Over de post vinden we in 1866 voor het eerst iets in de Kroniek van Arnemuiden. De gemeenteraad is ontevreden over de postverlening want de bezorging van de brieven vindt onregelmatig en laat plaats. Men vraagt zich af waarom Arnemuiden niet in een gelijke positie gesteld wordt als andere gemeenten op Walcheren, waar wel een hulppostkantoor is. Protesten bij de minister hebben resultaat. Voortaan zullen de brieven die ‘s avonds buiten Zeeland te Middelburg worden ontvangen, nog dezelfde avond in de gemeente worden gebracht. Brieven die ‘s morgens van Arnemuiden worden verzonden zullen nog dezelfde dag met de post naar Bergen op Zoom gaan. En per 1 oktober zal te Arnemuiden een hulpkantoor mogen worden gevestigd.
In 1893 wordt in de raadsvergadering van de gemeente besloten, ’om niet tot een oprichting van een telefoon kantoor over te gaan‘. In 1916 wordt er melding gemaakt van de aanstelling van een hulptelegraaf en telefoonkantoor te Arnemuiden. In 1917 wordt er melding gemaakt van het openen van het telegraaf en telefoonkantoor. Dat was in dat jaar volgens burgemeester Lantsheer één van de belangrijkste besluiten van de gemeenteraad. In 1918 wordt het telegraaf en telefoonkantoor officieel geopend. Kantoorhouder wordt P.C. Schoonenboom. De helft van zijn woning wordt daarvoor afgestaan.
De Rijkstelegraaf werd in 1852 opgericht. De telegram was geboren, een brief met een korte tekst. Deze werd verstuurd met een telegraaftoestel, en de tekst kon als het moest binnen een half uur bezorgd worden bij de geadresseerde. Een telegram versturen kon in Arnemuiden sinds 1883 bij het station, en in 1916 kwam er in Arnemuiden een hulptelegraaf en telefoonkantoor. In 2001 is KPN gestopt met de telegraafdiensten. Een particulier bedrijf doet het sindsdien.
In Den Haag kregen we via Saskia Spiekman gegevens uit het PTT archief, die hieronder verwerkt zijn en een lijst van de plaatselijke woonhuizen waarin een ‘postkantoor’ is gevestigd (tijdvak 1866 - 1970). Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit het Haags archief. Daarnaast heb ik de daar aanwezige krantenknipsels enz. betreffende het postkantoor ook mee genomen in onderstaand overzicht. (gegevens uit Haags archief zijn gearceerd)
Chronologisch overzicht van de ontwikkeling van de PTT-dienst te Arnemuiden.
1 oktober 1866;
Vestiging van een hulpkantoor te Arnemuiden. C.J. CRUCQ is briefgaarder. Hij was vermoedelijk in functie tussen 1866 en 1892. Straat en huisnummer zijn niet bekend. In het algemeen was een briefgaarder iemand, die plaatselijk de post rondbracht. De vereisten voor deze ‘rang’ waren dat men een goede naam had. Geld en andere waardevolle zaken moest achter een slot opgeborgen kunnen worden. Voorts moest een winkel of een apart gedeelte in de woning afgestaan zijn als kantoor.
Naast de briefgaarder was er ook nog de postbode. Deze liep van Middelburg naar Arnemuiden en was een bode die de ‘post’ naar het postkantoor van de briefgaarder bracht. De bode mocht geen post bezorgen, want dan had de gaarder minder inkomsten. Nu was het in de praktijk wel zo dat de bode bij een aantal adressen mocht bezorgen wanneer hij daar toch langs kwam vanuit Middelburg. De centen zullen dan wel eerlijk verdeeld zijn! De briefgaarders worden later de kantoorhouders.
- Uit een oude kaartenbak, vermoedelijk uit het hoofdkantoor van Middelburg, vonden we: Brievengaarder, 1 oktober 1866 - 31 januari 1892 +, C.J. Crucq (overleden).
- Er is nog een onduidelijk handgeschreven extract van de minister van financiën betreft Walcheren. Waarbij hij het ‘heeft goedgevonden aan te stellen tot brievengaarder te Arnemuiden C.J. Crucq, wonende aldaar, met ingang van 1 oktober 1866. Met de jaarlijkse bezoldiging van f 125,-
Er wordt ook gesproken over de bodeloop op Walcheren, en als we het goed begrepen hebben waren dat voor Arnemuiden de heren (M. ?) Hoogerheide en (H.?) Kramer,beide te Arnemuiden, samen voor ‘de bezoldiging te bepalen op f 200,- in ‘t jaar‘.
Het hulpkantoor was in 1866 gevestigd in een kamer of een gedeelte van het stadhuis. C.J. Crucq, de brievengaarder, (zie onder 1970) was namelijk ook burgemeester. Hij had een goede naam en voldeed aan de eisen..
1 januari 1883;
De opening van een telegraafkantoor voor algemeen verkeer door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen.
1 juni 1898;
- Van 1898 tot 1899 is A.J.A. DOOTJES briefgaarder. Zijn kantoor of woning is Westdijkstraat 39, nummer voorheen A. 105. Hierna staat onder ‘bemerking’; nu verbouwd. (Dootjes was gem. secr. sinds 1893)
Voorts is het kantoor Markt 12, voorheen A. 23, opmerking; Ned.: Herv: Pastorie.
- Uit de oude kaartenbak, briefgaarder, 1 juni 1892 - 1 januari 1899 eo, A.J.A. Dootjes.
- 1899; Antoin Dootjes kreeg per 1 januari eervol ontslag als brievengaarder en vertrok naar het gem.secretarie van Hilversum. In 1898 kwam de vacature in de krant te staan. De volgende eisen werden aan de functie gesteld: ‘De briefgaarder van Arnemuiden was verplicht om als diensturen te werken van 7½ - 10 uur, en van 5½ tot 8 uur op werkdagen, op zon en feestdagen van 8 - 10 uur (v.m.). De post te behandelen op werkdagen op 8.59 uur v.m., de telegraaf 6.50 uur n.m. op zon en feestdagen 8.59 uur n.m. De bestelkring betrof Kleverskerke, Calandspolder en Arnebrug. Hij zelf is vrij van bestelling en bodeloop. Tot zijn beschikking krijgt hij 1 postbode en 1 hulppostbode, en hij heeft geen telephoon. De huurprijs van de woningen is in Arnemuiden f 125 - f 150. De levensmiddelen zijn duurder dan in Middelburg, omdat er steeds de vracht bijkomt. De belasting is tamelijk. Op een geschat jaarlijks inkomen van f 2000 (zijn loon waarschijnlijk) met 3 kinderen, bedraagt de aanslag f 31,37‘.
En nog wat; ‘De bevolking is over ‘t algemeen weinig ontwikkeld en niet gemakkelijk’.
1 jan. 1899;
- Van 1899 tot 1923 is P.J. KOUSEMAKER gaarder, later kantoorhouder. Hij woonde Westdijkstraat 15 (nummer voorheen A. 118). Later, mogelijk samen met de invoering van kantoorhouder, is het adres Langstraat 40 ( nummer voorheen B. 5). (Kousemaker werd in 1892 benoemd tot tijdelijke gemeente ontvanger)
Vermoedelijk deden Crucq, Dootjes en Kousemaker ook de ‘post’, deze opmerking staat onder brievengaarder en kantoorhouder in het archief, dit zou betekenen dat ze ook de post haalden te Middelburg, als postbode.
- Uit de oude kaartenbak, 1 januari 1899 - ...... J. Kousemaker.
1904;
In het station wordt een kantoor geopend voor de bestelling van telegrammen. De stationschef George Monté wordt benoemd tot telegrambesteller.
1916;
Als telegrambesteller wordt benoemd P.C. Schoonenboom, in de vacature van mej. C.G. Monté.
21 juni 1917;
Vestiging van een hulptelegraaf- en -telefoonkantoor, in verbinding met Middelburg. In dit jaar wordt het stations- telegraafkantoor gesloten voor algemeen verkeer.
- In maart 1918 wordt door de gemeenteraad besloten tot het aanleggen van een telefoontoestel op de gemeentesecretarie, in juni wordt dit geopend. Het geopende PTT kantoor wordt steeds drukker bezocht, wat blijkt uit de gevoerde telefoongesprekken (en verzonden telegrammen).
- Onder Station N.S, vinden we onder tijdvak van …? tot 1918. Stationsplein 3, nummer voorheen C. 44., en het had ‘alleen Telegraaf‘.
- Van 1917 (of 1918) tot 1923 is kantoorhouder P.C. SCHOONENBOOM, Westdijkstraat 31 (nummer voorheen A. 109), alleen Telefoon & Telegraaf.
1 mei 1923;
- Van 1923 tot 1933 is P.C. Schooneboom kantoorhouder P.T.T., Langstraat 50 (nummer voorheen B. 10), opmerking; P.T.T.
- De Kroniek meld nog dat op 1 jan. 1920 een mej.de Voogd wordt aangenomen en dat op 1 jan. 1925 Toon de Kam wordt benoemd als klokkenist (de torenklok) en als hulpbrievenbesteller.
Aan het eind van elk jaar kwamen ook in Arnemuiden de ‘Gelukkig Nieuwjaarswensen’ van ondernemers en bekende Arnemuidenaars in de krant, zo ook in 1926 van de kantoorhouder; ‘P.C. Schooneboom, P & T’.
- Uit de oude kaartenbak; Kantoorhouder PTT, 1 mei 1923, P.C. Schoonenboom. (v/h K.T.P.)
1 november 1919;
Ook de mensen te Kleverskerke krijgen twee keer daags post. De krant; Postbodendiensten gewijzigd. De 1e post naar Kleverskerke, die nu om half 12 pas weg gaat, wordt nu (1 nov.) 7 uur. Voor de 2e post naar Kleverskerke, die nu om 3 uur weg gaat wordt dat 2 uur. De buitenwijken worden voortaan besteld door postbode L. Kraamer; de binnendienst door hulppostbode H. Boone.
Eerste steenlegging groene kruisgebouw met links aannemer J. Boone, daarnaast postbode Kraamer, alias Lou de Post. Wat de postbode er vooraan bij doet weet ik niet, misschien had hij een voorgevoel, maar later werd dit gebouw, in 1970, het postkantoor.
1930;
De gemeenteraad besluit, dat het bij nieuwbouw voortaan verplicht wordt om een brievenbus aan te brengen.
15 april 1933;
Het hulppost-, hulptelegraaf- en hulptelefoonkantoor wordt vervangen door een post-, telegraaf- en telefoonstation. De postbestelling geschiedt vanuit het station.
Alle diensten ressorteren onder het post-, telegraaf- en telefoonkantoor Middelburg.
- Van 1933 tot 1943 is Stationhouder P.T.T. A.H. de KAM, onder straat wordt vermeld Langstraat 50 (nummer voorheen B. 10), als opmerking is geplaatst; ‘Kantooromzetting naar station’.
- Van 1943 tot 1968 is hij kantoorhouder P.T.T., straat Langstraat 41( nummer voorheen A. 145), opmerking: Hulp-P.T.T. kantoor.
- Over Toon de Kam stond in de krant: ‘16 maart 1922 kwam de Kam bij ‘tante Pos’ als hulpbesteller. Na een paar jaar werd het kantoordienst, eerst in het kantoortje aan de Langstraat, en later in het huidige kantoortje (1968), dat in zijn woning is ondergebracht’.
14 april 1942;
Opheffing van het telefoonnet met overbrenging van de aansluitingen naar het net Nieuw en St. Joosland.
De cel in het telefoonstation wordt in lokaal verband gebracht met het net van Nieuw en St. Joosland.
Het post-telegraafkantoor Goes is aangewezen als controlekantoor voor de telegraafdienst.
1 augustus 1943;
Het post-, telegraaf- en telefoonstation wordt vervangen door een hulppost- en hulptelegraafkantoor met celgesprekken dienst, dat voor de postdienst ressorteert onder het post- (telegraaf)kantoor te Middelburg. Het post- telegraafkantoor te Goes blijft optreden als controle-kantoor voor de telegraafdienst. Als kantoor van beheer voor de telefoondienst wordt aangewezen het telefoonkantoor Breda
- Krant; aug. 1943; Het PTT-station is omgezet in een hulp-PTT-kantoor. De besteller - stationhouder A.H. de Kam is benoemd tot kantoorhouder.
1968;
- Dat Toon de Kam het in het begin niet zo gemakkelijk had, vertelde hij bij zijn afscheid in de krant van de 28e september; Je zou er wel grijze haren van krijgen ook….. komt me daar een brief op het postkantoor van Arnemuiden met niets meer dan de woorden; ‘Aan de heer van Belzen’. Wat doe je in zo’n geval als je weet dat er zo ongeveer 400 van Belzens in Arnemuiden wonen? Toch zit postkantoorhouder A.H.de Kam niet meer met de handen in het haar. Zoveel heeft hij er niet meer en bovendien is het niet meer nodig. Want als je zolang op dezelfde plaats zit, weet je wel hoe dit soort problemen moet worden opgelost. De Kam vervolgt; Nu dan kwamen enkele bezitters van die naam op het kantoor. Waarna in hun bijzijn de brief werd geopend en aan de hand van de inhoud kon dan worden nagegaan waar deze uiteindelijk naar toe moest. De Kam was geboren en getogen te Arnemuiden, hij had er 46 ½ jaar opzitten bij het staatsbedrijf. De Kam was de langst zittende kantoorhouder in Arnemuiden.
De Kam zijn opvolger werd Jan C. de Reu, ook hij had moeite gehad met de van Belzens. Dat zei hij pas bij zijn afscheid zo’n 16 jaar later, ’Als er dan eens vier mensen voor het loket stonden, en alle vier zeiden ze dat ze van Belzen heetten. En ze begonnen alle vier nog met een J. ook! Dan denk je toch dat je bedrogen wordt‘!
1970;
- Uit een krantenknipsel van december 1970; Opening nieuwe postkantoor Arnemuiden; ‘Badhuis nu postkantoor, Arnemuiden heeft het badhuis opgedoekt, de douches thuis hebben het gewonnen‘. Bij de opening op vrijdag 19 december 1970, waar ook burgemeester Hack meedeed, vertelde de directeur postdistrict Middelburg, nog wat aardige bijzonderheden over de banden tussen de PTT en gemeente Arnemuiden. Hij zei; ‘De eerste kantoorhouder was tevens burgemeester, zijn opvolger tevens gemeentesecretaris, terwijl de onlangs gepensioneerde kantoorhouder de Kam, de beroemde klok van Arnemuiden luidde‘. (het oude kantoor adres was Langstraat 4 en het nieuwe Zuidwal 4)
1984;
- Krant; Bij zijn afscheid op 30 maart 1984, na zijn 36 jarige diensttijd bij de P.T.T., vermelde J.C. de Reu wat zijn werk vanaf het begin inhield. In het begin waren er weinig mensen met een girorekening Zelf hield hij zich toen voornamelijk aan het loket bezig met postbetalingen, telegrammen, boekjes rijkspostspaarbank, en het bedienen van de telefooncentrale. Daarna kwam er steeds meer bij zoals registratie snelle motorboten, kenteken registatie en verkopen strippenkaarten. De Reu zijn loopbaan was in IJzendijke begonnen als hulpbesteller en via verschillende plaatsen in Zeeland kwam hij vanuit Oost.Souburg in 1968 te Arnemuiden,
1 April 1984;
Na het vertrek van de Reu 30 maart 1984, werd J. de Ridder kantoorbeheerder (Ko). Hij zou de laatste kantoorhouder van Arnemuiden worden.
12 december 1986;
Openbare verkoping van het voormalig postkantoor Langstraat 41 in Spoorzicht.
Zebrapost juli 1987,
- Uitgave van de personeelsvereniging postdistrict Middelburg, deze vermelde het volgende: Nieuwbouw postkantoor in nieuwbouw Arnemuiden. Vrijdag 12 juni 1987 geopend in Brakenburg I aan de Korenbloemlaan, met de sprekers burgemeester Markusse en de postdirecteur. Deze vermelde o.a. in het geschiedkundig overzicht, ‘te reppen van het feit dat Arnemuiden in 1496 de twijfelachtig eer genoot, dat daar voor het eerst in Nederland het verschijnsel geslachtsziekte via een vreemde vloot aan land kwam‘. En al vond dat vele eeuwen geleden plaats, burgemeester Markusse reageerde daar enigszins geschrokken op. ‘Ik dacht; daar gaan we weer als Arnemuiden’. Maar zeide hij, ‘er zijn ook veel positieve dingen over Arnemuiden verteld’. Gelukwensen waren er voor kantoorhouder De Ridder en assistente mevr. De Nooijer (Coby van Saal). Bij de ingebruikstelling kon kantoorhouder De Ridder ook t wee inmiddels uitgetreden voorgangers begroeten, de heren De Reu en De Kam.
29 juni 1995;
Tijdens de gemeenteraadsvergadering wordt medegedeeld dat het postkantoor gaat sluiten. Er zal een postagentschap ergens in een winkel komen, waar is nog niet bekend.
9 november 1995;
Sluiting van het postkantoor aan de Korenbloemlaan in de wijk Brakenburg.
ENIGE TELEGRAFISTEN OP EEN RIJTJE;
1897; 2 april, geslaagd voor klerk-telegrafist 3e klasse bij de staatsspoorwegen, J.W. Laven te Arnemuiden.
1904; Telegrambesteller, George Monté.
1906; 15 juni vertrekt J.Dijk als klerk telegrafis naar Valkenswaard, de 17e juni wordt telegrafist aan het station, S.Boone van Krabbendijke.
1907; 21 maart, geslaagd voor klerk telegrafist 3e klasse, G. Dekker te Arnemuiden.
1907; De Zeeuw, 29 november, De directeur-generaal van Staatsspoorwegen heeft bij dienstorder eervol doen vermelden, o.m. ’den telegrafist P. Boone te Arnemuiden, voor betoonde eerlijkheid‘.
1914; In de vacature mej. C.G. Monté wordt P.C. Schoonenboom benoemd als telegrambesteller.
1917; 13 mei, naar Arnemuiden, arbeider-telegrafis, A. Korstanje van Oss.
1917; Het stations-telegraafkantoor wordt gesloten, de zaken gaan verder op het postkantoor.
1918; 1 mei, telegrafist C.Weststrate van Arnemuiden naar Vlissingen, tevens geslaagd als klerk telegrafist der Staatsspoorwegen, J.S. Segers, surnumerair te Arnemuiden.
1938; 20 maart, arbeider-telegrafist, I. Baaijens overgeplaatst van halte Arnemuiden naar Kruiningen-Yerseke.
Het rijtje wordt afgesloten met in het postkantoor aanwezige kantoorhouders de heren A.H. de Kam, J.C. de Reu en J. de Ridder.
POSTBESTELLERS VAN ARNEMUIDEN.
Enige postbestellers die genoemd worden uit de Zeeuwse kranten;
1866; Hoogerheide en Kra(a)mer. (mogelijk dezelfde als de op 8 mei 1886 benoemde H. Kraamer als gemeente bode). Er was eerder een Marinus Hoogerheide sluiswachter, waarschijnlijk dezelfde.
1882; Adriaan Maas, in de burgelijke stand van Arnemuiden komt hij als postbode voor vanaf 1872 tot 1896. Minstens 30 jaar in dienst geweest. Kwam als landbouwersknecht van Koudekerke en trouwde in 1867 met de Kleverskerkse kleermakersdochter Pieternella de Rijke. Ze overleden beiden te Arnemuiden in mei 1911, hij was toen zonder beroep en 78 jaar oud.
Ca 1898; In dienst brievenbesteller L. de Kraamer, later bijgenaamd Lou de Post. (x Meijers)
Krant 1903; oa. A. Maas postbode te Arnemuiden kreeg in brons een eeremedaille der orde Oranje Nassau.
1 jan. 1919 was hulppostbode H. Boone.
Dec. 1920 was ook brievenbesteller B. de Nooijer.
1 mei 1922; Besteller B. de Nooijer, vh hulppostkantoor, naar postkantoor Rotterdam.
1 jan. 1936 neemt L. de Kraamer afscheid als postbesteller, na een diensttijd van bijna 38 jaar.
Krant 9 dec. 1943; Benoemd tot besteller der PTT, Iz. van Belzen, thans hulpbesteller aldaar.
Ca. 1947; L. de Nooijer in dienst PTT.
Krant van 3 nov. 1950; benoemd tot hulpbesteller in dagelijkse dienst J. Meeuwse, was 1e hulp-besteller.
i.p.v. L. de Nooijer (x Baas), deze gaat naar Middelburg, in ca 1963 kantoorhouder Nieuw.en St.Joosland, 1973 kantoorhouder te Westkapelle, afscheid aldaar 4 sept. 1986.
1955; H. van Waarde, begint als postbode te Arnemuiden, Ritthem en Nieuw.en St.Joosland. Wordt de vaste postbode voor Kleverskerke
Ca 1962; J. de Ridder komt bij de post. (broer van de latere, laatste kantoorhouder Ko de Ridder)
30 sept. 1965; Izak de Post stopt ermee.
1985; Henk van Waarde neemt afscheid na 31 jaar PTT.
Krant van 1 okt. 1983; afscheid van Arnemuiden na 19 jaar, J. de Ridder, bijgenaamd Wannes de Post.
1985; M. de Rijke postbode te Arnemuiden.
Krant sept. 2009; Postbode Maarten de Rijke met de VUT, in dienst 1971, was 38 jaar bij de PTT
POSTBESTELLERS TE KLEVERSKERKE.
De 1e vast postbesteller voor Kleverskerke waar we zekerhei over hebben, is L. Kraamer. In 1919 wordt besloten dat hij postbode buitenwijken (buitengebied) wordt, in 1936 neemt hij afscheid.
Maar daarvoor moet A. Maas postbesteller geweest zijn, in een advertentie in 1882, is hij het contactpersoon voor de verkoop van een arbeidswoning te Kleverskerke. Dat betekent vrijwel zeker dat hij dagelijks daar langs kwam! Mogelijk kwam hij minstens tot 1903 op Klevers, dan wordt hij nog genoemd als postbode.
Men weet nog te herinneren dat de bestellers in het begin liepen. Dat zal ruim voor de oorlog zijn geweest. De postbode bracht brieven, pakjes en kranten, en rekende ook af. Men reed door den hoek naar Kleverskerke, daar vandaan langs het kanaal naar de Platteweg waar de families Baaijens en Cornelisse woonden, en zat het tegen, dan nog naar de zeedijk waar Gidionse en Beekman woonden, later Dekker en Kees de Wijze, de lichtwachter.
De bekendste postbodes zijn Jasper Meeuwse en Henk van Waarde. Meeuwse was de opvolger van L. de Nooijer.
Meeuwse bezorgde zeker tot na de watersnood ook post op Kleverskerke. Hij was eerder knecht bij Ko Janse en had daar later ook nog een lapje land, dat huurde hij en zette er o.a.’juun’ op. ‘t Was een werker’, weet men nog te herinneren. Na de postbezorging ‘zat’ hij op land, maar hielp ook dikwijls de boeren met peeën kappen of hooien. De meeste postbezorgers hadden er een baantje bij en hoe sneller ze de post bezorgd hadden des te meer konden ze voor zichzelf doen.
Dat zette wel eens kwaad bloed, want op het kantoor (van de PTT) hielden ze bij, hoe lang de post bezorgd werd, en dan werd er van een ‘nieuwkomer’ in zijn proeftijd ook verwacht dat ze even snel waren! En dat lukte dan niet. Het beroep was niet geheel ongevaarlijk, in weer en wind, hitte, vorst, sneeuw en gladheid over smalle paadjes langs de sloten, over de duikers van watergangen. In 1910 is er nog een jongen (9) van David de Bree verdronken, die door een rukwind van de duiker viel. Vergeet de herdershonden niet, zelfs onze kleine keeshond, had een hekel aan ‘de post‘, en als deze zijn rug omgekeerd had, en terug fietste vloog hij al keffend erachter aan, happend naar wat in die wapperende broekspijp zat. Maar zeker in de oorlog, met die mijnen langs, en half in de grindwegen. Ook vanwege allerlei overvliegers, want Kleverskerke zat vol met bunkers en soldaten.
Maar ook na de oorlog was het gevaar niet geweken. De Duitser hadden veel wapentuig nagelaten dat door de jeugd werd gebruikt. Zo ook een keer de zonen van mijn opa; ze schoten met scherp in ’de hoek’, en net toen er één de trekker overhaalde stak het hoofd met de pet van de postbode boven de bosjes.
De man had de schrik van zijn leven. Ik geloof dat nog op dezelfde dag een razzia van de politie was. Iedereen moest zijn wapens inleveren. Ik hoor het mijn vader nog met spijt in zijn stem zeggen.
Eén van de meest bekende en langst lopende postbodes op Kleverskerke was Henk van Waarde (1955-1985). Je kon hem uittekenen met zijn sigaar. Een opgewekte verschijning, ‘s morgens op de fiets door de hoek, en middags liep hij tussen de erwten en vlasland met een sproeier op zijn rug, bezig het onkruid te verdelgen. Tot wel ‘s avonds laat zag je hem bezig. Bij het schooltje stopte hij altijd. Daar stond tussen 2 ramen de rode postbus tegen de muur. Als je dan zat te rekenen, hoorde je eerst een bonk, van de fiets tegen de muur, dan werd met een sleutel het deurtje opengemaakt, en werd de post van het dorp en omgeving in de andere tas gedaan, bestemd voor postkantoor Arnemuiden. Dan volgde een klap van het dichtslaande ijzeren deurtje, en als je dan stiekem even opstond om door het raam te kijken, dan was hij al in de bocht van Ko Maas.
Van Waarde vertelde bij zijn afscheid, ‘je was niet alleen postbode, maar een compleet rijdend postkantoor, en alles moest op de fiets en dan vaak door weer en wind. Geld in ontvangst nemen, uitbetalen, pakjes en brieven bestellen, en ook nog meenemen naar het postkantoor‘. Vooral op het platteland was de postbode vaak ’adviseur’ en vertrouwensman. Toon de Kam was dat in Arnemuiden ook, zo zei hij tijdens zijn afscheid, zoals bij bankzaken en erfeniskwesties.
Een tijdje was er ook een Wannes de Ridder, uit de Molenweg, dachten ze op Klevers.
Ook Piet Koster (Moos), is een tijdje hulpbesteller geweest. Het verhaal gaat dat hij ontslagen is, hij was altijd zo ‘machtig’ nieuwsgierig, dat hij wel eens brieven openmaakte. Vroeger had je op Kleverskerke geen omroeper zoals in Arnemuiden, maar als je wat wilde weten dan moest je bij Pau Besuijen wezen, de bode, of Piet Koster. Maar als iemand ‘een geheimpje’ vertelde tegen Pau, dan ‘zei die, niet tegen Moos zeggen, want dan kan je het beter direct in de krant zetten‘. Maar als je dan zoiets tegen Piet Koster zei, dan zei deze, ‘niets tegen Pau Besue zeggen, want dan kan je net zo goed door Hugo Bliek laten omroepen‘. Zo hebben ze op Klevers ook hun verhalen…...
Reacties
RSS lijst met reacties op dit artikel