Zeeuws Archief Inventaris van de Archieven van de gemeente Arnemuiden
Toegangsnummer 1200; Inventarisnummer 107
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 28 December 1832
Gelezen zijnde uwe missive van Burgemeester en Wethouders van Arnemuiden van den 20 dezer
Is Goedgevonden
Burgemeester en Wethouders voorn: overeenkomstig het bij voorn: missive gedaan verzoek, te magtigen om uit de fondsen op de Plaatselijke begrooting van 1832 van onvoorziene uitgaven toegestaan;
1e aan het Armbestuur aldaar te verstrekken een buitengewone subsidie van f.50- ten einde hetzelve in staat te stellen tot de bij resolutie van den 14 dezer maand no 220 gevorderde vooruitbetaling van de helft der vermoedelijke onderhoudskosten van de Weezen die ten laste van gezegd Armbestuur in de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid werden verpleegd zullende deze som bij de begrooting in rekening over 1833 van het Armbestuur in buitengewonen ontvang en uitgaaf moeten worden geregulariseerd; en
2e een som van f.42,70 te voldoen voor meerder bedrag der grondlasten voor de Plaatselijke eigendommen over 1832, dan daarvoor op de begrooting van dat jaar is toegestaan; met uitnoodiging aan Burgemeester en Wethouders om nader aan deze vergadering op te geven, waaraan de aanmerkelijke vermeerdering dezer grondlasten is toe te schrijven
Etc.
De griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 5 Januarij 1833
Onderwerp; Overstorting verplegingskosten
Van bedelaars
In antwoord op UEd: aan Heeren GS dezer provincie gerigte Missive van den 31e December l.l. no 133 heb ik de eer UEd: kennis te geven dat tengevolge van aan den ontvanger der Registratie te Middelburg medegedeelde opmerkingen door den zelven voor de door UEd: overeenkomstig de Resolutie van opgemelde Heeren GS van den 14.der vorige maand no 20 gedane overstorting van het vermoedelijk bedrag der verplegingskosten enz: van bedelaars , hetwelk door uwe gemeente over 1832 zal verschuldigd zijn eene behoorlijke kwitancie zal worden uitgereikt , waardoor UEd: in staat zullen zijn aan den verderen inhoud dier Resolutie te voldoen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg dn 8 Januarij 1833
Onderwerp: tijd van geboorte wees I.Tange
Naar aanleiding van UwEd: missive van den 5 September j.l. no 91 is aan Z:Excie den Minister van Binnenl: zaken in der tijd opgegeven dat de wees I.Tange geboren is op den 8 Februarij 1826; de Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid , aan welke hiervan mededeling is gedaan, heeft thans aan Z:Excie: berigt dat I. Tange stelig verzekert in 1820 te zijn geboren, en dat met die verzekering zijn voorkomen ook geheel overeentemt; de Voorz: Minister ten gevolge hiervan nadere informatie verlangende , heb ik de eer UEd te verzoeken om naar de ware geboortetijd van de gem: wees een nader onderzoek te doen en mij daarvan den uitslag mede te deelen
Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 16 januarij 1832
Ik heb de eer UEA hier nevens toe te zenden de gecertificeerde duplicaat quitantiën wegens gedane overstortingen op acten van chargement welke mij nevens uwe missive van den 7 Dec 1832 en 10 Januarij 1833 no 121 en 15 zijn toegezonden met informatie dat zoodra mij de vereischte decharges tot verkrijging van welke de originele quitantiën door mij op heden aan de Algemeene Rekenkamer zijn opgezonden, zullen zijn geworden, dezelve onverwijld aan UEA zullen worden gedepecheerd.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 19 Januarij 1833
Onderwerp: Mutatiën Personeel Ommerschans
Blijkens de mij door het Departement van Binnenlandsche Zaken gedane opgave der mutatiën voorgevallen in het personeel der bedelaars Coloniën gedurende de maand November 1832 zijn A: Tange no 731 en I.Tange no 748 behoorende tot uwe Gemeente op den 19e dier maand ontslagen, waarvan ik de eer heb UEA bij deze te informeren.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 23 Januarij 1833
Wat betreft het Rapport over de Begrooting van het gesubsidieerde Armbestuur van Arnemuiden
Is goedgevonden
Dezelve Begrooting goed te keuren behoudens de in demargine derzelve gestelde aanmerkingen en twee exemplaren derzelve aan de betrokkene Plaatselijke besturen toe te zenden met uitnoodiging van toe te zien dat de Armbesturen zich stiptelijk naar dezelve gedragen en de daarbij toegestane uitgaven niet dan om zeer bijzondere redenen en alleen na bekomen autorisatie overschrijden, als zijnde het naar aanleiding van art. 14 t/m 17 van het besluit van den 8 Maart 1827 no 22 (Prov.Blad no 40) de stellige intentie der vergadering dat geene excedenten van uitgaaf op eenige posten der begrootingen in de Rekeningen der Armbesturen worden geadmitteerd of nog te doene uitgaven en dezelve worden geleden, indien daarvoor de redenen bij art:16 van gemelde besluit opgegeven, niet bestaan.
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
DEPARTEMENT VAN MARINE
’s Gravenhage, den 30 Januarij 1833
Ofschoon de wijze waarop tot en met de maand November 1832 in de behoefte der betrekkingen, van de door UEA bij brief vanden 14 dezer vermelde vrijwillige matrozen is voorzien geworden, geheel tegenstrijdig de daarvan bestaande bepalingen, door den administratie van Zijner Majesteits Wachtschip Minerva is behandeld geworden, daar die delegatiën bij dit departement hadden behooren bekend te zijn geweest, en door hetzelve en niet door dien Administrateur behooren te zijn ingezonden en uitbetaald, als wanneer ( ook gedurende de gevangenschap dier schepelingen, op grond van Artikel 9 Zijner Majesteits besluit van den 25 dezer maand no 77 geregeld gevolg had kunnen gegeven worden aan die betalingen; gevoel ik echter het harde dat er in gelegen zoude zijn, indien die betrekkingen, als nu buiten hunne schuld verstoken zouden zijn, van de door Zijne Majesteit zoo goed gunstiglijk vastgestelde bepalingen, ter voorziening in de behoeften der achtergeblevene vrouwen en kinderen, van de zich thans in Frankrijk gevangen bevindende zeelieden, waarom ik Uw Ed: A uitnoodige mij met eenigen spoed, exactelijk te willen opgeven de namen en graden van bloedverwantschap der betrekkingen, welke maandelijks onderstand uit de gagie van de door UwEd A opgegevene vrijwilligers genoten, en hoe groot dit bedrag van ieder afzonderlijk was, zullende als dan naar bevind van zaken in deze nader beschikken
De Directeur Generaal
Voor de Marine
Handtekening
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 18 Januarij 1833
Rapport gedaan over de begrootingen der navolgende gemeenten c.q. Arnemuiden
Is Goedgevonden
1e Dezelve bij het gewoon op de Begrootingen te stellen besluit te arresteren
2e Aan Burgemeester en Wethouders van Arnemuiden te kennen te geven dat naar aanleiding van derzelven missive van den 4 November l.l. no 113 in de daarbij ingezondene beraming onder no 38 der begrooting eene som van f.540,10 voor de hoogstnoodige vernieuwing van een gedeelte der houten beschoeijing aan het hoofd in buitengewone uitgaaf is toegestaan en de verder benoodigde gelden tot de uitvoering van het voorz: werk ad f.100,00 zullen kunnen worden gevonden uit de disponibele fondsen bij regularisatie op de begrooting voor 1834; zijnde de voorgestelde maatregel van het stedelijk bestuur , om de betaling voor het bedoelde werk, in vijf jaren te doen plaats hebben ten gevolge van het gunstig resultaat der begrooting niet noodig geoordeeld.
Etc
De Griffier der Staten
Handtekening
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 23 Januarij 1833
Rapport gedaan op de Rekeningen over 1831 van de voor dit jaar niet gesubsidieerde Armbesturen
Te weten Het Hervormde Diaconie Armbestuur van Arnemuiden
Is goedgevonden
Dezelve behoudens de in sommige gebragte wijzigingen en onder referte tot de daarbij in margine gestelde aanmerkingen, goed te keuren, en twee Exemplaren derzelve aan Burgemeester en Wethouders der betrokkene gemeenten te retourneren.
Etc.
De Griffier der Staten van Zeeland
Van der Heim
Middelburg ,8 februarij 1833
Zijne Excellentie de Directeur Generaal van oorlog, mij tot Kommandant van het 25e Bataillon Landelijke Reserve Schutterij, benoemd en met deorganisatie derzelve belast hebbende; zoo heb ik de eer, ingevolge art.4 & 9. Mijner Instructiën , UEA, te verzoeken , mij zoo spoedig doenlijk op te geven, welke twee dagen van iedere week, tot de oefening in de wapenhandel, in uwe gemeente het geschikste en voordeeligste, om de Schutterij te exerceeren is bestemd, daar het Zijner Majesteits uitdrukkelijkste wil zij, dat daaraan alle weeken tweemaal stiptelijk worden voldaan.
UEdA verder kennelijk makende, de namen der Heeren Kapiteins Kompagnies Kommandanten, met aanwijzing in welke gemeente dezelve woonachtig zijn, aan de voet dezes vermeld, welke door mij insgelijks van deze kennisgeving zullen worden geïnformeerd, terwijl ik mij opzigtelijk de opgave der veranderingen, zoo als Overlijden, Plaatsvervanging enz. van de leden der Schutterij in Uwe gemeente woonachtig, refereeren aan de door Z:E: den Heere Staatsraad Gouverneur van Zeeland, aan UEd.Achtb. onder dagtekening van den 22 der vorige maand, No 379. Gerigte missive
De Majoor Kommandant van het 25e Bataillon
Landelijke Reserve Schutterij
Handtekening
Namen en Woonplaatsen der Heeren Kompagnies Kommandanten
1 Kompagnie Kapitein Snijders, Z te Middelburg
2 Kapitein Cats, D.M. te Stavenisse
3 Kapitein Danckaerts, A.M. te Sas van Gent
4 Kapitein Beaufort, H. te Axel
5 Kapitein de Warem, C.M. te Sluis
6 Kapitein van Roseveldt, J.J. te Schoondijke
Middelburg den 14 Februarij 1833
Onderwerp: Toezending Patent-zegels
Middelburg den 5 Januarij 1833
Duplicaat-Kwitantiën zijn niet aan het Zegel-regt subject
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 8 Februarij 1833
Aaanvragen van sommige gemeenten om te worden gemachtigd tot het beschikken over de fondsen welke bij derzelver respective begrootingen voor onvoorziene uitgaven zijn toegestaan; als mede eenen daaruit opgemaakten staat
Is goedgevonden
De Voorz: Staat te arresteren en van de daarbij genomene beschikkingen door toezending van een Extract uit den zelven aan de geconcerneerde Plaatselijke besturen kennis te geven; ten welke einde afschriften dezer met een Extract uit voorz; Staat zullen worden gezonden aan Burgem: en Wethouders van Arnemuidenetc tot informatie en narigt
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 22e Februarij 1833
Onderwerp: Schutterij
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat op den 16e dezer de aan den voet dezes vermelde persoonen om de daarbij vermelde redenen van de afd Zeeuwsche Mobiele schutterij op autorisatie van het Departement van Oorlog zijn ontslagen.
Ik verzoek UEA hiervan op de registers & rollen der schutterij uwer stad aanteekening te doen & voorts voor zoo veel dit mogt worden vereischt bij de aanstaande afgifte van het jaarlijks kontingent voor de aanvulling van de ontslagenen te zorgen op den voet bij het bepaalde bij art; 25 der wet van 11 April 1827 St.blad no 17
De Staatsraad Gouverneur van de
Provincie Zeeland
Job Jobse wegens lighaams gebreken ontslagen
Mijn Heer! Ik verneem zoo even het misbruik dat gij hebt gemaakt van een omissie van drie letters, welke ik door mijn ziekelijke toestand heb begaan – een fatsoendelijk man zou mij gelegenheid hebben gegeven zulks te herstellen, maar UE handelt wel eens meer geheel anders als gewoone lieden!
Gelukkig dat uwe sluwheid mij niet benadelen kan, daar mijne bijdrage/ is het zake) in de gefisceerde heffing nooit meer bedragen zal als het eventueel verlies op het recepis der vrijwillige inschrijving. Ik neem evenwel acte van uwe erelaaktigheid ?? en behoude mij voor deze text voor de pers uit te breiden? En aan te wende op alle zulke wijzen als mij oorbaar zullen voorkomen.—
Ik ben met verontwaardiging
Uwe misleide
J.H. van Opdorp
Arnemuiden 14e Jan:1833
Arnemuiden 25 Februarij 1833
In antwoord op UEA schrijven van eergisteren strekke deze mijne verklaring dat ik met erkentelijkheid voor het mij toegekende voorregt om nog heden in de eerste uitgeschrevene leening van dezen jare deel te nemen, daaraan wensche te voldoen en alleen verlange te worden geïnformeerd waar en wanneer ik mijne fournissemente ( denkelijk de geheele f.85-eens) zal kunnen storten.
UEADW Dienaar
J.H.van Opdorp
Middelburg den 22 Februarij 1833
Onderwerp: Inschrijving in de laatste geldleening
Blijkens eene mij gedane mededeling van het Departement van Financiën heeft de heer J.H. van Opdorp aan hetzelve te kennen gegeven dat aan zijne inschrijving van f.100—in de laatste vrijwillige geldleening door UEd: geen gevolg is gegeven geworden.
Ik heb onder kennisgeving hiervan de eer UEd: te verzoeken om mij te melde wat daarvan zij en indien gem: heer van Opdorp nu nog mogt verlangen zijne gedane of voorgenomene Inschrijving geadmitteerd te zien, mij daarvan als dan tevens door overlegging eener schriftelijke verklaring van dien belanghebbende te doen blijken.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 1 Maart 1833
Ik heb de eer UEd: hier nevens toe te zenden een Extract uit mijne dispositie van heden A.no 2105 1e afd. op het request van P.Kramer met verzoek om dit stuk na daarvan inzage te hebben genomen aan de belanghebbende te doen uitreiken.
Staatsraad de Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 4 maart 1833
De President der Kommissie van Landbouw in Zeeland heeft de eer den Heer Burgemeester van Arnemuiden te informeren dat de Hengstenkeur voor dit jaar is bepaald op Woensdag den dertienden maart aanstaande, des morgens tien uren precies voor de Manege op het Molenwater binnen deze Stad
Hij verzoekt Zijn Ed hiervan kennis te geven aan Adriaan Adriaanse die verklaard heeft voor het lopende jaar eenen Dekhengst te willen houden, en hem te doen weeten, dat hij, tot keuring van voorschreven hengst, zich met den zelven op voormelden tijd ter bepaalde Plaats, moet laten vinden.
De President voornoemd
Handtekening
Middelburg den 4e Maart 1833
Onderwerp: Vervoer van Buskruid.
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat in het begin dezer week bij daartoe geschikt weder door middel van transport te water van Vlissingen naar den buskruidmolen no 9 zal verzonden worden eene hoeveelheid buskruid.
Ik verzoek UEA: te zorgen dat bij de aankomst het vertrek en de doortogt van gemeld transport de maatregelen van voorzorg bij de wet van den 26.Januarij 1815 no 57 Staatsblad no 7 voorgeschreven op het naauwkeurigst worden nagekomen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 5e Maart 1833
Onderwerp: Vervoer van Buskruid
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat door den Heer Generaal Majoor Directeur der eerste Artillerie Directie de noodige bevelen zijn uitgevaardigd om van Hellevoetssluis naar den Buskruid Molen no 9 in de Gemeente Vrouwen Polder gelegen te doen vervoeren 1438 Ponden Buskruid welk Transport langs Ooltgensplaat het Zijp door en verder de Zeeuwsche Stroomen af naar deszelfs bestemming zal vallen.
Ik verzoek UEA te zorgen dat bij de aankomst en zoo noodig bij den doortogt van gem: transport de maatregelen van voorzorg bij de wet van den 26e Januarij 1815 (ST. blas no 7) voorgeschreven op het naauwkeurigst worden nagekomen.
De Staatraad Gouverneur
Vande Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 7 Maart 1833
Onderwerp: Stem & Kiesregt
Ik heb de eer UEd: hier nevens toe te zenden de voor uwe Gemeente bestemde naamlijsten der genen die de vereischte Belasting tot het Stem & Kiesregt te Platten Lande betalen met verzoek om daar mede te handelen overeenkomstig het voorgeschrevene bij het 2e lid van mijn besluit van den 28e Januarij j.l. ( Prov. Blad no 17)
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Naamlijst der genen, welke in de Gemeente Arnemuiden blijkens de Kohieren f.150 – in de grondlasten en verdere directe Rijksbelastingen het patentregt daaronder niet begrepen, betalen
Eenenaam Abr van Arnemuiden grondlasten: f.161,51;Personeel: f.22,17;Totaal f.183,68
Kraker PPzn Nieuwland grondlasten:f.220,39;personeel: f.22.17; Totaal f.220,39
Versluis Charlotte, echtgenote dhr P.D. van Citters; Middelburg;grondlasten: f.251,21; Personeel:f.66,33; totaal: f. 317,54.
Overeenkomstig de kohieren van de in het hoofd dezer vermelde belastingen der Gemeente Arnemuiden opgemaakt door mij ontvangen
Te Nieuwland den 25 februarij 1833
Handtekening
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 8 Maart 1833
De tot dusverre ingekomen quitanciën en duplicaat quitanciën wegens de gevorderde voorbetaling van den 1e termijn der over 1832 verschuldigde verplegings,transport en vervangingskosten van Weezen en bedelaars.
Is Goedgevonden
De duplicaat quitanciën behoorlijk gecertificeerd aan de daarbij betrokkene Gemeente besturen te retourneren, met uitnoodiging om dezelve aan den Plaatselijken Ontvanger uit te reiken ten einde dezelve voorloopig en in afwachting van de wegens deze betaling nader door het Departement van Binnenl.zaken of Algemeene Rekenkamer te verleenen decharge te kunnen dienen als bewijsstuk van uitgaaf bij de rekening der stad of Gemeente waarin die voorbetaling zal moeten worden verantwoord.
Burgem: en Wethouders der steden welke in dezen zijn betrokken, aan te schrijven om in afwachting van de opgave van het werkelijk bedrag der door hunne stad voor 1832 verschuldigde verplegings,transport en vervangingskosten van Weezen en bedelaars, hetwelk aan dezelve eerlang zal kunnen worden opgegeven, de voorbetaling van den 2e termijn der voorz; kosten die volgens het voorgeschrevene bij resolutie dezer vergadering van den 14 December 1832 no 20 voor den 23 Junij aanstaande zou moeten plaatshebben , niet te doen bewerkstelligen.
Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim
Zij deze en bijlagen gesteld in handen van de Heeren
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden
Om berigt, consideratiën en advies
Middelburg den 11 Maart 1833
Vanwege den Staatsraad
Gouverneur der provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 15e Maart 1833
De Griffier der Staten van Zeeland heeft de eer, hier nevens aan den Heer Burgemeester van Arnemuiden toe te zenden twee Ordonnanciën van betaling, hieronder vermeld; met verzoek dezelve aan de belanghebbenden tegen ontvang van de daarop verschuldigde Zegel-en leges-gelden, te doen toekomen; en het bedrag dier gelden bij het accuseren van den ontvangst dezer Ordonnanciën onder zijn adres ter provinciale Griffie te willen overmaken
De bedragen : f.135,68 en f.192,04.
De Griffier der Staten van Zeeland
Van der Heim
Middelburg den 14e Maart 1833
In voldoening aan mijne voorschriften heb ik de eer UEA weder in te zenden den staat van onvermogende personen aan dit kantoor bekend en tot heden bijgevuld, welke reeds meermalen UEA is togezonden met verzoek kortelijk te worden geïnformeerd of alle der daarop gebragte debiteuren nog in den zelven ongunstigen toestand verkeeren als bij de afgifte der respective certificaten van onvermogen
De Ontvanger der Registratie
Te Middelburg
Handtekening
Middelburg den 21 Maart 1833
Over 1832 is de beloning van de Zetters voor de werkzaamheden van het Patentregt gesteld op de som van f.8==
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 1 April 1833
Onderwerp: gedeeltelijke opheffing bezwaar
Arnemuidsche Visschers
Op mijn aanzoek bij Zijne Excellentie den Vice Admiraal Directeur en Kommandant der Marine te Vlissigen ten gevolge van uwe missive van den 22 Maart jl no 47 zijn de orders nopens het in en uitkomen van het Veergat opzigtelijk de Visschers uwer stad in zoo ver gewijzigd dat bij aldien de getijen zoodanig uitkomen dat gemelde Visschers met hunnen vaartuigen vóór zons op of na zons ondergang mogten willen vertrekken en wederkeerig uit zee ook weder vóór en na dien tijd mogten willen binnenkomen zij gehouden zullen zijn om in cas van duisterheid of bij den donker een lichtende lantaren tot verkenningsteken in het wand of aan de top van den mast te hangen en om steeds bij zoodanig vertrek of binnenkomen, hetzij dit sein al of niet noodig is, vóór het vertrek naar zee en bij retour uit zee, vóór het opzeilen naar de haven, bij den Kommandeerende Officier ter Reede van Veere aan te leggen, ten einde door dezen het noodig onderzoek zou kunnen worden gedaan.
Ik haast mij UEA hiervan mededeeling te doen, met verzoek om deze gewijzigde bevelen waardoor in hunne bezwaren grootendeels worde tegemoet gekomen aan de Visschers uwer stad kenbaar te maken en dezelve te waarschuwen om zich aan deze bepaling stiptelijk te houden ter voorkoming van onaangenaamheden en kosten, welke uit eene tegenovergestelde handelwijze zou kunnen voortvloeijen.
De Staatraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 4 April 1832
Onderwerp: Beweiding der Wegen
De tijd naderende, waarop, even als in vorige jaren, de permissiën tot het beweiden der Wegen in dit Eiland zullen worden afgegeven, hebben wij, even als ten verledenen jare, gemeend met de personele omstandigheden der individuën, aan welke dezelve tot hiertoe zijn uitgereikt, bekend te moeten blijven, ten einde bij voorduring met grond over de behoefte van dezulken te kunnen oordeelen, aan wien eventuëel nog permissiën zouden kunnen uitgereikt worden.
Wilt UEA de nevensgevoegden Staat invullen voor die Personen welke evenals vorig jaar in aanmerking te komen voor het aanstaande zomersaisoen.
Het zal ons aangenaam zijn, den door UEA ingevulden Staat, zoo mogelijk vóó’r of op den 15 April aanstaande te mogen ontvangen; zijnde het ons voornemen om op den 29 daaraan volgende des morgens ten 11 uren , aan het locaal onzer Directie in de Abdij alhier, te vaceren tot de afgifte van de daartoe noodige Permissiebiljetten en kappers.
De Centrale Directie van Walcheren
Hurgronje
Ter Ordinantie van dezelve
J.H. Schorer
Middelburg den 6 April 1833
Onderwerp:Mutatiën Veenhuizen
Uit de mij door het Departement van Binnenlandsche Zaken bij missive van den 30 Maart l.l. no300 medegedeelde opgave van mutatiën voorgevallen in het Personeel der Weezen enz in de kinder Etablissementen te Veenhuizen gedurende de maand Februarij l.l. blijkt dat A.Tange behoorende tot uwe gemeente op den 11e dier maand uit die Etablissementen is gedeserteerd.
Waarvan ik de eer heb UEA bij deze kennis te geven met uitnoodiging om maatregelen te nemen ten einde die wees bij zijne aankomst in de Gemeente weder opgevat en naar de voorz; gestichten worde
Teruggebragt.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 29e Maart 1833
Is goedgevonden:
De Arrondissements-IJkers in deze provincie te autoriseren om voor den herijk in dit jaar slechts te vaceren te Middelburg ; ook voor Arnemuiden, Cleverskerke en Nieuw en St.Joosland
De Griffier der Staten
J.S. Hurgronje
Middelburg den 12e April 1833
Onderwerp: Acte van decharge
Nevens deze heb ik de eer aan UEA te doen toekomen eene acte van decharge ten behoeve van uwe Stad afgegeven door de Algemeene Rekenkamer wegens betalingen op acten van Chargement voor verschuldigde kosten aan de Maatschappij van Weldadigheid welke acte tegen intrekking der duplicaat quitantiën der aan UEA bij mijne Missive van den 16 Januarij jl A 2e afd: no 58 zijn geretourneerd als nu aan den Ontvanger uwer Stad zal behooren te worden uitgereikt om dezelve als bewijsstuk van Uitgaaf bij de rekening waarin die betaling zal moeten worden verantwoord over te leggen.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 16 April 1833
Onderwerp: Schutterij
Ten vervolge op uwe missive van den 9 dezer no 60 betrekkelijk het aanzoek van de plaatsvervanger bij de Mobiele Schutterij R.A. Rubens heb ik de eer UE te verzoeken om van den geremplaceerden te vragen en daarna ter inzage aan mij toe te zenden het tusschen hem en Rubens aangegane contract van plaatsvervanging, met opgave van den tijd wanneer de autoriteit door wien de plaatsvervanger is aangenomen en goedgekeurd.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 12 April 1833
Rapport gedaan zijnde op de resolutie dezer vergadering van den 29 Maart l.l. no 2 ten aanzien van weezen en verlatene kinderen welke in 1832 door de onderscheidene armbesturen zijn verpleegd en door HEGA overgelegd zijnde eenen daaruit geformeerden Staat der kinderen welke in de termen vallen om achtervolgens Zijner Majesteits Besluit van den 17 Augustus 1827 no 125 te worden opgezonden
Is goedgevonden
Aan de Besturen der steden ,waaronder Arnemuiden te kennen te geven dat de door dezelve opgegevene kinderen voor zoo ver dezelve niet in den bovengemelden staat zijn vermeld en aan dezelve als ter opzending bestemd zijn opgegeven niet zullen behooren te worden opgezonden uit hoofde die opzending bevonden is geen voordeel voor de betrokkene Armadministratie te zullen opleveren of omdat dezelve op grond der door de Besturen opgegevene bijzondere omstandigheden waarin die kinderen verkeren geoordeeld zijn niet in de termen van art:2 van Zijner Majesteits Besluit van den 17 Augustus 1827 no 125 te verkeeren
Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 25 April 1833
Onderwerp: Alphabetische lijsten, Kiesbevoegden
Ik heb de eer UWEd.onder bijvoeging van de vereischte Stem-biljetten, te doen toekomen een genoegzaam getal afdrukken van de algemeene Alphabetische lijst, der genen welke binnen het district, waarvan uwe gemeente deel maakt, de bevoegdheid tot kiezers voor de leden van de Landelijken stand, ter vergadering van de Staten dezer provincie bezitten.
Verzoek te handelen overeenkomstig het voorgeschrevene bij het 5e lid van mijn besluit van den 15 Februarij 1827, A 1e Afd. No 1559 (Prov.Blad no 250; terwijl ik UEd. Tot de behoorlijke invulling der in margine van het Stem-biljet vermelde aanwijzing, informeer, dat het getal kiezers welke moeten benoemd worden, in dit jaar voor het bedoelde District twaalf bedraagt
De StaatsRaad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 26 April 1833
Onderwerp: Terugzending contracten Plaatsvervanging
Ik heb de eer UEA terug te zenden het contract tusschen den commissionair Quadekker en den Landbouwer Roelse ter zake van plaatsvervanging voor de Mobiele Schutterij , hetwelke UWEd: mij nevens derzelver missive van den 19e dezer ter inzage hebben doen toekomen.
De Staatsraad Gouverneur voor
De Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 2e Mei 1833
Onderwerp: Desertie Milicien
Ik heb de eer UEd. Te te kennen te geven dat Johannis v.d. Klift plaatsvervanger van Cornelis Jacobus Baars behoorende tot uwe stad de ligting van 1828 en staande bij de 2e Afd Inf op den 15 April l.l. te Vlieren Prov. Noordbrabant is gedeserteerd.
Ik verzoek UEd hiervan aanteekening te doen op de alphabetische lijst van voorz: ligting en op het register van ingelijfden model G.G. uwer stad
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 7 Mei 1833
Onderwerp: Mutatiën Personeel Ommerschans
Uit een mij door Zijne Excie den Minister van Binnenlandsche zaken bij missive van den 29 April l.l. no 352 1e Afd: medegedeelde Staat van mutatiën in het Personeel der bedelaars Kolonisten over de maand Maart 1833 blijkt dat I.P.Bros (no 638) op den 22 der maand in de Ommerschans is overleden, waarvan ik de eer heb, UEd: bij deze te informeren.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 8e Mei 1833
Onderwerp: 3e Aflevering van het Contingent
De derde aflevering van het kontingent NM
De derde aflevering van het kontingent der Nationale Militie voor de Ligting van het loopende jaar is door mij bepaald op Woensdag den 15.dezer des morgens ten negen Ure op de Koopmansbeurs alhier
Ik heb de eer UEA hier nevens te doen geworden de orders voor de Manschappen in Uwe stad welke in deze aflevering zullen worden begrepen met verzoek om dezelve na daarin de vereischte invulling te hebben gedaan onverwijld aan de belanghebbende te doen uitreiken en te zorgen dat de laatsten op de gebruikelijke wijze op voorschreve tijd en plaats met overlegging van den Staat Model Litt DD in triplo en het Extract uit denzelven voor elk man in het bijzonder opgemaakt mij worden aangeboden
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 10e Mei 1833
Onderwerp: Intrekking oproepingsorder A.Kramer
Ik heb de eer UEA te verzoeken om de oproepingsorder voor de Loteling Abraham Kramer welke UEA nevens mijne missive van den 8 dedzer A 1e Afdeeling no 5000 ontving als niet gezonden te beschouwen en die voor zover dezelve mogt zijn uitgereikt in te trekken en aan mij terug te zenden.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Zij deze en bijlagen in handen van de Heeren Burgemeester en Wethouders te Arnemuiden om berigt en advies met bepaald onderrigt of de belangh. Werkelijk in het jaar 1823 bij de voormalige Schutterij is ingelijfd geworden en of hij daarbij en bij de tegenwoordige Schutterij te zamen 10 volle Jaren onafgebroken heeft gediend, met verdere opgave van het jaar waarin hij in betrekking tot de thans bestaande Schutterij voor de reserve is aangewezen
Middelburg den 9 Mei 1833
Van wege den Staatsraad
Gouverneur der Provincie Zeeland
De griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 17 Mei 1833
16 stuks patentzegels voor het dienstjaar 1833 ter uitreiking aan de patentpligtigen welke het patentregt hebben betaald.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 28 Mei 1833
Onderwerp: beschikking op request Wed: Leendertse
Ik heb de eer UEA te doen toekomen de afwijzende beschikking door de Departementen van Binnenlandsche Zaken en oorlog den 14 Mei jl no 68 genomen op het request van de Wed: Leendertse te Arnemuiden houdende verzoek dat haar zoon Cornelis loteling van de ligting van 1830 uit de dienst der Nationale Militie moge worden ontslagen.
Ik verzoek UEA dezelve na daarvan inzage te hebben genomen aan den belanghebbende te doen uitreiken.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 29 Mei 1833
Onderwerp: Verandering in Registratie
Ik heb de eer UEA te kennen te geven dat Karel Monné plaatsvervanger van Adriaan Meerman behoorende tot uwe stad in de Ligting van 1832 op den 23 Maart j.l. in de ziekenzaal te Middelburg is overleden.
Ik verzoek UEA hiervan aanteekening op de Alphabetische Lijst van voors: Ligting in het Register van Ingelijfden model GG uwer stad te doen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 3 Junij 1833
Onderwerp: Bezwaren Visschers ter Reede van Vlissingen
Na den ontvangst van uwe missive van den 11 Mei j.l. nr 10 heb ik mij tot Zijne Excie den Heer Admiraal Directeur en Commandant der Marine te Vlissingen gewend ten einde Zijn HoogEdGestrenge met de door Ued: opgegeven bezwaren der Arnemuidsche Visschers in betrekking tot hun oponthoud ter Reede van Vlissingen , bekend te maken, en van ZHEdG eenige tegemoetkoming ter verligting derzelve te trachten te bekomen.
Zijn HoogEdGestr: heeft mij, in antwoord op mijne missive te kennen gegeven, dat ten einde zoo veel mogelijk de Arnemuidsche visschers tegemoet te komen, in de schaden, welke zij opgeven, door dat oponthoud te lijden, door ZHEdG: de noodige beschikkigen zijn genomen om de Arnemuidsche visscherslieden , welke vóór zonsopgang, of na zonsondergang den wil mogten hebben langs Vlissingen uit te zeilen of binnen te komen, na gepraaid en onderzocht te zijn hetwelk een noodzakelijk vereischte, doch spoedig afgeloopen is, dezelve reis te laten vervolgen, mits dat zij zich in alle gevalle gedragen,naar, en behoorlijk naarkomen, de door ZHEdG: tot dat einde gearresteerde bepalingen dat namelijk dezelve in het gezigt van de Reede van Vlissingen komende eene verlichte lantaaren toonen en weder wegnemen, en zulks drie malen malen herhalen, en alsdan geheel weglaten, waarna met een lantaarn contra sein van het ter Reede liggende schip zal worden gedaan, naar welkers bodem die visschers zich alsdan zullen moeten begeven, om spoedig onderzocht te worden, en bij accoordbevinding, zoo van derzelve equipage, overeenkomstig een daarvan aan boord zijnde nominative Lijst of monster rol, als andersins naar derzelver bestemming te kunnen vertrekken, ten einde aan die gunstige bepaling gevolg te kunnen geven, verlangt ZHEG dat de schipper van elk vaartuig ter vischvangst uitgerust eene Nominative Lijst of Monsterrol dre equipage aan boord heebe, opdat de commanderende Officier ter Reede aldaar in de gelegenheid mogt worden gesteld om te kunnen nagaan of ook de Equipage niet meer of minder is, dan waarin dezelve zal moeten bestaan.
Onder mededeeling van het vorenstaand heb ik de eer UwEd: uit te noodigen, om aan elk der schippers van de bedoelde Vaartuigen een, zooals boven beschreven, monsterrol te verstrekken, ten einde alle onaangenaamheid en stoornis voor te komen, terwijl ik UEA alvorens verzoek de schippers ten ernstigsten onder het oog te brengen, dat zij zich stipt hebben te houden aan de opgelegde voorschriften van seinen, praaijen, en wat dies meer zij, zullende zij bij het niet naarkomen dier bepalingen de daaruit voortvloeijende moeijlijkheden aan zich zelve te wijten hebben.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 24 Mei 1833
Over het 1e kwartaal dezes jaars voor de provinciale belasting en Opcenten ten behoeve van de steden Hulst en Axel en van de Gemeenten ten platten Lande in Zeeland is krachtens KB ontvangen den 10e dezer maand en beschikbaar gesteld een bedrag ad f.11538,00 ter repartitie
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 3 Junij 1833
De Districts Commissie tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden te Middelburg heeft de eer UwEA te doen toekomen 3 Exemplaren van het verhandelde in de Algemeene vergadering van her Hoofdbestuur te Amsterdam op den 25 Julij 1832 dezelve Commissie informeerd UwEA tevens dat de jaarlijksche collecte te Middelburg zal plaatshebben op Zaturdag den 15 dezer en verzocht UwEA dat dezelve ook in den loop dezer maand binnen UwEA gemeente geschiede en de gecollecteerde gelden met eenen gecertificeerden staat voor den 1 Julij aanstaande worden overhandigd aan den Heer P:Holscher medelid dezer Commissie alhier in de Noordstraat woonachtig
De Commissie voornoemd
De Stoppelaar
Middelburg den 11 Junij 1833
Ik heb de eer UEd hier nevens toe te zenden als een vervolg op mijne missive van den 17 Mei j.l. A no 5387 30 stuks Patentzegels voor de behoefte van het dienstjaar 1833 dat is van den 1 Mei 1833 tot ultimo april 1834.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 18 Junij 1833
Onderwerp: Beweiding Polderwegen
In Walcheren
Van de Centrale Directie van Walcheren wederom eene nominative opgave verkregen hebbende van de personen aan welke door dezelve nog voor het loopende jaar vergunning is verleend tot het weiden van ee koebeest op de kleiwegen in dat Eiland heb ik onder referte tot mijne aanschrijvingen van den 14 mei 1831 no 5507 en van den 16 Junij 1832 no 6220 te dier zake de eer UEA door middel van bijgaand Extract uit de voorz: opgave voor zoo ver Uwe gemeente op dezelve vermeld is, bekend te maken met de alzoo bevoegd verklaard en in uwe gemeente & UEd: onder herinnering dat alle de bevoegden met permissie billetten van voorz: Centrale Deirectie en de daar bij behoorende kappers voorzien zijn te verzoeken om bij voortduring door de veldwachter uwer Gemeente te laten toezien dat de beweiding der polderwegen in dit Eiland door geene andere dan degenen die bevoegd zijn en van hunnen bevoegdheid kunnen doen blijkenplaats hebben
De Staatsraad Gouverneur
Van Vredenburch
Bevoegden: Adriaan Zuurmond
Jan Tramper
Middelburg den 20 Junij 1833
Onderwerp: Verschuldigde Kosten aan de Maatschappij van Weldadigheid
Over 1832
Ik heb de eer aan aan UwEd: hiernevens te doen toekomen een Extract uit de Rekening der verschuldigde verplegings transport en vervangingskosten van weezen en bedelaars over 1832, welke ten laste van uwe Stad in de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid zijn verpleegd, uit welk extract UEd: zal bekend worden met het bedrag der door uwe Stad verschuldigde sommen, alsmede met hetgeen daarop na de reeds door UwEd: bij voorschot gedane betaling nog zal behooren te worden betaald, welk laatste bedrag Uw Ed in de 8e kolom van die Rekening vindt aangewezen, en hetgeen ik UwEd: mitsdien verzoek om onverwijld bij den Ontvanger der registratie te doen overstorten en de daarvoor afgegeven wordende gezegelde kwitantie voor of op den laatsten dezer maand aan mij te doen geworden, zullende de duplicaat kwitantie welke achter volgens mijn besluit van den 22 April l.l. (Prov.blad no 49) door de Ontvanger der Registratie zal worden afgegeven aan den Ontvanger uwer stad of aan het betrokken armbestuur behooren te worden uitgereikt om als bewijs
Van uitgaaf te dienen bij de rekening waain die Uitgaaf zal worden verantwoord.
In dien deze Schuldvordering bij UwEd eenige bedenkingen mogten bestaan, verzoek ik UwEd mij die binnen 14 dagen op te geven, edoch zal UwEd tot bevordering van den geregelden afloop dier betaling het beloop der rekening gelieven te storten en de kwitantie daarvan in te zenden, terwijl de restitutie van hetgeen bij onderzoek der aanmerkingen in een of ander bijzonder geval mogt doen bevinden te veel betaald te zijn nader zal kunnen plaats hebben.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
No van het stamboek Namen Dag van aankomst mutaties verblijfdagen verschil
863 Huiszoon Jannetje 5 April 1830 365 f.25
390 Huiszoon Leentje idem overleden 108 f.15,55
731 Tange Arij 17 Junij 1831 ontslagen 323 f.46,51
748 Tange Izaak idem idem 323 f.46,51
638 Bros Jacob Pagter 23 Junij 1832 192 f.8, 43
Transport kosten Bros Jacob Pagter f.33,00
Samen f.175,00; gestorte sommen f.96,02; blijft over f.78,98
Weezen
1911 Beeckman Marinus 27 Oct.1828 365 f. 25.
1913 Beeckman Dirk idem 365 f.25.
935 Caljouw Casper 23 Aug:1829 365 f. 45.
550 Tange Arij 17 november 1832 43 f.2,95
840 Tange Izaak idem 43 f,5,10
Samen f.103,,25; gestorte sommen f.47,50; blijft over f.55,75
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Disponerende op de requesten van Jan Karel Crucq en Laurens van eenennaam behoorende tot de gemeente Arnemuiden en staande bij het 25e Bataillon reserve Schutterij
Verzoekende ontslag uit de dienst der schutterij terzake van te hebben volbragt hunnen tienjarige dienst bij dezelve
Heeft Goedgevonden
Te kennnen te geven aan de personen vermeld dat hun verzoek in gunstige overweging is genomen en dat zij hiervan eerlang het gevolg zullen ondervinden.
Burgemeester en Wethouders te Arnemuiden te magtigen om de schutters J.K. Crucq en L. van Eenennaam van de registers en rollen der Schutterij af te brengen en hun een finaal ontslag uit de Schutterlijken dienst te verleenen
Etc
Middelburg den 22 Junij 1833
De Staatsraad Gouverneur voorn;
Get: van Vredenburch
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 24 Junij 1833
Onderwerp: Mutatiën miliciens
Ik heb de eer UEd: te kennen te geven dat Jan Marijs, behoorende tot Uwe stad de ligting van 1833 en dienende bij de 17e Afd.Inf op den 8. Mei j.l. tot de vrijwillig aangeworvenen van het 6e Bat: Art: Nat.Militie is overgegaan.
Ik verzoek UEd: hiervan aanteekening te doen op de alphabetische lijst van voorschr: Ligting in het Register van Ingelijfden model Litt: GG uwer Stad
Staatsraad Gouverneur van de prov. Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 26e Junij 1833
Onderwerp: Mutatiën weezen
Op grond van mijne circulaire van den 4e Julij 1827 A 1e Afd: N.M. no 6392 (Prov.blad no 78) heb ik de eer UEd: hiernevens te doen toekomen Extracten uit de aan mij medegedeelde opgaven aanwijzende de mutatiën of aanvullingen welke het personeel der Jongens & meisjes uit uwe gemeente in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid in de provincie Drenthe uitbesteed gedurende het jaar 1832 hebben plaats gehad & waarvan het getal gevoegd met de daar vroeger overgebragte weezen naar aanleiding van ’s Konings besluiten van den 19e September 1826 & 25 mei 1827 no 5922152 bij de effective bevolking voor zoo veel de N.M. betreft moet worden medegeteld of verrekend en bij de omstelling van het kontingent voor de ligting van het volgende jaar in aanmerking gebragt.
Ik zal voor of uiterlijk op den 31e Julij aanstaande uw rapport tegemoet zien of op voorschr: Extracten ook eenige Jongens of meisjes voorkomen welke niet tot uwe gemeente behooren, in welk geval UEd: mij daar van tevens aanwijzing geliefd te doen, terwijl zoo deswege geenerlei aanmerkingen mogen bestaan, ik op het hier boven bepaalde tijdstip van UEd: de mededeeling daar van zal inwachten.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Doorloopend nummer Naam Geboorteplaats Datum Geboorte Personenverblijf aankomst
1 Tange Arij Vrouwenpolder 10 Febr: 1819 Veenhuizen 19 nov.1832
2 Tange Isaak id 8 Febr : 1820 idem idem
Voor rekening van het Algemeen Armbestuur Arnemuiden uitbesteed.
Middelburg den 4e Julij 1832
Onderwerp:Transport buskruid
Ik heb de eer UEd kennis te geven dat op den 5 dezer maand volgens bij mij ingekomen berigt van de buskruidmolens no 123 bij Ouwerkerk & no 2 bij Muiden naar Vlissingen zal worden vervoerd een transport buskruid door middel van een vaartuig hetwelk de reis zal doen langs Dordrecht door het Hollandsch Diep naar deszelfs bestemming.
Ik verzoek UEd om te zorgen dat bij de eventuele lossing of vervoer van gemeld buskruid in of door uwe gemeente de maatregelen van voorzorg worden in acht genomen en bij art 58 der wet van de 26 januarij 1815 (St. blad no 7) voorgeschreven
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 2 Julij 1833
Onderwerp: Reclames tegen de Schatting
Naar aanleiding van art.7 van Z.M. besluit van den 7e Januarij 1833( Staatsblad No 1) heb ik de eer UE.Gestr te verzoeken om de. Op nevens gevoegden Staat vermelde personen, welker reclames tegen de kadastrale Schatting, in mijne handen zijn gesteld ten fine van onderzoek en advies, te willen doen uitnoodigen om zich, op de bij hunnen namen bepaalde tijdstippen, ten raadhuize Uwer gemeente te bevinden, ten einde zich met mij in betrekking te stellen.
De Controleur
Handtekening
Gemeente Arnemuijden
Naamlijst der Reclamanten tegen de Kadastrale Schatting
Jonkh Van der Heim /J A/ Middelburg
Tijdstip waarop dezelven ten Raadhuize moeten compareren
Donderdag 11 Julij 1833
Middelburg den 7 Julij 1833
Onderwerp: Kennisgeving van den Herijk
Ik heb de eer UEA te berigten dat ik tot de verificatie en herijking der Maten en Gewigten te Arnemuiden zal komen vaceren op Maandag en Dingsdag den 15 en 16 Julij aanstaande de voormiddags van half 10 tot 12 en ’s maandags van 3 tot 6 ure.
Verzoekende UEA te dien einde het gewone lokaal met het noodige te doen in gereedheid brengen en ter mijner dispositie te stellen; in tijds de noodige bekendmaking aan de ijkpligtigen uwer gemeente te willen doen, als ook mededeeling aan heeren Burgemeesters &/of Assessoren van Kleverskerke; Nieuw- en St.Joosland voor welke gemeenten ik insgelijks à costij vaceren zal
De Arrondissements IJker voor het 1e District
Bourjé
Middelburg den 10 Julij 1833
Verplegingskosten Weezen
Mij gedragende aan het besluit van Heeren GS dato 6 Julij j.l. no 1 (Prov.blad no 83) heb ik de eer UEd: te informeren dat het waarschijnlijk bedrag van de door UEd: Gemeente verschuldigde verplegingskosten voor de tot dezelve behoorende, en in de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid geplaatste Weezen en bedelaars over de eerste helft dezes jaars, is als volgt:
Weezen: Verplegingskosten f.71,44
Bedelaars idem f.15,24
Ik verzoek UEA deze gelden op de wijze voorgeschreven bij mijne missive in dato 20 Junij j.l. no 6083 te doen storten en wel te willen zorgen dat mij de quitantiën voor de Weezen en bedelaars ieder afzonderlijk zoo spoedig mogelijk immers voor het einde dezer maand zijn geworden
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 19 Julij 1833
Ik heb de eer UEd tot aanvulling van uwe voordragt van den 10 Julij j.l. no 89 tot ontslag van eenige schutters wegens volbragten 34 jarigen ouderdom te verzoeken mij nader omtrend elk hunner op te geven of dezelve tot de eerst daargestelde Schutterij behooren & onder welk nommer zij respectivelijk op de bijzondere schuttersrol van 1828 voorkomen
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 20 Julij 1833
Onderwerp: gekwetsten
De Commissie van erkentenis voor de strijders op de citadel van Antwerpen en Schelde, gevestigd te Amsterdam mijne tusschenkomst verzocht hebbende om eene opgave te erlangen van de zwaar gekwetsten als mede der betrekkingen der tijdens het beleg der citadel van Antwerpen gesneuvelden & overledenen uit deze Provincie ten einde aan hun een gedeelte van het alsnog voorhanden zijnde van het door die Commissie in dertijd bijeengebragte fonds, zoo veel mogelijk te besteden.
Om hiertoe te geraken heb ik de eer UEd te verzoeken om na gedaan onderzoek mij op te geven
1e De zodanige in uwe stad woonachtige die in het beleg van het kasteel van Antwerpen zwaar zijn gewond geworden, de omschrijving en uit de verkregene wonden ontstane ligchaamsgebreken, en of & in hoeverre zij daardoor verhinderd worden hunne dagelijksche arbeid uit te oeffenen
2e de namen der betrekkingen der gesneuvelden , derzelver ouderdom ???, getal kinderen middelen van bestaan & omstandigheden en of de gesneuvelden tot het onderhoud derzelve iets heeft toegebragt
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
’s Gravenhage den 20 Julij 1823
Ten gevolge der bij mij ontvangen klagten volgens welke de Arnemuidsche visschers zich zouden veroorloven, om zich in zee, met de vlag aan top als loodsen bij de koopvaardij schepen aan te bieden en zich uit te geven voor erkende loodsbooten, en zulks strijdig tegen art: 29 der algemeene loodswet van 12 December 1806, volgens hetwelk het aan elk zeeman, die geen erkende loods is, verboden is, zich bij het binnenkomen of uitzeilen van havens en rivieren aan te bieden tot het loodsen van schepen op straffe voor de eerstemaal, van een boete, vijftig franken niet te boven gaande en drie maanden gevangenis en bij herhaling het dubbele,- vinde ik mij verpligt UEd A daarvan kennis te geven, met verzoek de bedoelde Visschers tegen soortgelijke handelwijze te vermanen en hen te kennen te geven, dat ingeval eenige hunner zich daaraan weder schuldig maken, de straffen bij het hierboven vermelde artikel bepaald, op hen zullen worden toegepast.
De Schout bij Nacht
Inspecteur Generaal
Over het Loodswezen
Handtekening.
Middelburg den 22 Julij 1833
Ik heb de eer UEA hier nevens toe te zenden een Extract uit mijne dispositie van heden A. no 8113, 1e Afd. op het request van J. van der Weele met verzoek van hetzelve na daarvan inzage te hebben genomen, aan den belanghebbenden te doen toekomen.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 22 Julij 1833
Onderwerp: Benoeming Officieren Landstorm
Ik heb de eer UEA hier nevens toe te zenden een Extract uit ’s Konings Besluit van den 14 Junij j.l. no 113, houdende benoeming van Officieren bij den Landstorm, ook van uwe Gemeente
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
WIJ WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg enz, enz
Op de voordragt van enz
Hebben Goedgevonden de verstaan
Te benoemen en aan te stellen
Bij den Landstorm te Arnemuiden
Tot Kapitein
Pieter Damas van Citters
Tot 1e Luitenant
Jacobus Walrave
Tot 2e Luitenants
Maarten Kramer
Frans van Eenennaam
Te enz:
Onze Minister enz
’s Gravenhage den 14e Junij 1833
WILLEM
Van wege den Koning
J.G. de Meij van Streefkerk
Accordeert met deszelfs origineel
De Griffier ter Staats Secretarie
L.H. Elias Schovel Voor eensluidend afschrift voor
Zooveel het geëxtraheerde aangaat.
De Secretaris Generaal bij het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken
C.Vollenhoven
Voor Extract conform
De Griffier der Staten van Zeeland
A.C. van Citters
Middelburg den 23 Julij 1833
Ik heb de eer UEd: hier nevens toe te zenden als een vervolg op mijne missive d.d. 17 mei & 11 Junij j.l. A no 5387 en 5665 Afd 7 stuks Patentzegels tot suppletie van de waarschijnlijke behoefte in iedere gemeente voor het Dienstjaar 1833 ( dat is van 1e mei 1833 tot ult: April 1834)
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 30e Julij 1833
Onderwerp:Nadere inlichtingen
Omtrent Schutters
Ter nadere toelichting van het mij medegedeelde bij uwe missive van den 23e dezer no 97 heb ik de eer UwEd: te verzoeken mij te informeren hoedanig en om welke redenen de schutters Odding, Ventevogel, de Bakker en Crucq op de bijzondere schutters rol van 1828 zijn gebragt, daar het Kontingent uwer stad voor de Schutterij in dat jaar overeenkomstig het bepaalde bij art: 23 der Wet van den 11e April 1827 Staatsblad no 17 en bij het Provinciale blad no 54 van 1829 niet meer heeft kunnen bedragen dan 2 ten honderd van de bevolking of 24 man te dien effecte dat de nrs 26,27,28 en29 onder welke de gem: persoonen daarop voorkomen, niet kunnen gehouden worden tot vinding van het Kontingent van 1828 te hebben moeten opkomen, en gevolgelijk ook niet tot de eerst daargestelde schutterij behooren.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 26 Julij 1833
Overlegd zijnde aanvragen van sommige besturen om te worden gemagtigd tot het beschikken over de fondsen welke bij derzelver begrootingen voor onvoorziene uitgaven zijn toegestaan alsmede eenen daaruit opgemaakten stand in duplo
Is Goedgevonden
De voorz: Staten te arresteren en van de daarbij genomene beschikkingen aan de geconcerneerde Besturen kennis te doen dragen; ten welken einde Extracten dezes met Extracten uit den Staat voor de aanvragen zullen worden gezonden aan Burgemeesters en Wethouders van Arnemuiden etc
Accordeert met voorz; Verbaal
De Griffier der Staten
A.C.van Citters
Middelburg den 19 Augustus 1833
Onderwerp: Schutterij
Ik heb de eer UwEd: kennis te geven dat door Heeren Gedeputeerde Staten bij Resolutie van den 9e Augustus j.l. no 1 aan de schutters Cornelis Oreel, Marinus de Bakker Lambertus Relke Pieter Joh: Crucq , Marinus de Nooijer, Dois Odding, Marinus keur, Klaas Klaasse en Jan ventevogel behoorende tot den 2e of 3e Ban voor uwe Stad, is toegekend regt op ontslag uit de Schutterij wegens volbragte 34 jarige ouderdom.
Ik verzoek UwEd: om te zorgen dat als nu aan de belanghebbenden het bedoelde ontslag worde verleend op den voet der Instructie van den 8 mei 1829 Provinciaal blad no 55, ad art: 25 en 26 in fine mitsgaders dat daarvan de vereischte aanteekening op de Registers en Rollen der Schutterij geschiede.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 26 Augustus 1833
Ik heb de eer UEd kennis te geven dat te rekenen van den 27 dezer gedurende eenige dagen op het strand bij de Vijgeter gemeente Koudekerke proeven zullen worden genomen met het schieten van holle projectiles uit uit kanon &kanonades met verzoek om van het nemen dier proefschoten het publiek kennis te geven ten einde hetzelve zich voor ongelukken kunnen hoeden.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid
Hurgronje
Lid der GS
Middelburg den 28 Augustus 1833
Onderwerp: Ontslag Schutters
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat van de afdeeling Zeeuwsche Mobiele Schutterij is ontslagen wegens volbragte 10 jarige dienst Jacob de Ridder, behoorende tot uwe Stad.
Ik verzoek UEA hiervan op de registers en rollen der Schutterij uwer stad aanteekening te doen, en voorts voor zooveel dat mogt worden vereischt, bij de aanstaande inlijving van het jaarlijks kontingent voor de aanvulling van de ontslagenen te zorgen op den voet van het bepaalde bij art:25 der wet van 11 April 1827 Staatsblad no 17.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs indispositie
Hurgronje
Lid der GS
Middelburg den 30 Augustus 1833
Ik heb de eer UEd: kennis te geven dat eerstdaags zullen aanvangen om eenigen tijd aan te houden de practische oefeningen der artillerie uit de vesting Vlissingen welke dagelijks zullen plaatshebben van des voormiddags ten 8 tot ’s namiddags ten 3 ure met het kanon van de batterij op den Westdijk en met den Mortier aan het strand voorbij het Fort de Nolle aan de Vijgeter.
Ik verzoek UEd: hiervan tot voorkoming van ongelukken en onrust aan de Ingezetenen uwer stad de nodige mededeling te doen.
De StaatsRaad Gouverneur van de provincie Zeeland
Bij deszelfs indispositie
Hurgronje
Lid der GS
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Donderdag den 29 Augustus 1833
Over het 2e kwartaal van dit jaar m.b.t. de Provinciale belasting en Opcenten, ten behoeve der steden Hulst en Axel en van de gemeenten ten platten lande in deze provincie is beschikbaar gesteld een som van f. 16,487,26 ter repartitie.
Etc De Griffier der Staten
Handtekening
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Donderdag den 29e Augustus 1833
Overgelegd zijnde de Staten van begrooting voor de Rustende Schutterij in het 1e District der provincie over de jaren 1831, 1832 & 1833
Is goedgevonden
1e Dezelve te arresteren als volgt:
Die over 1831
In ontvang en uitgaaf respectivelijk op f.60==
In ontvang & uitgaaf respectivelijk op f.110==
Die over 1833
In ontvang & uitgaaf respectivelijk op f.424.==
2e De aandeelen der toelagen uit de Plaatselijke kassen met betrekking tot de voorz; Begrootingen, in verhouding tot de bevolking der Gemeenten te regelen als volgt;
Arnemuiden 1831/f. 5,61;1832/f.10,39; 1833/f.40,01; Totaal: f.56,01.
3e te bepalen dat de voldoening der bedoelde aandeelen zal geschieden uit de somme bij de plaatselijk Begrootinge over 1833 voor kosten der rustende schutterij toegestaan, terwijl het daar aan ontbrekende uit de disponbele fondsen te regulariseren bij de begrooting over 1834 zal gevonden worden.
4e De Besturen der in het 2e lid opgenoemde steden en gemeenten an te schrijven om voor de betaling van het bedrag der daarbij geregelde aandeelen aan den bevelhebber der Kompagnie rustende schutterij te zoergen
Etc
De Griffier der Staten
Van Visvliet
Middelburg den 2 October 1833
Ik heb de eer UEd; kennis te geven dat in het laatst deser week bij geschikt weder van den buskruidmolen no 9 ( de Gouden Draak) bij scheepsgelegenheid naar Vere zal worden gezonden, eene aldaar gereedliggende hoeveelheid proefhoudend Artillerie en Infanterie buskruid; met verzoek om te zorgen dat bij de inlading , aankomst, doortogt en lossing van gemeld buskruid van uwe zijde de maatregelen van veiligheid wordengenomen voorgeschreven bij art:58 der wet van den 26 januarij 1815 (St blad no 9)
De Staatsraad Gouverneur van de provincie zeeland
Bij deelfs indispositie
A,C. van Citters
Lid der GS
Extract uit het Verbaal Van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 20e September 1833
Het Departement van oorlog wordt gemachtigd op de kosten voor het houden van Landwachten in 1830 en 1831 en meer bepaaldelijk voor het daarstellen of huren van wachthuizen, het verzorgen van vuur en licht in dezelve, het aankoopen van munitiën en reparatie van wapenen.
De som bedraagt in totaal f.6.324,78.
De overige uitgaven zooals wachtloonen, ververschingen zijn voor bijzondere rekening der respective Gemeenten gelaten
Aan de besturen van voorzegde Gemeenten autorisatie te verleenen om de door dezelve gemaakte kosten, voor de Land-en Kust-wachten, voor zoo ver die niet reeds of gedeeltelijk uit de fondsen der gemeente, of uitvrijwillige bijdragen der Ingezetenen mogten zijn betaald, te voldoen uit de disponibele fondsen behoudens regularisatie op de begrooting van 1834, zullende van zoodanige besturen welke de begrooting van gemeld jaar reeds mogten hebben ingediend, onverwijld eene voordragt om de bedoelde regularisatie bij het arresteren der begrooting nog te bewerkstelligen, worden ingewacht.
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Staat van verdeeling der som van f.6.324,78, door ZIJNE MAJESTEIT bij Besluit van den 25ste Augustus no 19, uit ’s Rijks kas beschikbaar gesteld tot remboursement der door de Plaatselijke besturen in de provincie Zeeland, gedurende de jaren 1830 en 1831, ten dienste der Landwachten gedane uitgaven, wegens het daarstellen van Wachthuizen, huur en reparatie derzelve, aankoop van Mobilair, Wapenen, Ammunitie, Vuur, Licht en onderhoud van Wapenen
Arnemuiden f.126,11
Aldus gearresteerd bij GS van Zeeland
Middelburg den 20sten september 1833
A.C. van Citters
Ter ordonnantie van dezelve
Van der Heim
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 18e October 1833
Rapport gedaan zijnde op eenige gemeente Rekeningen over 1832 te weten van Arnemuiden
Is goedgevonden
Dezelve bij het gewoon op de rekeningen te stellen besluit te arresteren
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 11 November 1833
Onderwerp: Kinderziekte
Volgens de bij mij van den Heer president der Provinciale Geneeskundige Commissie ontvangene mededeeling heerscht de kinderziekte bij voortduring in uwe stad, en schijnt zich dezelve alzoo niet tot een enkel huisgezin te bepalen zoo als uw rapport van den 17e Augustus j.l. no 104 vermeld.
Ik heb derhalve gemeend UEd aan het voorgeschrevene bij de circulaire no 180 der algemeene verzameling te moeten herinneren met aanschrijving om mij aanstonds, volgens den daarbij aangewezen Staat van den Staat der ziekte te rekenen van het ontstaan derzelver een rapport in te zenden en daarmede regelmatig om de acht dagen tot haren finalen afloop toe voort te gaan.
De Staatraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Bij deszelfs indispositie
A.C. van Citters
Lid der GS
Middelburg den 13 November 1833
Onderwerp: Inlichtingen omtrent Deserteurs
Bij mijne missive van den 2 mei l.l. no 4507 had ik de eer UwEd kennis te geven dat de milicien Johannis van der Klift, plaatsvervanger van Cornelis Jacobus Baars, behoorende tot uwe Stad ligting 1828, op den 15e April 1833 te Vlierden Provincie Noord Brabant van zijn korps was gedeserteerd. Volgens nadere ontvangene informatiën van den Luitenant Kolonel der 2e Afdeeling Infanterie is deze opgave in der tijd abusievelijk aan mij gedaan en moet die milicien volgens eene bij ZEdG: ontvangene aanschrijving van het Departement van oorlog beschouwd worden als den 20e Junij j.l. bij de 8e Afdeeling Infanterie te zijn overgegaan.
Ik verzoek UwEd mitsdien om in overeenstemming met het bovenstaande, de bij bovengem;missive verzochte aanteekening op de Alphabetische lijst en het register van Ingelijfden model GG uwer stad, dienovereenkomstig te wijzigen.
Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs indispositie
A.C. van Citters
Lid der GS
Extract van het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 15 November 1833
De Provinciale belasting en Opcenten over het derde kwartaal t.b.v. de steden Hulst en Axel en van de gemeenten ten platten Lande in deze Provincie krachtens KBvan 9 dec. 1826 no 237 ter beschikking gesteld bedraag t F. 15,943,39 en wordt ter repartitie gesteld van de bovengenoemde gemeenten.
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Extract uit het Verbaal van GS van Zeeland
Vrijdag den 22e November 1833
Samenvatting: In verband met de reorganisatie in het personeel der veldwachters en de veranderde Wetsbepaling omtrent de rustende Schutterij en de veranderingen in het bevolkingsaantal sinds 1826
Het volgende:
De jaarwedden van de veldwachters
f.150- voor de Gemeenten beneden de 300 zielen
f.200- van 300 tot 600
f.250- van 600 tot 900
f.300- van 900 zielen en daarboven met bijvoeging van het aandeel in de verhooging der jaarwedden van de Brigadiers en de kosten voor kleedig voor iedere gemeente
De kosten van de rustende Schutterij
Van f.10- voor de gemeenten beneden de 300 zielen
f.20- van 300 tot 600
f.30- van 600 tot 900
f.40- van 900 zielen en daarboven.
Extract uit den Staat van verdeeling der Provinciale Opcenten voor de Gemeenten ten platten Lande
In Zeeland
Arnemuiden: Bevolking 1250 ; Jaarwedde Burgemeester f.160; secretaris f.150; Schoolonderwijzer f.125; Veldwachter met kosten van kleeding en verhooging van den Brigadier f.202; Staatsblad f.31;
Schrijfbehoeften vuur en lichtf.60 ; onkosten rustende Schutterij f.40; Totaal: f.823
Aldus gearresteerd bij GS van zeeland
Middelburg den 22e November 1833
A.C. van Citters
Ter ordonnantie van dezelve
Van der Heim
Middelburg den 5e December 1833
Ik heb de eer UWEd: bij deze kennis te geven dat door uwen Stedelijken Ontvanger ter provinciale Griffie kan worden ontvangen het bedrag van het aandeel hetwelk bij resolutie van heeren GS dezer Provincie van de 20 September j.l. no 9 aan uwe Stad is toegekend in de f.6324,78 bij ZM besluit van den 25 Augustus j.l. no 19 uit ’s rijks kas beschikbaar gesteld tot rembours der door de Plaatselijke besturen in deze provincie gedurende de jaren 1830 & 1831 ten dienste der landwachten gedane uitgaven.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 29e November 1833
Rapport gedaan op de rekeningen van het jaar 1832 van de navolgende gesubsidieerde Armbesturen:
n.l. De Kerkelijke Hervormde of Diaconie Armbestuur te Arnemuiden
is Goedgevonden
Dezelve behoudens de in sommige gebragte wijzigingen in onder referte tot de daarbij gestelde aanmerkingen goed te keuren, en twee Exemplaren derzelve aan Burgmeesters en Wethouders te retourneren
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 13 December 1833
Gelezen zijnde eene missive van de Provinciale Geneeskundige Commissie van den 9e dezer no 736, daarbij naar aanleiding van de bepaling van art.29 van ZM besluit van den 31 mei 1818 (St. blad no 25) te kennen gevende dat dezelve kennis bekomen hebbende van de heerschende kinderziekte in de gemeente Arnemuiden eene Commissie uit haar midden heeft benoemd om den staat der ziekte in loco te onderzoeken, dat bij dit onderzoek onder anderen ook gebleken is, dat, ofschoon zich bij die ziekte geene kwaadaardigen aard doet kennen er echter sterfgevallen aan hebben plaats gehad welke zich uitstrekken tot zodanige personen die hoezeer niet gealimenteerd of bedeeld wordende , nogthans in een diepe armoede verkeeren & daardoor genoegzaam van alle geneeskundige hulp verstoken zijn dat dezelve het alzoo van belang oordeelt dat ter voorkoming van de verdere uitbreiding dier ziekte als ter voorziening in het lot van zodanige behoeftige lijders maatregelen worde genomen dat vanwege het Plaatselijk bestuur de vereischte geneekundige hulp worden verstrekt.
Is goedgevonden
Burgemeester & Wethouders van Arnemuiden naar aanleiding der vorengaand kennisgeving uit te nodigen om onverwijld aan alle zodanige lijders der kinderziekte in de gemeente welke door onvermogen buiten staat zijn om zich de vereischte geneeskundige hulp aan te schaffen ten koste van de gemeente al die hulp te doen verstrekken als derzelver toestand zal vorderen en wijders alle zodanige maatregelen te nemen als gepast & doelmatig zullen worden geoordeeld, om de verderen voortgang van die ziekte te stuiten, terwijl voor zoo verre bij verder uitbreiding der bedoelde ziekte de fondsen der gemeente niet toereikend mogten bevonden worden om voortdurend in zodanige behoeften te voorzien, de vergadering op de daartoe voor het Plaatselijke bestuur te doene voordragt, bereid zal zijn om hierin door een subsidie uit de provinciale fondsen te gemoet te komen.
En zal afschrift dezer worden gezonden aan Burgemeester & Wethouders tot informatie & narigt met uitnodiging om van de door dezelve ten gevolge dezer te nemene maatregelen spoedig rapport te doen.
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 16 December 1833
Onderwerp: Verzoek Matroosen Schroevers en de Quelerij
Ik heb de eer UEd: bij deze te doen toekomen een adres van de vrijwillige matroosen M.Schroevers en J. de Quelerij dienende beide aan boord van ZM Fregat Euriclides ? strekkende om daarbij aangevende redenen Op ZM Kanonneerbooten op de Schelde te worden overgeplaatst.
Bij de behandeling van dit verzoek bij het Departement van Marine is er twijfel ontstaan of hetzelve wel in de daad van genoemde vrijwilligers afkomstig is, vermits die Schepelingen aan den Kommandant van hun boord den kapitein ter Zee Courire dit Dubikart stellig hebben verklaard het voorz: adres niet te hebben geteekend met hunne handmerken, door het plaatsen namelijk van een kruisje uit welke ontkenning het vermoeden is gerezen dat hetzelve buiten voorkennis der belanghebbende is ingediend en dat de daarondergestelde verklaring, houdende bekrachtiging van de daarop voorkomende kruisjes als handteekens valsch zoude zijn.
Dit vermoeden kan bezwaarlijk ingang bij mij vinden, daar ik niet kan veronderstellen dat de beide onderteekenaars der verklaring , zijnde de heeren Wanrooij en Van Opdorp, inwoners Uwer gemeente zich aan zulk eene laakbare handelwijze zouden kunnen schuldig maken, neigende ik veeleer om te geloven dat de adressanten bij nader inzien van het ongegronde en verkeerde van hun verzoek , de partij hebben genomen het bewuste stuk te ontkennen, om daardoor alle moeijlijkheden te ontwijken.
Het is mij evenwel van belang voorgekomen, nader met deze zaak te worden bekend gemaakt, en ik heb alzoo de eer UEd: te verzoeken, deswegens een bepaald onderzoek te doen, speciaal om na de daarbij betrokkenen personen in uwe gemeente te hebben gehoord, te trachten tot de kennis te geraken of en in hoe ver het bedoelde adres buiten voorkennis van de schepelingen Schroevers en de Quelerij is ingediend, of de daaronder gestelde kruisjes als handtekens door hen of door wie anders zijn geplaatst, en zoo zij daaraan geheel vreemd zijn, of en in hoe ver de heeren Wanrooij en van Opdorp of wel een of meer van der schepelingen naastbestaanden of betrekkinge in het opmaken en indienen van het adres de hand hebben gehad,- zullende ik de mededeeling van den uitslag van dit onderzoek bij een omstandig rapport met terugzending der bijlage van UEd; tegemoet zien
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland.
Van Vredenburch
Middelburg den 21e December 1833
Ik heb de eer UEd te informeren dat het vermoedelijke bedrag der door uwe stad over de 2e helft van het loopend jaar aan de maatschappij van Weldadigheid nog verschuldigde sommen bedraagd wegens verplegings kosten van weezen f.71,46 en wegens verplegingskosten van bedelaars f.15,26 en dat de betaling van die sommen ten behoeve uwer stad uit derzelver aandeel in de provinciale belasting zal worden gepreleveerd ?? & met dezelve op den voet mijner Circulaire van den 30 Januarij j.l. A 2e Afd no 1078 (Prov.blad no 20) worden verrekend
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 21e December 1833
Onderwerp: Transport Buskruit
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat in het begin der aanstaande week bij daartoe geschikt weder, door middel van transport te water, van den buskruidmolen no 9 naar Veere zal worden verzonden eene te dien einde aldaar gereed liggende hoeveelheid proefhoudend Infanterie Buskruid met verzoek om te zorgen dat bij de inlading, aankomst, doortogt en lossing van gemeld buskruid , van uwe zijde de maatregelen van veiligheid worden genomen voorgeschreven bij art: 58 der Wet van de 26e Januarij 1815, Staatsblad no 9
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 30 December 1833
De Kerkeraad van Arnemuiden heeft de eer der Achtbare Regering van gemelde Stad te informeren dat op het dubbeltal tot diakenen geplaatst en na drie Zondagsche proclamatiën door de gemeente goedgekeurd zijn de navolgende personen;
Piet Kramer
Blaas Jakobse de Nooijer
Leendert Wisse en
Joost Smout; vriendelijk verzoekende dat daaruit door Hunne Achtb: in den loop dezer week naar welgevallen moge gekozen worden.
Namens den Kerkeraad voornt
J.Wanrooij
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 20e December 1833
Samenvatting: Over de wederbenoeming van gemeente-Raadsleden te platten Lande, die op 2 Januarij a.s. zouden moeten aftreden, na ingewonnen berigten;
Ook vervanging van leden mogelijk wier wederbenoeming uit hoofde van het verliezen van derzelver radicaal, te kennen gegeven verlangen om niet in deze betrekking te worden gecontinueerd of om andere redenen niet in aanmerking kan komen.
Is goedgevonden:
Met continuatie van de vroeger aan sommige derzelve verleende dispensatiën, weder te benoemen tot de onbezoldigde betrekking van Lid van den Gemeente-Raad van
Arnemuiden, de aftredende leden
Abraham van Eenennaam &
Leendert Wisse
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
2e Deel
Nieuwland den 19 Januarij 1833
Ingevolge art: 36 der wet op de personele belasting van den 29 Maart 1833 staatsblad no 4 , heb ik de eer UEA te doen toekomen de lijsten der Schattingen en tellingen op aanvraag der belastingschuldigen gedaan door de Rijksschatter voor het dienstjaar ingaande den 1e Mei 1833
De Ontvanger der directe Belastingen
Handtekening
Goes den 30 Januarij 1833
Volgens een bij mij krachtens Art: 130 der wet van 8 Januari 1817, van den heer president van den Militie-Raad, voor de Ligting van dit jaar, ontvangen kennisgeving, heb ik de eer UEd: te informeren dat de Militie-Raad hare werkzaamheden van de Eerste Zitting voor het kanton waar onder uw Gemeente behoort, bepaald heeft op dingsdag den 12 Februarij 1833, ten tien uren, in de Abtdij te Middelburg, ik verzoek UEd. Dien ten gevolge de noodige zorg te dragen, de vrijwilligers casu quo en de voor een jaar vrijgestelde dienstpligtige Lotelingen uwer gemeente, van de Ligtingen van 1829, 1830, 1831, 1832, op de bepaalde dag en uur voor de Militie-Raad aldaar compareren.
De Kommissaris van het District Goes, belast
Met het Militie Kommissariaat
In de provincie Zeeland
Verschoor
Aan boord Z.M. Fregat Minerva
Vlissingen den 31e Januarij 1833
Ter voldoening eener aanschrijving van zijn Excie den directeur en Kommandant der Marine alhier in dato 30e dezer
Heb ik de eer UEd: hiernevens de Certificatie bij missive van 28e dezer no 23 aan het Departement van Marine te Vlissingen door UEG verzocht aan te bieden
De Kapitein ter Zee
Z:L:Spengler
Den ondergeteekende Kommanderende ZM Fregat Minerva verklaard dat op den 8e December l.l. den matroos Hendrik Buster bekend in de rolle van ZM Fregat voornoemd op no 60 en dusdang op ZM Kanonneerboot no 3 is gedetacheerd geweest ten gevolge bekomene wonden is overleden.
Aan boord voornoemd
Vlissingen den 31e Januarij 1833
De Kapitein ter zee
Z.L. Spengler
Middelburg den 24e Januarij 1833
Ik heb de eer UEd: hier nevens toe te zenden een Extract uit mijne dispositie van heden A no 696 1e Afd op het request van M. Schoenmaker met verzoek om dit stuk na daarvan inzage te hebben genomen aan de belanghebbende te doen uitreiken
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
IJzendijke den 4e Februarij 1833
Ik heb de Eer UEG: hier nevens te doen toekomen de gevraagde Extracten van de twee Schutters bij de 1e Kompagnie van mijn onderhebbende Bataillon dienende zijn, gevraagd bij UE Missive dat 28e Januarij j.l no 21
De Majoor Kommand: het 2e Bat
Der Afdeeling Zeeuwsche Mobiele Schutterij
Handtekening
Departement
Van
Marine
’s Gravenhage, den 21 Februarij 1833
Ik heb de eer UEd. A te doen toekomen 7 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der, door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken wel aan de belanghebbenden tot uwe gemeente behoorende , te willen doen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening
Nummer 517 K.L. Meulmeester bedrag van den soldijbrief f.10-
516 M. de Marée f.10
460 A. de Ridder f.10-
462 C.Giffard f. 7-
463 G. de Ridder f. 5-
464 G. de Ridder f. 5-
465 K.M. de Nooijer f.10-
Afrekening met den Heere Burgemeester van Arnemuiden wegens de Patentbladen voor den dienst van 1832
Blijkens nevensgaand reçu in dato den 29 December 1831 afgegeven aan den Heere Ontvanger van het Zegel te Middelburg, zijn bij het gemeente bestuur van Arnemuiden ontvangen acht en zestig stuks gezegelde patentbladen voor den dienst van 1832 68:
Het aantal artikelen op het primitive
Kohier bedraagt 51
En der suppletoire 2 53
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zoo dat er ongebruikt zijn 15 stuks
Welke vijftien stuks aan gehoudene patentbladen aan mij zullen worden ter hand gesteld in gevolge paragraaf 2 van art 12 der resolutie van de toenmalig Administrateuren der registratie & die der directe belastingen & d.d. 13 December 1828 no 251
Nieuwland den 8 Maart 1833
De Ontvanger der directe belastingen
Handtekening
Ontvangen bij Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden van den Heer Ontvanger
Van het buitengewoon Zegel te Middelburg
68 gezegelde Patentbladen ad 30 cents voor de dienst van 1832
Arnemuiden den 29 December 1831
Voor de burgemeester
De Wethouder
J. de Marée
DEPARTEMENT
VAN MARINE
’s Gravenhage den 12 Maart 1833
Volgens de bij het Departement van Marine ontvangen opgaven is de vrijwilliger matroos H: Buster, behoord hebbende tot de rolle van het te Vlissingen liggende wachtschip Minerva en gedetacheerd geweest op de Kanonneerboot no 3, voor Antwerpen, den 8 December 1832 geblesseerd geraakt en aan de gevolgen daarvan overleden, wiens huisvrouw genaamd Adriana Dingemans, te Arnemuiden woonachtig zoude zijn.
Daar het nu van belang en noodig is, om ten aanzien der betrekkingen van voorschreven schepeling eenige nadere inlichtingen te bekomen , zoo neem ik de vrijheid UEdel A te verzoeken wel het vereischte onderzoek te willen laten doen, zoo ten aanzien van het gedrag dezer betrekkingen als derzelver middelen van bestaan en de omstandigheden waarin zij zich bevinden , en mij daarvan vervolgens te willen informeren.
De Direkteur-Generaal
Voor de Marine
Handtekening
Middelburg den 13 Maart 1833
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat de Hengst van Adriaan Adriaanse inwoner uwer gemeente, als door de benoemde keurmeesters bevonden zijnde, twee spatten (daardoor kreupel) aan de achterbeenen te hebben, van wege de leden der Kommissie van Landbouw in dit District op heden is afgekeurd geworden.
De president der Kommissie
Van Landbouw in zeeland
Handtekening
Middelburg 23 Maart 1833
Onderwerp: Kohier patentregt
Vier eerste maanden 1833
Met verzoek om hetzelve op den Wet van het bepaalde bij art: 28 der resolutie van 22 Julij 1819 no 833 ten fine van Invordering aan den belanghebbende ontvanger te verzenden, heb ik de eer UEA nevens deze te doen geworden het door den Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie invorderbaar gestelde kohier wegens het Patentegt uwer gemeente over de Vier eerste maanden dezes jaars
De Int Controleur
Van de Loeff
Middelburg den 25 e Maart 1833
Nevens deze heb ik de eer UEA toe te zenden het door den Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie invorderbaar verklaarde Kohier der Grondbelasting over het loopende jaar van uwe gemeente met verzoek om hetzelve overeenkomstig art.14 der Wet van 16 Thermidor 8e jaar binnen vijf dagen na den Ontvang en voorts op den voet van het bepaalde bij art: 5 &6 der Wet van 4 messidor 7e jaar ten fine van Invordering aan den belanghebbenden Ontvanger te verzenden, zullende het mij overigens aangenaam wezen, door UEA te worden onderrigt, wanneer de achtervolgene laatsbedoelde Wetsbepalingen te doene afkondiging van gemelde kohier, zal hebben plaats gevonden.
De Int. Controleur
Van der Loeff.
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
Ik heb de eer UEd.Achtbare te doen toekomen 7 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der, door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide boedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbenden, tot uwe gemeente behoorende, te willen uitreiken
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening
Nummer 1122 Naam: M. de Marée f. 10—
1129 A. de Ridder f.10—
1125 C. Giffard f. 7—
1126 G. de Ridder f. 5—
1127 H.L. Meulmeester f.10—
G. de Ridder f. 5—
1129 H.M. de Nooijer f. 10—
Ontvangen 6 April 1833
Beantw 9 dd.
Zij deze en bijlagen gesteld in handen van de Heeren
Burgemeester en Wethouders
Der Stede Arnemuiden
Om berigt, consideratiën en advies
Middelburg den 4 April 1833
Vanwege den Staatsraad
Gouverneur der provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Hurgronje
Achtbaar Heer
De boekhouder van het Armenfonds heeft mij bekendgemaakt dat hij gaarne in den aanstaande week de rekening der Armen over den jare 1833 zoude doen, en daar den datum van het doen dier rekening volgens gewoonte , zondag aan de gemeente openlijk bekend gemaakt moet worden, zoo is ’t Wel Edel Heer! Dat ik UE door deze vraag: welken dag en uur zoude het UA Heer best gelegen komen, om eenen Commissie uit de Achtb: regering te benoemen tot het bijwonen en aantoonen van bovengem; rekening ? Antwoord van UA omtrent deze zaak verwachtende heb ik de eer mij te teekenen.
Achtbaar Heer!
J. Wanrooij
Arnemuiden den
11e April 1833
Middelburg den 15 April 1833
Het door uwe gemeente voor dit jaar te leveren kontingent voor de Nationale Militie niet uit de Lotelingen van de Eerste klasse kunnende gevonden worden, zal het noodig zijn dat tot de oproeping van die der volgende klasse worde overgegaan.
Wij verzoeken UEd derhalve om tegen den 20 dezer aanstaande des morgens te 10 ure voor onzen raad te roepen de Lotelingen
Job Jobse no 14 1830
Abraham Kraamer no 16 1830
Jan Joosse no 17 1830
Marinus Roose no 18 1830
Adriaan Theune no 2 1829
Job de Ridder no3 1829
Dezelve van de noodige bewijzen van vrijstelling, indien zij daarop aanspraak kunnen maken te voorzien, en hun aan te zeggen, dat bij aldien zij geen reclames hebben in te leveren, het onnoodig zijn zal, dat dezelve op gemelden tijd voor ons verschijnen, zullende zij niet opkomende, gehouden worden gene redenen van vrijstelling te hebben en mitsdien voor de dienst worden gedesigneerd.
De Militie-Raad in Zeeland
J.H. Schorer
Ter ordonnantie van Denzelven
Handtekening
Middelburg den 19 April 1833
Ik heb de eer UwEd: bij deze in antwoord op uwe missive van den 18 dezer no 61 kennis te geven dat de door UwEd: bij die missive opgegeven Lotelingen A.Theune en J. de Ridder van de Ligting van het jaar 1829 zijn dienstplichtig geworden, reeds bij den Militie Raad dit jaar hunne reden van vrijstelling hebben bewezen, terwijl ik UwEd: verzoeke te willen zorgdragen, dat alsnog zoodra mogelijk aan den Militie Raad worde ingezonden een Extract van overlijden van den Loteling Job Jobse van de Ligting van 1830, welke op den 12 Augustus 1832 op een Kanonneerboot voor Antwerpen is overleden.
De President van den Militie Raad
In Zeeland
J.H.Schorer
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
Ik heb de eer UEd: A te doen toekomen 7 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der, door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken , wel aan de belanghebbenden tot uwe gemeente behoorende, te willen doen uitreiken.
Voor den Directeur-generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening
Nummer 1695 Naam M. de Marée f.10-
1696 A. de Ridder f.10-
1700 C. Giffard f. 7-
1701 G. de Ridder f. 5-
1702 K.L. Meulmeester f. 10-
1703 G. de Ridder f. 5-
1704 K.M. de Nooijer f. 10-
DEPARTEMENT
VAN MARINE
’s Gravenhage, den 20 April 1883
Ik heb de Eer UEA in antwoord op deszelfs brief van den 26 Maart l.l. no 5 nopens de gelden welke nu wijlen den loods Hendik Buster wegens bewezen diensten, als zoodanig aan de voor Antwerpen vernielde Kanonneerboot no 3 bewezen, nog zouden aankomen, te rescriberen dat uit de deswege bij mijn Departement ingekomen stukken, gebleken is , dat het mandaat wegens die gelden over October 1832, den 23e November van datzelfde jaar aan genoemden loods toegezonden, in de maand maart l.l. ter somma van f.15:50 door den Administrateur van ’s Rijks Schatkist te Middelburg is uitbetaald geworden, zijnde dit stuk nog door den overleden Buster, zelfs voor voldaan onder teekend; zoodat de veronderstelling van deszelfs weduwe, dat hetzelve mandaat bij de vernieling der voormelde Boot zoude zijn teloor gegaan, komt te vervallen; wat nu aangaat de voldoening der loodsgelden welke wijlen Buster nog zouden aankomen over Over November en de acht eerste dagen van December l.l. deswege zijn bij mijn Departement geene Declaratiën ingekomen. Noch ook Certificaten nopens de door Buster bewezene diensten, van den Kommandant der boot. De Luitenant te Zee der 2e Klasse van Ouwenaller, thans zich in Fransche Krijgsgevangenschap bevindende; en ik moet UEA doen opmerken, dat volgens de bestaande bepalingen, zonder het aanwezig zijn van zoodanige behoorlijk op zegelgeschreven stukken, geen betaling te dezer zake door mijn Departement kan worden gedaan.
De Directeur Generaal
Voor de Marine
Handtekening
Zij deze en bijlagen gesteld in handen van den Heeren Burgemeester & Wethouders van Arnemuiden om berigt en advies met overlegging van een bewijs van den bevelhebber Mobile Schutterij,constateerende zijne diensttijd bij dezelve alsmede een bewijs van de bevelhebber der vorige Schutterij stavende den juisten tijd welken de belangh. Daarbij heeft gediend met verder opgave van het jaar waarin hij in betrekking tot de thans bestande Schutterij voor de reserve is aangewezen.
Van wege den StaatsRaad Gouverneur der provincie Zeeland
De griffier der Staten
Van der Heim
Vlissingen den 7 Mei 33
N.B. de onderstaande missive geeft blijk van gebrek aan spelling en stijl.
En is volstrekt onduidelijk wat afzender etc betreft.
WelEdelgestrenge Heer
Ingeslooten zend ik UwEd: 3 Signalementen van welke ik ben geïnformeerd als dat zich dezelven in het Nieuwland en in Arnemeiden ophouden weswegens ik ben verzoekende door de Veldwagters de noodige Reshersie te laaten doen en bij ontdeking van ider Sheeling die geen Shrift peweijs heeft te arresteeren en het aan mijn geliefen ter kennis te brengen den Einde dezelven door ons worden afgehaald en het premie Bewijs zoo het Een deserteur is word afgegeven
Ontfang de verzeekering mijner
Hoogagting de ? Geweldige
H.C. Baelle ??
Oude Tonge den 25e Mei 1833
Op den 20 e Mei l.l. alhier op de rivier?? Gevonden een drenkeling, welke is herkend voor de persoon van Adriaan Adriaanse laatst gewoond hebbende te Arnemuiden om ten einde ik het proces verbaal van vinding in behoorlijken vorm kan opmaken zo verzoek ik UwEdel: A mij te willen opgeven de precise naam van bovengemelde Persoon, Ouderdom, Geboorteplaats en de namen van deszelfs ouders en hun woonplaats.
De Burgemeester van de Oude Tonge
Handtekening
Onder staat:
Oud 17 ? jaren geboren t e Oostcappelle
Vader David Adriaanse
Moeder Grietje Siereveld
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage, den 29 Mei 1833
Ik heb de eer UEd. Achtbare te doen toekomen 8 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der, door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine , ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten , uit hunne soldij afgestane maandgelden, metverzoek deze stukken wel aan de belanghebbende tot uwe gemeente behoorende , te willen doen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening.
Nummers Naam Bedrag
2458 G. de Ridder f. 1, 50
2465 M. de Marrée f 10—
2466 A. de Ridder f. 10—
2470 C.Giffard f. 7—
2471 G. de Ridder f 3,50
2472 K.L. Meulmeester f, 10,--
2473 G. de Ridder f. 5,--
2474 K.M. de Nooijer f. 10,--
Zij deze en bijlagen gesteld in handen van de Heeren Burgemeester en Wethouders van Arnmiden
Om berigt,consideratiën en advies.
Middelburg den 3 Junij 1833
Vanwege den Staatsraad
Gouverneur der Provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Van der Heim
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage , den 24 Junij 1833
Ik heb de eer UEd: A te doen toekomen 7 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der, door de daarbij vermelde vrijwilliger bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, met hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek dit stuk, wel aan de belanghebbende tot uwe gemeente behoorende, te willen doen uitreiken.
VOOR DEN DIRECTEUR-GENERAAL
VOOR DE MARINE
De Secretaris-generaal
Handtekening
Nummers Naam Bedrag
3134 G. de Ridder f. 5—
3142 M. de Marrée f. 10—
3143 M.de Ridder f.10—
3146 C.Giffard f. 7—
3147 K.L.Meulmeester f. 10—
3148 G. de Ridder f. 5—
3149 K.M. de Nooije f. 10—
Etten , den 11e Julij 1833
Zekere Klaas Jacobs , van beroep Schippersgezel, geboren `a costi /alhier bekend is alhier aan de gevolgen der cholera op den 9e dezer komen te overlijden.
Ik ben geïnformeerd dat zijne moeder in UEA Gemeente woonachtig is, en vermits dien persoon niets naliet of alhier eenige betrekkingen had, zoo zijn de kosten van deszelfs begrafenis enz voorlopig ten laste dezer Gemeente genomen;
Ik verzoek UEA derhalve mij te willen informeren of des overledene moeder in staat is die kosten te kunnen rembourseren terwijl in het tegengestelde geval dezelve ten laste der Armenkas van Uwe Gemeente zoude moeten gebragt worden.
De Burgemeester der Gemeente
Etten en Leur
Handtekening
Middelburg den 11 Julij 1833
Leentje van Belzen, Johanna Marinusse en Jannetje Verstraaten veroordeeld zijnde bij vonnis van de Regtbank van enkele Politie te Middelburg van den 21 Junij 1833 tot voldoening van twee gulden Boete ieder en te zamen of ieder afzonderlijk in de kosten ad f.4,71 ½ zoo heb ik de eer UEd:Achtb: te verzoeken mij te willen bekend maken met de geldelijken toestand van de veroordeelde, terwijl ik tevens de vrijheid neem hierin te sluiten de Biljetten van waarschuwing voor dezelve, met vriendelijk verzoek die te willen doen behandigen opdat dezelve door de bedoelde persoonen ontvangen worden.
De Ontvanger der Registratie
Te Middelburg
Handtekening
Middelburg, den 15 Julij 1833
KB van den 19 Junij j.k. waarbij wordt bekrachtigd de oprichting der Nederlandsche Maatschappij van Brandver zeekering te Tiel.
F vanSorge
Provinciaal Agent der voorn. Maatschappij in Zeeland
Zie verder het origineel.
Vlissingen, den18 Julij 1833
Onderwerp: Loodsgelden gevorderd door twee Arnemuidsche Visschers
Alvorens ik kan overgaan eenige dispositie te nemen op de Missive van UwEd A in dato 10 dezer no 88 betrekkelijk de toekenning van Loodsgelden welke volgens hun zeggen zouden verdiend zijn door twee Arnemuidsche visschers M. en J. van Belsen wegens het binnenloodsen van twee koopvaardij schepen, heb ik gemeend daarop het berigt te moeten inwinnen van den OnderInspecteur over het Loodswezen alhier hetwelk denzelven mij heeft aangeboden in deszelfs brief van den 17 dezer no 238 welke ik UwEdA kopielijk hierbij overlegge benevens de Kopijen van twee verklaringen van twee Loodsen behoorende tot het Loodsbestuur der Monden van de Schelde en uit welke een en andere stukken UEA genoegzaam zal kunnen opmaken dat de voorz; Visschers rapporten hebben uitgebragt bezijds de waarheid en een derzelve werkelijk met een der koopvaardijschippers bedrog heeft gepleegd als uitgevende dat hij de loodsboot voerde en voorzeilen zou tot op den Reede van Vlissingen in stede van dat iets te kunnen toebrengen om die visschers hun zoo als zijlieden vermeenen verdiend loon te doen verkrijgen, moet ik UEA verzoeken dezelve wegens hunnen in deze gehouden handeling te onderhouden en dezelve scherpelijk te vermanen om zich van zoodanig gedrag als door een derzelve is gepleegd in het vervolg te onthouden, op poene vandaarvoor te zullen worden gestraft.
Vice Admiraal Directeur
En Kommandant der Marine
Gobius
kopie
Vlissingen. 17 Julij 1833
Ter voldoening van Uwe Excie geeerde dispositie dato 11 dezer met retournering de Request of Missive van Heer Burgemeester van Arnemuiden dato 10 dezer no 88 heb d ‘eer te dienen van berigt dat blijkens bijgevoegde rapporten van twee zeeloodsen , die op de bedoelde schepen in zee zijn overgegaan, en geene visscher man als Loots hebben aan boord gevonden, maar wel hun volgende vischschuit; deze visschers zeer onregtmatig handelen, met bewijs en bedrog de schepen van de lootsboot tragten af te houden deze noodzaken van hunne posten te gaan, moetende zoodanige schepen door visschers van de Lootsboot afgeleid nazeijlen, alle pratiquen ten nadeele van de scheepvaart en vele moeite schade aan ’t Lootswezen toebrengen
Ik twijfel niet of Uwe Excie zal hun ’t onbehoorlijke van hun gedrag laten voorhouden en verwittigen zulks in ’t vervolg niet nalatende zig de poenaliteiten zoude op de hals halen bepaalt op het niet eerbiedigen der Wetten op de Loodswezens van ZM geëmaneerd.
Ik voege hierbij dat de Lootslieden J. Dekker en W. Jilleba alle geloof meriteren.
De Onder Inspectuer over het Loodswezen
Handtekeningen
Verklaring
De Ondergeteekende verklaard dat hij op den 9 Julij dezer des morgens ten 11 uuren aan boord een Lubeker Brik Kapt: G. Andersen als Loods na Vlissingen is overgegaan Westkappel zuid per Comp.
Dikke lugt wind N t O toen den ondergetekende aan boord gem: brik kwam verhaalde de kapt: hem dat de schipper van de visschuit door welke hij gevolgd werd dat de Schipper aan hem geroepen had maar hem niet heeft kunnen verstaan, dus geen accoord met hem gemaakt had, is de Visschuit hem blijven volgen tot op de Reede van Vlissingen, heeft de schipper van de schuit hem gepraaid en hem gevraagd waar hij zijn Loodsgeld halen moest en de Capt heeft de Visscherman geantwoord dat hij hem maar tot Antwerpen volgen moest.
W.Jilleba
Loods
Copie conform
Vlissingen den 17 Julij 1833
Verklaring
Den ondergetekende verklaard dat hij op den 9 Julij dezer aan boord een pruisch Galjas als Loods na Vlissingen is overgegaan des morgens te 10 uuren dikke lugt wind N t O op de hoogte van Westkappel zuid per Comp. Waarop de kapt J.C. Kruse aan hem Loods verhaalde dat dezelvde morgen om de streek van 8 uuren een vaartuig na hen toe komen zeilen is met de Holl: vlag van de top naderbij gekomen zijnde ontdekte de kapt: dat het een Visschuit was waarop de schipper van de vischschuit hem gepraaid had en hem gezegd hebbende dat hij de loodsboot van Vlissingen was en hem zoude voorzeilen tot in het oostgat en hem dan een loods over zou geven; de kapitein verhaalde wijders dat hij de schipper geen antwoord gegeven had maar zijn koers heeft vervolgd, en de visschuit is voor hem uitgezeild en een weinig daarna weer is bijgedraaid waarop de schipper van de schuit hem nog eens toegeroepen had dat hij een Loods moest nemen, dat hij toch het Loodsgeld betaalen moest; gemelde Capt: overtuigd dat het een Vischschuit was, en hem geen antwoord verwaardigd had; onmiddellijk ontwaarde de kapt de Loodsboot W 5 vooruit van Zuid? Alwaar de ondergeteekende uit is overgegaan en hem te Vlissingen heeft geloosd/geloodst; gem: visschuit is tot de Reede van Vlissingen mede gezeild en toen hij ten anker lag om het loodsgeld gevraagd had en de kapt heeft hem toegroepen dat hij niets met hem noodig had.
J.Dekker
Loods
Vlissingen den 17 Julij 1833
Handtekeningen
Aan boord ZM Kanonneerboot no 24
Voor Antwerpen den 18 Juli 1833
In antwoord op UEA missive d.d. 6 Julij 1833, heb ik de eer te berigten dat het steede hoog bezwaarlijk is zoo wel voor officieren als matrozen verlof te kunnen bekomen zoo lang ’s lands welzijn deeze positie van zoo veel belang doet zijn??; Wanneer echter dit verlof eengzints konde worden toegestaan hebben ook eenige weinigen deezer equipage dit bekomen en onder deeze den vrijwillig matroos Ab. Van Belzen in Januarij deezes jaars. Zoo als UEA wel zult kunnen nagaan wenschen allen om het hardst en sommige om mij dringende reedenen even als onze Van Belzen, met verlof te gaan, en niets zoude mij aangenamer zijn dan dit voor hun te kunnen bewerken.
Klaas Blaasse van de Gruiter ligt nu aan de beurt en zoo er geen verandering komt, hoop ik hem over 10 of 12 dagen verlof te zullen bezorgen,- het is mij genoeglijk UEA de meest voldoende getuigenis van deze goede jongen te kunnen geven.
Met hoogachting heb ik de eer te zijn
De Luit ter zee 1e kl. Kommandant
Voornd: kanonneerboot
W.T. Baars
Utrecht den 23 Julij 1833
Bij mij een verzoekschrift van den milicien K. van Belzen thans met verlof in uwe Gemeente aanwezig, ingekomen zijnde ; strekkende om concent tot het aangaan van een huwelijk te mogen verwerven; zoo heb ik de eer UEA te verzoeken mij eene doopacte der persoone waarmede hij zich wenschte te verbinden te doen toekomen, ten einde als dan verder gevolg aan deze zaak te kunnen geven.
De Majoor kommanderende
Het depot der 9e Afdeeling Infanterie
Handtekening
Samenvatting:
De Uitgever van het Uittreksel van de Verordeningen ter instandhouding van het Kadaster en de Verzameling der kadastrale modellen, doen een aanbod: 100 exemplaren franco tegen f.2.00
De gebroeders van Cleef
Boekdrukkers en Boekverkoopers.
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
‘s Gravenhage , den 26 Julij 1833
Ik heb de eer UEDA te doen toekomen 13 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der, door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunnen soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbenden tot uwe gemeente behoorende, te willen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening
3856 M. de Marée f.5.—
3857 A. de Ridder f.5.—
3859 G. de Ridder 2,50
3860 C. Giffard 3,50
3862 K.L. Meulmeester 5,00
3863 G. de Ridder 5,00
3864 K.M. de Nooijer 5,00
3870 M. de Marée 5,00
3871 A. de Ridder 5,00
3874 C.Giffard 3,50
3875 K.L. Meulmeester 5,00
3876 G. de Ridder 2,50
3877 K.M. de Nooijer 5,00
Middelburg den 27 Julij 1833
Ten einde een aan mij opgedragen werk naar behooren te kunnen verrigten, is het mij noodig bekend te weezen met het zuiver belastbaar inkomen, waarin ieder gebouw volgens het kadaster is aangeslagen en, daar ik die inlichting niet wel anders dan door medewerking der gemeentebesturen kan erlangen, zoo heb ik de eer UEA beleefdelijk te verzoeken mij de benoodigde opgave wel te willen mededelen door toezending van een staat opgemaakt naar het volgende model, als
Wijk en volgnummer der gebouwen
Namen der Bewoners
Zuiver belastbaar inkomen volgens het kadaster Aanmerkingen
Ik zal mij aan UEA bijzonder verpligt rekenen, wanneer ik dezen staat spoedig en als het mogelijk is voor of op aanstaande donderdag den 1e Augustus mogten ontvangen
Ik verzoek de Hr. Baarts mij ook een gelijken staat voor Cleverskerke te zenden/
Paraaf
De Controleur der directe belastineg
Handtekening
Middelburg den 28 Julij 1833
Onderwerp: Bekeuring J.A. de Ridder
Vermits de Arrondissements Inspecteur der Directe belastingen In en Uitgaande Regten en Accijnsen te Vlissingen belast is met de zorg der Instructie van de bekeuring ten laste van J.A. de Ridder te Arnemuiden gedaan en ZEG aan mij de vereischte voordragt tot de afdoening van dezelve moet doen, komt het mij niet ongeschikt voor, dat de bekeurde zich bij dezen ambtenaar vervoege om met denzelven over de zaak in onderhandeling te treden en ik heb dan ook bereids in deszelfs handen gesteld zoowel het door den bekeurden aan mij gepresenteerd rekwest als Uwen brief van den 27.dezer om daarop voor zooveel noodig bij zijne voordragt te attenderen.
Daar intusschen de behandeling dier zaak eenigen tijd kan vorderen, meen ik UEA te moeten te kennen geven dat de bekeurde mijns inziens hun belang voorlopig zoude kunnen bevorderen wanneer dezelve voor het aangehaalde vaartuig borg stelden, daar hetzelve als dan zoude kunnen worden ontslagen
De Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 7 Augustus 1833
Daar het voor de regeling der contingenten in de grondbelasting van 1834 noodig kan zijn te weten welke veranderingen de belastbare waarde der grondeigendommen heeft ondergaan sedert de laatst gedane opgave, zoo ben ik aangeschreven om deswege ten spoedigsten uiterlijk op den 14e dezer de vereischte op de gebruikelijke wijze ingerigte opgave te doen.
Ik heb mitsdien de eer UEA te verzoeken om te willen zorgen dat dooe het collegie van zetters uwer gemeente hieromtrent een naauwkeurig onderzoek in het werk gesteld en mij daarvan de benoodigde opgave in gezonden worde zullende deze opgave moeten worden gedaan bij eene voor vroegere jaren bereids voorgeschreven staat.
Ik gedraag mij ter dezer zake meer bijzonder aan den brief mijner ambtsvoorganger van den 31 Julij 1832 nr 114 b terwijl het mij hoogst aangenaam zou wezen om den verlangden staat of wel ( bij aldien er soms geene belangrijke vermeerderingen of verminderingen sedert de laatste opgave mogten zijn voorgevallen een berigt dat de opmaking van die staat niet te pas komt, spoedig te ontvangen, zoodanig dat ik aan den aan mij opgedragen taak voor of op het gestelde tijdstip voor den 14 dezer kan voldoen.
De Controleur
Handtekening
Middelburg den 8 Augustus 1833
Met verzoek om het zelve op den voet van het bepaalde bij art.28 der resolutie van den Minister van Financiën van den 22 Julij 1819 no 833, ter invordering aan den belanghebbenden ontvanger te verzenden, heb ik de eer UEA hiernevens te doen toekomen het door den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie op den 31 Julij j.l. executoir verklaarde kohier van het patentregt voor het dienstjaar loopende van den 1e mei 1833 tot ultimo April 1834.
Het zal mij aangenaam wezen van den dag der afkondiging van het kohier kennis te bekomen.
Ik bedien mij van deze gelegendheid om UEA te verzoeken mij te willen opgeven of er in het kwartaal verschenen 1e Augustus bij UE of bij het Collegie van zetters ook eenige aangifte tot bekoming van patent in uwe gemeente heeft plaats gehad, terwijl ik mij bijzonder aan UEA zou verpligt rekenen, wanneer mij voortaan telkens bij den afloop van een kwartaal ( namelijk) 1e Aug, 1e November, 1e februarij en 1e mei) eene gelijke opgave kondegedaan worden.
De Controleur
Van Doorn
Aan den Achtbaren Burgemeester
Ter dezer Stede
Aangezien ik mij verpligt vind j.l. zaturdag nacht, op ’s Konings verjaardag op te blijven bij mijne bezittingen, daar vond ik mij te meer toe gedrongen, omdat mijn schuurtje reeds vol turf ligt van den Kerk om als ik konde, bij zoo eene , toen nog aanhoudende en uitnemende droogte, ongelukken die uit het onverschillig en baldadig werpen van voetzoekers zouden kunnen ontstaan zijn en te voorkomen.
Omdat het gisteren Zondag was, heb ik deze kennisgeving tot nu verschoven.
In bovengem: nacht zijn bij mij aan huis en school de volgende moedwil gepleegd, waardoor ik mij, na rijp overleg verpligt zie UEA daarvan schriftelijke kennis te doen toekomen. Zeven bij mij zeer goed bekende burgerszonen, waarvan er vijf bij elkander in een complot waren ene de twee anderen behoorden tot eenen amderen troep.
De twee zijn door mij en Pr Kramer op de daad betrapt; de vijftienjarigen knaap was bezig om eenen voetzoeker aan een met papier beplakt glas te steken of te houden de bewijzen zijn daarvan nog aan het glas voorhanden; dat glas is ? door onbezonnenheid twee à drie zondagen geleden ingeslagen, en dewijl ik geen plan meer heb, zoo zoo als voorleden jaar 14 glazen in mijne school te laten maken die op zulke wijze zijn gebroken, had ik het met papier digt gemaakt; den timmerman J.K. Crucq kan daarvan desnoods getuigenis geven, want die heeft dezelven gestopt.
Den 22e een bijna zeventienjarigen jongeling trok of sloeg het schuurtje in het Leeuwertje voorbij gaande een dakpan van hetzelve; vele gedachten kunnen daarover gevormd worden, maar de rede weet ik niets.
De vijf andere zijn door mij zelven herkend, het zijn zoo knapen van 18 à 20 jaren; deze kwamen mij onverwachtst voor de 1e maal zoo kwartier voor middenachts volgens mijn gehoor bijna boven de maat geladene geweren een bezoek geven, dit herhaalden zij ook om één uur, en omdat dat dit booze stuk zijn volle beslag nog niet had,, kwamen zij om twee uren (eenige minuten) ten derden male weder, zooals ik bij mij zelven besloot om de glazen over de straat te laten ??rin ?/rinkelen??.
Bij de eerste maal zat ik te lezen en bleef lezen , denkende; het is zoo als het hier genoemd wordt: Prinsjes avond; maar ten tweede maal nadat zij de geweren langs de riggels van mijn zuidelijk raam gesleept of eigenlijk gewreven hadden, gebeld haden, niet zacht, want ik meende dat de bel spleet, toen schoten zij als de eerste maal, maar zwaarder, dit alles was het werk van éénen oogenblik; dadelijk stond ik op en ging buiten, zag de door mij kennende bovengenoemde knapen als wilde menschen met een kanibaalsch geschreeuw de Herberg De Vier Winden binnen stormen ( zij waren al kenbaar); een poos daarna heerschte er eene diepe stilte; ik nam mij voor te bedde te gaan; tegen dat voornemen aan begaf ik mij nog op straat en in mijnen tuin: want met middernacht hield het slangen werpen op, uitgezonderd op de markt; in mijn hof zijnde hoorde ik weder bij herhaling snaphaan schoten in de rigting van den Middelburgschen Poort, binnenkomend veranderde ik van plan en bleef op, ging in het deurgat staan: jawel alle vijf kwamen van de markt dat mij het slepen van hunne snaphanen aankondigde, zij gingen voorbij 7 namen eer zij voor mijn huis waren geweer in de hand op onder den arm en gingen weder reeds gem; herberg binnen; ik bleef eenen geheelen poos wachten, ging in huis, kwam daarna weder buiten, juist kwam er een van die van de markt welke zijne stem zoo grof maakte, dat ik dacht dit is een groote kerel die zonder spreken voorbij ging de voorgem: herberg binnen; omtrent een kwartier uurs naderhand kwamen zij terug evenals te voren; maar voor de drie Wegen zijnde: hoorde ik hen zeggen: niet schieten; toen zij gepasseerd waren ging ik in huis, las niet meer, maar liep in mijn tuin en niet voren; ik hoorde door het schieten dat zij naderden, stelde ik digt bij het raam, ja, daar wat gestaan hebbende , hoorde ik fluiten ja ja dacht ik, het is weder mijne beurt; zij vergaderden op de bank tusschen mij en mijnen buurman B:Schets , praten eenige woorden kwade jongenstaal pottenlatijn genoemd,wreven weder met de geweren tegen de riggels van het reeds genoemde zuidelijke raam gelijk de 2e maal, stootten vervolgens met de kolven van hunne geweren of schoten tegen de voordeur dat kon ik niet regt onderscheiden, maar dit is waarheid dat al de glazen & ramen trilden en het was of er een stuk geschut losbrandde en verwondert mij nog dat er niet glas gescheurd of in stukken is, maar het zoude mij niet verwonderd hebben, als er niet één geheel gebleven was.
Vervolgens zijn zij weder naar de herberg meergem: gegaan en bij half drie of half drie gingen zij met hun vijven weder den markt op, en ik ging in huis en naar bed omdat ik niets meer dien aangaande vernam.
Zie Achtbaar Heer ! den geheele toedragt dier zaak; ik vraag UE: in dezen raad wat met dit stuk te beginnen, ik geef het aan UE: geoefend oordeel over als UE: het gelegen ? hebbe , om een middel uit te denken ter voorkoming van zulken de menschheid onteerenden straatschenderij stukken, want elke zamenrotting van zulke jongelingen is de school de lijdende partij op het allervriendelijkst solliciteer ik UAchtbare Heer zulke maatregelen daar te stellen die UE: wijsheid goedvind opdat dit ophoude.
Ik ben met alle onderdanigheid
Achtbaare Heer
UE DW Dienaar
Burger
H.W. Hogerheijde
Arnemuiden den 26 Augustus 1833
DEPARTEMENT
VAN MARINE
Ik heb de eer UEd A te doen toekomen Een soldijbrief strekkende ter voldoening der, door de daarbij vermelde vrijwilliger nij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwant, uit zijne soldij afgestane maandgelden, met verzoek dit stuk el aan de belanghebbende tot uwe gemeente behoorende, te willen doen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretars-Generaal
Handtekening
Nummer: 4671 Naam K.L. Meulmeester Bedrag: f.10—
Middelburg den 31 Augustus 1833
Na ontvangst van UwEd: missive van den 16 Julij 1833 nogmaals vruchteloos pogingen aangewend hebbende om de verschuldigde Boeten en Justitiekosten door Leuntje of Neeltje van Belzen, Johanna Marinussen en Jannetje Verstraate in te vorderen, zie ik mij verpligt UwEd: te verzoeken mij Certifiaat van onvermogen te willen afgeven ten einde dit aan Burgemeester en Wethouders dezer Stad te kunnen voorleggen en daarop te kunnen vernemen of hun Ed Achtbare verlangen dat voor stedelijke rekening de vervolging worde voortgezet
De Ontvanger der Registratie
Te Middelburg
Handtekening
Middelburg den 2 September 1833
De persoon van Jacobus Hoek volgens ingewonnen informatie zijne woonplaats in UEd: Gemeente gevestigd hebbende heb ik de Eer UEd: door toezending van een certificaat met de op hem rustende verpligting ten aanzien van de Schutterij bekend te maken.
Het zal mij aangenaam zijn , bij aldien gemelde persoon zich niet in UEd: Gemeente moest ophouden daarvan zoo spoedig mogelijk te worden geïnformeerd ten einde als dan omtrent hem het noodige onderzoek te doen
De Wethouder belast met de zaken
Voor de Schutterij
Buissen Becius ?
Helmond den 11e September 1833
De fuselier M:B: Giffard dienende bij mijne onderhebbende afdeeling thans met onbepaald verlof in uwe gemeente, zich tot mij gewend hebbende ten einde mijne toestemming tot het aangaan van een huwelijk te bekomen, zoo heb ik de eer UEA te verzoeken aan genoemden fuselier te willen bekend maken, dat uit hoofde van het overgroot aantal Miliciens welke zich reeds aan mij geadresseerd hebben en nog dagelijksch arresteeren om mijne toestemming tot het aangaan van een huwelijk te bekomen, het noodzakelijk is geworden, dat door mij aan zijn verzoek voor als nog geen gunstig gevolg gegeven worde.
De Luitenant Kolonel Kommandeerend
De 2e Afdeeling Infanterie
Handtekening
Valkenburg bij Leiden 19 September 1833
Wel Edel gestrenge Heer!
Bij deze neem ik de vrijheid UEdGestrenge met eenige regelen lastig te vallen, met vriendelijk verzoek mij zoo veel mogelijk eenige inlichting te willen doen toekomen, nopens het gebeurde met eene door mij bevragte Tjalk Scheepje met dakpannen bestemd naar Sas van Gend, tehuishorende in de gemeente van Katwijk nabij Leiden en waarvan de Schipper genaamd is Leendert Guit, hetwelk onder Uwe gemeente moet gezonken zijn en zoo al niet thans op de Scheepmakers werf, dan kort na deze ramp op de stelling te Armuijen zit om te repareren.
Gemeld scheepje was bevragt met 12000 dakpannen zoo rode als blaauwe soorten en moet volgens het zeggen der kaptein op den nacht van Woensdag den 4 op 5 Septemberm dus na de stormen van den 1e en 2e tusschen Armuijen en het Fort Rammekens ’s nachts door een lekkage gezonken zijn en zulks in het bijzijn van 7 andere scheepen daar voor anker liggende om het Vloed water wagtende. De Kaptein is op gisteren hier aangekomen, edoch zonder zijn schip en heeft mij een relaas medegedeeld van deze omstandigheid , daar veele duisterheden in zijn opgeslooten.
Dit deed mij besluiten om de vrijpostigheid te gebruiken UEdG als het Hoofd der gemeente, waaronder het voorgevallenen moet gebeurd zijn, over deze zaak te onderhouden, zullende UEG mij ten hoogsten verplichten eenige recherches daaromtrent te willen nemen en mij daarontrend het bij UEG ingekomene te willen mede deelen.
Onder meer andere vragen door mij aan de kaptein gedaan, heeft hij mij gezegd; in de verplichting te zijn geweest van de gantsche Lading van 12000 dakpannen over boord te moeten werpen ten einde zijn schip te behouden.
Hiermede zijn zeker 2 dagen mede gemoeid, daar ik de massa pannen aan mijne fabriek met 6 menschen in zijn schip heb laten zetten, van ’s morgens 8 uren tot ’s avonds 8 Uren, zoodat mijns bedunken hij wel in de gelegenheid zoude geweest zijn om eene ligter te kunnen bekomen of visschers vaartuigen van Armuijen, daar hij slechts een klein uur van Uwe plaats voor Anker lag.
De kaptein heeft mij gezegd, geen mensch te Armuijen verlangde om de pannen over te nemen en dus geen ligter konde bekomen; waarom dan naar Vlissingen gezonden om eene liter, daar hij eene boot aan het schip had ?
In dit alles is veel opgesloten en hij beroept zich slechts op het getuigenis van zijne 2 jongens, dewelke aan boord waren; zodat dit eene zeer moeijelijke zaak word, om de waarheid te vernemen.
Ofschoon de schipper volhoud alle de 12000 pannen over boord te hebben geworpen, zoo heb ik van meer dan één persoon vernomen dat het gerugt liep 2/3 van de lading behouden was gebleven en er naderhand toch een ligter aan boord zoude gekomen zijn, hoe dit zij, zeer moeijelijk is het voor mij dit te onderzoeken; welligt dat de bevelhebber van het fort Rammekens zulks in den morgen van den Donderdag den 5: dezer vernomen heeft.
Ook had de schipper mij gezegd dat de Eigenaar der Scheeps Timmerwerf te Armuijen geweigert had te timmeren dan tegen comptante betaling, en dat hij gezegd had geene gelden aan boord te hebben; doch andere gerugten lopen er dat het schip thans werkelijk op de werf te Armuijen zit, om te repareeren en onmiddellijk vlot was, toen de pannen over boord waren geworpen.
Aangenaam zal het mij zijn, indien UEG de moeite zoude willen laten doen, om eenige renseignementen in te winnen, ten einde de waarheid bevestigd word en mij dan zulks per missive wel te willen mede deelen waarmede UEG ten hoogsten zult verplichten, die de Eer heeft met alle hoogachting te zijn
UWEG onderd.Dienaar
Hm Macalester Loup
Pannen en tegel fabrikant
Te Valkenburg nabij Leiden
De Schipper heeft zich nog laten ontvallen, zijne eigene negotiewaren, zijnde eenige mandens met drooge Visch te hebben gesauveerd.
Gorinchem den 30 September 1833
Door de weduwe van Jacob Meulmeester van beroep vischleurster te Arnemuiden Provincie Zeeland is een adres aan den Heer Directeur Generaal van oorlog ingediend, om haren zoon Jacob Meulmeester dienende als fuselier bij mijn onderhebbend Bataillon uit den Dienst te ontslaan, voorgevend zij met haar Elf Jarige zoontje geen middelen van bestaan heeft, en noch door godshuis, noch Armekas ondersteund wordt.
Ik heb dus de Eer UEA ten vriendelijksten uit te nodigen, mij wel te willen doen inlichten, in hoeverre dit adres met de waarheid overeenkomt, en mij al dat geene te doen melden, hetgeen bij UEA dienaangaande zoude bekend gemaakt worden.
De Majoor kommanderende het
2e bataillon der 9e Afd: Infanterie
Handtekening
Vlissingen 30 September 1833
Onderwerp: overplaatsing van den
Matroos F. den Nooijer.
Op mijne deswege gedane voordragt heeft het departement van Marine gelieven te bepalen dat de vrijwillige matroos Francois den Nooijer welke bereids van Z.M. Schip de Zeeuw op het wachtschip Kenau Hasselaar, liggende in het Nieuwe diep was overgeplaatst van daar herwaarts ter mijner dispositie zal worden gezonden.
Hiervan UEA bij dezen kennisgevende zoo strekke deze tevens tot verdere informatie dat de gemelde matroos ingevolge UEA verzoek bij missive in dato 12 dezer bij deszelfs arrivement alhier in de extra rolle van het wachtschip Minerva geplaatst en onmiddellijk gedetacheerd zal worden op eene Kanonneerbooten liggende alhier of op de Schelde.
De Vice Adm: Directeur Komm: der Marine
Bij deszelfs afwezendheid
De Secretaris bij de Directie
Handtekening
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
‘s Gravenhage, den 10 October 1833
Ik heb de eer UEdA te doen toekomen 6 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken wel aan de belanghebbende, tot uwe gemeente behoorende, te willen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-generaal
Handtekening
Nummer 5386 K.L. Meulmeester f. 10—
392 K.M. de Nooijer f. 20—
1157 G. de Ridder f. 10—
58 G. de Ridder f. 10—
59 A. de Ridder f. 10—
61 C. Giffard f. 7—
Amsterdam den 13e October 1833
Namens de Commissie: TOT ERKENTENIS VOOR DE STRIJDERS OP DE CITADEL EN SCHELDE, neem ik de vrijheid UEd. Eenige nadere en juiste inlichtingen te verzoeken aangaande de persoon van Hendrik Buster
Die tot de verdediging heeft helpen bijdragen, bij die gelegenheid is gesneuveld, of aan zijne bekomene wonden is overleden en in uwe gemeente te huis behoort.
De opgave der naam en ouderdom zijner nagelatene betrekkingen, der Commissie onontbeerlijk zijnde; zoo verzoek ik UEA zoo spoedig mogelijk, deze ons te willen berigten, waarmed UEd: de Commissie zult verpligten
Namens de Commissie:
Van Erkentenis voor de Strijders op de Citadel, enz
Handtekening
Secretaris
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage,den 21 October 1833
Ter voldoening aan het verlangen vervat in den brief van den 17 dezer no117 heb ik de eer UEdelAchtb ter vervanging der daarbij uit hoofde van het overlijden van
Die vrouw aan mij teruggezonden soldijbrief ad f.20- - ten behoeve van de vrouw van den ZM Wachtschip Minerva dienenden vrijwilligen Matroos M. van Belsen, welke nu is ingetrokken, te doen toekomen een soldijbrief ten gelijke bedrage ten name van den zwager van dien schepeling B.Klaasse bij wien derzelfs kind is besteed en aan wien in het vervolg ingegevolge de begeerte van dien schepeling, de door hem maandelijke afgestane gelden zullen worden uitbetaald. – tevens bekomt UEA hiernevens een soldijbrief ad f.30—ten behoeve M. de Marrée, moeder van den thans op ZM fregat Euridice dienenden vrijwilliger F. de Nooijer welke uit hoofde der overplaatsingen van den schepeling niet vroeger is kunnen worden opgemaakt, verzoekende beide die stukken wel aan de respective belanghebbende te willen doen uitreiken.
De Directeur Generaal
Voor de Marine
Handtekening
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
‘sGravenhage, den 28 October 1833
Ik heb de eer UEd.A te doen toekomen 6 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkend ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunnen soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbenden, tot uwe gemeente behoorende, te willen doen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening
N.B. binnen weinige dagen zullennader worden gezonden de soldijbrieven voor de betrekkingen van schutters welke met ultimo dezer met een onbepaald verlof gaan, en wel voor het hun aankomende over de maanden September en October 1833
Nummer 1311 Naam: A. de Ridder bedrag f.10—
1312 G. de Ridder f. 5,--
1313 C. Giffard f. 14,--
1315 G. de Ridder f. 5,--
5992 K.L. Meulmeester f. 10—
5998 K.M. de Nooijer f. 10—
Gorinchem, den 30 October 1833
Door den persoon Robbert van Belsen, fuselier bij mijn onderhebbend Bataillon en van verlof te Arnemuiden achtergebleven, een ziek attest ingezonden zijnde: Zoo heb ik de Eer UEA uit te noodigen gezegde fuselier in het digst bijgelegen Militair hospitaal of ziekenzaal te doen opnemen, indien hij wegens ziekte niet in staat mogt zijn zijn korps te resoigneeren en mij hiervan wel te willen doen berigten
De Majoor kommanderende
Het 2e Bataillon der 9e Afd: Inf:
Handtekening
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage, den 8 November 1833
Ter verwisseling van den bijbrief van den 5.dezer no 118 teruggezonden soldijbrief ad f.10—uit de soldijen van den vrijwilligen matroos M. van Belzen ter name van diens overleden huisvrouw K.M. de Nooijer, heb ik de Eer UEA ten gelijken bedrage, ten name van den zwager van dien Schepeling, B. Klaasse te doen toekomen, met verzoek denzelve aan den belanghebbende te willen doen uitreiken
De Directeur-generaal
Voor de Marine
Handtekening
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
‘s Gravenhage, den 25 November 1833
Ik heb de eer UEd.A te doen toekomen 4 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbenden, tot uwe gemeente behoorende , te willen doen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening
Nummer 6676 Naam K.L. Meulmeester Bedrag: f. 10
6681 B. Klaasse f. 10
1696 G. de Ridder f. 5
1697 C. Giffard f. 7
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage, den 28 November 1833
Ik heb de eer gehad te ontvangen de Missive van UEd A van den 19 Maart l.l. houdende mededeeling der door mij gevraagd informatiën betrekkelijk Adriana Dingemans weduwe van den Vrijwillige Matroos H. Buster.
Zijne Majesteit thans een besluit genomen hebbende, aangaande het toekennen van pensioenen aan weduwen van Onderofficieren en Matrozen, welke in ’s Rijks Zeedienst sneuvelen, of aan de gevolgen van in den strijd bekomene wonden overlijden, ben ik voornemens dit besluit ook toepasselijk te maken, op de hier bovenvermelde weduwe, indien namelijk hier tegen geene bedenkingen bestaan.
Ik verzoek UEdA mij we te willen inlichten of deze weduwe zich al nog in leven, en in een ongetrouwden staat bevindt, als mede in welke omstandigheden zij tegenwoordig is verkeerende – gelijk ook of het gedrag dezer weduwe, haar tot het toekennen van pensioen van ’s Rijks wege, mede in aanmerking zoude kunnen doen komen.
De Directeur generaal
Voor de marine
Handtekening
Middelburg den 9 december 1833
Uit de bij deze commissie van tijd tot tijd van dhr Opdorp ontvangene rapporten nopens de kinderziekte in UEA gemeente, schijnt het dat dezelve al meer en meer blijkt voort te gaan, en zich uitstrekt tot die personen welke, ofschoon niet tot de gealimenteerde behoorende, nogtans in diepe armoede verkeeren, terwijl de Commissie is kenbaar geworden dat aan die ziekte eene vrouw moet zijn overleden voor welke vermits bestaande oude schuld bij den geneeskundige, men verpligt was dadelijk de geneesmiddelen te betalen, waarom de zelve dan ook zeer spaarzaam werden toegediend.
Daar nu zoodanige behoeftige ingezetenen op onderstand aanspraak hebben, en ter voorkoming dat daardoor geenzints de ziekte meer en meer worden bevorderd, maar dezelve integendeel zooveel doenlijk gestuit, heeft de Commissie vermeent zich deswegens aan HEGA: de Heeren GS dezer provincie te moeten wenden, ten einde het bestuur van UEA Gemeente behoorlijk door dezelve worde in staat gesteld om in de behoefte van die persoonen welke geene alimentatie genieten en echter ondersteuning benoodigd hebben te kunnen voorzien.
De Commissie vertrouwt onder kennisgeving daarvan aan UEA dat dezelve in afwachting van het het besluit van HEGA wel zult gelieven te zorgen dat de hierboven gemelde behoeftige zulks benoodigd hebbende behoorlijk Geneeskundige hulp verkrijge ,waarom dan ook dhr van Opdorp is aangeschreven om zoodanige behoeftigen en door hem behandeld wordende Patiënten naar UEA te verwijzen.
De Provinciale Geneeskundige
Commissie in Zeeland
M: de Vally Praeses?/president?
Ter ordonnantie derzelve
Js de Man Jz, secretaris
BEWARING
Van het
KADASTER
PROVINCIE
Zeeland
Eerste
Arrondissement
Kantoor
MIDDELBURG
Middelburg den 12 December 1833
Onderwerp: Verklaringen van Eigendoms-overgangen
Ofschoon volgesn UEA missive van den 9e dezer maand het overlijden van Adriaan Siereveld en Francina Haaij geen eigendoms verandering ten gevolge heeft, brengt dat overlijden evenwel eene vermelding in de kadastrale stukken mede en ik vinde mij derhalven verpligt UEA te verzoeken mij voor hunne erfgenamen eene soortgelijke opgave als de bij derzelver missive gezondene alsnog zoo spoedig mogelijk te doen geworden, ten einde daarvan het noodige gebruik te kunnen maken.
Ik bedien mij overigens van deze gelegenheid om UEA te doen opmerken dat volgens de nieuwe regterlijke indeeling uwe stad tot het 1e Kanton van het 1e Arrondissement dezer provincie behoort.
De Controleur Bewaarder
Van het kadaster
Handtekening
BEWARING
Van het
KADASTER
Provincie
ZEELAND
Eerste
ARRONDISSEMENT
Kantoor
MIDDELBURG
Middelburg den 12.December 1833
In antwoord op derzelver missive van 4e dezer heb ik de Eer UEdA te kennen te geven:
Dat het door mij opgegeven maximum der kosten voor de bijwerking der kadastrale schrifturen is bepaald in verhouding tot andere gemeenten, en dat vermits de mutatiën van twee jaren in onderscheidene sedert de eerste opmaking ontdekte erreuren in de stukken zullen moeten worden overgeboekt en verbeterd, die kosten voor dit jaar hooger zullen zijn dan wel in volgende jaren; dat overigens in dezen eene perceelsgewijze berekening niet wel mogelijk is, doch dat ik UEA de verzekering geef dat dezelve naar billijkheid zullen worden berekend en in geen geval de opgegeven som zullen te boven gaan.
De Controleur Bewaarder
Van het kadaster
Handtekening
Middelburg den 16 December 1833
Onderwerp: Wagendiensten bij
De Stormschaden
Van 1 September
En volgende dagen
Volgens de bij Walcheren gehouden aanteekeningen zijn de in nevensgaande Lijst vermelde wagendiensten door Arnemuiden op den dijk te Westkapelle gepresteerd
Intusschen zijn te min geleverd
Op den 14 October jl 1 wagen
15 “ 1 wagen
16 “ 1 wagen
18 “ 1 wagen
4 wagens
En te veel op den 17e October 1 wagen
Waaruit blijkt dat alzoo te weinig zijn geleverd 3 wagens
De Heer burgemeester gelieve ten einde de betaling verder te kunnen bevorderen, onder retour van dit stuk aan het adres van den President ter Griffie van Walcheren, zoo spoedig mogelijk op te geven
1e De namen en voornamen van de bovenomschrevene nalatig geblevene
2e de bij zijn Ed voor deze nalatigheid bekende redenen en
3e in hoeverre er, en zoo ja, welke bedenkingen, er bij ZijnEd op deze Staat bestaan.
Namens de President der Centrale Directie van Walcheren
De Griffier
J.H. Schorer
Vlissingen 19.December 1833
Confidentieel
Over het al of niet goed branden en onderhouden der aanbesteede kustvuuren op West Schouwen zonder geloofwaardige berigten niet kunnende oordeelen, verzoeke UEA de goedheijd te hebben de Vissers uwer stad te laaten vraagen of zij, in zee geweest zijnde, zeedert primo Julij deezes jaars deezer Vuuren op de gewoone wijze als op die hoogte waaren dat dezelve konde zien, bij genoegzaam helder weer, hebben zien branden.
En in’t algemeen of zij ook kunnen bespeuren dat die Vuuren, minder goed onderhouden worden als bevorens.
Het is voor hun zoowel als de groote Zeevaart van belang deze Vuuren behoorlijk branden en vertrouwen dus dezelve naar waarheijd en opregt zullen antwoorden & UEA mij zal vermelden
Met Hoogachting heb ik d ‘Eer mij te noemen
De Onder Inspecteur over het
Lootsweezen enz
Westerholt
DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage, den 26 December 1833
Ik heb de eer UEd.A te doen toekomen 6 soldijbrieven , strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bijde Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbenden tot uwe gemeente behoorende , te willen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Handtekening
Nummer 7186 Naam K.L. Meulmeester f.10-
7192 B. Klaasse f. 10—
1806 G. Giffard f. 7-
1808 G. de Ridder f. 10—
1809 M. de Marée f. 20—
1810 G. de Ridder f. 5,--
Wissenkerke den 28 December 1833
Onderwerp: Aanvrage Geboorteextract
Ik neem de vrijheid UEd A bij deze te verzoeken, mij zoodra mogelijk toe te zenden een geboorte-extract van Johannes Francies van Herfst, zoon van Maria Theresia Maas, volgens opgave geboren te Arnemuiden, den 15 Januarij 1815; hetwelk dienen moet ter inschrijving voor de Nationale Militie.
De Burgemeester der Gemeente
Wissenkerke en Geersdijk c.a
P: Tazelaar
Middelburg den 28 December 1833
Ik heb de eer UEA hiernevens toe te zenden tot informatie het berigt van overlijden van Klaas Jacobs geboren in uwe stad welke persoon onlangs in de provincie Noord Brabant is overleden.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Besluit van den Heere Gouverneur
Der Provincie Noord-Braband, van
Den 19 Januarij 1815
Gemeente
Etten en Leur
Burgerlijke Stand fol 187 no 68
EXTRACT, uit het Register der Overledenen
In de gemeente Etten en Leur over den Jare 1833
Op den negenden Julij een duizend acht honderd drie en dertig, des avonds om tien ure, in het huis staande op de Leur alhier, wijk B, nummer 50, is overleden Klaas Jacobs, oud twintig jaren, schippersknecht, geboren te Arnemuiden, provincie Zeeland en wonende in deze gemeente, ongehuwd; zijnde de namen, beroep en woonplaats der ouders en of dezelven al dan niet overleden zijn, aan de Comparanten onbekend.
Het bovenstaande uittreksel verklaar ik ondergeteekende Burgemeester beambte van den Burgerlijken Stand der gemeente Etten en Leur, overeenkomstig, aan het voormelde register te zijn
Etten, den 11e Julij 1833
Handtekening
Ontvangen de som van f.10.51
Zijnde het bedrag der gedane Collecte in
De gemeente Arnemuiden voor het fonds
Tot aanmoedigen der gewapenden Dienst over 1833
P.Holscher