Zeeuws Archief Inventaris van de Archieven van de Gemeente Arnemuiden
Toegangsnummer: 1200 / Inventarisnummer: 108

Ingekomen Stukken 1834

Extract uit het Verbaal van Heeren GS
Vrijdag den 3e Januarij 1834

Rapport gedaan zijnde op de begrootingen voor 1834 van de Gemeente ten Platten Lande Arnemuiden
Is goedgevonden
1e Dezelve bij het gewoon op de Begrootingen te stellen besluit te arresteren.
2e Burgemeesters en Wethouders van Arnemuiden te kennen te geven dat, aangezien bij de begrooting hunner Gemeenten geene specifieke opgave der zegelkosten was gevoegd: zoo als zulks bij paragraaf b. van art: 1 der resolutie dezer Vergadering in dato 8 Maart ( P..B. no 34) is voorgeschreven, daarvoor op die begrooting geen allocatie is toegestaan,wordende zijl. Uitgenoodigd om, zoo noodig de bedoelde specifieke opgave aan de vergadering bij eene gewone aanvrage,om voor het montant daarvan op het fonds voor onvoorziene uitgaven op de begrooting van 1834 toegestaan, te mogen beschikken, in te zenden
Etc
De griffier der Staten
Van der Heim

Middelburg den 23 Januarij 1834
Ik heb de eer UED aan den voet dezes eene opgave tot inschrijving voor de Ligting van 1834 van de in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid in de Provincie Drenthe uitbesteede weezen welke in het jaar 1825 zijn geboren.
Ik verzoek UEd in gevolge mijn circulaire van den 2e November 1826 A no 11503 N 10 1 afd ( zie : Circ no 219) deze inschrijving als nog te bewerkstelligen ; terwijl UED mij voorts den ontvangst dezer gelieve te berigten.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 24 Januarij 1834
Ik heb de eer UEd: hiernevens toe te zenden een Extract uit mijne dispositie van heden ten fine als daarbij vermeld; benevens Extracten uit opgem: dispositie op de requesten van J.Buijs en J.van der Weele met verzoek om laatstgem: stukken na daarvan inzage te hebben genomen aan de belanghebbenden te doen toekomen.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch


De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Onderwerp: Schutterij
Disponerende op de requesten van 1a Jan Buijs behoorende tot de Gemeente Arnemuiden alsmede tot de Plaatselijke Schutterij aldaar; verzoekende ontslag ter zake van volbragte tienjarige dienst bij de Schutterij
Heeft Goedgevonden
1e te kennen te geven aan de personen
Sub no 1a vermeld dat zij tot hun ontslag geregtigd zijn erkend en order is gegeven om hun uit de dienst der Schutterij te ontslaan
2e Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden te verzoeken den bevelhebber der Schutterij waaronder hunne stad behoort te magtigen om aan den schutter Jan Buijs welke daarop geregtigd is, zijn finaal uit de schutterlijken dienst te verleenen, en hun daartoe van een behoorlijk bewijs van ontslag of paspoort te voorzien, en voorts te zorgen dat door zijn ontslag opengevallen plaats bij de Schutterij voor zoveel dit mogt worden vereischt; op den voet van het bepaalde bij art:25 der wet van den 11 April 1827 worde aangevuld
Etc.
Voor Extract conform
De Griffier der Staten
Van der Heim

Inventaris van alle Boeken Documenten, Stukken en gelden behoorende tot den plaatselijken Ontvang van Arnemuiden, welke in berusting en onder administratie zijn geweest van Cornelis Daniel Baars geweest zijnde plaatselijken Ontvanger en die door hem in het bijzijn van Heeren Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden aan Cornelis Jacobus Baars bij besluit van Heeren GS dezer Provincie in dato 8 Junij 1832 benoemd in plaats van deszelfs vader en als zodanig in den Raad van den 23 dezer Maand beEedigd en geïnstalleerd, zijn overgedragen en ter hand gesteld bestaande dezelve in de navolgende
1e Een Grootboek van Ontvang & uitgaaf begonnen Januarij 1832 en tot heden voortduurt waarin alle Ontvangsten en Uitgaven uit de begrooting zijn overgenomen en genoteerd.
2e Een journaal van de Ontvang en Uitgaaf zoo als die dagelijks heeft plaats gehad en van 1 Januarij dezes jaars tot heden bijgehouden.
3e Een staat van begrooting in ontvang & uitgaaf gelijk die voor deze gemeente bij Heeren GS der Provincie den 3 Januarij 1834 is gearresteerd.
4e Alle ordinantiën van betaling op het journaal en grootboek vermeld welke sedert 1 Januarij 1834 door Heeren Burgemeester & Wethouders zijn afgegeven en welke alle behoorlijk voor voldaan zijn geteekend met zodanige nota’ als daar bij behooren en zijn gevoegd zoo mede de Instructie van den Ontvanger in dato 21 Junij 1827
5e Eindelijk de contante gelden bestaande in:
1e het batig slot der Stadsrekening over 1833 door Heeren GS den 25 Julij 1834
Ter somma van gearresteerd F. 728,52
2e de ontvangen gelden van allerlei aard zedert
1 Januarij 1834 l.l. volgens het journaal
Heden opgesloten de somma van f.1071, 70 ½
f.1799, 70 ½
waarvan word afgetrokken de gedane uitgaven
zedert gemelde tijdstip volgens genoemd Journaal en
de daarbij hier bovengemelde overgelegde
ordonnantiën van betaling & quitantiën ter somma
van f. 1136,65
f. 663,05 ½

Alzoo aan contanten eene Somma van zes honderd drie & zestig Guldens vijf & een halve cents.

Alle welke genoemde boeken documenten en gelden den nieuw benoemden en geïnstalleerden Ontvanger Cornelis Jacobus Baars bekend op heden aan den afgetreden Ontvanger Cornelis Daniël Baars te hebben overgenomen en zich daarvoor verantwoordelijk te stellen,ten bewijze waarvan dezen Inventaris is opgemaakt en geteekend zoo door den aftredende als nieuwe Ontvanger in het bijzijn van ons Burgemeester & Wethouders van en te Arnemuiden den 30 September 1834.
Handtekeningen
Van aftredende Ontvanger
De ontvanger
Burgemeester en Wethouders
C:D:Baars
J: de Marée
Abr: van Eenennaam

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 17 Januarij 1834
Rapport gedaan zijnde op de Begrootingen der navolgende gesubsidieerde Armbesturen over 1834
Is goedgevonden
1e Dezelve Begrootingen behoudens de in margine gestelde aanmerkingen en in sommige derzelve gebragte wijzigingen goed te keuren en twee exemplaren derzelve aan de betrokkene Plaatselijke besturen toe te zenden, met uitnoodiging om toe te zien dat de Armbesturen zich stiptelijk na derzelve gedragen en de daarbij toegestane uitgaven niet dan om zeer bijzondere redenen en alleen na bekomen autorisatie overschrijden, als zullende naar aanleiding van art: 14-17 het besluit van den 8 Maart 1827 no 22 (P.B.no40) geene excedenten van uitgaaf op eenige posten der Begrootingen in de rekeningen der Armbesturen worden geadmitteerd of nog te doene uitgaven in dezelve worden geleden , indien daarvoor de redenen in art:16 van gemeld Besluit
Etc.
De Griffier der Staten
van der Heim

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 24e Januarij 1834

Overgelegd zijnde
1e De ingekomene Staten als mede de aanvragen van sommige besturen om te worden gemagtigd tot het beschikken over de fondsen welke bij derzelver Begrootingen voor onvoorziene Uitgaven zijn toegestaan met eenen daaruit opgemaakten Staat
Is goedgevonden
1e De voorz:Staten te arresteren en van de daarbij genomene beschikkingen de geconcerneerde besturen voor zooveel ieder aangaat kennis te doen dragen
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim

Middelburg den 20 Februarij 1834
Onderwerp: Afgifte contingent ligting 1834
De opkomst over de eerste afgifte van het kontingent der Provincie voor de Ligting van het loopende jaar door mij op Zaterdag den 1e Maart aanstaande des voormiddags ten negen op de Koopmansbeurs te Middelburg bepaald zijnde , ontvangen Uw Ed: hiernevens de orders van vertrek voor de genen,welke in deze afgifte behooren te worden begrepen , voor zoo ver zij niet verlangt hebben voor de dienst eenen plaatsvervanger te stellen.
Ik verzoek UWED: deze orders ten spoedigsten aan de belanghebbenden te doen uitreiken en deze manschappen op de gewone wijze in tijds te doen verzamelen, overbrengen en begeleiden in voege dat dezelve aan mij op voorz: dag en uur kunnen worden aangeboden , met overlegging van den Staat Model lett: DD in triplo en het extract etc.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 27 Februarij 1834
Onderwerp: Telegraph: bediening
Ten gevolge mijner bemoeijingen bij het Departement voor de Marine heb ik de eer in antwoord op eene missive van den 31 Januarij j.l. te kennen te geven dat UEd: ter vergoeding van de door den Telegraaph aan de Kerk uwer Stad toegebragte Schade ad f. 39,17 ten laste van gedacht departement kunnen opmaken en door mijn tusschenkomst aan het zelve inzenden eene declaratie in duplo waarvan een op zegel gestaafd door de door den belanghebbenden voor voldaan geteekend en door het Kerkbestuur bekrachtigd mede op zegel geschreven memorie of rekening van kosten tot herstel der bedoelde schaden gemaakt.
Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 21e Februarij 1834
Over de Staten van Begrooting voor de Rustende Schutterij voor 1834
Is goedgevonden
De voorscheve Begrootingen met wijzigingen goed te keuren
1 Kompagnie 1e District
In ontvang en uitgaaf respectivelijk op f. 236,00
De aandeelen der toelagen uit de Plaatselijke kassen m.b.t. de voorschreve Begrootingen in verhouding tot de bevolking der Steden en Gemeenten te regelen als volgt:
1 Kompagnie 1e District
Voor de Gemeente Arnemuiden op f. 22, 38.
Advies:te voldoen uit de onvoorziene uitgaven
Extracten etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Middelburg den 24 Maart 1834
Onderwerp: Vergoeding Schade.
De declaratie tot vergoeding der door de Telegraphische bewerking aan de Kerk uwer stad toegebragte schade,welke uwe missive van den 17 dezer no 42 vergezelde is slechts in enkele expeditie opgemaakt, terwijl bij mijne missive van den 28 der vorige maand no 2376 dezelve in duplo was gevraagd.
Ook heb ik daarbij verlangd dat de declaratie door UEd zou worden opgemaakt hetgeen almede geen plaats heeft gehad.
Ik heb mitsdien de eer UEd: ter vervanging van het bijgaande stuk eene nadere declaratie ten uwen name gesteld & in duplo opgemaakt nader aan mij in te zenden.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 21 Maart 1834
Rapport gedaan zijnde op de Res: dezer Vergadering van den 7e Maart l.l. no 3 in derzelver handen gestelde stukken en opgaven ten aanzien van Weezen en Verlatene kinderen welke in 1833 door de onderscheidene Armbesturen zijn verpleegd ; en door HEGA overgelegd zijnde eenen daaruit geformeerden staat der kinderen welke in de termen vallen om achtervolgens ZM Besluit van den 17 Aug: 1827 no 125 te worden opgezonden:
Is goedgevonden
1e zich met de daarbij gedane voorstellen te vereenigen denzelven Staat mitsdien te arresteeren en de Besturen van de daarbij vermelde steden en Gemeenten door toezending van een Extract uit den zelven met de uit hunnen stad of Gemeente op te zendene kinderen bekend te maken, met informatie dat het tijdstip wanneer de opzending zal moeten plaats hebben, nader aan dezelve door den Staatsraad Gouverneur worden medegedeeld..
Aan de Besturen der steden Arnemuiden etc te kennen te geven dat de door dezelve opgegevene kinderen voor zoo ver dezelve niet in den bovengem: staat zijn vermeld en aan dezelve als ter opzending bestemd zijn opgegeven, niet zullen behooren te worden opgezonden, uit hoofde de opzending bevonden is geen voordeel voor de betrokkene Armadministrateur te zullen opleveren,of omdat dezelve op grond der door de Besturen opgegevene bijzondere omstandigheden waarin die kinderen verkeeren geoordeeld zijn in de termen van art:2 van ZM Besluit van den 17 Aug: no 125 te verkeeren
Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Middelburg den 3 April 1834
Onderwerp; Beweiding der Wegen.

De tijd naderende, waarop, evenals in vorige jaren,de permissiën tot het beweiden der Wegen in dit Eiland zullen worden afgegeven, hebben wij, evenals ten verledenen jare , gemeend met de personele omstandigheden der individuën , aan welke dezelve tot hiertoe zijn uitgereikt, bekend te moeten blijven, ten einde bij voortduring met grond te kunnen oordeelen aan wien permissiën zouden kunnen worden uitgereikt
Hierbij gaat eenen nominativen Staat met verzoek te willen invullen voor die personen welke wenschen voor het aanstaande zomersaisoen weder verleend te zien.
Het zoude aangenaam zijn zoo mogelijk vóór of op den 17.April aanstaande deze te mogen ontvangen; zijnde het ons voornemen om op den 28 daaraan volgende des morgens ten 11 uren aan het locaal onzer Directie in de Abdij alhier, te vaceren tot afgifte van de noodige –permissiebiljetten en Kappers.
De Centrale Directie van Walcheren
Hurgronje
Ter ordonnantie van dezelve
J.H. Schorer

Extract uit het verbaal van Heeren GS
Vrijdag den 21Maart 1834.
Den Herijk over het jaar 1834 van de Ned. Maten en gewigten in het 1e District provisioneel en tot nadere bekendmaking uitgesteld.
De Griffier der Staten ,
C. Vis, L.G.

Middelburg den 29 April 1834,
Hierbij 16 stuks Patent-zegels voor het Dienstjaar 1834 ter uitreiking aan de patentgeregtigden uit te reiken, na voldoening daarvan.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Extract uit het verbaal van Heeren GS
Vrijdag den 9 Mei 1834.
De aanvragen tot het beschikken over de fondsen welke bij derzelver Begrootingen voor onvoorziene uitgaven zijn toegestaan te arresteren en daarvan aan de besturen kennis te geven.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Middelburg den 24 Mei 1834,
Onderwerp: Opheffing klagte van Visschers
Uitwerpen van modder specie
De Centrale Directie van Walcheren met de bij UEd: missive van den 3 dezer no 63 medegedeelde klagte van eenige Visschers Uwer stad over het uitwerpen der Modderspecie van het havenkanaal van Middelburg door mij bekend gemaakt zijnde heeft mij dientengevolge bij derzelver missive van den 15 Mei l.l no 36 te kennen gegeven dat men reeds vroeger de plaats alwaar de gem: specie werd geloost, ook om andere daarbij UEd: missive opgegevene redenen min verkieslijk, had bevonden , en dat daarom het stedelijk Bestuur van Middelburg den aannemer der uitdieping had verzocht om de modderspecie in het vervolg niet meer op de hiervoren bedoelde plaats; maar buiten de hoofdstroom tegen den Walcherschen wal tusschen de 500 en 100 Ellen afstands van den Zuiderbont ? / bout ? te doen werpen waaraan dan ook van dien tijd af door den Gen: aannemer is voldaan en in het bezwaar der Arnemuidsche Visschers alzoo voorzien geworden.
Ik heb de eer UEd: in antwoord op derzelve vorengem: missive wel het voorz: rapport der centrale Directie van Walcheren bekend te maken; vertrouwende dat de klagte uwer visschers thans zal zijn opgeheven en als vervallen kan worden beschouwd.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland.
Van Vredenburch

Middelburg den 29 Mei 1834
De Districts Commissie tot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden te middelburg, heeft de Eer UEA te doen toekomen drie exemplaren van het verhandelde in de Algemeene Vergadering van het Hoofdbestuur en de afgevaardigden te Amsterdam op den 31Julij 1833 ; dezelve Commissie te informeren UEA tevens dat de jaarlijksche collecte te Middelburg zal plaats hebben op Dingsdag de 17e Junij aanstaande en verzoekt UEd A dat dezelve ook in de loop dier maand binnen uwe gemeente geschiede en de gecollecteerde gelden met eenen gecertificeerden staat voor den 1e Julij aanstaande worden bezorgd ten kantore van den Heer Makelaar Snijder, medelid dezer Commissie en wonende op de Rouaansche Kaai binnen deze stad.
De Commissie voornoemd,
P. de Stoppelaar
Z. Snijder
Lid & secr:

Ontvangen van het Stedelijk Bestuur van Arnemuiden de som van negen gulden, een en zeventig en een halve Cents voor het bedrag der gedane Kollecte ten behoeve van het Fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden op 17 dezer
Middelburg 23 Junij 1834
Lid der Commissie.

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Samenvatting:
Ten behoeve van de Havenwerken der Stad Middelburg
Zullen moeten worden opgebracht de navolgende opcenten op de Directe belastingen;
1e Op de grondlasten:
a. 20 Opcenten op &c,
b. 17 Opcenten op het Ongebouwde voor de gemeenten van het Eiland Walcheren en het buiten territoir der steden Vlissingen en Vere
c. 5 opcenten op het ongebouwde voor de gemeente Nieuwland
2. Op het Personeel:
10 Opcenten voor &c
1 Opcent voor de Gemeenten ten platten Lande in Walcheren, en Nieuw-En St.Joosland
3. Op het Patentregt:
17 Opcenten voor &c.
3 Opcenten voor de Gemeenten ten platten Lande in Walcheren en Nieuw-En St. Joosland
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim

Middelburg den 12 Junij 1834
Onderwerp: Overlijden Milicien
Ik heb de eer UwEd:A kennis te geven dat uit de sterkte der 9e afdeeling Infanterie is gebragt Jan Vinke behoorende tot uwe stad ligting 1826, welke op den 20 Maart l.l. te Nieuw en St.Joosland is overleden.
Ik verzoek UEA hiervan aanteekening te doen op de Alphabetische lijst van voorz: ligting en het Register van Ingelijfden model Litt: GG uwer stad.
De Staatraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid
A.C. van Citters
Lid der Gedep.Staten

Middelburg 19 Junij 1834
Te vergeefsch alle middelen beproefd hebbende om bijgaande waarschuwingen aan derzelver adres kosteloos te doen geworden ,daar dezelve door de ondergeschikte bedienden uwer gemeente telkens worden geweigerd terwijl nogtans zoowel het belang van ’s Rijks Schatkist als dat van de daarbij betrokkene ingezetenen van Arnemuiden vordert dat de waarschuwingen welke ik verpligt ben in te zenden geregeld aan de partijen toekomen, neem ik de vrijheid dezelve aan UwEd: te doen geworden, met vriendelijk verzoek de noodige maatregelen tot derzelver uitreiking te willen nemen en mij voor het vervolg de weg te willen aanwijzen langs welke dit bezwaar kan worden opeheven.
De Ontvanger der Registratie
Macaré

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 13 Junij 1834
Kennisgeving: over het 1e kwartaal dezes jaars voor de Provinciale Belasting en Opcenten t.b.v. de steden Hulst en Axel en van de Gemeenten ten platten Lande in deze Provincie is ontvangen door Zijne Excellentie den Minister van Finantiën krachtens ZM Besluit van den 31 Mei ,is beschikbaar gesteld f.12.016,27 ter repartitie o.a ook voor Arnemuiden
De Griffier der Staten
Van der Heim

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 20e Junij
Den Herijk over het jaar 1834 van de Ned.Maten en gewigten :aangevangen met den 1e Julij a.s. en gesloten op den 15e September.
Deze verrigting geschiedt voor rekening van de Weduwe J.P.Bourjé, en daartoe mitsgaders tot den ijk, zoo lang in de vacature van een Arrondissements-IJker niet zal zijn voorzien, te kwalificeren den Heer W. de Kruijff Stads Architect te Vlissingen
Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Middelburg den 11den Julij 1834
Ik heb de eer UEd kennis te geven dat te rekenen van den 14e dezer,gedurende eenige dagen van des morgen acht tot des namiddags drie uren, een begin zal worden gemaakt, met het vuren uit het Kanon aan de Zeezijde der vesting Vlissingen, op een aldaar in het water geplaatste (Schiet) Schijf ; met verzoek om hiervan het publiek kennis te geven, ten einde hetzelve zich voor ongelukken kunnen hoeden
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Wat de Herijking over 1834 betreft:
Is goedgevonden
Dat den Herijk in het 1e District dezer Provincie
Te Arnemuiden ook voor Kleverskerke en Nieuwland van gelding is.
Etc.
De Griffier der Staten
Van Visvliet

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 25 Julij 1834
Wat betreft de rekeningen van de gemeenten ten Platten Lande in casu quo Arnemuiden
Is goedgevonden
Dezelve bij het gewoon op de rekeningen te stellen besluit te arresteren
Etc.
Accordeert met voorz: Verbaal
Van der Heim

Middelburg den 6e Augustus 1834
Onderwerp: Praktische Artillerie Exercitiën
Ik heb de eer UEd kennis te geven, dat, te rekenen van Dingsdag den 5den dezer, aan de Vijgeter voorbij het Fort de Nolle, een begin zal worden gemaakt, met het werpen uit de aldaar in Batterij staande Mortieren en Houwitsers; met verzoek om hiervan aan de Ingezetenen uwer Gemeente kennis te geven, ten einde dezelve zich voor ongelukken kunnen hoeden.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid,
Sprenger
Lid der GS

Middelburg den 7 Augustus 1834
Onderwerp: Verschuldigde kosten aan de
Maatschappij van Weldadigheid.
Ik heb de eer aan UEA hiernevens te doen toekomen eene Extract uit de rekeningen der verschuldigde verplegingskosten van Weezen en bedelaars over 1833 welke ten laste van uwe Stad in de Gestichten der Maatschappij van Weldadigheid zijn verpleegd;zullende voor het bedrag der in de 9e kolom van die rekening vermelde som welke door UEd: bij voorschot meer is betaald dan verschuldigd was, de vereischte ordonnantiën van betaling tot restitutie worden opgemaakt en eerlang aan UEd: worden toegezonden.
Indien bij UEd: op de voorn: rekening eenige bedenkingen mogten voorkomen, verzoek ik UEd: mij die uiterlijk binnen acht dagen na heden te willen opgeven, terwijl ik na dien tijd geene opgave deswegens van UEd: ontvangen hebbende, het daarvoor zal houden dat er geene bedenkingen op de rekening van UEd: bestaan
De Staatraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid
Sprenger
Lid der GS.

Weezen
Nummer Stamboek Namen Aankomst Mutatiën Verblijfsdagen som
1911 Beeckman Marinus 27101828 : 365 f.25
1913 irk id 365 f. 25
935 Caljouw Casper 23081829 365 f. 45
550 Tange Arij 19111832 des.11021833 42 f.2,88
740 Tange Isaac id 365 f. 25
Gestorte sommen f.142,88; te veel betaald f.20 ------------- f. 122,88

Aanmerkingen: blijft na aftrek van het nog verschuldigde voor de bedelaars : f.19,95

Bedelaars

768 Huiszoon Jannetje 0504 1830 364 f.25
638 Bros Jacob Pagter 23 6 1832 overl:22 Maart ’33 81 f.5.55
Gestorte som: f.30,50
Nog verschuldigd: f.00,05; het tekort is uit het te veel betaalde voor de weezen gevonden.

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 8 Augustus 1834
Op grond van de aanvragen van de steden om te worden gemagtigd tot het beschikken over de fondsen welke bij derzelver Begrootingen voor onvoorziene uitgaven zijn toegestaan ,met eene daaruit opgemaakten staat
Is goedgevonden
De voorschr: Staten te arresteren en daarvan aan de besturen kennis te geven.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Extract uit het Verbaal van Heeren GS
Met betrekking tot het 2e kwartaal van dit jaar voor de Prov.Belasting en Opcenten t.b.v. de steden Hulst,Axel en de gemeenten ten platten Lande is ontvangen door de Minister van Financiën f.14,940, 40 ter repartitie van de diverse Gemeenten
Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim

De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Onderwerp: Ontslag Veldwachter
Disponerende op het request van Klaas Flink veldwachter der Gemeente Arnemuiden en Kleverskerke ten einde uit die betrekking te mogen worden ontslagen
Besluit
1e Klaas Flink veldwachter der genoemde gemeenten uit die betrekking met den 1 September aanstaande op zijn verzoek word ontslagen
2e B en W van Arnemuiden en B en A van Kleverskerke zullen onder onze nader goedkeuring voor de tijdelijke waarneming der Veldwachtersbediening zorg dragen tevens aan ons voor de definitieve vervulling derzelve gemeenschappelijk eenige geschikte personen opgeven volgens het model vastgesteld bij het P.B. no 5 daarbij lettende op het bepaalde bij art. 4,5 en 6 van het reglement van den 26 Junij no 35
3e De burgemeester van Arnemuiden zal toezien dat door den aftredendenVeldwachter het bepaalde bij art 17 van het Reglement worde opgevolgd en dat gevolgelijk door hem worde overgebragt tot nadere beschikking worde bewaard al deszelfs kleeding equipementen wapeningstukken, benevens zijn zakboekje en het in der tijd verstrekte exemplaar van het reglement van den 26 Junij 1829.etc
Middelburg den 29 Aug: 1834
De Staatsraad Gouverneur voorn:
Bij deszelfs afwezigheid
Sprenger
De Griffier der Staten
Van der Heim

Kandidaten:
Jan Bil, oud 32 jaren, voor Arnemuiden opgegaan ?; thans sergeant bij 1 K 2 B Mob: schutterij; ongehuwd
Geboren te ZZee
Jan de Hamer 31 jaar Landmansknecht te Cleverskerke
Pieter Barto , Schutter in de 1 Komp. 2Batt afd: Zeeuwsche Mobiele Schutterij thans met onbepaald verlof te Middelburg in 1830 ingetrokken.
Pieter Jacobus Meller ? oud 26 jaren bij de militie 2 jaren gestaan en bij de Schutterij 1 Batt 2 Komp als Corporaal en nu met onbepaald verlof aan de langeville brug
De Molenberg Wijk A no 82
Gepasporteerd den 20 maar 1829
Te ’s Bosch van de Kolonel Guichent
Johannes Nederhand
7 m: zaagmolen
2e afd: Inf: van 1827 gediend in Middelburg
Klaas de Gruiter Loot: ? no 35

Hendrik van Loekem geboren te Utrecht
25 Jan 18011 laatstgenoemd te Boscappelle
Voormaals gediend bij stlands amt ?
Nu als schutter bij de 1 afd 3Batt 1 Komp op de Bree ?

Middelburg den 8 September 1834
Onderwerp: Transport Buskruid
Ik heb de eer UEd: kennis te geven dat in den loop dezer week bij daartoe geschikt weder van den buskruidmolen no 9 “de Gouden draak “door middel van transport te water naar Veere zal worden gezonden eene aldaar gereed liggende hoeveelheid proefhoudend Infanterie Buskruid met verzoek om te zorgen dat bij de inlading aankomst doortogt en lossing van gemeld Buskruid van Uwe Zijde de maatregelen van veiligheid worde genomen voorgeschreven bij artikel 58 der Wet van den 26 Januarij 1815 (st.bl. ) no 9
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid
Sprenger
Lid der GS

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 29 Augustus 1834
Samenvatting:
Is goedgevonden de Rekening van de gesubsidieerde Kerkelijk hervormde of diaconie Armbestuur te Arnemuiden
Goed te keuren behoudens de sommige gebragte wijzigingen en aanmerkingen
Etc.
De Griffier der Staten
van der Heim

Middelburg den 22 September 1834.
Bij resolutie van Zijne Excie den Minister van Financiën van den 17 Mei 1834 hierbij toegezonden het op den 15 dezer invorderbaar verklaarde kohier van de personele belasting Uwer gemeente dienstjaar 1834.
Ik verzoek UWel.Edele Achtbaren dat kohier,op den voet van het bepaalde bij art.14 binnen vijf dagen na ontvangst aan den Heer Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen en mij den dag op te geven waarop de te doene afkondiging zal plaats hebben gehad.
De Controleur der directe belastingen
In-en uitgaande regten en accijnsen
In de controle Middelburg
Handtekening

Middelburg den 23 September 1834
Ik heb de eer UEd; A te verzoeken mij wel op de gebruikelijke wijze eene opgave te willen doen toekomen van de veranderingen welke sedert laatset opgave aan het een of andere gebouwde of ongebouwde eigendom in Uwe gemeente zijn toegebragt, en die eenige vermeerdering of vermindering van de belastbare opbrengst dier eigendommen zouden behooren tengevolge te hebben.
Ik gedraag mij ten aanzien van dit onderwerp voor zooveel noodig aan mijn brief van den 7 Augustus 183 no 269 b en verzoek UEA beleefdelijk de thans benoodigde opgave wel spoedig aan mij te willen toezenden.
De Controleur der Directe belastingen
Handtekening

Middelburg den 24 September 1834
Onderwerp: Ontslag Schutters
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat aan de Afdeeling Zeeuwsche Mobiele Schutterij is ontslagen of uit de sterkte gebragt Jan Kramer van uw stad wegens tienjarigen dienst.
Ik verzoek UEA hiervan op de registers en rollen der schutterij uwer stad aantekening te doen en voorts voor zooveel dit mogt worden vereischt voor de aanvulling van den ontslagene of uit de sterkte gebragte te zorgen op den voet van het bepaalde bij art:25 der Wet van den 11e April1827(St.blad nr 17)

Middelburg den 25 September 1834
Onderwerp: Inlichtingen P.Veerings
Bij missive van den ?? September j.l. ?? hebben wij medegedeeld dat de bekomen berigten aangaande de persoon van Pieter Veerings van dien aard zijn dat dezelve door UEd: gansch ongeschikt wordt geoordeeld om de bediening van Veldwachter waarte nemen zijnde door UEd: nogtans niet gemotiveerd op wat grond deze ongunstige opinie is gebouwd en vermits ik tot eene juiste beoordeeling bepaaldelijk dien te weten , waarom de suppliant als niet geschikt te beschouwen is; heb ik de eer UEd: te verzoeken mij omtrent de omstandigheden en het gedrag van gemelden Pieter Veerings ten vervolge op uwe bovengemelde missive nader in te lichten.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg, den 25 September 1834
Onderwerp: Gleui
Wij hebben ons verpligt gezien eene Bekendmaking aan de Ingelanden, onder dato heden,uit te vaardigen, ten einde er in de thans bestaande behoefte aan Gleui, voornamelijk aan de oost-watering, zoo spoedig mogelijk, worde voorzien.
Behalve het exemplaar dier bekendmaking,hetwelk, zoo wij vertrouwen met uwe voorkennis in Uwe Gemeente aangezet is, doen wij een ander Exemplaar daarvan UE toekomen, met bijvoeging van een Inschrijvings-Biljet, in die Bekendmaking vermeld, en nemen wij de vrijheid, naar den inhoud van voorschreve stukken, UEd. Te verzoeken, door derzelver invloed bij de In-en Opgezetenen Uwer gemeente de pogingen te ondersteunen, welke door ons worden aangewend om de benoodigde hoeveelheid Gleui voor de oost-watering, zoo spoedig mogelijk, te verkrijgen.
De Centrale Directie voornoemd.
Hurgronje
Ter Ordonnantie van dezelve
J.H.Schorer.

Domburg den 8e October 1834
Onderwerp: Kennisgeving van Herijk der
Maten en gewigten

Ter voldoening aan de bepalingen vervat in het besluit van UEGA Heeren GS dezer Provincie van den 7e Julij j.l.: heb ik de eer UEA te berigten dat ik den herijk der maten en gewigten ter Stede Arnemuiden; zal aanvangen op maandag den 13 October aanstaande en eindigen den 15 der zelver maand van des morgens ten Negen Uuren tot twaalf Uuren en des namiddags van twee tot vijf Uuren.
Ik verzoek UEA zulks in tijds bekend te willen doen maken en daar van mededeeling te doen aan de Gemeente bestuuren Kleverskerke & Nieuw en St.Joosland voor welke Gemeenten ik ook à costi zal vaceren.
Het zal mij aangenaam zijn zoo zulks mogelijk is, van het gewoon Locaal gebruik te mogen maken.
De Gekwalificeerde Arrondissements IJker
Handtekening

De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Onderwerp: Benoeming Veldwacher
Besluit:
Tot veldwachter voor de stad Arnemuiden en Gemeente Kleverskerke ter van K. Flinck op zijn verzoek ontslagen wordt benoemd Richard Abraham Straub sergeant vrijwilliger bij de Afdeeling Zeeuwsche Mobiele Schutterij vereerd met het metalen kruis
De benoemde Veldwachter zal dadelijk na dat hij zal zijn beëedigd en geen brigadier is in functie treden
De Burgemeester van de stad Arnemuiden zal aan den benoemden Veldwachter bij zijne in functie treding de voorhanden zijnde kleeding en wapens van zijnen voorganger afgeven.
De Burgemeesters der stad Arnemuiden en gemeente Kleverskerke zullen voor zijne in functietreding zorgen en onderling op den voet van het bepaalde bij art: 2 van het Prov: blad no 10 van 1832 zijne woonplaats bepalen op rapport.
De gedelegueerde voor het toezigt op de Veldwachtersdienst in het 1e district zal voor de enbrigadering van den benoemden veldwachter zorgen en daarvan op te maken proces verbaal aan den Gouverneur inzenden
Afschrift aan daartoe betrokkenen.
De Griffier der Staten
A.C. van Citters.

No 151
Middelburg den 11 October 1834
Onderwerp: Belooning van de Zetters voor het dienstjaar: 1833/1834
De voorgestelde beloning der Zetters wegens de werkzaamheden van het Patentregt in de gemeenten alwaar meer dan twintig artikelen op de primitieve Kohieren voorkomen, over bovengemeld dienstjaar goedgekeurd en vastgesteld zijnde , heeft de Minister van Financiën toegelegd
Eene som van f.7,32
Waarvan de ordonnantiën aan de Ontvangers der Directe Belastingen verzonden zijn; etc
De Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 10 October 1834
Gelezen zijnde eene missive van Burgemeester en Wethouders van Arnemuiden van den 2 dezer no 113daarbij met overlegging van een afschrift van den Inventaris der door den afgetreden Plaatselijken Ontvanger dier gemeente aan deszelfs opvolger overgegeven documenten en gelden,betreffende de plaatselijke kas voor den heer Cornelis Daniel Baars eene generale décharge verzoekende wegens de in deszelfs betrekking van Plaatselijken Ontvanger dier Gemeente gehoudene administratie ten einde daarop de ontheffing te bekomen van eene tot waarborg en zekerheid van zijne Gemeentelijke ontvangsten gestelde borgtogt in contanten ten bedrage van f.300—
Is goedgevonden
Aan den Heer Cornelis Daniel Baars wegens de door denzelven in zijne betrekking als Plaatselijken Ontvanger van Arnemuiden gehoudene administratie, te verleenen acte van quitus( quitte zijn?) in den gewonen form.
Toezending van bedoelde acte ter fine van uitreiking aan de belanghebbende
Etc
Afschrift
De Griffier der Staten
A.C.van Citters L.G.

Middelburg den 14 October 1834
Ik heb de eer UEd kennis te geven dat op mijne voordragt aan ZExcie den Min:van Binnenl: Zaken ten gevolge van het bij eene missive van den 9 Sept: j.l. no 105 gedaan verzoek ten behoeve van den Milicien Robbert van Belzen fuselier bij de 4 Comp: van het 2 Batt: der 9 afd; Infanterie behoorende tot uwe stad en ligting van 1827 door het departement van oorlog order is gegeven om aan den bovengemelden Milicien eene verlenging van verlof voor den tijd van drie maanden te verleenen.
Ik verzoek UEd den belanghebbenden met deze gunstige beschikking bekend te maken
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 16 October 1834
Onderwerp: Mutatiën Weezen
Op grond van mijne Circulaire van den 4 Julij 1827 A no 6592 1e afd: (P.B.no 78) heb ik de eer UEd: hiernevens te doen toekomen Extract uit de aan mij medegedeelde opgaven, aanwijzende de mutatiën en aanvullingen welke in het personeel der Jongens en Meisjes uit uwe stad in de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid in de Provincie Drenthe uitbesteed gedurende het jaar 1833 hebben plaats gehad en waarvan het getal gevoegd met de daar vroeger overgebragte Weezen ,naar aanleiding van ’s Konings besluiten van den 19 September 1826 en 25 Mei 1827 no 59 en 152 bij de effective bevolking voor zoveel de Nat: Militie betreft moet worden medegeteld of verrekend en bij de omstelling van het Kontingent voor de ligting van het volgende jaar in aanmerking gebragt.
Ik zal voor of uiterlijk op den 1 November aanstaande een rapport tegemoet zien of op voorn: Extract ook eenige Jongens of meisjes voorkomen welke niet tot uwe stad behooren in welk geval UEd: mij daarvan tevens aanwijzing gelieve te doen; terwijl zoo deswege geene aanmerkingen mogten bestaan ik op het hierboven bepaalde tijdstip van UEd: de mededeeling daarvan zal inwachten.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch


Middelburg den 18 October 1834
Betrekkelijk de invordering der Boete ad f.25: uitgesproken bij vonnis der Regtbank van den 13 Julij j.l. ten laste van Lieven Meulmeester waarover certificaat van onvermogen door UEd: is afgegeven, heb ik de eer mij te informeeren of het Gemeente bestuur verlangd gebruik te maken van de haar toegekende faculteit om op kosten der gemeente de voorschreve invordering te doen plaats hebben.
De Ontvanger der Registratie
Te Middelburg
Macaré

Middelburg den 18 October 1834
Ik neem de vrijheid UwEd: te verzoeken mij Inlichtingen of Certificaten van onvermogen te willen geven betrekkelijk Jacomina Blaasse Grootjans, huisvrouw van Gerard Meerman, en Neeltje Grootjans weduwe van Jacob Meulmeester beide veroordeeld bij vonnis der Regt bank van enkele Politie te Middelburg in Boete en Justitie kosten ieder ad f.2,97.
De Ontvanger der Registratie
Te Middelburg
Macaré

Middelburg den 5 November 1834
Onderwerp: inlichtingen aangaande
Officieren Mobiele Schutterij

Ik heb de eer UEd: te verzoeken mij te willen doen toekomen eene staatsgewijze ingerigte opgave betrekkelijk de tot uwe stad behoorende officier van de afdeeling Zeeuwsche Mobiele Schutterij , zijnde
Cornelis Jacobus Baars 2e Luitenant, waarin ik verlang naauwkeurig vermeld te duiden
1e of hij en zoo ja welke openbare betrekking bekleedt
2e de bezoldiging en emolumenten daaraan verbonden.
3e of hij deze inkomsten thans geheel ontvangt; zoo neen het bedrag van het gedeelte dat hem wordt uitbetaald
4e de plaats waar hij in gewonen tijden, zijne civiele post uitoefent of waarneemt.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Dewijl het Diaconie Armbestuur dezer stede slechts bij het einde van ieder maand den uitgaaf van iedere post der staat van begrooting over het geheele jaar secuur kan nagaan; zoo is bevonden dat de post der bedeelden groot f.450- niet voor de volgende twee maanden dezes jaars toereikend is; waarom bovengen: Hervormd diaconie Armbestuur UA toestemming solliciteert, om de f.50- onvoorziene uitgaaf door EDGA Heeren Staten op de begrooting 1834 toegestaan tot dit of tot anderen einden van Armen betreffende te mogen bezigen.
Uit naam en last van het Hervormd Armbestuur
J.Wanrooij, praeses.
Arnemuiden
Den 1 Novb: 1834.

Middelburg den 8 November 1834

Ik heb de eer UwEd kennis te geven dat op grond van ZM besluit van den 7 Augustus j.l. wel den 1e dezer maand aan de onderstaande vrijwilligers bij de Marine en behoorende tot uwe Gemeente een onbepaald verlof is verleend aan F. de Nooijer , M.Schroevers, J. de Quelerij van het Fregatschip de Euridicé en aan G. de Quelerij van de Korvet de Komeet verblijf houdende in uwe stad, bij hunne betrekkingen.
Deze personen vallende in de omschrijving van het bepaalde bij het Provinciaal Blad van het loopende jaar no 69, verzoek ik Uwe toe te zien dat dezelve zich niet ter beoefening der buitenlandsche zeevaart of andersints buiten ‘s lands begeven zonder daartoe de vereischte toestemming te hebben bekomen.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Hoofdkwartier Middelburg den 15 November 1834
Door den Heer Kommanderenden Officier der troepen in het 5e district dezer provincie geïnformeerd zijnde , dat de fuselier Kramer Joost, dienende als milicien bij het reserve Bataillon der 17 afdeeling Infanterie sedert eene geruime tijd van deszelfs verlof is agtergebleven, en ook door gene bewijzen hetzelve heeft gewettigd , heb ik onder toezending van het Signalement waarop naauwkeurig tijd en verdere omschrijving is vermeld, de eer UwEDA te verzoeken om wel de noodige maatregel ter zijner opsporing in het werk te stellen en bij ontdekking hem te gelasten van zich onverwijld naar het Korps te Sas van Gent te begeven, ten einde nadelige gevolgen uit een langer verwijl kunnende voortvloeijen , te vermijden.
De Generaal Majoor
Provinciale Kommandant van Zeeland
Handteekening

Voorbeeld Exemplaar

SIGNALEMENT VAN
Kramer Joost
Gediend hebbende als Fuselier
Bij de 4e Cie v.h. Res. Bat: der 17e Afdeeling Infanterie
En op den 7e November 1834
Van hetzelve is vermist/gedeserteerd (oorspronkelijk)
Naam van : den Vader Maarten
De Moeder Francien Joosse
Geboorteplaats Arnemuiden
Dag van geboorte den 29e October 1813
Laatste woonplaats voor het in dienst treden te Arnemuiden
Ongehuwd Ja
Gehuwd Neen

Lengte 1 ellen 6 palmen 4 duimen 6 streepen
Aangezigt Smal
Voorhoofd Hoog
Oogen Bruin
Neus Ordinair
Mond idem
Kin Rond
Kleur bleek
Haar bruin
Wenkbraauwen idem
Bijzondere teekenen Geene
Te Sas van Gent den 7e November 1834
De Kommanderende Officier van gemelde Bataillon
No 1 Stamboek no 218 30
2 Milicien van de Ligting 1823
De Majoor
Ligter ??

Zie de achterkant:
Op den5e Meij 1832 ingedeeld als Milicien voor den tijd van 5 Jaren zijnde Loteling van 1832 uit de Provincie Zeeland gemeente Arnemuiden onder no 12
Op welke plaats in dienst gesteld ? Haarlem
Is op den 16e Junij 1834 met verlof vertrokken voor drie maanden en op den 16e September van verlof agtergebleven volgens bekomen Zieken Arrest, doch sedert dien tijd niets meer van zich laten hooren

Heeft bij zijn Vertrek alle zijne Wapenen en verdere groote en kleine Equipements-Stukken mede genomen
Sas van Gent den 7e November 1834
De Kommandant der Kompagnie
Handteekening.

Middelburg den 15 November 1834
Onderwerp: Opgave verlofgangers bij de Marine
Ik heb de eer UEd: tot narigt kennis te geven dat op den 1 December aanstaande door den heer Vice-Admiraal Directeur en Kommandant der Marine in het Hoofd-Departement van de thans aan den vrijwillige schepeling M.Schroevers van den Amstel, behoorende tot de rol van ZM wachtschip Amstel, een onbepaald verlof zal worden toegestaan op welken persoon die uwe stad als zijne verblijfplaats heeft gekozen, voor zoo verre hij de koopvaardij mogt wenschen uit te oefenen het bepaalde bij de Circulaire (P.B. no 69) van het loopende jaar toepasselijk is.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 14 November 1834
In plaats van wijlen J.P. Bourjé wordt tot Arrondissementsijker te Middelburg aan gesteld de persoon van A.C. van Noppen Onderwijzer en Landmeter te Vlissingen.
Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim

De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Onderwerp: Ontslag Commissie Cholera Epidemie
Samenvatting:
Heeft goedgevonden:
De gemeentebesturen uit te noodigen om de Stedelijke Commissie voor de Cholera-Epidemie te ontbinden en aan de leden daarvan de erkentelijkheid van het Hooge bestuur te betuigen voor de welwillendheid die zij hebben betoond met de aanvaarding dier betrekking, welke door den bijzondere zegen waardoor deze provincie van de elders geheerscht hebbende ziekte nagenoeg geheel verschoond gebleven, tot mindere bemoeijingen dan aanvankelijk te voorzien waren, heeft aanleiding gegeven.
Etc etc
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
Van Vredenburch

Middelburg den 20 November 1834
Onderwerp: Vervoer buskruid
Ik heb de eer UEd: kennis te geven dat in den loop dezer week bij daartoe geschikt weder, door middel van transport te water van den buskruid molen no 9 in de gemeente Vrouwenpolder naar Vlissingen zal worden verzonden eene te dien einde aldaar gereed liggende hoeveelheid proefhoudend vermalen Infanterie buskruid.
Ik verzoek UEd: om te zorgen dat bij de eventuele lading , lossing of vervoer van gemeld buskruid in of door uwe Gemeente de maatregelen van voorzorg worden in acht genomen bij art; 58 der wet van den 26 Januarij 1815 (St.Bl.no 7) voorgeschreven.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 27 November 1834
Onderwerp: Toezigt op In- en uitschepingen
Aan de kusten
Uit hetgeen deswege door den HeerVice-Admiraal Opperbevelhebber der vesting Vlissingen ter mijner kennis is gebragt, is op den 18 September j.l. de schoondochter van den Opzigter van het kustlicht te Westkapelle aan het strand tusschen die gemeente en Zoutelande door een Antwerpsche visschuit opgenomen en naar Antwerpen overgebragt; zijnde de schipper dier visschuit Belliatius te Westkapelle geweest om gem: vrouw af te halen.
Deze handelwijze tegen de bestaande voorschriften ten opzichte der gemeenschap met België aanloopende , heb ik de eer UEd: te verzoeken op zoodanige inschepingen langs de kust uwer gemeente te doen toezien en dezelve plaats hebbende te beletten, Hetzelfde zal door UEd: ten opzigte der uitschepingen behooren plaats te hebben terwijl zoo in weerwil van alle waakzaamheid personen uit België komende in uwe Gemeente mogten aanlanden UED; dezelve zonder eenige oogluiking zal aanhouden en bij den Heer Officier van Justitie overbrengen rapport.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Ter kennisneming
BEKENDMAKING
De prijzen van de loten der Koninklijke Nederlandsche Loterij, het opgeld daaronder begrepen
SPECIMEN
De prijzen van geheele,halve,vijfde, tiende en twintigset worden zowel bij verkoop als verhuring niet aangegeven.
De Gouverneur.
TE ’S GRAVENHAGE
TER ALGEMEENE LANDSDRUKKERIJ
1832

Middelburg den 2 December 1834
Ik heb de eer UEd hiernevens toe te zenden eene Nota van Inlichtingen tot erkennen van den daarin vermelde persoon die ten gevolge van bedelarij in het bedelaars werkhuis te Middelburg opgenomen is om naar de Ommerschans te worden overgebragt,UEd verzoekende om mij bij terugzending de voorzeide Nota te melden of UEd de verpligting uwer stad als onderstandsdomicilie van den persoon al dan niet erkent, en in het laatste geval mij met de gegronde bedenkingen bekend te maken welke daartegen bij UEd: mogten bestaan.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 3 December 1834
Ik heb de eer UEd: hiernevens toe te zenden eene acte van decharge wegens de door uwe gemeente gedane betalingen voor verplegingen enz: van de ten laste van dezelve in de gestichten der maatschappij van Weldadigheid opgenomene behoeftigen over het jaar 1832 welk bewijs overeenkomstig mijn besluit van den 22 April 1833 A nr 3404 ( (P.B.no 49)
In het archief der gemeente zal behooren te worden gedeponeerd.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

N.B.Als bijlage gaat hierbij een ingevuld model van een Acte van Décharge
Uit het Register der geldelijke belastingen ter Algemeene Rekenkamer is gebleken,dat op folio----- de gemeente Arnemuiden provincie Zeeland belast is wegens
Vestigings & onderhoudskosten van weezen enz over 1832 f.103,25
Uti supra van bedelaars etc f.142,00
Vervangingskosten etc 15,00
Transportkosten etc 18.00
f. 278,25

welke belastingen zijn opgeheven,ingevolge Resolutie der Algemeene Rekenkamer van den 21 November 1832 no 33 ter somma van f.278,25
‘s Gravenhage, den 13 November 1834
Ter ordonnantie der Algemeene Rekenkamer
Handtekening


Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 21 November 1834
Over de Begrooting voor het jaar 1835 van het gesubsidieerde Armbestuur te Arnemuiden
Is goedgevonden
Dezelve begrooting behoudens de in sommige derzelve gemaakte wijzigingen en daarbij gemaakte wijzigingen en daarbij gestelde marginale aanmerkingen goed te keuren en twee exemplaren derzelve aan de betrokkenen plaatselijke besturen terug te zenden met uitnoodiging van toe te zien dat de Armbesturen zich stiptelijk dien overeenkomstig gedragen en de daarbij toegestane uitgaven niet dan om zeer bijzondere redenen overschrijden als zullende naar aanleiding van artikel 14-17 van het besluit van den 8 Maart 1827 no 22 (P.B. no 400 geene excedenten van Uitgaaf op eenige posten der begrootingen in de Rekeningen der Armbesturen worden geadmitteerd of nog te doene uitgaven in dezelve worden geleden, indien daarvoor de redenen in artikel 16 van gemeld besluit opgegeven niet bestaan. Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 28.November 1834

De Provinciale belasting en Opcenten t.b.v. Hulst, Axel en de gemeenten ten platten lande geheven, is daaruit beschikbaar gesteld bij Resolutie van den 17 dezer maand eene som van f.16,185, 26 ½ ter repartitie
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 12e December 1834
Gelezen zijnde eene missive van B en W van Arnemuiden van den 28 November j.l. daarbij ter goedkeuring inzendende de conditiën en de Processen verbaal volgens welke voor dezelve is verpacht geworden
1e de straatmest in die gemeente vallende van den 1e januarij 1835 tot ultimo december 1837 aan den Heer P.Damas ?? van Citters voor een som van f.85 ’s jaars.
2e het veer van die gemeente op Nieuwland voor den tijd van zeven jaren te rekenen van den 1e Januarij 1835 aan Maatje de Gruiter voor een som van f.186- ‘sjaars
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim

Arnemuiden de 20 December 1834
De Kerkeraad van Arnemuiden heeft de eer der Achtbare Regering van gemelde stad te informeren dat in plaats der afgaande Diakenen:
Marinus Keur en Jacobus Meerman
Op het dubbeltal geplaatst, en drie achtereenvolgende zondagen van den Predikstoel geproclameerd zijn
Joos Smout
Anthonij de Mol
Joos van der Weele en
Jan Janse de Nooijer
Met vriendelijk verzoek dat genoemde regering daaruit naar welgevallen moge kiezen en den Kerkeraad zoo spoedig mogelijk van die keuze informeren
De Kerkeraad voornt
Uit deszelfs naam
J. Wanrooij pred.

Middelburg den 19 December 1834

UEA hiernevens toezendende een Extract uit ons verbaal van heden no 6 op het rekest van Geertje Pieterse de Nooijer binnen uw stad woonachtig, met verzoek hetzelve na daarvan inzage te hebben genomen aan de belanghebbende te doen uitreiken.
Staten van Zeeland
Van Vredenburch
Ter ordonnantie van dezelve
Van der Heim
Middelburg den 23 December 1834
Onderwerp; verplegingskosten weezen etc
Ik heb de eer UEd bij deze te informeren dat het vermoedelijke bedrag der door uwe stad over het loopende jaar aan de Maatschappij van Weldadigheid verschuldigd sommen bedraagt wegens verplegingskosten van weezen f.120- en wegens verplegingskosten van bedelaars f..25- en dat betaling van die sommen ten behoeve uwer stad uit der zelver aandeel in de Provinciale belasting is gepreleveerd en met dezelve op den voet mijner circulaire van den 30 Januaroij 1833 A 2eAfd no 1078 (P.B. blad no 20 ) zal worden verrekend
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 23 December 1834
Onderwerp: Uitreiking medaille
De bijgaande bronze medailles door de te Amsterdam bestaande commissie van erkentenis voor de Strijders op de citadel van Antwerpen & de Schelde vervaardigd,zijn bestemd voor de aan den voet uitgedrukte ingezetenen uwer stad.
Ik verzoek UEA dezelven namens de voornoemde commissie aan de belanghebbenden uit te reiken & dezelve tevens kennelijk te maken dat dit bewijs van aandenken niet openlijk op de een of andere wijze mag worden gedragen, terwijl UEA wel zullen geloven te zorgen dat de bedoelde medailles in de regte handen komen hetgeen genoegzaam daar uit zal kunnen blijken dat elk die de medaille bekomt ook versierd moet zijn met het door Zijne Majesteit ingesteld onderscheidingsteeken gedragen wordende aan een lint van Nassauws blazuur ??
Indien er onverhoopt onder de belanghebbende personen mogten worden gevonden die zich door slecht gedrag dat vernieuwd gunstbewijs mogten hebben onwaardig gemaakt, gelieve UEA me opgave der redenen de medaille aan mij terug te zenden, hetgeen ook zal dienen plaats te hebben bij zoover de medaille door overlijdenverhuizing buiten ’s lands als anderszins niet mogt kunnen worden uitgereikt.
Voor het geval dat de namen van elk der belanghebbende niet met de genen welke hij voert mogten overeenkomen,zal het noodig zijn dat de belanghebbende worde ingelicht dat zulks door eene min naauwkeurige opgave der namen is veroorzaakt dat daar in thans geene verandering kan worden gemaakt.
Het zal mij aangenaam zijn door UEA van de uitreiking dezer medailles te worden onderrigt
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Supplement:
Een voor F.de Nooijer
M. Schroevers
G. de Quelerij
J. de Quelerij

Middelburg, den 23 December 1834
Circulaire
Het heeft Zijne Majesteit den Koning behaagd, bij rescript van den 11 dezer, no 14, in overeenstemming met Artikel 8 van hoogst deszelfs besluit, van den 25 Julij te voren, no 88, te bepalen: dat de Inspectie over de Mobiele Rustende Schutterij, bij artikel 7 van gemeld besluit voorgeschreven, niet in de maand Januarij 1835, maar in het begin van de maand Maart daaraanvolgende, zal gehouden worden, van welke beschikking wij de eer hebben UEd.Achtb te doen kennis dragen
De Kommanderende Officieren bij
De 2e en 3e Bataillons der
Afdeeling Zeeuwsche Mobiele Schutterij
Handteekeningen

Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 12 December 1834

Rapport op begrootingen voor 1835 van o.a. Arnemuiden
Is goedgevonden
1e Dezelve bij het gewoon op de begrootingen te stellen besluit te arresteren
Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim

Deel 2 Ongenummerde stukken

Aan boord van het Jagt Juno
Hellevoetssluis 6 Januarij 1834
Bij het inwinnen van informatiën ten gevolge van UEA missive van den 31 December j.l is mij gebleken dat de door U bedoelde bewijzen bestonden in het Certificaat van gepresteerde loodsdiensten door den persoon van F:de Nooijer en voor de maand November tot 23 December afgegeven door deszelfs kommanderenden Officier de Luitenant 2e klasse P Bruining; dit Certificaat is door mij geviseerd geworden te Vlissingen en heb ik iemand van mijnentwege met hetzelve, even als voor de andere Loodsen naar het Wachtschip gezonden, om het aldaar aan den Loods de Nooijer te doen uitreiken; gemelde Loods was echter op dat oogenblik niet aan boord, en de door mij gezondene persoon naar Middelburg moetende vertrekken heeft het Certificaat voor de Nooijer even als dat voor de andere Loodsen aan den wachthebbenden Officier ter hand gesteld ,met verzoek om de belanghebbende daarvan te voorzien; het schijnt echter dat deze daaraan niet heeft voldaan dewijl ik ook reeds van elders deswege ben aangeschreven geworden.
Aangezien alsnu de Luitenant 2e Klasse Bruining naar de Oost-Indië is, zoude de Nooijer buiten de mogelijkheid zijn gesteld nieuw Certificaat in stede van het in het ongereede geraakte te bekomen; maar ten einde hem dit verlies niet te doen ondergaan, verklaar ik mij bereid omdat Certificaat af te geven; ik verzoek UEA derhalve zijne Declaratie in duplo en Certificaat op zegel te willen laten opmaken en mij die toe te zenden

De Kolonel Kapitein ter zee kommanderende ZM zeemagt
In de monden der Maas & Goedereede ?
Handteekening

Extract uit het Geboorte Register der Gemeente Bruinisse
Van het jaar 1815
Heden compareerde
Jacob Wanrooij van beroep Predikant wonende te Bruinisse in Wijk geene nummer 16 welke ons heeft aangeboden een kind van de mannelijke Sexe geboren den Twaalfden van de maand Januarij des jaars Achttienhonderd vijftien in wijk geene nummer 16 uit hem declarant ? en zijne Echtgenote Tannetje de Waal
En waar aan zij verklaard den Voornaam te willen geven van Wolter Adriaan etc
Voor overeenkomstig uittreksel uit voornoemde Geboorte Register
Afgegeven door mij eerste assessor beambte van den Burgelijken Stand der gezegde gemeente
Den 8 Januarij 1834
De eerste Assessor
H. de Jonge

’s Gravenhage 15 Januarij 1834
In antwoord op uwe missive van den 11 dezer dient, als dat ik bij het daarstellen der telegraphen op die weinige plaatsen,alwaar mij zwarigheden wierden gemaakt, wegens schade, welke de oprigting der machine zoude kunnen veroorzaken,heb geantwoord: dat alle schade welke zou worden veroorzaakt bij den opbouw, of weder afbraak door het Gouvernement wierden vergoed.; hieruit volgt geenzins dat het onderhoud der kerk en Toren hierin begrepen is, daar er wel geene schade kan worden veroorzaakt, bij aldien er geen gedeelte der telegraaf door zware wind wordt afgerukt en dit gedeelte op de Kerk of belendende huizen nederkwam, en in dit geval bestaat nog geene verpligting van schadevergoeding, maar zulks zoude moeten worden aangemerkt als eene tegemoetkoming, om welke redenen ik UEd: bij deze de nota terugzende , twijfelende ik geenzins of UEd zal zulks zeer billijk vinden,te meer daar de gemelde schaden geenzins bewezen zijn, door het daar zijnde telegraaf te zijn veroorzaakt.
De 1e Luitenant Ingenieur
Directeur der Telegraphischen Gemeenschap
Handtekening

Heine ? den 17 Januarij 1834
In andwoord op Uwe Missive van den 11 dezer betrekkelijk den soldaat Grootjans D van mijne onderhebbende Kompagnie dient, dat wij niet in de termen vallen van een onbepaald verlof, daar dit alleen maar ten opzigte der Infanterie en Schutterij plaats heeft en ten aanzien van een verlof van drie maand ben ik ook in de onmogelijkheid om aan UEA verzoek te kunnen voldoen, daar het ons is toegestaan verlof van een of twee maanden, met een maart aanstaande ophouden, doch zoo er een langer verlof wordt toegestaan zal ik aan UEA verzoek voldoen met gemelde soldaat voor twee of drie maand en met verlof te laten vertrekken.
De Kaptein kommanderende de 2e Komp; der Art: van het Groot Art:Reserve Park.
Michelshoff

Aan het Achtbaar Gemeente Bestuur dezer Stede

Het Hervormd Diaconie Armbestuur dezer gemeente heeft de eer der Achtbare Regering dezer Stad nederig te kennen te geven dat het overtuigd is,dat de som van de tusschen de f. 70 of f.71- over het jongst verloopene 2e half jaar 1833 voor de bestedelingen te Veenhuizen Kolonie van Weldadigheid reeds moest betaald zijn; geeft door deze zijn onvermogen dien aangaande der Achtbare Regering te kennen,het welke ook uit het volgende voortvloeit: Sedert verscheidene achtereenvolgende weken zijn de vischschuiten en ook soms de kleinere vaartuigen door de in dezen winter zware en harde stormen & aanhoudende winden belet hun brood te verdienen, hoewel het eene zachte & openen winter is; dewijl nu de visscherij het leven dezer gemeente is, is de armoede onder dezelve in dezen winter zeer toegenomen. In deze plaats gelijk het aan de Achtbare Regering bekend is bestaat in zulk eene nijpende armoede geenen toevlugt dan de Diaconie bedeeling, waardoor die zeer daardoor geaugmenteerd is, tot welke geringe bedeeling ook gebragt zijnde , solliciteert het Hervormd Diaconie Armbedstuur het Achtb: Gemeente Bestuur de reeds bovengem: som in het ook bovengem: jaar, mogt behagen uit de Stadskas te voldoen die som aan de bijna niets hebbende Armenkas gelieve te schenken
Het Hervormd Diaconie Armbestuur
En deszelfs naam
J.Wanrooij
Arnemuiden den 1 Febr: 1834

Hoofdkwartier Middelburg
Den 8e Februarij 1834
’s Gravenhage den 5 Februarij 1834
Ten einde men zich bij het Departement van Marine kan verzekeren dat de bij de missive van UEA van den 2den december 1833 no 125 vermelde Adriana Dingemans, weduwe van den gesneuvelden matroos Hendrik Buster werkelijk met dien persoon is gehuwd geweest, is het noodig dat de trouwakte dezer lieden worde overlegd.
Ik neem dus de vrijheidUEA te verzoeken om mij die akte zodra mogelijk te willen doen toekomen.
De kommies bij het departement van Marine
H. van der Mark

Hoofdkwartier Middelburg
Den 8e Februarij 1834
In antwoord aan UEA missive van gisteren no 25 strekkende tot het bekomen van verlof ten behoeve van den schutter Joost van Belsen van de Afdeeling Zeeuwsche Mobiele Schutterij ten einde dezen in staat zouden zijn gesteld bij het beginnen der Vischvangst zijn beroep te kunnen uitoefenen, heb ik de Eer UEA te informeren dat ik uit bijzondere consideratiën ten deze de noodige bevelen heb gegeven ten einde genoemden schutter in het genot van een verlof voor den tijd van twee maanden worden gesteld
De Luitenant Generaal
Opperbevelhebber der troepen in Zeeland
De Kok

Middelburg den 11 Februarij 1834
UEd: kennis gevende dat de uitspraak omtrent de Lotelingen uwer gemeente B. de Ridder no 10 broeder bij de Mobiele Schutterij 1831 is
Gadjourneerd tot den 25 Maart 1834 des morgens ten 10 ure.
Het betreft verzoek tot toelating tot het bewijzen der redenen van vrijstelling.
Verzoeke vereischte certificaten te doen uitreiken etc
De Militie-Raad in Zeeland
Handteekening.

Middelburg den 14 Februarij 1834
Onderwerp: Verantwoording Patentzegels
Dienst 1832

Door UE nog niet voldaan zijnde aan het gevorderde bij mij besluit van den 16 Aug: 1832 no 8583 3 en 4. afd: P.B. no 96 betrekkelijk de verantwoording der bij mijne missive dd: 3 September daaraanvolgende no 10037 4.afd: toe gezondenen Patent zegels voor de behoefte van het 3e en 4e kwartaal dienst 1832
Heb ik de eer UE te verzoeken mij die verantwoording ten spoedigsten te doen geworden.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Ik heb de eer Uw Wel Edele Achtbare bij dezen toe te zenden het opnieuw ingegane verlofpas van den fuselier Meulemeester Klaas hetwelk voor meer ? maanden is geprolongeerd geworden zullende hij zich bij Expiratie van verlof bij zijn Bat: en Komp; retourneren.
Sas van Gent den 22 Februarij 1834
De 1e Luitenant kommanderende
De 2 Komp van het reserve Bat;
Der 17. Afdeeling Infanterie
Handtekening

Departement van Marine
’s Gravenhage den 24 Februarij 1834
Ik heb de eer UEd, Achtbare te doen toekomen 6 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten,uit hunnen soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken wel aan de belanghebbenden tot uwe gemeente behoorende te willen uitreiken
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De secretaris-Generaal
Quarles van Ufford ?

470 K.L. Meulmeester f. 10
51 J.K.Grootjans f.10
50 G. de Ridder f. 5
49 M. de Marée f.10
47 A.A. de Ridder f.10
447 B. Klaase f.10

’s Gravenhage, den 28 Februarij 1834

Ik heb de eer hiernevens aan UEA te doen toekomen het certificaat van dienst voor de Nationale Militie , verlangd bij uwen brief van den 25 dezer no 35
Voor den Directeur-generaal voor de Marine
De Secretaris- generaal
Quarles van Ufford

Hoofdkwartier Middelburg
Den 4e Maart 1834
In antwoord aan UwEd: missive van den 19e Febr; l.l. no 30, houdende verzoek om verlof voor Joost Vogel en Jan van Gelen, Schutters bij de Zeeuwsche mob: Afdeeling en zulks op grond dat ook zij Visschers van beroep zijn evenals Joost van Belsen aan wie onlangs verlof is verleend ten einde hem in staat te stellen,, in het belang der Visscherij deszelfs beroep te oefenen heb ik de Eer UwEd: te doen kennen, dat mij bij rapport van den Chef van gezegd Korps is gebleken dat beide bedoelde schutters als plaatsvervangers dienen, uit welken hoofde zij niet gelijk Joost van Belsen die als dienstpligig voor zich zelve is opgetreden, in de termen vallen van op buitengewonen gunsten aanspraak te kunnen maken, weshalve het verlangde verlof ten hunnen behoeve niet kan worden toegestaan.
De Luitenant Generaal
Opperbevelhebber der Troepen in Zeeland
De Kok

Bewaring van het Kadaster
Provincie Zeeland
Eerste Arrondissement
Kantoor Middelburg
Onderwerp: Bijwerking Plannen

Middelburg den 4 Maart 1834
Ten einde , naar aanleiding van art 14 der verordeningen tot instandhouding van het kadaster het exemplaar der plannen van de Gemeenten in overeenstemming te doen brengen met dat aan mijn kantoor aanwezig, heb ik de eer UEd te verzoeken om het exemplaar uwer gemeente voor of op den 15 dezer maand ten mijnen kantore te doen overbrengen, zullende hetzelve binnen veertien dagen na de ontvangst weder ter uwe beschikking zijn
De Controleur
Bewaarder van het Kadaster
Handtekening

Departement van Marine
’s Gravenhage, den 4 Maart 1834
Ik heb de eer gehad te ontvangen den brief van UEd:A van den 7 februarij jl no 26 met de daarbij gevoegde declaratie in triplo van den Matroos F. de Nooijer wegens bewezen loods diensten van de kanonneerboot no 5 in November en December 1832 groot f.26.00 volgens de wet van den 8 November 1815 ( Staatsblad no 51) , kan deze schuldvordering niet worden geadmitteerd, maar moest gehouden worden voor verjaard en vernietigd,
De omstandigheden echter, welke den declarant belet hebben zijne pretensie binnen den bijgezegden wet bepaalde termijn in te leveren, hebben mij voldoende reden gegeven om Zijne Majesteit autorisatie te verzoeken tot het verleenen eener gratificatie aan den matroos de Nooijer van gelijk bedrag als deszelfs betrekkelijke vordering, en ik heb de eer UEA te informeren,dat het den Koning goedgunstiglijk behaagd heeft, dien overeenkomstig te besluiten, ten gevolge waar van ik op heden aan den matroos voornoemd thans dienende op Zijne Majesteits fregat Euridicé door middel van den kommanderenden Officier van dien bodem een mandaat van betaling groot f.26—doe geworden.
De Directeur Generaal
Voor de Marine
Handtekening

Turkeije 4 Maart 1834
WelEAHeer
Ik neme de vrijmoedigheid mij tot UEA te vervoegen om UEA hulp in te roepen ten einde in staat gestelt te kunnen worden werkzaam te kunnen zijn, ontslag uit den Schutterlijken dienst te bekomen,daar ik op den 22e Junij gemelden dienst zal voleind hebbende als dan 10 jaren op gemelde afdeeling staan het een mij daartoe behoefte is een Extract uit de Controle het welke mij zonder UEA verzogt onmogelijk is verkrijgbaar te worden. Bij aldien UEA hiertoe mijn voorig ontslag uit dienst benoodigd zal zijn zoo zal zulks door mijnen Broeder Pieter Kramer UEA worden ter hand gesteld. Niet twijfelende of UEA zal aan dit mijn vriendelijk verzoek welwillend beantwoorden zoo neme ik de vrijheid deze teekende mij te noemen
UEA Heer J.Kraamer.

Departement van Marine
’s Gravenhage den 17 maart 1834
Ik heb de eer UEA te doen toekomen 6 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunnen soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken wel aan de belanghebbenden tot uwe gemeente behoorende, te willen doen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Quarles van Ufford

913 K.L. Meulmeester f.10
20 B.Klaase f. 10
102 A.A. de Ridder f. 10
104 G.de Ridder f. 5-
Idem f. 5—
105 M. de Marée f. 10
106 G. de Ridder f. 5-

Hoofdkwartier Middelburg
Den 18e Maart 1834
Ik heb de Eer UEA te informeren dat de Milicien Robbert van Belsen vermeld in zeker adres door UWColl: onder dagteekening van den 5e dezer no 3a aan Z.E den Heer Kommanderenden Generaal in het 1e Groot Militair Kommando ingediend, en aldaar aangeduid als te behooren tot het 1e Bataillon 9e Afd: Infanterie volgens bij mij ingekomen Rapport van den Chef dier Afdeeling, reeds in het vorig jaar bij de 2e Afdeeling Inf: is ovegeplaatst welke Korps in de provincie Noord Braband is gestationneerd
De Luitenant Generaal
Opperbevelhebber der Troepen in Zeeland
De Kok

Middelburg den 21 maart 1834

Onder gedraging voor zooveel noodig , aan het besluit van 16 Thermidor 8e jaar en aan de wet van 4 messidor 7e jaar, heb ik de eer UEA te kunnen toezenden het executoir verklaarde kohier der grondbelasting aan uwe Gemeente over 1834, met verzoek hetzelve binnen 5 dagen na den ontvang ter invordering aan den ontvanger te doen toekomen en mij wel te willen bekend maken met den dag der afkondiging.
De Controleur der Directe belastingen
Van Dooren

Middelburg den 24 Maart 1834
Onderwerp: Onbelastbare gebouwen
Naar aanleiding eener Aanschrijving van het Departement van financiën,heb ik de eer UEA te verzoeken mij wel zoo spoedig mogelijk eene opgave te willen mededeelen van zoodanige in uwe stad aanwezige kostershuizen en andere in de tabel van Rangschikking der eigendommen ( pag: 46 van het Uittreksel der verordeningen tot instandhouding van het Kadaster gevoegd bij het besluit van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie van den 25 October 1833 ( Prov. Blad no 115) als Onbelastbaar aangewezen gebouwen, welke ofschoon volgens de bestaande wetgeving hetzij als daarbij uitdrukkelijk genoemd, hetzij uit kracht van gelijkstelling of van wege derzelver bestemming van de grondbelasting vrijgesteld nogtans in de belasting zijn aangeslagen met vermelding van de bijzonderheden welke strekken kunnen om de al of niet belastbaarheid van zoodanige eventueel aangeslagene voorwerpen met juistheid te kunnen beoordeelen.
De Controleur.
Bewaarder van het Kadaster
Handtekening

‘ Bosch 27 Maart 1834

Ter beantwoording van UEA Missive van den 24 dezer houdende verzoek om een onbepaald verlof voor den Milicien Robbert van Belsen dienende bij het 1e Bataillon der 9e Afdeeling Inf: heb ik de eer UEA te doen kennen dat de 9. Afdeeling Inf: niet onder mijne beveelen zich bevind waarom door mij geen gevolg aan opgedacht verzoek kan worden gegeven.
De Generaal Majoor
Provinciale Kommandant van
Noord Brabant, Oppebevelhebber der
Vesting ’s Hertogenbosch
Handtekening

Middelburg den 20 Maart 1834
UEdele kennis gevende dat de uitspraak omtrent de Lotelingen uwer gemeente de Ridder B 10/1831, Marijs H 12/1834, Dommisse P 16/1834, de Nooijer 21/1834
Zijn geadjourneerd tot den 8 April 1834 des morgens ten 10 ure tot het bewijzen der redenen van vrijstelling. Informatie aan hen verstrekken. Bij niet verschijnen, definitief tot de dienst gedesigneerd.
De Militie-Raad in Zeeland
Handtekening.
Paspoort van Grijpskerke

Middelburg den 12 April 1834
BEWARING VAN HET KADASTER
PROVINCIE
ZEELAND
EERSTE ARRONDISSEMENT
KANTOOR
MIDDELBURG
Onderwerp: Nader inlichting omtrent onbelastbare voorwerpen
In antwoord op uwe missive van den 27 Maart j.l.kan ik niet anders dan UEd Achtb: andermaal verwijzen naar de 46e pagina (zijnde het laatste blad) van het Uittreksel der verordeningen waarbij onder den titel van Onbelastbare voorwerpen de verschillende soorten van gebouwen worden aangewezen welke daaronder worden gerangschikt.
Met opzigt tot de pastorijen en het armhuis welke Uwe voorz: missive in de grondbelasting zoude zijn aangeslagen geworden verzoek ik UEd A mij de sectie en het nummer op te geven onder welke die perceelen op het Kadastrale plan voorkomen, ten einde dezelve van de belasting zoude kunnen ontheven worden.
De Controleur
Bewaarder van het Kadaster
Handtekening

Circulaire
Tegen het aanwenden van een z.g. gedrukte handtekening door sommige Ambtenaren van den Burgelijken Staat in mijn ressort Deze afgifte betreft Extracten uit Registers voor de Nationale Militie of de Schutterijen: gebruik van Modellen met gedrukte handtekening.
Dit schrijven gaat uit van de Officier bij de Regtbank van Eersten Aanleg te Middelburg, hebbende eene circulaire aanschrijving van den Heer Procureur generaal bij het Hoog-Geregtshof in’sGravenhage; zijn naam is A.W.Philipse

Hoofdkwartier Middelburg
den 8en April 1834
Voldoende aan het verzoek mij gedaan bij UEA missive van den 5e dezer no 50, heb ik de Eer UEA te informeren, dat ik ten behoeve van den Schutter Joost van Belsen van de Afd: Zeeuwsche Schutterij eene verlenging van verlof voor twee maanden toesta, en daarvan kennis heb doen geven aan den Kommandant van gemeld Korps.
De Luitenant Generaal
Opperbevelhebber der Troepen in Zeeland
De Kok

Nieuw en St Joostland den 9 April 1834
Onderwerp: Toezending Dood Extract J: Vinke
Ik heb de eer nevens deze UEDA te doen geworden het Dood Extract van Jan Vinke Milicien van UEA Gemeente
De Burgemeester der gemeente
Nieuw en St Joostland
Jacobus Walraven


Middelburg den 10 April 1834
Circulaire
BEWARING VAN HET KADASTER
PROVINCIE ZEELAND
EERSTE ARRONDISSEMENT
KANTOOR MIDDELBUR
Onderwerp: Meetkundige opnemingen
Naar aanleiding der bepalingen vervat in de verordeningen tot instandhouding van het kadaster, zal de Landmeter aan mijn kantoor verbonden, op het nader aan UEA te bepalen tijdstip , overgaan tot de opneming der meetkundige veranderingen welke door splitsing of vereeniging van perceelen of wel ten gevolge van andere veranderingen in de gesteldheid van den grond noodzakelijk zijn geworden.
Ik heb derhalve de eer UEA te verzoeken om op zoodanige wijze als in Uwe stad gebruikelijk is, Uwe ingezetenen te willen uitnoodigen om ter Secretarij uws stad uiterlijk vóór of op den 15 mei aanstaande de aangifte te doen van zoodanige in de gesteldheid hunner grondeigendommen bewerkstelligde veranderingen als welke tot eene meetkundige opneming aanleiding mogten geven , zullende bij die aangiften moeten vermeld worden de Sectiën en nummers der betrokkene perceelen en om mij vervolgens vóór of uiterlijk op den 20e Mei daar aan volgende van de gedane aangiften specifieke opgave te doen, en die opgave wel te willen aanvullen met de mededeeling van zoodanige bijzonderheden welke in uwe stad sedert de oorspronkelijke opmaking der plannen eene opneming der plaatse zouden vereischen.
De Controleur, Bewaarder van het kadaster
Handtekening

Arnemuiden 16 April 1834
Onderwerp: Pokken.
In de laatste week der eerste helft dezer maand is onder behandeling gekomen
Jacobus Meulmeester
( bij Schonenboom) oud 27 jaren niet ingeënt
Ik heb de eer te zijn J.H. van Opdorp

Gorinchem, den 18 April 1834
Ter beantwoording aan UEA missive dd 12 dezer no 59 heb ik de Eer te berigten den, ten zijnent overleden Fuselier Vinke Jan van mijn onderhebbend Bat: geen te Goed, doch eene schuld van f.3,28 nagelaten heeft, welk saldo ten laste van het Gouvernement moet verrekend worden; tevens heb ik de eer UEA te verzoeken, mij wel met den mogelijken spoed , een Doodacte van gezegde fuselier te willen doen geworden, welk stuk bij de hierboven aangehaalde verrekening behoord overlegt te worden.
Alsmede de certificaten benevens het Metalen kruis en Medaille der Citadel van Antwerpen van den overledene welke stukken ter bestemde plaatsen moeten ingeleverd worden.
P.S. De Militaire kleeding
Stukken door de overledene
Nagelaten worden verzocht
Naar het Korps op te zenden.

De Majoor kommanderende
Het 2e Bat: der 9e Afdeeling Inf;
Meijer

DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’S Gravenhage , den 21 April 1834
Ik heb de eer UEA te doen toekomen 7 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening, der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, te behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden , met verzoek deze stukken wel aan de belanghebbende tot uwe gemeente behoorende , te willen uitreiken.
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris Generaal
Handtekening

1543 K.L. Meulmeester f.10=
1549 B. Klaasse f.10=
290 A.A. de Ridder f.10=
293 J.H. Grootjans f.10=
294 G. de Ridder f. 5=
295 M. de Marée f.10
296 G. de Ridder f. 5=

Zij deze en bijlagen gesteld in handen van den Heeren Burgemeester & Wethouders van Arnemuiden om berigt en adres met speciaal onderrigt of de belanghebbenden werkelijke onafgebroken tien volle jaren bij de Schutterij heeft gediend, met opgave van het jaar waarin hij met betrekking tot de thans bestaande Schutterij bij den reserve is aangewezen
Middelburg den 22.April 1834
Vanwege den Staatsraad
Gouverneur der Provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Van der Heim

Extract uit de Notulen der
Vergadering van de centrale Directie
Des Eilands Walcheren
Overgelegd hebbende de Staten der in de maanden September en October des afgeloopen jaars aan den dijk te Westkappelle geleverde wagens, ten gevolge der daartoe destijds gedane requisitie
En daaruit gebleken zijnde
1e dat blijkens de deswegens met de Heeren Burgemeesters der gemeenten gehouden correspondentie, bij sommige van hunl: eenige wagens als geleverd zijn aangeteekend, welke als zoodanig bij de Directie niet bekend zijn
2eDat sommige gelanden zonder voldoende of aannemelijke redenen, nu en dan zich aan het leveren van wagens hebben onttrokken, immers aan de van hun gedane requisitie niet hebben voldaan, en dat deze volgens Art: 36 van het Regelement zouden kunnen gestraft worden met een boete van 6 franken per uur.
3e. Dat onderscheidene voerlieden, sommige zelf tegen de stellige orders der locale Directeur, zich willekeurig vroeger van hun was voorgeschreven van het werk hebben verwijderd, en deze ingevolge Art: 37 van het Regelement zouden vervallen zijn in eene boete van 10 franken.
Voorts in aanmerking genomen zijnde
a. Dat hoezeer in de bij de Directie gehoudene aanteekeningen abuizen kunnen zijn ingeslopen, er echter zwarigheid blijft bestaan, om wagendiensten te voldoen, welke niet blijken dat genoten te zijn
b. Dat voor onvoldoende redenen sub no2 vermeld, al de zoodanige moeten worden gehouden, welke niet dadelijk aan het Hoofd van het Plaatselijk bestuur, of de locale Directie zijn opgegeven, en door dezelve goedgekeurd. En dat in alle geval daaronder het ongunstig weder niet kan gerekend worden, daar bij dergelijke omstandigheden de requisitiën veelal het meest dringen.
c. Dat er evenwel redenen bestaan, om voor ditmaal de buitengewone omstandigheden in aanmerking nemende , de toepassing van het Regelement met die verzachtende gematigdheid te bewerkstelligen, welke de Centrale Directie voldoende oordeeld, om het doel van het Regelement voor het vevolg te bewerken
Is goedgevonden:
1e De wagendiensten welke in September en October op de daartoe gedane rekwisitiën aan den dijk te Westkappelle zijn geleverd, f.4 daags te betalen , volgens de daarvan bij de centrale Directie opgemaakte lijsten, met vrijheid aan de zoodanige , die vermeenen mogten meerdere wagens te hebben geleverd dan daarop bekend zijn, zich ter dier zaak de Griffie van Walcheren vervoegen, alwaar hunne reclames zullen worden opgeteekend, teneinde door de Centrale Directie nader te worden onderzocht.
2e Aan zoodanige der Gelanden die zonder bekende en goedgekeurde redenen het leveren van wagens hebben onttrokken, immers aan de van hun gedane requisitiën niet hebben voldaan, te korten een dag of f.4- van hetgeen zij anders ingevolge het sub no 1 bepaalde, zouden te vorderen hebben.
3Om aan de zoodanige die zich willekeurig van het werk vroeger hebben verwijderd dan hun was voorgeschreven voor elk voer dat zij te weinig hebben aangebragt, te korten ¼ van het hun anders op dien dag toekomende daggeld.
4eOm aan diegene die zich wel op den laatsten dag der requisitie aan het leveren van wagens hebben onttrokken, doch zich op een der volgende dagen op het werk hebben laten vinden, en als toen niet zijn kunnen worden aangenomen, maar daardoor blijken gegeven hebben, in plaats van eenen geheelen dag, te korten een halven dag, en eindelijk
5eonder toezending der lijsten sub:no1 vermeld, Heeren Burgemeesters der steden en plaatsen te kennen te geven dat het montant van dien op kwitantie bij den ontvanger Centrale Directie Walcheren van heden af zal kunnen verkregen worden.
Accordeerd met voorz; Notulen
Voor zooveel het geextrach: aangaat
De Griffier van voorn: Directie
J.H. Schorer

Gemeente Arnemuiden
Lijst der wagens van de gemeente Arnemuiden welke bij requisitie
Sedert den 2 September 1833 aan de Vijfambachten watering dienst
Hebben verrigt
Adriaan Adriaanse 2
Leendert Wisse 4
Jacob Schoonenboom 4
Anth: Boogaart 4
L. van Eenennaam 2
Matthijs van Dijk 2
Adriaan Filius 4
Jacobus de Rijke 2
Jacobus Meerman 2
P. Zwigtman 2
Adriaan Koets 1
Blaas Schets 2
Corn Adamse(stadsamb.) 1
Jaco Verhage idem 1
Zamen 33
Het montant der verdiende dagen in deze Staat vermeld, bedraagt
Voor 33 wagens ieder à f.4,- per dag ……………………….. f.132
Hiervan gaat af
Voor Jacobus Meerman 1 dag à f.4-
“ Matthijs van Dijk 1 dag à f.4.-
“ Blaas Schets 1 dag à f.4.-
“ Adriaan Koets 1 dag à f.4 f.16-
Rest f. 116-
Aldus opgemaakt door de centrale Directie van Walcheren
Middelburg den 24 April 1834
Mij bekend
J.W. Schorer
Griffier

Middelburg den 28 April 1834
Ik heb de eer UEA hiernevens toe te zenden de van de noodige adviesen en beslissing voorziene aanvrage van Jan Schroevers schipper te Arnemuiden benevens de acte van vrijstelling van het patentregt voor zijn beunschuit de vrouw Sara, vallende in de termen van ? 26 l:g ? van tabel 16 , gevoegd achter de wet van 6 April 1823 ( Staatsbl. No 140
Ik verzoek UEA deze stukken aan de zetters te doen toekomen, opdat de aanvrage ter hunner bureele worde gedeponeerd en de acte van vrijstellingen aan de belanghebbende kosteloos uitgereikt.
De Controleur der directe belastingen
Van Dooren

Middelburg den 5 Mei 1834
Ik heb de eer UEA bij deze te informeren dat door wijlen Johanna Brouwer vrouw van Krijn Roelse bij testament gepasseerd voor den Notaris A.Jacobse den 6 April 1801 geregistreerd den 11 Januarij 1834 aan het Armbestuur uwer stad is gelegateerd eene som van f.1,50,-UEd: uitnoodigende om ten opzigte van de aanvaarding van hetzelve voor de vervulling der ten dezen bestaande voorschriften te willen zorgen.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 16 Mei 1834
Ik heb de eer UEd hiernevens toe te zenden afschrift mijner dispositie op het rekest van Pieter Dommisse met verzoek hetzelve na inzage aan den belangh: te doen toekomen.
De Staatsraad van de provincie Zeeland
Van Vredenburch

Departement van Marine
’s Gravenhage, den 20 Mei 1834
Ik heb de eer UEA te doen toekomen 7 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunnen soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken wel aan de belanghebbende tot uwe gemeente behoorende te willen doen uitreiken..
Voor den Directeur-Generaal
Voor de Marine
De Secretaris-Generaal
Quarles van Ufford

2145 K.L.Meulmeester f.10
2157 B.Klaase f.10
403 A.A. de Ridder f. 5
406 J.K. Grootjans f.10
407 G. de Ridder f. 5
408 M de Marée f.10
409 G. de Ridder f. 5.

Middelburg, den 21. Mei 1834
Ik heb de eer UEG te verzoeken ten dienste der Justitie en alzoo gratis, mij wel te willen toezenden een extract uit de registers van den Burgerlijken Stand uwer stad, constaterende den tijd der geboorte van Lieven Meulmeester, oud circa 17 jaren; om te worden gevoegd bij de procedure welke ik tegen denzelven, ter zake van brandstichting instrueer.
De waarnemende regter ter instructie
Te Middelburg
Adr: P. van Deinse

Middelburg den 29 Mei 1834
Ik heb de eer UEA hiernevens toe te zenden vijf aan mij naar aanleiding van paragraaf 2 l:b van het besluit van den Heer Gouverneur van den 15 April j.l. (prov.blad no 33) overgelegde aangifte-biljetten wegens het patentregt van schippers.
Ik verzoek UEA wel te willen zorg dragen dat deze biljetten op het register der patentschuldigen van het dienstjaar 1834 gebragt worden en dat dezelve, na onderteekening door het collegie van zetters, volgens het 2e lidl.c. van voormeld besluit aan den ontvanger der directe belastingen in uwe gemeente worden toegezonden, opdat deze daarmede zoude kunnen handelen, zoo als bij l.d van het bedoelde 2e lid is voorgeschreven.
De Controleur
Van Dooren

Aan boord ZM fregat Euridicé ter rede van Vlissingen den 31 Mei 1834

De vrijwillige Matroos M: Schroevers , dienende op deze bodem , is in de maand Maart j.l voor eenige dagen met verlof naar Costy vertrokken waarvan in het laatste dier maand een door den te Arnemuiden practiserend geneesheer een certificaat aan mij is toegezonden houdende gemelde Schroevers ernstig ongesteld en op dat ogenblik niet in staat was naar boord te retourneeren zonder na dien tijd iets regtstreeks verder van dezelve te hebben vernomen; doch tans van ter zijde geïnformeert ben, dezelve weder hersteld is tenminsten zooverre van weder na boord te kunnen komen, en dagelijks over straat loopt; mogt deszelfs herstelling egter niet zoo radicaal zijn dat dezelve nog geneeskundig moet worden gejoigneerd , kan zulks aan boord ook plaats hebben, waar de menschen zeer goed verpleegd worden, en hetwelk voor gezegde matroos zeker veel menagieuser zal zijn, en daar en boven deszelfs soldij blijft genieten, hetwelk tans het geval niet is.
Ik verzoek UEG bij deze ten vriendelijkste gemelde matroos M. Schroevers wel ten serieuste te willen doen aanzeggen, van zig onverwijld naar boord te geven, daar ik bij een langer verblijf mij genooddwangd zoude zien andere middelen te moeten besigen, die dezelve groote kosten en onaangenaamheden zouden veroorzaken.
Den Kapitein ter Zee kommandant
Namens den zelve
Den administrateur van opgemelde fregat
Handtekening

Hoofdkwartier Middelburg
Den 6e Junij 1834

Ik heb de eer UEA te informeren dat ik uit aanmerking van het mij door Uwe Coll: daartoe gedaan verzoek bij missive van den 5e dezer no 76 aan Joost van Belsen Schutter bij de afd: Zeeuwsche Schutterij nogmaals eene verlenging van verlof voor twee maanden toesta en daarvan kennis heb gegeven aan den Chef van genoemde Afdeeling
De Luitenant Generaal Opperbevelhebber der Troepen in Zeeland
De Kok

DEPARTEMENT
VAN
MARINE
‘sGravenhage ,den 16 Junij 1834

Ik heb de eer UEA te doen toekomen 6 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine,ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden met verzoek den stukken, wel aan de belanghebbenden, tot uwe gemeente behoorende ,te willen uitreiken
De Secretaris-Generaal bij het departement
Van Marine
Quarles van Ufford

Namen

2724 K.L.Meulmeester f.10
2731 B.Klaase f.10
575 A.A. de Ridder f. 5
578 G. de Ridder f. 5
579 M. de Marée f.10
580 G. de Ridder f. 5

ZM Kanonneerboot no 79
Reede Rammekens 18 Junij 1834

In antwoord op UEA schrijven van 14 Junij 1834
Heb ik de Eer UEA ter kennis te brengen dat, het daarin gedanen aanzoek tot prolongatie van verlof ten behoeve van de Matroos M: van Belsen door mij wordt toegestaan , met verzoek de hier bijgaande verlofpassen aan hem te willen laten overhandigen.
De Kommanderende officier
Van ZM Kanonneerboot no 79
Handtekening

BEWARING
VAN HET
KADASTER
PROVINCIE ZEELAND
KANTOOR
MIDDELBURG

Middelburg den 20 Junij 1834

Ik neem de vrijheid UEAhier nevens toe te zenden ? stuks uitnoodigings Biljetten opgemaakt naar aanleiding van Art: 25 der Verordeningen tot instandhouding van het Kadaster met verzoek om dezelve aan de belanghebbenden te willen doen uitreiken en hun in de gelegenheid te stellen om ter Secretarij Uwer stad die inlichtingen te bekomen welke zij mogten benoodigt hebben om de vereischte verklaringen te kunnen doen opmaken.
Het zij mij overigens vergund om ter vermijding van briefwissel soortgelijke stukken voortaan aan UEA onder bloot couvert te mogen toezenden.
De Controleur Bewaarder
Van het Kadaster
Handtekening

Sas van Gent den 22 Junij 1834
Ik heb de eer UEA Burgemeester te informeren als dat de Fuselier Meulmeester Klaas welke thans zich met verlof bevind in uwe gemeente een prolongatie van 14 dagen heeft bekomen welke thans op den 16 Junij is ingegaan met verzoek om genoemde Fuselier daar mede bekend te maken.
Ik heb de Eer UEd dienaar
Handtekening

Middelburg den 15e Julij 1834
Onderwerp: Verlof Milicien R: van Belsen
Achtervolgens eene aan mij gerigte Missive van Zijne Excie den Minister van Binnenlandsche zaken van den 5e dezer no 146 4e afd: heb ik de eer UEG bij deze te informeren dat ten gevolge van de door UEG aan de Departementen van Binnenlandsche zaken en van oorlog gezonden missive houdende verzoek om verlenging van verlof voor den bij de 9e afdeeling staande Milicien Robbert van Belsen, voor ditmaal door gemelden Heer Minister geene zwarigheid is gemaakt om aan dit aanzoek dadelijk te voldoen, zoo dat door het departement van oorlog order is gegeven om aan voorn: Milicien eene verlenging van verlof voor den tijd van drie maanden te verleenen.
Ik word tevens bij die Missive uitgenoodigd om aan UEG de onregelmatigheid van het doen van dusdanige aanzoeken te doen opmerken, gelijk ik zulks de eer heb te doen bij deze; met verzoek om voor het vervolg dergelijke aanvragen zoo UEA niet moge vermeenen de bemoeijing deswege aan de belanghebbende te moeten overlaten, niet onmiddellijk aan de departementen in te zenden, maar daartoe in de eerste plaats mijne tusschenkomst te gebruiken in overeenstemming met het bepaalde bij art: 97 van het reglement van Bestuur ten platten lande
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid
Sprenger
Lid der GS

DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage , den 31 Julij 1834
Na de ontvangst van uwen brief van den 14 dezer no 90 ten geleide eenen declaratie en bijlage van den vrijwilligen Matroos M: Schroevers wegens loodsdiensten in November en December 1833 bewezen aan boord van ZM Kanonneerboot no 24 voor Antwerpen groot f.26 heb ik, daar deze pretensie volgens de wet verjaard was, en dus niet meer op de gewoone wijze vermogt voldaan te worden, aan ZM voorgedragen, om dezelve bij wijze van Gratificatie aan den vermelden schepeling te goed te doen, op grond van de onmogelijkheid waarin de declarant zich in der tijd had bevonden om zijne schuldvordering binnen den bij de Wet bepaalden termijn te doen gelden.
Ik heb de eer UEA te informeren dat het den Koning behaagd heeft, op deze mijne voordragt gunstig te beschikken, ten gevolge waar van op heden, aan den kommandant van ZM Fregat Euridicé aan boord van welken bodem de Matroos Schroevers is dienende een mandaat van f.26- wordt toegezonden.
De Directeur Generaal
Voor de Marine
Handtekening

Hoofdkwartier Middelburg
Den 6e Augustus 1834

In antwoord aan UEA missive van gisteren no 94 heb ik de Eer UEA te informeren , dat mits deze door mij opnieuw eene verlenging van verlof voor twee maanden wordt toegestaan aan Joost van Belsen schutter van de afd: Zeeuwsche mobiele Schutterij, en dat ik daarvan kennis heb doen geven aan den Kommanderenden Officier van dat korps
De Luitenant generaal
Opperbevelhebber der Troepen in Zeeland
De Kok

Middelburg den 6e Augustus 1834

Met verzoek hetzelve op den voet van het bepaalde bij art: 28 der resolutie van den Heer Minister van Financiën van den 22e Julij 1819 no 833 ter invordering aan den belanghebbenden ontvangen te verzenden, heb ik de eer UEA hier nevens te doen toekomen, het door den Heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie op den 31e Julij j.l executoir verklaarde kohier van het patentregt voor het dienstjaar 1834.
Het zal mij aangenaam wezen van den dag der afkondiging van het Kohier kennis te bekomen.
D Controleur
Handtekening

Vlissingen, 10 Aug: 1834

Ik betuig UEA mijne dank voor de gegevene inligtingen omtrent de Vuuren van Schouwen.
Daar ’t waarschijnlijk is zeedert 1 Julij l.l. deeze Vuuren beter en helderder branden als bevoorens, zoo neeme ik de vrijheid uw Edele Achtbaare te verzoeken nogmaals de goedheid te hebben de Vissers van uwe stad bij gelegenheijd te vraagen of ook meene bespeurt te hebben dat deze Vuuren zeedert beeter branden, of niet en mij deswegens te onderrigten
Met Hoogachting tekene
Edele agtbaare Heere
De Onder Inspecteur over het Lootswezen.
Westerholt
.n.b. dit stuk is enigszins beschadigd en aan de rand onleesbaar !

DEPARTEMENT
VAN MARINE
’s Gravenhage, den 21Augustus 1834
Ik heb de eer UEA te doen toekomen 5 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten , uit hunnen soldij afgestane maandgelden , met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbende, tot uwe gemeente behoorende, te willen doen uitreiken.
De Secretaris-Generaal bij het departement
Van Marine
Handtekening
4010 B. Klaase f.5—
1007 A.A. de Ridder f. 5-
1010 J.H.Grootjans f.10-
1011 G. de Ridder f. 5
1012 M. de Marée f. 10

Middelburg den 30 Augustus 1834
BEWARING
VAN HET
KADASTER
PROVINCIE
ZEELAND
EERSTE ARRONDISSEMENT
KANTOOR MIDDELBURG
Onderwerp: verklaringen voor eigendomsovergangen
Eenige plaatselijke besturen verkeeren in het denkbeeld dat het indienen der verklaringen bedoeld bij Art: 25 der verordeningen tot in standhouding van het Kadaster noodeloos is voor zoodanige eigendomsovergangen, welke uit memoriën van aangifte van nalatenschappen blijken, en vermeenen dat die verklaringen eerst dan te pas komen wanneer eene scheiding en verdeeling der goederen is tot stand gebragt.
Ik vind mij derhalve verpligt om de Heeren Burgemeesters der steden en gemeenten onder den kring van mijn kantoor gelegen te kennen te geven: “dat het met scheiden van eene nalatenschap, in welke vaste goederen betrokken zijn, de opmaking der verklaring bedoeld bij Art: 25 der gezegde verordeningen niet belet, maar dat integendeel dat stuk een wezenlijk vereischte is, zoo tot ordelijke bijhouding der aanwijzende Tafels en Leggers als tot constatering der eigendomsregten, en het is ook tot bereiking van dat tweeledig doel dat het departement van financiën bevolen heeft dat alle memoriën van aangifte door de ontvanger der Registratie ter kennis moeten gebragt worden van de bewaarders van het Kadaster en aan de laatsten de verpligting heeft opgelegd om aan die memoriën dat zelfde gevolg te geven hetwelk op het stuk van voordragten enz is voorgeschreven ; en het denkbeeld waarin sommigen vervallen zijn dat het overlijden van eenen grondeigenaar wiens nalatenschap onverdeeld door zijn erven bezeten wordt geen verandering in de kadastrale stukken teweeg brengt is derhalve als verkeerd te beschouwen “
Ik zal deze stelling met een voorbeeld trachten te bewijzen:
“Het blijkt uit eene memorie van aangifte dat Johanna Neeltje Boks te Aagtekerke, onder anderen in de Gemeente Biggenkerke grondeigendommen heeft nagelaten, welke bij haar overlijden zijn overgegaan aan Maarten en Jan Boks;- die eigendommen zijn waarschijnelijk de 10 perceelen voorkomende onder Art: 22 van de Legger ten name van Maarten Boks en die dus, dit zoo zijnde thans met uitsluitend aan Maarten, maar ook aan Jan Boks behoren en alzoo een gemeenschappelijk eigendom worden “blijven deze eigendommen nu bij gebreke van eene verklaring zoo als gevraagd is als het eenig en privé eigendom van Maarten Boks staan; dan is bij het Kadaster, hetwelk is aangenomen om tot meerder einden dan de heffing der grondlasten te dienen, het mede eigendomsregt van Jan Boks onbekend en verkrijgt de eerstgenoemde in het vervolg in zijn privé en afgescheiden van den tweeden, meerder eigendommen, dan worden die ( altijd bij gebreke van de verklaring) op hetzelfde Artikel dat hij thans in den Legger beslaat, geboekt, en alzoo de eigendommen die hij in gemeenschap bezit, met degeen die hij eenig en alleen verkregen heeft, verward, terwijl in den regel de goederen die hem in privé toekomen onder een afzonderlijk Artikel behooren geboekt te worden.
Ik vlei mij dat Heeren Burgemeesters na deze opheldering zullen overtuigt zijn van de noodzakelijkheid om de belanghebbende aan te sporen de indiening der bij de verordeningen voorgeschreven verklaringen niet te verzuimen,terwijl ik tenslotte moet opmerken dat voor zoo veel de grondbelasting van onverdeeld bezeten goederen betreft, de eigenaren wier namen enz. duidelijk inde 12e en 13e Kolom der opgave ( zie het gedrukte Model bij de plaatselijke besturen voorhanden) behooren omschreven te worden., bevoegd zijn om te verklaren of zij de boeking verlangen op derzelver gemeenschappelijken naam, dan wel op dien van een hunner met bijvoeging der woorden : en medeEigenaren of eindelijk op naam van den overledenen met bijvoeging; de Erven van; hetgeen in de 14e Kolom zal behooren vermeld te worden
De Controleur
Bewaarder van het Kadaster
Handtekening.

De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Onderwerp: Ontslag Veldwachter
Disponerende op het rekwest van Klaas Flinck Veldwachter der Gemeente Arnemuiden en Kleverskerke ten einde uit die betrekking te mogen worden ontslagen
Besluit
1e Klaas Flink, veldwachter der Gemeenten Arnemuiden en Kleverskerke wordt uit die betrekking met den 1e September aanstaande op zijn verzoek eervol ontslagen.
De Burgemeester van Arnemuiden zal toezien dat door den aftredenden veldwachter het bepaalde bij art: 19 van het reglement worde opgevolgd en dat gevolgelijk door hem worde overgebragt en tot nadere beschikking worde bewaard al deszelfs kleeding, equipements en wapeningstukken, benevens zijn zakboekje en het inder tijd verstrekte exemplaar van het Reglement van den 26 Julij 1829.
Extract etc
De Griffier der Staten
Van der Heim

Aan boord ZM Fregat Euridicé
Ter Rheede Vlisingen den 6e September 1834

Daar den op dezen Bodem dienende vrijwillige Matroos M. Schroevers voor 8 dagen gelden permissie heeft bekomen zich voor 24 uren naar Arnemuiden te begeven en tot heden noch niet aan boord dezer bodem is geretourneerd , heb ik de Eer UEA te verzoeken , de nodige recherches naar gem: persoon te laten doen en dezelve aan te raden zich op ontvangst daarvan naar herwaarts te begeven , zullende ik anderzints genoodzaakt zijn dezelve als deserteur op te geven en als zoodanig naar hier door hellebaardiers doen brengen
De Kaptein ter Zee
Courneille Dubekauff ??
Aan Boord ZM Fregat Euridicé
Ter Reede Vlissingen den 19 September 1834

Den ontvang van UEA misive d.d. 16 e accuseerende , heb ik tevens de Eer te berichten dat daar den vrijw: Matroos M. Schroevers bij herhaling misbruik heeft gemaakt van het aan hem van tijd tot tijd verleende verlof , door over de hem bepaalde tijd uit te blijven, het door UEA voor hem gevraagde verlof , niet kan worden toegestaan.
De Kapitein ter Zee
Courneille Dubekauff ?/

DEPARTEMENT
VAN MARINE

’s Gravenhage, den 22 September 1834

Hierbij gaan 5 soldijbrieven strekkende ter voldoening der daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine: uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek die stukken wel aan de belanghebbenden te willen aanbieden.
De secretaris-generaal bij het Departement
Van Marine
Quarles van Ufford

4566 B. Klaase f.5=
1179 A.A. de Ridder f.5==
1181 G. de Ridder f.5
1182 M. de Marée f.5=
1183 J.K.Grootjans f.10=

DEPARTEMENT
VAN MARINE
’s Gravenhage , den 6 October 1834

Met verwondering uit den brief van den 2 dezer no 119 vernemende dat bij UEA niet zoude ontvangen zijn de soldij brieven voor Maand gelden over de maand Junij l.l. voor de daarbij betrokkenen bloedverwanten van vrijwilligers bij Zijner Majesteits Zeemagt dienende ; haast ik mij UEA te kennen te geven ; dat bij mijn brief van den 21 Julij l.l.no 77, welke den 25e daaraanvolgende van hier is geexpedeerd, aan UEA zijn toegezonden geworden zeven stukken soldijbrieven, ter voldoening der maand gelden over de maand Junij l.l. aan de navolgende
Bloedverwanten als
K.L. Meulmeester ad f.10=
B.Klaase f.5=
A.A. de Ridder f. 5=
J.K.Grootjans f. 10
M de Marée f.10
G. de Ridder f. 5=
Welke, indien dezelve niet bij Uw EA zijn ontvangen in het ongerede zouden moeten geraakt zijn, en waaromtrent ik dan verzoeke dat onderzoek bij de post Directie worde gedaan, wat nu verder aanbelangt de vermindering der delegatie voor B: Klaase en M. de Marée van Tien op vijf Guldens ’s maands zulks is geschied op het verlangen der schepelingen, welke zich daaromtrent aan dit departement hadden geadresseerd.
De Directeur Generaal
Voor de Marine
Handtekening

Middelburg, den 14 October 1834
Afdeeling Zeeuwsche
Mobiele Schutterij
3e Bataillon
Tegen de maand November zal alhier eene Inspectie worden gehouden over Kleeding en Wapening, waarvan de met onbepaald verlof zijnde Onder-Officieren en Manschappen voorzien zijn.
Voor het 3e Bataillon op Zaturdag den 15e November des morgens 10 uren in de Kazerne.
N.B. Voor Arnemuiden op Zaturdag: dan waren de vissers terug in hun stad..
Dat de Heeren Officieren welke buiten de Standplaatsen van hun Bataillon hunnen domicilie hebben, alsmede de Inspectie niet behoeven bij te wonen
Dat diegeene, der met onbepaald verlof zijnde Onder-Officieren en Manschappen, die bij de Inspectie ontbreken, of zich gedurende dezelve niet behoorlijk gedragen, of hunnen Kleeding hebben verwaarloosd, disciplinair zullen worden gestraft, in zoover er geene termen bestaan om hun aan de Krijgsraad over te geven.
En eindelijk, dat het reisgeld voor de heen-en terugreis, bij het Bataillon zal worden uitbetaald.
De Kapitein kommanderende
Ad interim bovengenoemd Bataillon
Handtekening

Afdeeling Zeeuwsche
Mobiele Schutterij
2e Bataillon
Middelburg, den 14 October 1834

Voor de Mobiele Rustende Schutterijen zal tegen de maand November een Inspectie worden gehouden over Kleeding en Wapening der met verlof zijnde Onder-Officieren en Manschappen: op Dingsdag den 4e November des morgens 10 uren in de Kazerne.
Zie voor eensluidend vervolg hieraan voorafgaand stuk
Handtekening van de kommanderende Majoor

Aan boord Z:M; Fregat Minerva
Vlissingen den 16 October 1834

Ter beantwoording UEG: Schrijven in dato Arnemuiden 14 dezer no 125
Heb ik de eer te melden nog den ondergetekende nog de schrijver de magt hebben iets hoe ook genaamd van overledene uit te betalen of nagelatene goederen aan de Erfgenamen af te geven.
Om de afrekening die nagenoeg die niets wezen zal aangezien dien man zijne soldijen hebben stilgestaan zo lang deze met verlof te Arnemuiden geweest zoo als op zijne verlofpas was vermeld te bekomen moeten de Erfgenamen zich bij het Departement van Marine aanmelden als mede om zijne weinige nagelaten goederen.
Hetgeene reeds aan de kommandeerende officier voor Veere geschreven heb in dato dezer bij no 844 ter beantwoording van het verzoek zijner bloedverwanten die zijne nagelatene goederen verlangde.
De Kapitein ter Zee
Z.L. Spengler

Afdeeling
Rijks uitgaven

Extract uit het Register der Resolutiën van den Minister van Financiën
’s Gravenhage; den 21 October 1834

De Minister,gehoord het gerapporteerd door den Administrateur van ’s Rijks Uitgaven, op het adres van den Heer C.D. Baars, Burgemeester van Arnemuiden Zeeland voormaals plaatselijk Ontvanger van genoemde Gemeente
Daarbij restitutie verzoekende van de som van drie honderd Gulden
Die hij wegens borgtogt in zijne gemelde voormalige qualiteit in kontanten in de schatkist heeft gestort, daartoe nevens het vereischte quitus wegens zijne gehoudenen administratie, overleggende de akte van inschrijving en recepissen van fournissement van gemelde som, sub no 4193.
Heeft goedgevonden en verstaan, accorderende het gedaan verzoek, het adres en de bijlagen te stellen, zoo als geschiedt bij deze, in handen van den Administrateur voornoemd, met autorisatie:
1e Om de akte van inschrijving te roijeren, zoo wel als de aanteekeningen die wegens dezelve op de registers van dit departement voorkomen; zullende die akte vervolgens worden gezonden naar de Algemeene Rekenkamer, ten einde aldaar mede te worden geroijeerd en wijders gedeponeerd.
2e Om ter uitbetaling van gemelde som van f.300
En van de daarop de sedert den 1e Julij j.l. tot op de laatsten dezer maand ter somma van f. 4 verschuldigde interessen, op te maken en verder gevolg te geven aan de noodige aanvragen tot betaling ten behoeve van den adressant.
Hiervan extract
De Secretaris-Generaal
Handtekening

Aan den Achtbaren Raad der Stad Arnemuiden

Geeft met verschuldigden Eerbied te kennen Francois van Eenennaam, broodbakker wonende te Arnemuiden , dat de suppliant aan zijn zaagselkot staande achter deszelfs woning en uitkomende op de Zuidzijde van de Wal, door de onvrijheid waarin hetzelve gelegen is; van tijd tot tijd door de aldaar loopende jongesn degradatiën moet ondervinden, dat bij eene niet spoedige herstelling, door onvoorzichtigheid van de aldaar voorbijgaande lieden met brandende pijpen, groote onheilen zouden kunnen te weeg brengen, waardoor niet alleen de Suppliant van zijn geheele bestaan zoude beroofd worden, maar waardoor deze gemeente aan de grootste rampen zoude kunnen worden bloodgesteld .
En daar voor het zaagselkot aan de wal een plaatsje grond is, hetwelk aan de stad behoord, en waar van de pachter van die grond hoegenaamd geene voordeelen trekt, daar hetzelve niet begroeid is, dan alleen er op die plaats een boom staat, welke in eigendom aan de Stad behoord en die de Suppliant desverkiesende tegen taxatie wilt overnemen.
Redenen waarom de Suppliant zich eerbiedig is wendende tot UEA met eerbiedig verzoek dat het UEA moge behagen den Suppliant die grond te vergunnen. En alzoo van het Schut van zijn vader tot aan het einde van zijn zaagselkot of tot aan den uitgang van deszelfs buurman af te heinen, waardoor zijn zaagselkot en deze gemeente voor dergelijke ongelukken grootendeels zoude bevrijd wezen
’t Wel doende
F. van Eenennaam
Arnemuiden
23 October 1834

DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage , den 24 October 1834

Ik heb de eer UEA te doen toekomen 5 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbende tot uwe gemeente behoorende, te willen uitreiken.
De Secretaris-Generaal bij het Departement van Marine
Quarles van Ufford.

5156 B. Klaase f.5=
1439 A.A. de Ridder f.5=
1142 J.K. Grootjans f.10=
1143 G. de Ridder f. 5=
1144 M. de Marée f.5=

DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage, den 3 November 1834

Den met ultimo October j.l. met onbepaald verlof van Zijne majesteit Korvet Komeet vertrokkene vrijwillige Matroos G. de Quelerij als zijn verblijf opgegeven hebbende in de stad Arnemuiden, zoo neem ik de vrijheid aangezien het als nu nader is gebleken, dat aan dien schepeling welke bij zijn vertrek aan den Lande was schuldig gebleven f.2.52. niet zijn uitbetaald geworden de over de maand September j.l. ten zijnen behoeve verstrekte f.15= gage, ter verrekening en voldoening van hetgeen hem als nu nog resto is aankomende aan UEA te zenden een soldijbrief ad f.12.48 met verzoek die wel aan hem te willen doen uitreiken.
Den Directeur Generaal
Voor de Marine
Handtekening

DEPARTEMENT
VAN
MARINE
‘s Gravenhage,

Bij onderzoek mij gebleken zijnde. Dat de zeven stuks soldijbrieven voor maandgelden , over de maand Junij j.l. aan UEA bij brief van den 21 Julij j.l. no 77 toegezonden als:
No 3330 ten behoeve van K.L. Meulmeester ad f.10=
No 3336 “ B. Klaase 5=
No 816 A.A. de Ridder 5=
No 819 G. de Ridder 5=
No 820 J.K. Grootjans 10=
No 821 M. de Marée 10=
No 822 G. de Ridder 5 =
En dewelke volgens brief van den 14 October no 124 niet bij UEA zijn ontvangen tot op heden toe bij ’s Rijks Administrateur te Middelburg niet zijn betaald geworden; en het dien ten gevolge daarvoor moet worden gehouden, dat die stukken in het ongerede zijn geraakt, zoo heb ik de eer UEA Duplikaten derzelve te doen toekomen, met verzoek dezelve wel aan de belanghebbenden te willen doen uitreiken, zijnde op de voldoening derzelve, door mij de nodige orders gesteld geworden.
De Directeur generaal voor de Marine
Handtekening

Middelburg den 10e November 1834
Onderwerp: Lossen van een geweerschot op een visschersschuit.
Tengevolge van het mij medegedeelde bij UEA Missive van den 20 October j.l. no 126 betrekkelijk het voorgevallenen op de Schelde den 15e bevorens, toen vanuit de kannonneerboot no 78 een geweerschot met scherp op de visschersschuit van Marinus Grootjans is gelost, heb ik dien aangaande nadere informatiën gevraagd aan Zijne Excie den Heer Vice Admiraal Directeur Kommandant der Marine te Vlissingen, door denwelken mij als nu wordt te kennen gegeven dat het bedoelde geweerschot gedaan is, ten einde de visschersschuit zoude bijdraaijen en in de veronderstelling dat het geweer met geene scherpe patroon geladen was, en dat daar tegen alle orde de marinier, die het geweer heeft afgetrokken op hetzelve een kogel had laten zitten, dezelve door den Kommandant der kanonneerboot ten strengste gestraft; uit het bovenstaande zal UEd: bemerken dat het voorgevallenen slechts aan achteloosheid is toe te schrijven, waarvan UEd: desgeraden oordeelende den schipper M. Grootjans kunt kennis geven.
De Staatraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch

Middelburg den 13 November 1834
Onderwerp: Betaling van gedane citatiën
Tengevolge van de bewezenen diensten door den Ambtenaar in uwe gemeente, welke met het citeren van manschappen en wagens op den dijk te Westkapelle in de maanden September en October des voorleden jaar is belast geworden, heeft de Centrale Directie van Walcheren goedgevonden, om aan zoodanigen Ambtenaar eene belooning naar evenredigheid van zijne verrigte werkzaamheden toe te kennen, waarvan ik de eer heb UEA bij deze te informeren, met verzoek om dien Ambtenaar in uwe gemeente daarvan kennis te geven; terwijl zijne som tegen kwitantie alhier bij den Ontvanger van Walcheren zal kunnen verkregen worden.
Voor den president
De Griffier van Walcheren
J.H. Schorer

Haarlem 18 November 1834
Ingevolge aanschrijving van het Departement van Oorlog dat: 13 dezer n. 47 heb ik de eer te verzoeken, de noodige orders te geven ten einde de manschappen op de andere zijde dezes vermeld, zich uiterlijk op den 30 dezer bij mijn onderhebbende depot onder de wapenen bevinden.
UEA Gelieve mij den ontvangst dezer te berigten, en tevens welke manschappen niet aan deze oproeping voldoen kunnen.
De Majoor kommanderende ’t Depot der 7e Afdeeling Infanterie
Handtekening
Nominative staat der miliciens welke ingevolge aanschrijving van het Departement van Oorlog de 13 November 1834 no 47 uit de gemeente Arnemuiden opgeroepen worden om uiterlijk op den 30 November bij het depot der afdeling te Haarlem present te wezen.
Blaas de Ridder van het Res. Bat: 4 Komp.
Johs Pieter de Nooijer idem

DEPARTEMENT
VAN
MARINE
‘s Gravenhage, den 21 November 1834
Ik heb de eer UEA te doen toekomen 4 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende te voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de Marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbenden tot uwe gemeente behoorende, te willen doen uitreiken.
De Secretaris-generaal bij het Departement van Marine
Quarles van Ufford

5642 A.A. de Ridder f.5=
5649 B.Klaase f.5=
1597 J.H. Grootjans f.10
1598 G. de Ridder f. 5

Vlissingen den 23 November 1834
Het bij UEA missive van den 12 dezer no 131 ten behoeve van de famillie van den overleden matroos Job Jobsen aangevraagde extract uit het Register van overlijden onlangs aan het departement van Marine aangevraagd en hetzelve als nu ontvangen zijnde zoo heb ik de eer UEA hiervan bij deze kennis te geven, als ook dat hetzelve bij deze Directie kan worden afgehaald tegen betaling van f.1,22 ½ voor zegel en legeskosten.
De Secretaris bij de Directie der Marine
Handtekening

Vlissingen 7 December 1834
Onderwerp: Omtrent het gevraagde dood extract
Van Jacob Jobsen
Nadat ik mij nader aan het Departement van Marine op UEA schrijven van den 24 November l.l. no 134 tot bekoming van een dood extract van den persoon van Jacob Jobsen heb geadresseerd, zoo ontvang ik alsnu van het zelve antwoord dat zoodanige persoon bij de Marine niet bekend is, maar wel zekeren Jacob Jacobsen geboortig van Arnemuiden gehuwd geweest met Jacomientje Lievense Meulmeester welke den 22 den 22 November 1830 als vrijwillige Matroos te Vlissingen aangenomen en den 15 mei 1832 overleden is op Z.M. Kanonneerboot no 10 welke men alsnu zoude kunnen beschouwen de bedoelde Jacob Jobse te zijn, vermits de bovengemelde Job Jobsen bekend staat als te zijn den zoon van Jacob Jobsen en Jacomientje Lievense Meulmeester.
Daar evenwel hieromtrent geene zekerheid bestaat en het alvorens ook op eene alleszins voldoende wijze zal moeten worden bewezen dat gemelde Jacob Jacobsen en de bedoelde Jacob Jobsen een en dezelfde persoon is, zoo heb ik de eer zooals de zaken nu staan er door het Departement van Marine geen doodbrief van Jacob Jobsen kan worden afgegeven.
De Vice Adm; Direct; komm. Der Marine
Gobius

Middelburg den 12 December 1834
Onderwerp: Schutterij
Ik heb de eer UEG te verzoeken den bijgaanden Staat betrekkelijk de Schutterlijke gesteldheid van den in uwe gemeente woonachtigen persoon van Hoek Jacobus te willen doen invullen en mij terug te zenden, als zijnde dezelve alhier voor den dienst gedesigneerd en op de bijzondere schuttersrol gebragt
De Wethouder der stad Middelburg belast
Met de zaken voor de Schutterij

Handtekening

Rotterdam. Den 13. December 1834
DE VICE-ADMIRAAL, DIRECTEUR
EN COMMANDANT DER MARINE
IN HET HOOFD-DEPARTEMENT
VAN DE MAAS
Onderwerp: met een medaille
Nader examinerende de resolutie van het Departement van Marine in dato 5 dezer LB no 44 waar bij
1e aan den Directeur en kommandant der Marine van de Maas wordt te kennen gegeven dat door de te Amsterdam bestaande kommissie van erkentenis voor de Strijders op de Citadel van Antwerpen en de Schelde, voor elk dier strijders eene medaille is vervaardigd, en dat het den koning bij besluit van den 17 November j.l. no 61 heeft behaagd, onder andere het departement van Marine te magtigen, om de bedoelde medaille aan de daarbij belanghebbende te doen uitdelen, onder bepaling echter dat deze bewijzen van aandenken, noch in derzelver ware grootte noch in kleiner formaat, openlijk zullen mogen worden gedragen, en dat alzoo aan gemelde Directeur en kommandant wordt toegezonden een zodanige Bronse medailles voor de vrijwillige matroos behorende tot de rolle van ZM te Hellevoetssluis gestationeerde wachtschip Amstel M. Schroevers
2e den gemelde Directeur en kommandant wordt uitgenodigd
a. Om deze medaille aan de braven verdediger der citadel van Antwerpen en bijliggende Forten namens de voornoemde kommissie op de meest plegtige wijze uit te reiken
b. Om aan de zoodanige die zich met verlof van boord bevinden, de medailles op de meest geschikte wijze te doen toekennen.
c. Om aan die Schepelingen nadrukkelijk te doen bekend maken, dat overeenkomstig de bij Hooggemeld besluit gemaakte bepaling, deze medaille niet openlijk op de eene of andere wijze mogen worden gedragen.
d. Om bij de uitgifte der bedoelde medaille naauwkeurig te doen nagaan, dat zulks door gelijkheid van naam aan geen verkeerde persoon plaats hebbe, kunnende zulks genoegzaam blijken, daar ieder die deze medaille bekomt, ook versiert moet zijn, met het door den koning ingestelde onderscheidingsteken voor de verdedigers der Citadel en bijliggende Forten
e. Om wanneer deze bedoelde Schepeling zich onverhoopt door deszelfs slecht gedrag zich dit vernieuwde gunstbewijs mogt hebben onwaardig gemaakt, als dan die medaille niet uit te reiken, maar daarvan met terugzending derzelve aan het Departement van Marine te rapporteren.
f. Om aan dien Schepeling wanneer deszelfs naam niet juist op die medaille is vermeld, te kennen te geven dat zulks door de min naauwkeurigheid der vroeger ingekomen lijsten van ZM Zeemagt op de Schelde is veroorzaakt en dat daar in als nu geen verandering kan
worden gemaakt.
En in aanmerking nemende dat de vrijwillige Matroos M. Schroevers zich thans met onbepaald verlof van ZM Wachtschip Amstel te Arnemuiden bevind
Brengt den inhoud van voorm: KB en resolutie van het Departement van Marine bij deze ter kennis van den Heere Burgemeester van Arnemuiden onder bijvoeging van voorm; medaille en met uitnodiging om dezelve onder in achtneming van het hiervoren voorgeschreven aan de gemelde vrijwillige Matroos M. Schroevers op een plegtige wijze te willen uitreiken, en aan hem paragraaf c van artikel 2 dezer resolutie speciaal bekend te maken,ten einde die vrijwillige matroos zich daar naar gedragen, met verder uitnodiging om wel te willen letten dat de uitreiking der verm: medailles niet aan een verkeerde plaats heeft, en dezelve ook niet worden uitgereikt wanneer onverhoopt die Schepeling zich dit gunstbewijs onwaardig gemaakt, als mede om bij aldien deszelfs naam niet juist op de medaille vermeld staat, hem daar van de redenen in paragraaf F van voorm: artikel 2 vermeld kennelijk te maken; verzoekende den Vice Admiraal Directeur en kommandant tevens van hem Burgemeester berigt van den goeden ontvang en eventuele uitreiking dier medaille aan de eigentlijke belanghebbende te mogen toekennen
Handtekening

Middelburg den 15e December 1834
De Staatsraad Gouverneur van Zeeland zend hierbij aan de Burgemeester van Arnemuiden een Ordonnancie van betaling met verzoek deze aan de belanghebbende, tegen ontvang van de daarop verschuldigde Zegel-en leges-gelden, te doen toekomen; en deze aan de provinciale Griffie te willen overmaken
Nummer 23532 datum 31e October 1834 t.b.v. Gemeentebestuur van Arnemuiden
Bedrag: f.19,95
In dit geval geen zegel-en legeskosten
De Staatsrad Gouverneur voorn:
Van Vredenburch

Bergen op Zoom den 20 Dec: 1834
Circulaire
Daar het aan de Miliciens tot de ligtingen van de jaren 1826, 1827 em 1828 behorende van wege den Koning vergunt is, om met onbepaald verlof naar hunne haardsteden te mogen vertrekken, en den Fuseliers van Belsen R: van mijn onderhebbend Bataillon, zich thans met onbepaald verlof in uwe gemeente bevindend, hiervan ook mag in de Jouissering ; zoo verzoek ik UEA gedachte Militair wel met medeneming zijner kleeding en Wapening en zoo spoedig naar Utrecht te dirigeren, dat den zelven zich den 27e dezer aldaar bevindt, en hem tevens te gelasten zich bij zijne aankomst bij den Heere Kommanderende Officier van het Depot der Afdeeling aan te melden, ten einde zijne wapening en vereischte kleedingstukken te deponeren, waarna hij alsdan weder naar zijne haardstede kan terugkeren; UEA verzoekende mij wel na verrichting hiervan, kennis te doen geven.
De Majoor kommanderende het
2e BatT: der 9e Afd; Inf;
Handtekening

DEPARTEMENT
VAN
MARINE
’s Gravenhage, den 22 december 1834

Ik heb de eer UEA te doen toekomen 2 soldijbrieven aan de ommezijde vermeld, strekkende ter voldoening der door de daarbij vermelde vrijwilligers bij de marine, ten behoeve van de daarbij aangeduide bloedverwanten, uit hunne soldij afgestane maandgelden, met verzoek deze stukken, wel aan de belanghebbende, tot uwe gemeente behoorende , te willen uitreiken.
De Secretaris--Generaal bij het departement
Van Marine
Quarles van Ufford

6063 A.A. de Ridder f.5
6069 B. Klaase f.5

Vlissingen 20 December 1834
Onderwerp: Doodextract van
Jacob Jobsen
Op het nader schrijven door UEA bij missive in dato 12 dezer no 141 heb ik mij ten derdemale aan het departement van Marine geadresseerd ter verkrijging van het door UEA verlangd wordende dood-extract van zekeren Jacob Jobse, waarbij ik ook niet gemankeerd heb over te leggen den hierboven aangehaalden van UEA ontvangen brief en waarop ik alsnu van gemeld Departement de uitnoodiging bekomen heb om aan UEA te kennen te geven dat de door u ten dien opzigte gegevene inlichtingen in geenen deele voldoende zijn bevonden om den naam van den in de rolle Minerva bekenden vrijwilligen matroos Jacob Jacobse te veranderen in dien van Jacob Jobse en daarom een dood-extract af te geven, maar dat te dien einde zal behooren te worden overgelegd eene acte de Notorité door de bevoegde autoriteit opgemaakt, aanduidende de identiteit des persoons.
Ik heb de eer UEA hiervan bij dezen te informeren , als ook dat indien UEA mij nader zoodanig stuk als in dezen bedoeld, zult willen doen toekomen. Ik mij alsdan nader ter verkrijging van het verlangde dood- extract aan het Departement van Marine zal addresseren en hetzelve bekomen hebbende , daarvan kennis zal geven en hetzelve tegen betaling van Zegel & leges alhier te kunnen doen afhalen.
De Vice Admiraal Directeur
& kommandant der Marine
Gobius

3e gedeelte
Ziet er uit als een kladexemplaar.

Heden den 20 Mei 1834
Compareerdenvoor mij C.D.B.
Burgemeester der Stede Arnemuiden Cornelis Siereveld visscher en deszelfs huisvrouw Maria Meerman alhier woonachtig dewelke ons klagelijk te kennen gaven , dat in den verloopene nacht eene daad aan hunne woning was gepleegt die van de treurigste gevolgen had kunnen zijn, hierin bestaande zoals zij verder verklaarden:
Dat in den nu verloopene nacht zij te bedde zijnde tusschen half één en één uuren de tweede comparante aan haren ramen van hunne woning in de Langstraat Letter A no 30 eenig gerammeld hoorde, overend was gerezen, en eenig licht zag, door de blinden, doch meende zoo als zij ook aan haar Echtgenoot zeide het weerlichten,dan noch eenige oogenblikken hare oogen vestigde op hare blinden ontdekte het licht vermeerde en doen vermoeden het brand was, dadelijk beide zijn uit het bed gekomen, en de blinden opende, zagen zoo de beneden als de boven gordijntjes voor dat zijnde een schuifraamtje vollen in vlam stond, waarop zij met het water dat zij den avond te vorent in huis had gehaald, met oogmerk om heden haar goed te waschen, en in een tob(be) stond aangezien aan die woning geen regenbak is, hebben gebruikt om het te blusschen,waarin zij gelukkig geslaagd zijn
Dat zij tweede comparante zoo ongekleed ? op de straat is gekomen en aan een Cornelia de Nooijer dochter van Jacob de Nooijer, visscher, en Grietje Adriaans de Ridder , die over hun deur woonde, vraagde of zij niet gezien had wien zulks gedaan had en haar ten antwoord gaf ja een jongen van Zeuge ? bijnaam genaamd Lieven circa 17 jaren en zoon van Jacob Lievensen Meulmeester en van Neeltje Blaasse, leurder, alhier woonachtig die met een brandende kaars een papier dat voor een gat van een glas was digt gemaakt in brand had gestoken, en daarop zich verwijderd had,terwijl zij daarna het zelfde hebben vernomen van een Boudewijn Schroevers alsnog ? 18 jaren, zoon van Hubregt Robbertsen Schroevers visscher en Adriana Boudewijnse en van Job Jobsen oud circa 16 jaren . zoon van Adriaan Jobse, visscher en van Elisabeth Rijkse beide mede hier woonachtig, terwijl eene Adriaan Meerman, scheepsmakersknegt alhier mede wonende, hebben verstaan hij die daad niet had gezien, echter gemelde Lieven Meulmeester met eene brandende kaars had zien loopen.
Waar op door ons hedenmorgen daarvan Inspectie hebben genomen door ons is bevonden, dat aan de eerste ruit aan de oostzijde van het raam een papier was geplakt dat gedeeltelijk was verbrand en de gordijntjes van boven als beneden mede voor het grootste gedeelte verbrand waren en zelfs de verf van de blinden en van den bovendorpel van het kassijn(kozijn) was gebladerd(geblakerd) en duidelijk te zien is , zulks door de vlam van de gordijntjes is veroorzaakt, waarop wij dezelve hebben aanbevolen alles in dien staat te laten, gelijk het zich nu bevind, en de uitgebluschte stukken gordijntjes te droogen en het naer ? order te bewaren
En hebben wij ……..
Hier stopt het stuk abrupt.