Drie kleine meisjes staan voor het snoepwinkeltje, met hun neusjes tegen het raam gedrukt. Ze staren naar de stopflessen gevuld met allerhande lekkere snoepjes.
Ik denk dat ze thuis hebben gezeurd bij hun moeder om een cent. Net zolang totdat het moeder begon te vervelen. En tegen hen zei: 'Kinderen, ik heb geen cent voor jullie om snoepjes te kopen'. Dat was vaak ook wel zo. En moeder had daar dan veel verdriet van omdat ze dat geld niet kon geven. Want het waren dikwijls grote gezinnen, veel armoede en zorgen. Een cent kon ze dan echt niet missen. Om daar dan zo maar snoepjes van te kopen, nee dat ging niet. Vaak werd er dan gezegd, ga maar naar opoe, misschien heeft die nog wel een cent over. Maar daar sloeg je als kind dan ook nog wel eens de plank mis.
Armoede was overal.
Kijk maar eens naar het gezichtje van het meisje links op de foto. Ze staat er maar beteuterd bij te kijken. Dit kind heeft zelfs geen halve cent in haar zak. Het meisje in het mid-den van de foto is zo te zien nog niet rijp voor de lagere school. Je kan dat zien aan het schortje dat ze draagt. Dit heet een lijfschort-je. Dat werd dan strak aangehaald zodat het steun gaf aan de lenden. En zo bevorderde het een rechte rug.
Het rechter meisje echter staat te glunderen met haar neusje tegen het raam. Ze staat te watertanden en kan niet kiezen wat ze zal kopen. Ze heeft één cent gekregen van opoe, oom of tante. Die ene cent brandt in haar zak om die zo snel mogelijk uit te geven aan de lekkere snoepjes uit de stopfles. En ze vervol-gens te delen met de twee vriendinnetjes. Vaak werd er dan voor een cent dropjes gekocht. Daar kon je dan nogal mee delen. Ze kon ook voor een cent kiezen voor snoep van het blad.
Zo ging dat in veel gezinnen in Arnemuiden, in de periode van 1900 tot 1940.
Het snoepwinkeltje op de foto stond vroeger op de plaats waar nu in de Nieuwstraat het Keukencentrum is gevestigd.
Bronvermelding:
Uitgave oud boekje van de Ondernemersvereniging Arnemuiden.
J. Adriaanse, de Kroniek van Arnemuiden (1870-1948).