wat hoger gesteld was.

 

Reglement op de Zetting van het Brood binnen de Gemeente Arnemuiden.

 

Art: 1

De Prijs boven welke de gepatenteerde Bakkers of Broodverkoopers binnen deze Gemeente het brood aan de ingezetenen niet zullen mogen verkoopen,zal voortaan weekelijks door B & W worden geregeld voor zoo ver de prijs van het graan zoodanig mogt gerezen of gedaald zijn, dat daaruit eene vermeerdering of vermindering vanee halve cents of meer mogt ontstaan:

Hetzelve zullende bij onveranderde marktprijzen slechts bij den aanvang van ieder maand plaatshebben.

 

Art: 2

Bij deze prijsbepaling of zetting van het brood,zal worden gelet

1 op den prijs van het graan

2 op de onkosten van den Bakkersstijl

3 op eene redelijke winst of beloning voor den bakker

4 op de belastingen welke binnen deze gemeente op het gemaal  geheven wordt, alsmede

  Het maalloon.

 

Art:3

Tot vaststellingvan den grondslag onder nummer 2 vermeld zullen strekken de gemiddelde prijzen tot welke te Middelburg de granen op de marktdag welke de Zetting laatstelijk zal zijn voorafgegaan, verkocht zijn. De staat van de gemiddelde prijs van de granen.

 

Art: 4

De onkosten op den Bakkersstijl vallende, het maalloon, de winst of belooning  van den middelgrote bakker wordt per Ned. Mud bepaald als volg

Voor onkosten op de Bakkersstijl vallende                                                  f.2,16

Maalloon                                                                                                   61

Winst of belooning                                                                                    3,36

                                                                                                             6,13

Terwijl de belasting zoo landelijke als plaatselijke naar mate dezelve geheven wordt ,daarbij zal worden gevoegd, samen uitmakende de som  waarmee onder bijvoeging van den prijs van het graan de zetting van het brood zal geregeld worden.

 

Art:5

Ten einde deze regeling ten allen tijd geschikt te doen plaats grijpen zoo zal gebruik worden gemaakt van de achter dit reglement gearresteerde pastafels.

 

Art:6

De zetting van het brood, zal bij verandering nimmer in het gewicht,maar steeds in den prijs derzelve moeten plaats grijpen en wel van een brood van 2 oncen van één van 5 oncen van één van 10 van 15 oncen en één van  20 oncen

 

Art: 7

Het Soort  van brood, welke  aan de zetting onderworpen is, zal zijn

Grof Tarwen brood bestaande uit Krop-Meel, Water & Gist

Doorgestreept : Roggen Brood

Bestaande uit Roggen Kropmeel, water & Gist

Hetwelk steeds zuiver en onbedorven zal moeten zijn, zonder eenig ander vreemd inmengsel hoegenaamd.

Verpligtingen der Bakkers

 

Art 8: doorgesteept/geschrapt: wel interessant (P.F: aantekening: de  bakkers  van Arnemuiden zouden dat onmogelijk kunnen doen; door de geringe omzet zouden zij geen redelijk bestaan hebben)

De bakkers zijn verpligt zich stiptelijk  naar de zetting van het Brood of naar het Broodpas door B & W bepaald te regelen zonder hetzelve zwaarder of ligter te mogen bakken, als dat zulks bij het pas is voorgeschreven wordende het in hunne verkiezing gelaten het aangewezen brood goedkooper te verkoopen als dat bij het broodpas is bepaald, doch nimmer hooger, als dat in meergemeld broodpas is vastgesteld daar zulks altijd als maximum moet worden aangemerkt.

 

Art 9:

De bakkers zullen verpligt zijn hun brood te merken met een aan hun vanwege het Stadsbestuur verstrekt wordende merk, hetwelk behalve en daarop gestelde letter de wigt van het brood zal aanduiden.

Zullende in geval het brood met wagentjes ,manden en soortgelijk voertuig moet worden rondgebragt, dezelve met de namen der bakkers moeten gemerkt zijn.

 

Art 10 ;

De Bakkers zullen niet vermogen eenig ander brood te bakken en in hunne winkels te koop te leggen,dan hetgeen aan al de vereischten bij de artikelen 7.8,9 voorgeschreven, in allen deele voldoende wordt bevonden, zullende het daaraan niet beantwoordende brood in beslag worden genomen, gestraft worden met eene boete van zes tot twaalf gulden of 1 dag gevangenis.

Van deze bepaling zijn echter uitgezonderd koekjes en brooden met krenten of specerijen en dergelijke gebakken, welke meer als lekkernijen dan als gewoon voedsel moetworden beschouwd. 

Aantekening (P.F.) in een éénmanszaak betekende 1 dag gevang een vermindering van

1 dag verlies aan klandizie. Daar zou  de concurrent van kunnen profiteren.

 

Art 11

Het zal echter aan de bakkers vrijstaan om tegen eenen in evenredigheid van de broodzetting te berekenen en desnoods door  B & W te bepalen prijs, zoodanig ander brood voor de ingezetenen te bakken als hen door dezelve zal worden besteld, doch zullen de bakkers zoodanig brood niet in hunne winkels mogen leggen of hetzelve vermengen onder ander brood aan de zetting onderworpen, ’t Welke op den gewone wijze in wagentjes , mandenenz. Wordt rondgebragt  op pene als bij art.10 is bepaald.

 

Art 12

De Bakkers zijn mede verpligt het  meel van particulieren tot brood te bakken voor een door B & W te bepalen loon.

Toezigt op de Broodzetting

 

Artikel 13

De Burgemeester zal, bijgestaan door één van de Wethouders het noodige toezigt houden dat door de bakkers of Broodverkoopers aan alle de bepalingen van dit reglement worde voldaan; hij zal desnoods eene commissie in den Raad benoemen,aan wie hij dat toezigt zal opdragen.

 

Art.14

Dit toezigt strekt zich uit, zoo wel over de soorten als op het gewigt van het brood, ten welke einde zij, zoo dikwijls zij zulks noodig keuren, bij de Bakkers en Broodverkoopers zullen rondgaan,het brood onderzoeken, en daartoe een brood ter hunne keuze vermogen door te snijden zonder dat de Bakkers of Broodverkoopers , daarvoor eenige schadevergoeding zullen kunnen indienen,voorts het brood wegen, en ingeval zij brood aantreffen, dat in hoedanigheid niet aan het bepaalde bij dit reglement voldoet,of niet overeenkomstig het pas gegebakken is  alle zoodanige brooden verbeurd verklaren en doorsnijden om overeenkomstig de bepalingen in artikel 10 dadelijk aan den Armen te worden overgebragt.

 

Art.15

Zij zullen , ingeval zij vermoeden dat er onbehoorlijk Brood verborgen is, de huizen of pakhuizen der Bakkers of Broodverkoopers als mede de manden, wagentjes of iets diergelijks,waarin zij het brood bij de ingezetenen te huis brengen doorzoeken en bij eenige overtreding dezelve overeenkomstig de in art.12 bepaalde straffen worden toegepast.

Voorzoover het bovengemelde onderzoek niet door de Burgemeester geschieden zal hetzelve niet voor zonne of na ondergang mogen plaats grijpen dan op bijzondere en schriftelijke magtiging van het Hoofd van het Stedelijk bestuur bijgestaan door den bode dezer gemeente.

 

Art.16

De Bakkers zijn verpligt , om ten allen tijde de door of van wege de Burgemeester  te doen onderzoek in hunne huizen , pakhuizen of winkels, als mede die van het brood dat op die wijze in art.9 vermeld  wordt rondgebragt te dulden , zonder zich hiertegen eenigsints te mogen verzetten of dezelve moeijlijk te maken, op een boete  in art 10 vermeld.

Ook zullen zij gehouden zijn altijd iemand te huis te hebben om bij de visitatie tegenwoordig te zijn op verbeurte als  vooren.

 

Art.17

De Burgemeester,of de door hem benoemde commissie uit de Raad, zal van deze hunne bevinding behoorlijk aanteekening moeten houden,in een daartoe aan te leggen register en van alle bekeuringen behoorlijk Proces Verbaal opmaken in beide gevallen en aan B & W berigt doen terwijl bij bekeuring het Proces verbaal aan den Heer Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het Kantongeregt zal worden ingezonden.-zullende verder bekeuring aan den betrokkenen bakker uiterlijk den volgenden dag moeten worden kennis gegeven.

 

Art.18

De boeten komen geheel ten voordeele van de Stedelijke Kas.

 

Art, 19

Wanneer een bakker binnen de twaalf maanden  na de eerste bekeuring zich aan dezelve overtreding andermaal schuldig maakt,zal in dat geval denzelven altijd met gevangenisse gestraft worden.

Aldus vast gesteld in de vergadering van den Raad der stad Arnemuiden.

 19 Junij 1843.

 

Extract Notulen B & W van Middelburg

Den 9 Junij 1843

De prijs der metrieke mudde

Tarwe           f.8.40

Rogge             6,25

Periode 12 t/m 19 Junij 1843

Extract

Becius

Secretaris

Arnemuiden den 12 Junij 1843

Zetting van het Brood in de Gemeente Arnemuiden

Prijs der mudde tarwe  f. 8,40

Een brood van 2 oncen                     3 ½ cent

Idem                5    “                      9 cent

Idem              10   “                       17 ½ cent

Idem              15   “                       26  cent

Idem              20   “                       35   cent

Boven welke prijs het brood niet mag worden verkogt.

De Burgemeester

Corn: Dan: Baars

Extract Notulen B & W van Middelburg

De Middelprijs der metrieke mudde van

Tarwe                      f.9,00

Rogge                        6,75

Periode 19 t/m 26 Junij 1843

Extract

Becius

Secretaris.

Arnemuiden den 19 Junij 1843

Prijs der mudde f.9,00

Een brood van 2 oncen                  3 ½ cent

Idem                 5                           9 cent

Idem                10                         18 cent

Idem                15                         27 cent

Idem                20                         36 cent

Boven welke prijs het brood niet mag worden verkogt.

De Burgemeester

Corn: Dan:  Baars.

Ga naar boven