Zeeuws Archief Inventaris van de Archieven van de Gemeente Arnemuiden
Ingekomen Stukken en afschriften van uitgane stukken 1835 1e halfjaar
Toegangsnummer 1200, Inventarisnummer 109
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Wering Bedelarijen
Daar er in onze Gemeente een aanhoudend toezicht word gehouden op de wering der bedelarij en geen bedelende personen zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden in de laatste drie maanden van het afgeloopenen jaar, zoo hebben wij de eer Uw Excie hiervan kennis te geven..
De Burgem:
C.D. B
Den 2 Januarij 1835
Idem
Onderwerp: Berigt maten & gewigten
Wij hebben de Eer Uwe Excie te berigten dat er in onze Gemeente aanhoudend toezicht plaats vind op het gebruik der nieuwe maten & gewigten, en dat gedurende de laatste drie maanden van het afgeloopen jaar geene overtredingen op de deswegens gemaakte bepalingen zijn ontdekt geworden.
De burgem;
CDB.
Den 2 Januarij 1835
Idem
Onderwerp: Staat Broodzetting.
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Excie te doen toekomen den Staat der Broodzetting over de laatste drie maanden van het afgeloopene jaar, zooals die naar opgave der marktprijzen van de granen, alhier is geregeld geworden, overeenkomstig het besluit van Heeren GS van den 2e Mei 1828 ( P.B. no 780
De Burgem:
CDB
Den 2 Januarij 1835
Idem
Onderwerp: Fabrieken, Trafieken of werkwinkels
Wij hebben de eer Uw Excie te berigten dat gedurende het afgeloopen jaar 1834 geene veranderingen zijn voorgevallen in de Fabrieken Trafieken welke in deze Gemeente worden gevonden etc
Den 2 Januarij 1835
Idem
Onderwerp:Stierhouders & keurmeesters
Naar aanleiding van het bepaalde in het reglement op de stierhouders & keurmeesters van den 20 April 1817 hebben wij de eer uwe Excie te berigten dat nog dezelve persoon Antheunis Boogaerd alhier stierhouder is en dat met betrekking tot de keurmeesters geene verandering is voorgevallen.
De Burgem:
C.D.B
Den 2 Januarij 1835
Idem
Nevens deze hebben wij de Eer aan Uwe Excie te doen toekomen den Staat van bevolking dezer Gemeente, zooals die was op den 31 december 1834, zoo mede de Staten van geboorte en sterfte met de daarbij behoorende tabel van het vorig jaar, terwijl in den loop van dat jaar tien Huwelijken zijn voltrokken en geen echtscheiding heeft plaatsgehad.
De Burgem:
C.D.B
Den 3 Januarij 1835
BEKENDMAKING
Klad
Burgemeester & wethouders der stad Arnemuiden maken bekend dat uit hoofde der gedurige verhuizingen en de slegte kennisgeving daarvan van eenige ingezetenen dezer gemeente geene mogelijkheid bestaat om het register der bevolking in goede order te kunnen houden..
B en W verwittigen mitsdien alle ingezetenen dat voor het jaar 1835 een nieuwe register van bevolking is aangelegd om hetzij bij verhuizing van de eene naar de andere woning, of dat iemand bij hun komen inwonen of welke verandering er ook bij hun plaats mogt vinden om daarvan binnen de 2 maal 24 uren bij den secretaris der gemeente aangifte van moeten komen doen en het wijk en nummer van hunne nieuwe betrokkenen woning aan gemeente Secretaris alsdan mede te deelen..
Ten einde de ingezetenen in staat te stellen het wijk & nummer hunner woning te kennen, zoo worden alle Eigenaren van woningen uitgenoodigd, waar zulks mogt ontbreken om zorg te dragen dat met ultimo Januarij de letter en volgnummer in olieverw ter grootte van 50 strepen aan de post der aan of op eene andere zigtbare plaats gesteld wordt.
Zullende de Burg: & Weth: van de goede uitvoering dezes zich overtuigen en de nalatige gestraft worden met een boete van ( zie het reglement) goedgekeurd bij Zijne Majesteit Besluit van den 27 October 1825 no 96
De Burgem:
CD B
Den 3 Januarij 1835
Aan Heeren GS van Zeeland
Bij de begrooting van het verloopenen jaar in het artikel Generale onkosten van het Plaatselijke bestuur niets uitgetrokken zijnde voor zegel verschotten? Uit oorzaak bij die begrooting geene specifieke opgave daar van was bijgevoegd, zoo nemen wij de vrijheid om naar aanleiding van UEGA besluit van den 29 Novb: 1833 no 15 zoodanige nota hier als nu bij te voegen met verzoek die zegel kosten à f.5,60 uit de onvoorziene uitgaven van 1834 te mogen betalen.
Zoo mede een som van f.21= voor het aanleggen van een Nieuw Register van Bevolking overeenkomstig het voorschrift van Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur dezer provincie in dato 24 Novb: (P.B. no91 ) voor deze gemeente opgemaakt, welke buitengew: kosten niet uit de gewone verleende kosten hebben kunnen gevonden worden.
De Burgem:
C.D.B.
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: vaccine
Wij hebben de Eer Uwe Excie kennis te geven dat bij ons geene berigten zijn ingekomen dat gedurende de laatste drie maanden van het afgeloopen jaar iemand in deze gemeente is gevaccineerd geworden of dat de kinderziekte alhier heeft geheerscht.
De Burgem:
Idem aan de Provinciale Commissie.
Aan de Heer Gouverneur
Onderwerp: verbaal Stedelijke kas
Wij hebben de eer hiernevens aan uwe Excie te doen toekomen een verbaal van onze bevinding van den Staat der Stedelijke kas, volgesn de bestaande verordeningendoor ons op heden opgemaakt & geteekend.
De Burgemeester
C.D.B.
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Staat gealimenteerde kinderen
In voldoening aan UEGA besluit van den 19 decb: j.l. ( P.B. no 97) betrekkelijk de opgaven van gealimenteerde kinderen, welke in de termen verkeeren om naar Veenhuizen te worden opgezonden, hebben wij van het Diaconie Armbestuur de eenige arminrigting die in deze Gemeente bestaat, zoodanige staat gevorderd ,dewelke bij voldoening daar aan ons hebben te kennen gegeven dat het hunne finantien zeer bezwaarde zij bij voortduring voor weezen die moeten beschouwd worden in staat te zijn voor hun eigen onderhoud te zorgen, daar voor noch te moeten toebrengen, zoo als voor eenen Marinus Beekman die den 4 maart dezes jaars zijn 20e jaar en Dirk Beekman die den 9 Julij aanstaande zijn 19 jaar zal hebben volbragt, en dat alzoo het voordeel dat zij in mindere onderhoud kosten te Veenhuizen hebben bedragen, dat zij hier gebleven zijnde zouden gekost hebben, geheel verloren gaat, en op die wijs bij de opzending naar Veenhuizen in der tijd tot hun nadeel verstrekken waarvan zij hun verlangen te kennen gaven, dat dezelve werden ontslagen en voor hun eigen onderhoud zorgde.
Hiernevens mach ?worden ingezonden de Staat van het Armbestuur welke door Burgemeester & Wethouders word gecertificeerd dat na onderzoek gebleken is, die staat naar waarheid is opgemaakt .= art 2 PB no 144 van 1829.
Wij hebben de eer die gevorderde staat door ons gecertificeerd onder mededeeling van dat bezwaar bij deze aan UEGA te doen toekomen
De Burgemeester
C.D.B
Arnemuiden, den 7.Januarij 1835
Aan Heren GS van Zeeland
Onderwerp: Staat gealimenteerde kinderen
Hiernevens mach? worden ingezonden de Staat van het Armbestuur. Welke door Burgemeester & Wethouders word gecertificeerd dat na onderzoek gebleken is, die Staat naar waarheid is opgemaakt = art 2: P.Blad no 144 van 1829
Middelburg 10 Januarij 1834
Ik heb de Eer UEA te berigten dat ik van onderscheidene Schutters uwer Gemeente voor opgelegde Boetens heb ontvangen de som van negen guldens, waar over met UEA Gemeente verlange te verrekenen tegen de f.22,33 over 1834 door Arnemuiden aan de Kompagnie verschuldigd waar bij door mij de ordonnantie van f.22,33 zal moeten worden gekwiteerd en ontvangen f.13,33 in specie.
Ik heb de Eer met alle veneratie te zijn
De Kapitein kommanderende
De 3e Komp: Rustende Schutterij in Walcheren
Z.Snijder
Middelburg den 23 Januarij 1835
Ik heb de eer UEA hiernevens toe te zenden Extract uit de bij mij van mijnen Ambtgenoot in de Provincie Drenthe ontvangen Staat tot inschrijving voor de ligting van 1835 van de in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid in die Provincie uitbestede weezen welke in het jaar 1816 zijn geboren te weten : Dirk Beekman.
Ik verzoek UEA ingevolge mijne circulaire van den 2 November 1826 A no 11503 1e afd: N.M. deze inschrijving als nog te bewerkstelligen,terwijl UEA mij voorts den ontvangst dezer gelieven te berigten
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
9 Dirk Beeckman geb; 9 Julij 1816 te Veenhuizen; geb: Arnemuiden Provincie Zeeland
Aan de Heeren GS van Zeeland
Wij nemen de vrijheid het aan ons ter hand gestelde adres van Geertje Pieterse de Nooijer weduwe van de uit onze Gemeente den 17 Decb: 1834 verongelukte visschers, houdende verzoek om prolongatie van tijd, van de door UGA bij dispositie van 19 decb: l.l. no 6 hun verleende gunst tot het doen eener Collecte in het Eerste District van Zeeland aan UEGA bij deze te doen toekomen , en aangezien het daar in gemelde overEenkomtig de waarheid is, verzoeken wij UEGA Act 26 : ten hunnen behoeven daarop een gunstige dispositie te verleenen
De Burgemeester
CDB
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 23 Januarij 1835
Gehoord zijnde het raport van etc, betrekkelijk de achtervolgens de resolutie vanden 19e December 1831 no 9 voorgesteld combinatie der gemeente Vrouwepolder, Serooskerke en Gapinge: houdende dat dezelve tevergeefsch hebben getracht om de deswege bij de Plaatselijke besturen van Serooskerke en Vrouwenpolder gerezene bedenkingen op te lossen en van hen de gave toestemming tot deze vereeniging te verwerven,terwijl gemelde besturen hun gevoelen dat die combinatie in het belang hunner Gemeente niet wenschelijk is, blijven volharden
Is goedgevonden
1e Alvorens ten dezen een voorstel aan het departement van Binnelandsche Zaken te doen, terug te komen op het vroeger bij resolutie van den 17e April 1829 no 2 gedane voorstel tot combinatie der Gemeenten Kleverskerke met Arnemuiden en van Gapinge met Vrouwepolder, teneinde op die wijze de bestaande bezwaren weg te nemen, voor de ingezetenen van Kleverskerke en Vrouwepolder, welke het territoir der gemeente bewonen, hetwelk door de Nieuwe haven der stad Middelburg van de zetel des Bestuurs hunner Gemeente is afgescheiden, zoodat zij niet dan langs de stad Middelburg tot dezelve kunnen komen.
2e Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden en Burgemeester en Assessoren der gemeenten Kleverskerke, Gapinge en Vrouwepolder onder mededeling hiervan uit te noodigen om in verband met de vroegere deliberatiën van den gemeente raad van Arnemuiden van den 8e mei van Kleverskerke 8 mei, Vrouwepolder 9 mei en Gapinge van den 8e mei, onverwijld bij den raad hunner Gemeente in overweging te brengen die van Arnemuiden en Kleverskerke de vereeniging van beide gemeenten, mitsgaders de toevoeging aan die gecombineerde gemeenten van dat gedeelte van Vrouwenpolder het welk ten zuiden der Middelburgsche haven gelegen is en het afstaan van die gedeelten welke beide gemeenten thans liggende hebbende ten noorden van de Nieuwe Middelburgsche haven aan de te combineren gemeenten van Vrouwepolder en Gapinge- en die van Gapinge en Vrouwepolder, de vereeniging van beide gemeenten met de toevoeging van de opgenoemde gedeeltens van Kleverskerke en Arnemuiden ten Noorden der Middelburgsche haven gelegen, terwijl laatstgemelde daarbij tevens deszelfs meening zal uiten, nopens den afstand van den ten Zuiden van de Nieuwe Middelburgsche haven gelegen grond aan de te combineren gemeenten van Arnemuiden en Kleverskerke; wordende Burgemeester en Wethouders of Assessoren der belanghebbende Gemeenten uitgenoodigd den gemeenteraad te doen gevoelen dat de voorgestelde vereeniging in het wezenlijk belang der gemeenten geschiedt en vermindering van uitgaven voor de gemeente kassen zal voorttvloeijen, vermits daardoor niet alleen de thans bestaande bezwaren zullen worden weggenomen, maar ook de onkosten van een der thans bestaande Plaatselijke besturen zullen kunnen worden bespaard; zullende voorts de mededeeling van den uitslag der deliberatiën van den Gemeente raad omtrent dit onderwerp ten spoedigsten met toezending van een extract uit de notulen en wel voor den 1e Maart aanstaande worden ingewacht, wordende hierbij ten overvloede opgemerkt , dat de combinatie der gemeenten wat de Burgerlijke Administratie betreft, geheel afgescheiden is van de kerkelijke circumscriptie en dat mitsdien bij eene eventuele combinatie de kerkelijk en diaconie administratie in ieder Gemeente geheel op zich zelven blijft.
3e Extract dezer wordt verzonden aan de genoemde plaatselijke besturen.
De Griffier
Van der Heim
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 16 Januarij 1835.
Wat de begrooting voor de Rustende Schutterij in deze Provincie betreft, en onder referte tot de daarbij gestelde aanmerkingen, goed te keuren en te arresteren
3 Kompagnie 1e District
In ontvang en uitgaaf respectivelijk op f. 256
2e De aandeelen der toelagen uit de Plaatselijk kassen. M.b.t. de voorschreve begrootingen, in verhouding tot de bevolking der Steden en gemeenten, et regelen als volgt:
3 Kompagnie 1e District
Voor de gemeente Arnemuiden op f. 10, 35 ½
Etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Extract uit het Verbaal van Heeren Gs van Zeeland
Vrijdag den 30 Januarij 1835
De ingekomen staten houdende aanvragen van sommige Plaatselijke besturen om te worden gemagtigd tot het beschikken over de fondsen welke bij derzelver begrooting over het jaar 1834 voor onvoorziene uitgaven zijn toegestaan, als mede de aanvragen van de besturen der steden en van de in het 1e District gelegene Plattelands gemeenten met eenen daaruit opgemaakte staat
Is Goedgevonden
De Voorz: staten te arresteren en van de daarbij genomene beschikkingen aan de betrokkene besturen voor zooveel ieder aangaat te doen kennis dragen.
Extracten dezes aan betrokken plaatsen.
De Griffier der Staten
Van der Heim
No 71 P.B. Publicatie Lezing legging
Alphabetische naamlijst Ligting 1835
Middelburg den 10 Februarij 1835
Onderwerp: Voordragt ontslag kinderen te Veenhuizen 1835
Ik heb de eer UwEd: hiernevens te doen geworden een extract voor zoo ver uwe stad betreft uit de voordragt welke voor de Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid aan het Departement van Binnenlandsche zaken gedaan is tot ontslag van weezen, vondelingen en verlatene kinderen voor den jare 1835, bevattende in de kolom van aanmerkingen de bijzonderheden, waarvan de kennis bij het in overweging nemen van het ontslag in het belang dier voorwerpen nuttig kan zijn.
Bij de mededeling dier voordragt voor zoo ver dezelve deze provincie betreft, heeft Zijne Excie mij te kennen gegeven, dat de genoemde Commissie zich weder bereid heeft verklaard om die genen der voorgedragene jonge lieden beneden den leeftijd van 21 jaren welke niet dadelijk na de tot hun ontslag te verleenen autorisatie in het bekomen van plaatsingen mogen slagen nog eengen tijd het verblijf in hare gestichten te vergunnen.
Ik heb de eer UwEd: te verzoeken om uwe toestemming in het ontslag, of bedenkingen daartegen binnen veertien dagen in te dienen en mij alzoo in staat te stellen om in tijds daarvan aan Zijne Excie van Minister van Binnenlandsche Zaken, opgave te kunnen doen, door welken Minister anders op de voordragt zal worden beslist, als bestonden er tegen het daarbij voorgestelde ontslag geene bedenkingen, opdat de ontslagen wordende tijdig genoeg de gestichten zouden kunnen verlaten
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Voordragt
Tot ontslag van weezen
Voor1835
Naam Marinus Beekman geb. 4 Maart 1815 Lidmaat van Kerk Schuld kleeding f.19,39 bijzonder voor scholing idem Te goed Kleeding idem overige diensten f.26,15
Aanmerkingen: Is geschikt tot het ontslag hetwelk hij verlangt en ook wordt voorgedragen
Middelburg den 11 Februarij 1835
Onderwerp: lijst overleden schepelingen
Buiten’s lands
Door den heer Burgemeester van Serooskerke berigt zijnde dat reeds eenigen tijd geleden aan UwEd: was verzonden zekere rondgaande missive door mij aan de gemeenten toegezonden den 18 December j.l. onder no 545 met een lijst van overledene schepelingen buiten ’s lands, heb ik de eer mij te informeren of dezelve missive reeds door UwEd: aan de gemeente Cleverskerke zoo ja wanneer is verzonden ten einde mij deswegens bij den heer Gouverneur te kunnen verantwoorden.
De Ontvanger der Registratie
Macaré
Arnemuiden den 18 Februarij 1835
Onderwerp: Lijst overledene
Schepelingen buiten ’s lands
In voldoening aan UwEd: missive van den 11 e dezer maand no 4605 hebben wij de eer UwEd: te berigten dat bij ons is ontvangen de lijst van overleden schepelingen buiten ‘s lands; dat genoemde lijst verzonden is aan Heeren Burgemeester & Assessoren van Cleverskerke en dan daarna door ons die lijst door onze Stadsbode aan UwEd: kantoor is bezorgd en volgens informatie bij hem aan een der Heeren surnumeraires ter hand gesteld
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 13 Februarij 1835
Onderwerp: Ontslag weeze Marinus Beekman
Bij de ontvangst uwer Excie missive in dato 10 dezer maand A no 1641 2 Afd: hebben wij dadelijk het Diaconie Armbestuur dezer Gemeente met den inhoud dier missive bekend gesteld, en het strekt hun tot genoegen die gunstige beschikking te mogen vernemen, waardoor armen in hunne uitgaven zouden verminderd worden, en wij van dien last zouden zijn ontslagen.
Bij onze Missive in dato 7 Januarij l.l. no 13 hebben wij aan uwe Excie het verlangen van het diaconie Armbestuur dezer gemeente bekend gemaakt en niet alleen was hun wensch dat Marinus Beekman in die staat vermeld , mag worden ontslagen, maar deszelfs broeder Dirk Beekman welke den 8 Junij aanstaande zijn 19 jaar zal hebben volbragt ook in dat voorregt mogt deelen, daar hij in dien leeftijd reeds in staat moet zijn om voor zich zelf den kost te winnen, en waardoor onzen armen van een grooten last zouden worden ontslagen.
Wij nemen dus de vrijheid om andermaal het belang van onze armen aan Uwe Excie aan te beveelen, terwijl wij om toestemming in het verzoeken? Om? Die jongeling uwe Excie bij deze doen geworden, als geene bedenkingen deszelfs ontslag hebbende ??
(slecht leesbaar afschrift)
De Burgemeester
Arnemuiden, 19 Februarij 1835
Onderwerp; Bekendmaking lezing liggende lijst bevoegde beoefenaren geneeskunst.
B en W der stad Arnemuiden maken bekend dat door Heeren GS dezer provincie is gearresteerd de lijst der bevoegde en erkende beoefenaren in de onderscheidene takken der geneeskunst in deze Provincie voor het jaar 1835.
Zullende voorschreve lijst voor een ieder ter inzage liggen bij den secretaris dezer Stede.
De Burgemeester
CDB
Gedeputeerde Staten van Zeeland
Onderwerp: Deliberatie vereeniging van Cleverskerke met Arnemuiden
Nevens deze hebben wij de eer aan UEGA te doen toekomen een extract uit onze deliberatie van dingsdag den 17 dezer zulks ingevolge UEGA dispositie van den 23 Januarij l.l. no 16 betrekkelijk de vereeniging van Cleverskerke met Arnemuiden.
De Burgemeester
CDB
den 18 Februarij 1835
Middelburg den 17 Februarij 1835
Onderwerp: Kennisgeving dat de lijst
Niet is ontvangen
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat mij de Lijst waarvan gesproken wordt in uwe Missive van den 13 dezes no 77, niet is toegekomen, doch daarbij tevens de vrijheid neem te vragen of die toezending niet verward wordt met de terugzending der drie lijsten, gevoegd geweest bij mijn rondgaanden brief van 24e October 1834 no 470, welke mij den 2e Januarij j.l. zijn geworden, terwijl de vermiste lijst behoord bij den brief van den 18 December 1834 no 545
De Ontvanger
Macaré
Arnemuiden den 10 Maart 1835
Aanden Eerw: Heer
Wanrooij te Arnemuiden
Onderwerp: Collecte gewapende dienst
Aanstaande Zondag
Wij hebben de eer Uw Uw Eerw: te doen toekomen een Circulaire van den Minister van Staat belast met de Generale Directie voor de zaken van de Hervormde Kerk etc.
Wij verzoeken Uw Eerw: den inhoud dier circulaire van den predikstoel te willen bekendmaken en Arnemuidsche ingezetenen aan te moedigen tot milde bijdragen om die ongelukkige Nederlanders welke in vroegere dagen door den opstand in Belgium verminkt zijn geworden te helpen ondersteunen, terwijl de collecte aanstaande woensdag aan de huizen der Ingezetenen door het bestuur zal gedaan worden.
De Burgemeester
CDB
Bekendmaking
Onderwerp: Lijst der Stemgerechtigden en kiezers
Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden maken bekend dat de lijsten zoo van de stemgerechtigden als van de bevoegde tot de benoeming van kiezers dezer gemeente om tot de aanvulling te komen van de leden der provinciale Staten dezer provincie, welke dit jaar zullen aftreden, ingevolge art: 33 van het Reglement van den 30 mei 1825: voor een ieder ter inzage bij den secretaris dezer gemeente zullen leggen van den 1e tot den 25 dezer maand des morgens van 10 to 12 uren en dat die genen welke zich op dezelve Lijst niet gebragt ziet, en echter vermeend de verEischten tot stemgerechtigden of Kiezer te bezitten, zich binnen veertien dagen na heden met overlegging van de noodige bewijzen aan het Plaatselijk bestuur moeten aanmelden
Arnemuiden den 16 Maart 1835
De Burgemeester
C.D. Baars
Middelburg den 14 Maart 1835
Onderwerp: vervoer Buskruid
Ik heb de eer UwEd: kennis te geven dat op den 14 of 15e dezer maand onder behoorlijk geleide uit de Magazijnen te Delft zal worden afgezonden een schip beladen met 600 tonnen Buskruid bestemd naar Vlissingen ter overlading in het aldaar ter Reede liggende schip Emanuel, zullende gemeld vaartuig den weg nemen van Delft over Delfshaven en verder van daar volgens de beste gelegenheid naar gezegde bestemming.
Ik verzoek UwEd: om te zorgen dat bij de eventuele lossing of vervoer van gemeld Buskruid in of door uwe gemeente, de maatregelen van voorzorg worden in acht genomen bij artikel 58 der wet van den 26 Januarij 1815 Staatsblad no 7 voorgeschreven.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 18 Maart 1835
De Districts Commissie tot aanmoediging en ondersteuning van de Gewapende dienst in de Nederlanden te Middelburg heeft de eer UEA te doen toekomen twee Exemplaren van het verhandelde in de Algemeene vergadering van het Hoofdbestuur en der Afgevaardigden gehouden te Amsterdam op den 3e Julij 1834- dezelve Commissie informeerd UEA tevens dat de Jaarlijksche Collecte te Middelburg zal plaats hebben op Woensdag den 15e April aanstaande en verzoekt UEA dat dezelve ook in den loop dier maand binnen uwe gemeente te geschieden en de gecollecteerde gelden met eene gecertificeerden staat voor den 1e mei worde overgebragt ten Kantore van den Heer Z:Snijder, Makelaar en medelid onzer Commissie
Wonende op de Rouaansche Kaai binnen deze stad.
De Commissie voornoemd
Namens dezelve
P. de Stoppelaar
Z.Snijder
Lid & secretaris
Middelburg den 18 Maart 1835
Onderwerp: Ontslag miliciens
Ik heb de eer UEd kennis te geven dat van de 5e & 17e Afd: Infanterie waarbij zij dienden wegens ligchaamsgebreken zijn ontslagen Pieter Joseph Deljé plaatsvervanger voor Jacob Schots, loteling van de ligting van 1830 en Hermanus Schroevers loteling van de ligting van 1834 beide behoorende tot uwe stad.
Ik verzoek UEd hiervan aanteekening te doen op de Alphabetische lijsten van voorz: ligtingen en op het register van Ingelijfden model Litt: gg uwer stad.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 13 Maart 1835
Is gelezen eene missive van enz.
Voorts door enz; overgelegd zijnde de ingekomene opgaven der in 1834 door de onderscheidene Arm administratiën verpleegde weezen en verlaten kinderen, welke in de termen verkeeren om volgens ZM opgemeld besluit van den 27 Augustus 1827 no 125, naar de Gestichten der Maatschappij van Weldadigheid te worden opgezonden, als mede eenen daaruit opgemaakte staat
Is goedgevonden
Aan de besturen van enz mitsgaders van de gemeente Arnemuiden te kennen te geven dat de door dezelve opgegevene kinderen niet zullen behooren te worden opgezonden, uit hoofde de opzending bevonden is geen voordeel voor de betrokkenen Arm administratiën te zullen opleveren of om dat dezelve op grond der door de besturen opgegevene bijzondere omstandigheden waarin die kinderen verkeeren, geoordeeld zijn in de termen van art: 1 of 2 van ZM besluit van den 27 Augustus 1827 no 125 te verkeeren;met opmerking wijders enz. Extracten etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 21 Maart 1835
Ter voldoening aan de mij gegeven voorschriften heb ik de eer UEA weder in te zenden den Staat van onvermogende personen aan dit Kantoor bekend en tot heden bijgevuld welke reeds meermalen UEA is toegezonden; met verzoek kortelijk te worden geïnformeerd of alle de daarop gebragte debiteuren nog in derzelver ongunstigen toestand verkeeren als bij de afgifte der respective certificaten van onvermogen
De Ontvanger
Der registratie
Macarée
Arnemuiden den 27 Maart 1835
Onderwerp: Terugzending lijst onvermogende personen
Onder terugzending der Staat van onvermogende personen dezer gemeente hebben wij de Eer UEd te berigten dat genoemde personen tot heden nog in den zelfden toestand verkeeren en wij geene middelen hebben om de hun opgelegde boeten te kunnen voldoen
De burgem:
CDB
Idem
Onderwerp: Verbaal Stedelijke kas
Hiernevens hebben wij de eer aan uwe Excie te doen toekomen een verbaal van onze bevinding van de Staat der Stedelijke kas, volgens de bestaande verordeningen door ons op heden opgemaakt en geteekend
De Burgemeester
CDB
rekwest van den schutter Simon Koets dezer gemeente om ontslag wegens volbragten 10 jarige dienst, Uwe Excie te berigten dat genoemde schutter werkelijk zijn tienjarige dienst heeft volbragt, en ingevolge de bestaande wetten ontslag uit den schutterlijken dienst kan verleend worden, terwijl wij onder terugzending van dat rekwest…. Het nader aan Uw Excie goedkeuring onderwerpen.
De
Burgemeester
Arnemuiden den 17 Maart 1835
Arnemuiden den 17 Maart 1835
Onderwerp: Berigt rekest S.Koets
Bij dispositie van den 9e Maart j.l. A 1 Afd no 2879 en ons in handen gesteld zijnde om berigt, consideratie en advies zo hebben wij de eer het aan Uwe Excie gepresenteerde Aan GS aan te bieden
Onderwerp: Instelling van Weldadigheid
Wij hebben de eer in voldoening aan en in voldoening aan UEGA besluit van den 13 Februarij j.l. PB no 19 betrekkelijk de Instellingen van Weldadigheid, nevens deze aan UEGA te doen toekomen een staat van de Huiszittende Armen dezer gemeente, daarvan ? over het jaar 1834 opgemaakt naar de opgave van het Diaconie Armbestuur alhier, met bijvoeging der suppletoire tabel der Armen Schole van het gegeven kosteloos onderwijs aan kinderen van min vermogende ouders,welke Staten met de meeste naauwkeurigheid door ons volgens de gegevene modellen zijn opgemaakt, terwijl in deze gemeente geene andere instellingen van weldadigheid gevonden Arnemuiden 26 Februarij 1835
Aan de Heer Ontvanger der Registratie
Onderwerp: Kennisgeving dat de lijst niet is ontvangen
Ter beantwoording Uwer missive van de 17e dezer no 613 hebben wij de eer UwEd: te berigten dat niet bij ons zijn ontvangen de drie lijsten gevoegd geweest bij uwe missive van den 24 October 1834 no 470 , waar? ons niet is toegezonden geworden de lijst waarvan in uwe missive gesproken word, en wie? Zoude behoren bij uwen brief van den 16 decb: l.l. no 545 (slecht leesbaar)
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 3 Maart 1835
Onderwerp: Mutatiën Miliciens
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat onder de Miliciens welke tot deze provincie behooren en bij de 17e Afdeeling Infanterie dienen, de navolgende mutatiën voor zoo veel uwe stad betreft, heeft plaats gehad, te weten- dat in de maand December 1834 tot de vrijwillig aangeworvene der 9e Afd: Infanterie zijn overgegaan Johannes Pieter de Nooijer en Blaas de Ridder van de Ligtingen 1831; ik verzoek UEA hiervan aanteekening te doen op de Alphabetische Lijst der voorz; Ligting & op het register van Ingelijfden Model Lett; GG uwer gemeente
De Staatsraad Gouverneur
Vande Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 9 Maart 1835
Ik heb de eer UEd hiernevens toe te zenden de voor uwe gemeente bestemde naamlijsten der genen die de vereischte belasting tot het stem en Kiesregt te platten lande betalen; met verzoek om daarmede te handelen overeenkomstig het voorgeschrevene bij het 2e Lid van mijn besluit van den 9e Februarij j.l. A no 1764 1e Afd Prov.blad no 17 )
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 19 Maart 1835
Onderwerp: Toezending van een invorderbaar verklaard kohier
Hierbij gaat op grond van art,13 v.h. besluit van 16 Thermidor, 8e jaar. Het op den 14 dezer invorderbaar verklaarde kohier van de grondbelasting uwer gemeente, dienstjaar 1835.
Dit kohier binnen 5 dagen na ontvangst aan den Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen en mij den dag op te geven, waarop de te doene afkondiging zal hebben plaats gehad.
De Controleur der directe belastingen
In-en uitgaande regten en accijnsen
In de controle Middelburg
Handtekening
Middelburg 24 Maart 1835
Onderwerp: Aanvrage certificaten onvermogen
Bij vonnis van de regtbank van enkele policie te Middelburg d.d. 7 en 21 November 1834 zijn de volgende personen veroordeeld geworden in boeten en kosten te weten
Jannetje Jobse de Ridder ad f.4,97
Janna Marinusse huisvrouw van
Jacob de Ridder ad f.2,97
Maatje van Belzen huisvrouw van Blaas
Gillisse de Nooijer ad f. 2,97
Klazina Kalle?, huisvrouw van Koen
Meerman ad f.2,97
Pieternella Blok ad f. 2,97
En Jacoba Blaasse de Nooijer huisvrouw
Van Cornelis van Belzen ad f. 2,97
Ik neem de vrijheid UwelEd inlichtingen en in geval van onvermogen certificaten betrekkelijk de voorschreve veroordeelden te verzoeken.
De Ontvanger der Registratie
Macaré
Aan de Heer Ontvanger der Registratie te
Middelburg
In antwoord op UwEd: missive van den 24 dezer no 675 houdende verzoek om inlichting of certificaten van onvermogen betrekkelijk eenige personen van onze Gemeente welke bij vonnissen van de regtbank van enkele policie te Middelburg in boeten en kosten zijnveroordeeld hebben wij de eer UwEd: te kennen te geven dat hoe zeer de opgegevene personen zeker maar arm zijn, evenwel zodanige aanvrage ons van tijd tot tijd toekomen , en mitsdien van gedachten zijn, onderscheidene zeer onverschillig zijn, of zij in boeten vallen, als vertrouwende op de afgifte van certificaten van onvermogen, en daar het Reglement op het leuren te Middelburg thans bijzonder gunstig is voor de leurster , zoo geven wij in bedenking of ingeval de daar in vervatte bepalingen op de overtreders werd uitgeoefend dit niet van een beter gevolg zijn zoude, de overtreding minder plaats hebben, en zoodanige aanvragen zouden werden voorgekomen evenwel zijnwij des begerende bereid voor de opgegevene leursters een certificaat van onvermogen af te geven.
De Burgemeester
CDB
Aan den Heer Gouverneur
Arnemuiden den 2 April 1835
Onderwerp: Wering Bedelaars
Wij hebben de Eer Uwe Excellentie te berigten dat er bij ons een aanhoudende toezicht word gehouden op de wering der bedelarij en dat er in de verloopenen drie maanden dezes jaars geen bedelende personen alier zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden.
De Burgemeester
CDB
Idem
Onderwerp:Maten & gewigten
Den 2 April 1835
Wij hebben de eer Uwe Excie te berigten dat er bij ons aanhoudend toezicht word gehouden op het gebruik der nieuwe maten & gewigten, en gedurende het eerste kwartaal des jaars geene overtredingen op de deswegens gemaakte bepalingen zijn ontdekt geworden.
De Burgemeester
CDB
Idem
Arnemuiden 2 April 1835
Onderwerp: Staat broodzetting
Hiernevens hebben wij de Eer aan uwe Excie te doen toekomen de Staat der broodzetting over het 1e kwartaal dezes jaars, zooals die naar opgaaf der marktprijzen alhier is geregeld geworden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 1 April 1835
Aan den Heer Gouverneur
Hiernevens hebben wij de eer aan uw Excie te doen toekomen het ????? van de bevoegden tot het kiezerschap binnen deze Gemeente en tevens uw Excie te berigten dat er 20 stemgeregtigden gevonden worden en zulks in voldoening aan Uw Excie besluit van 9 Februarij j.l. P.Blad no 17
De Burgemeester
Bekendmaking
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden maken bekend dat op bekomen aanschrijving van de Commissie tot aanmoediging en ondersteuning aan de gewapenden dienst in de Nederlanden, de Collecte voor de in vroegere en voor de in Belgische oorlog verminkte Noordnederlandschen krijgslieden bepaald is op Woensdag den 15 April aanstaande.
Arnemuidsche Ingezetenen worden mitsdien aangemaand tot milde & ruime bijdragen voor die ongelukkige wapenbroeders welke hun bloed veil gehad hebben tot verdediging van ons dierbaare vaderland; en die daardoor ongelukkig geworden zijnde beroofd zijn voor hunzelf den kost te winnen; de mildadigheid van hunne ????? genooten inroepen opdat hun lot hierdoor een weinig verzagt mag worden.
Arnemuiden den 10 April 1835
De Burgemeester
Arnemuiden den 16 April 1835
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Collecte gewapende dienst
In voldoening aan uwe Excie circulaire van den 17 Februarij j.l. A no 1232 1e Afd: Prov: Blad no 21 hebben wij de eer Uwe Excie te berigten dat de collecte alhier ten behoeve van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden heeft opgebragt de som van f.8,32 hetwelk op heden door ons aan de Commissie is vezonden.
De Burgemeester
CDB
De Burgemeester der stad Arnemuiden certificeert dan de collecte ten behoeve van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden alhier op den 15 dezer gedaan, heeft opgebragt de som van Acht gulden tweeëndertig cents
Arnemuiden den 26 Aril 1835
De Burgemeester
Word verzonden aan de Commissie zonder brief
Ontvangen van het Gemeente bestuur van Arnemuiden
De somma van Agt Gulden twee en dertig cents
Voor het bedrag der in deze maand gedane kollecte ten behoeve van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden Dienst in de Nederlanden
Middelburg 23 April 1835
Z. Snijder
Secr: der Commissie
Arnemuiden 4 April 1835
Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Stadsrekening 1834
De Rekening dezer stad over het voorgaande jaar 1834 door de Gemeenteraad nagezien en bij voorraad opgenoemen zijnde,hebben wij de eer denzelve in triplo met de daarbij behoorende bescheiden aan UEGA nadere en finale goedkeuring bij dedze aan te bieden.
DeBurgemeester
CDB
Arnemuiden 4 April 1835
Onderwer: Diaconie-Armrekening
Door den raad dezer stad de rekening van het Diaconale Armbestuur dezer Gemeente over het vorige jaar 1834 bij voorraad opgenoemen zijnde en geene bedenking in de vergadering tegen dezelve voorgehouden zijnde , zoo hebben wij de eer UEA die rekening in duplo met de daarbij behoorende staat te doen toekomen, en dezelve aan UEGA nader goedkeuring aan te bieden
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 2 April 1835
Onderwerp: Beweiding der Wegen
De tijd naderende, waarop, even als in vorige jaren,de permissiën tot het beweiden der Wegen in dit Eiland zullen worden afgegeven,hebben wij, even als ten verledene jare, gemeend met de personele omstandigheden der individuen , aan welke dezelve tot hiertoe zijn uitgereikt, bekend te moeten blijven, ten einde bij voortduring met grond over de behoefte van dezulken te kunnen oordeelen , aan wien eventueel nog permissiën zouden kunnen uitgereikt worden. Het is daarom, dat wij al wederom den hier nevensgevoegden nominativen Staat aan UE.doen toekomen,met verzoek denzelven te willen invullen voor die personen onder uwe gemeente, welke zouden wenschen de vergunning hun ten dezen in het verledene jaar gegeven, voor het aanstaande zomersaisoen weder verleend te zien; terwijl het ons aangenaam zal zijn, den door UE. Ingevulden Staat, zoo mogelijk vóór of op den 16 aanstaand,te mogen ontvangen; zijnde het ons voornemen om op den 27 dezer des morgens ten 11 uren aan het locaal onzer Directie in de Abdij alhier, te vaceren tot de afgifte van de daartoe noodige permissiebiljetten en Kappers.
De centrale Directie van Walcheren
Hurgronje
Terordonnantie van Dezelve
J.H. Schorer
Arnemuiden den 6e April 1835
Aan de Centrale Directie van Walcheren
Onderwerp: Beweiding der Wegen
Ingevuld te doen toekomen:
Wij hebben de Eer hiernevens de staat ons bij uwe missive in dato 2.dezer maand no 17 geworden,terwijl het ons aangenaam zal zijn de daarin vermelde persoen: Adriaan Zuurmond en Jan Tramper, weder als in vorige jaren die vergunning mogt geschonken wordne, waardoor zij een groot gedeelte van hn bestaat uit mogen vinden.
De Buregmeester
CDB
Middelburg den 1e April 1835
Onderwerp: Verlofgangers
Ik heb de eer UEd kennis te geven dat op grond van ZM besluit van den 7 Augustus 1834 no 2met den 21 Maart j.l. aan den vrijwilligen matroos der 1e Cl H. van Belsen van het wachtschip de Minerva een onbepaald verlof is verleend en uwe stad als zijne verblijfplaats heeft gekozen.
Deze persoon vallende in de omschrijving van het bepaalde bij hhet provinciaal blad no 69 van 1834 , verzoek ik UEd: toe te zien dat dezelve zich niet ter beoefening der buitenlandsche zeevaart of anderzints buitenlands begeve, zonder daartoe de vereischte toestemming te hebben bekomen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 2e April 1835
Onderwerp: om inlichtingen milicien
Naar aanleiding van de daartoe door den bevelhebber van het korps gedaan wordende aanvrage,heb ik de eer UEd te verzoeken, mij ten spoedigsten op te geven of de aan de voet dezer vermelde miliciens behoorende tot uwe stad in de 9e Ad Infanterie aan wien eene permissie tot het aangaan van een huwelijk is uitgereikt geworden, werkelijk een huwelijk hebben aangegaan, en zoo ja wanneer hetzelve is voltrokken.
Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Naam: Robbert van Belsen.
Arnemuiden den 6 April 1835
Onderwerp: Huwelijk R: van Belsen
In voldoening aan Uwe Excie missive in dato 2.dezer maand A no 3626 1e Afd: N.M. hebben wij de eer Uwe Excie te berigten dat alhier op den 2 Novb: 1833 de persoon van Robbert van Belsen milicien bij den 9e Afd: na vooraf bekomene toestemming van den Chef zijnder afdeling in het huwelijk is getreden, met Leuntje Boone
De Burgemeester
CDB
Aan den Heer Gouverneur
En de Prov: Commissie
Arnemuiden den 6 April
Onderwerp: Vaccine
Wij hebben de Eer Uwe Excie ter kennis te brengen dat bij ons geene berigten zijn ingekomen dat gedurende het 1e Kwartaal dezes jaars iemand in deze gemeente is gevaccineerd geworden of dat de kinderziekte alhier heeft geheerscht.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 4 April 1835
Onderwerp: Declaratie en verplegingskosten bedelaar
Ik heb de eer aan UEd; hiernevens te doen toekomen een declaratie wegens verschuldigde verplegingskosten voor den daarbij vermelde bedelaar staande zijn verblijf in het werkhuis te Middelburg, zijnde die persoon blijkens UEd: missive van den 5 December 1834 no 139 erkend geworden als in uwe stad onderstandsdomicilie te hebben; UEd: verder informerende dat het bedrag der voorn: kosten uit het aandeel uwer Gemeente in den opbrengst der provinciale of bijzondere Plaatselijke belasting over de dienst 1835 overeenkomstig mijne circulaire van den 30 Januarij 1833 A. 2e Afd: no 1078 zal worden betaald en op den post van onvoorziene uitgaven bij de begrooting van dit jaar toegestaan zal kunnen worden geïmputeerd
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Staat van de verschuldigde onderhouds-kosten van bedelaars in het bedelaars Werkhuis te Middelburg door de Gemeente Arnemuiden
- 382Meulenmeester Marinus Lievende Arnemuiden Aangekomen in het gesticht: 8 november 1834; ingezonden door autoriteit: Officier van Justitie der stad Middelburg.
Dagteekening van transport: 22 Maart 1835 naar de Ommerschans getransporteerd. Getal van verblijfsdagen: 13; bedrag der onderhoudskosten ad 20 cent daags: f.26,80
Middelburg den 4e April 1835
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 20 April 1835
Onderwerp: Toezending Patentzegels, Dienstjaar 1835
Nevens deze heb ik de eer UWEd: te doen toekomen 58 stuks Patent-zegels, welke bij raming voor UWEd: Gemeente voor het dienstjaar 1835 ( beginnende 1 mei) zijn benoodigd geoordeeld, met verzoek mij daarvan den ontvangst te melden.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 24 April 1835
Onderwerp: Over Patentzegels
In voldoening aan Uwe Excie missive van den 20 dezer maand no 184 = A no 4964/1 4e Afdeeling, hebben wij de Eer Uwe Excie te berigten dat bij ons zijn ontvangen de 58 stuks patentzegels voor deze gemeente voor het loopende dienstjaar,gevoegd geweest bij bovengemelde missive
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 28 April 1835
Onderwerp: Staat Wolvee
Wij hebben de eer hier nevens Uw Excie te doen toekomen een staat van het wolvee in deze Gemeente,in voldoening aan Provinciaal blad no75 van 13 Junij 1829
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 27 April 1835
Onderwerp: Alphabetische Lijsten Kiesbevoegden
Ik heb de eer UEd.onder bijvoeging van de vereischte stembiljetten, te doen toekomen, een genoegzaam getal afdrukken van de algemeene alphabetische Lijst dergenen, welke binnen het District,waarvan Uwe Gemeente deel maakt, de bevoegdheid tot Kiezers voor de leden van den Landelijken stand ter vergadering van de Staten dezer provincie bezitten..
Ik verzoek UEd.te zorgen dat daarmede worde gehandeld, overeenkomstig het voorgeschrevene bij het 5e lid van mijn besluit van de 15 Februarij 1827 A 1e Afdeeling no 1559, P.B. no 25 terwijl ik UEd.tot de behoorlijke invulling der in margine van het stembiljet, vermelde aanwijzing, informeer, dat het getal kiezers welke moeten benoemd worden, in dit jaar voor het bedoelde District 12 bedraagt.
De Staatsraad Gouverneur van de
Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 8 Mei 1835
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Verbaal stemming voor kiezers.
Wij hebben de Eer hiernevens aan Uwe Excie te doen toekoemen, het eene dubbeld van het verbaal van de Gemeente Raad, houdende het Resultaat der stemming voor kiezers in het eerste district dezer provincie door de stemgerechtigden dezer gemeente, en zulks conform het voorgeschrevene bij art: 73 van het Reglement omtrent de zamenstelling der Staten van Zeeland van den 30 Mei 1825 no 9
De Burgemeester
CDB
Proces Verbaal van Stemming voor kiezers
De gemeente Raad der stad Arnemuiden heden vergaderd zijnde om conform art.40 van het reglement omtrent de zamenstelling aan de Staten der provincie Zeeland in dato 20 Mei 1825 no 98, & ten voorstaan van drie gecommitteerden uit de stemgerechtigden dezer gemeente over te gaan tot de opening van de Bus,waarin de stembilletten voor de kiezers zich bevinden; hebben bij de opening daar in gevonden twaalf stembilletten, waarvan acht behoorlijk waren ingevuld, terwijl vier niet ingevuld waren en waarop dus geen regard konde geslagen worden.
En zijnde na het opnemen der stemming bevonden dat tot kiezer benoemd waren
N N met 4 stemmen
Zijn de stembilletten in bewaring gebleven van des Gemeente Raad, om daar mede naar verloop van drie maanden te handelen, als bij het laatste gedeelte van art 43 van het gemelde reglement is voorgeschreven.
Van al het vorenstaande is dit verder in dubbele expeditie opgemaakt en na gedane voorlezing door de gemeente raad en de gecommitteerden geteekend en waarvan het eene dubbele aan Zijn Excie de Heer Staatsraad Gouverneur der Provincie zal worden opgezonden.
De gecommitteerden De Gemeenteraad
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 24sten April 1835
Is goedgevonden
De Arrondissements-ijkers te autoriseren om voor den herijk in dit jaar, slechts te vaceren in de navolgende Gemeenten:
o.a. te Arnemuiden, ook voor Kleverskerke en Nieuw-en St.Joosland.
etc
de Griffier der Staten
van der Heim
Middelburg den 13e Mei 1835
Onderwerp: opgenomene Bedelaars in de Ommerschans
De persoon van Marinus Lievense Meulmeester ( no 1372) die door UEd: in den tijd erkend is in uwe stad onderstandsdomicilie te hebben blijkens den mij door Zijn Excie den Minister van Binnenlandsche zaken medegedeelden staat van bedelaars gedurende de maand Maart l.l in de Ommerschans opgenomen, op den 31e dier maand aldar overgebragt zijnde, heb ik de eer UEd hiervan bij deze te informeren
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 19 Mei 1835
Onderwerp: Vervoer buskruid
Ik heb de eer UEd: kennis te geven,dat in den loop dezer week bij daartoe gunstig weder, door middel van transport te water van Vere & Vlissingen naar den buskruidmolen no 9 ( de Gouden Draak) zal verzonden worden eene hoeveelheid herstelbaar buskruid.
Ik verzoek UEd: te zorgen dat bij de aankomst,het vertrek en de doortogt van gemeld transport de maatregelen van voorzorg bij de wet van den 26 Januarij 1815 no 57 (St.blad no7) voorgeschreven op het naauwkeurigst worden naargekomen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 21 Meij 1835
Onderwerp: Reclame restitutie
Personele belasting
Het Gemeente bestuur van Arnemuiden wordt bij deze vriendelijk uitgenoodigd om op bijgaande reclame deszelfs berigt te willen mededeelen, en wel bepaaldelijk op Paragraaf 3 van Art: 45 der Wet van 29 Maart 1833( Staatsblad no 4) in deze van toepassing is, in welk affirmatif geval, hetzelve alverder wordt uitgenoodigd bij deszelfs berigt en de terugzending der gem: reclame en bijlagen, ook de vereischt wordende verklaring te voegen welke moet strekken tot bewijs van aanspraak op de gevraagde restitutie.
De Ontvanger der Directe belastingen
Te Arnemuiden
Van Ginhoven
Den 22 Mei 1835
Aan de Ontvanger te Arnemuiden
Onderwerp: Reclames restitutie
Personele belasting
De Ontvanger van de Directe belastingen te Arnemuiden wordt bij deeze op deszelfs vriendelijke uitnoodiging bij missive van den 21 dezer no 24 berigt dat aangezien bij Burgemeester en Wethouders niet bekend is, dat van het Heeren Huis op de Buitenplaats Brakenburg staande en geleegen onder deze Gemeente , behoorende aan Jonkvrouwe Charlotte Versluijs Echtgenoote van Jonkheer Pieter Damas van Citters wonende te Middelburg, gedurende het dienstjaar van 1834 gebruik is gemaakt, het hun voorkomt paragraaf 3 van art:45 der Wet van 29 maart 1833 (St.bl no 4) in deze van toepassing is, waarvan deze verklaring met terugzending van de reclames tot bewijs van aanspraak op den gevraagde restitutie wordt verleend door
Burgemeester & Wethouders
Der stad Arnemuiden
CDB
Middelburg den 20e mei 1835
Onderwerp: Ontslag Weeze D.Beekman
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden
In antwoord Op UEA missive van den 13 februarij no 78 strekkende ter verkrijging van ontslag voor de Wees Dirk Beekman uit de Kinder Gestichten , heb ik de eer UEA te berigten dat zijne Excie de Minister van Binnenlandsche Zaken, door mij daar over geadviseerd, mij deszelfs Missive van den 12e dezer no 96, 7e Afd: heeft te kennen gegeven, dat de Permanente Commissie uit het Amortisatie Sijndicaat daarop gehoord, van oordeel is, dat de daarbij aangevoerde redenen niet van dien aard zijn, dat zij termen zouden kunnen opleveren om een uitzondering op den algemeenen regel tot het ontslag van kinderen te maken, terwijl die redenen op al de weezen van denzelfden ouderdom als die van D. Beekman, toegepast zouden kunnen worden, en dat bovendien deze jongeling nog geene geloofsbelijdenis heeft afgelegd, en dat Zijne Excie zich met dat gevoelen volkomen vereenigt.
Daar er dus geene termen bestaan tot inwilliging van het door UEd: geuit verlangen heb ik de eer UEd: hier van bij deze in antwoord op uwe voorz; missive te onderrigetn.
De Staatraad Gouverneur
Van de provincie zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 28 Mei 1835
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Zuivering Boomen van
Rupsennesten
In voldoening aan Uwe circulaire van de 19 Januarij j.l. A no 850 1e Afd P.Blad no 8 hebben wij de eer Uwe Excellentie te berigten dat bij den ontvangst der circulaire wij onverwijld zijn overgegaan tot afkondiging der wet van den 26 ventôse 4 jaar tot zuivering dre boomen van alle rupsennesten; dat wij op de bepaalde tijdstippen omgang op dezelve hebben gedaan en geene nalatige in onze gemeente hebben gevonden, terwijl wij met genoegen kunnen melden er geene rupsennesten in stadsboomen struiken of hagen zijn gevonden geworden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 6 Junij 1835
Onderwerp: Mutatiën in de Kindergestichten
Blijkens het mij door ZExcie; den Minister van Binnenlandsche Zaken medegedeelde Extract uit den staat der mutatiën voorgevallen in het personeel der Kindergestichten gedurende de maand April l.l. is op den 13 dier maand uit die gestichten ontslagen M. Beekman ( no 1911) waarvan ik, aangezien de gemelde persoon in uwe stad onderstands domicilie heeft, de eer heb UEd: bij deze te informeren.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 15 Junij 1835
Onderwerp: Ontslag 34 jarige Schutters
Ik heb de eer UwEd: kennis te geven dat Heeren GS bij resolutie van den 8 Junij l.l. no 18 krachtens het bepaalde bij art 85 der wet van den 11 April 1827 en Zijner Majesteits besluit van den 6 April 1831 no 2 aan den Schutter P.J. Delewarde behoorende tot den 2e ban der schutterij uwer stad hebben toegekend regt op ontslag wegens volbragten 34 jarigen ouderdom en als behoorende tot de eertsdaargestelde schutterij.
Ik verzoek UwEd: als nu aan de belanghebbende ontslag uit de schutterlijke dienst te doen verleenen op den voet van het medegedeelde bij de Instructie van den 8 mei 1829 ad Ar 25 & 26 in fine prov; blad no 55
De Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 22 Junij 1835
Directe Belastingen
Onderwerp: Toezending van een invorderbaar
Verklaard kohier.
Volgens de resolutie van Zijne Excellentie den heer Minister van Financien, van den 17 mei 1834 no 194, opgenomen in het provinciaal blad no 53, heb ik de eer UWel Edele Achtbaren hiernevens, in overeenstemming met art. 13 van het besluit van 16 Thermidor, 8e jaar, toe te zenden, het op den 15 dezer invorderbaar verklaarde kohier van de Personele belasting Uwer gemeente, dienstjaar 1835/ 1836.
Ik verzoek UWel. Edele A dat kohier, op den voet van het bepaalde bij art.14 van het gemelde besluit, binnen vijf dagen na ontvangst, aan de Heer Ontvanger der directe belastingen, te doen toekomen, en mij den dag op te geven, waarop de, naar luid van art. 5 der wet van 4 messidor, 7e jaar, te doene afkondiging, zal hebben plaats gehad.
De Controleur der directe belastingen,
In- en uitgaand regten en accijnsen
In de controle Middelburg
Van Doorn
Arnemuiden 20 Junij 1835
Onderwerp: Kennisgeving afkondiging
Kohier Pers: Bel:
Wij hebben de eer Uw Ed: te berigten dat bij ons is ontvangen het kohier van de personele belasting litt A no 1 dezer gemeente over de dienstjaren 1835 en 1836 en dat ingevolge art: ? der wet van 4 messidor 7e jaar de afkondiging heden heeft plaats gehad
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 24e Junij 1835
Onderwerp: Retour ongezegelde Ordonnantiën
De beide hiernevens gevoegde , bij de rekening uwer stad over 1834, behoorende ordonnantiën op ongezegeld papier zijnde gesteld, strijdig met de bepaling vervat in paragraaf 2 van art: 25, in verband met paragraaf 2 van art: 39 der wet van 16 Juni 1832 (Staatsblad no 29) , zoo verzoek ik UEA dezelve door behoorlijk op zegel gestelde te doen vervangen en mij deze ten spoedigste te doen geworden.
Ik heb overigens de eer UEd: te observeren dat de declaratiën van leveranciers niet op zegel behoeven te woreden gesteld, zoo daarop geene quitancie wordt gegeven; welke op de ordonnantiën kan worden gesteld en alzoo de kosten van twee zegels kunnen worden vermeden, gelijk dit bij paragraaf ? mijner circulaire van den 8e Maart 1833, no 17 ( Prov: blad no 34) is geobserveerd .
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden ?? Junij 1835
Aan de Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Toezending mandaten
In voldoening aan Uwe Excie missive in dato 24 dezer A no 7913 2e Afd; , hebben wij de eer uwe Excellentie hiernevens te doen toekomen de op zegel gestelde mandaten over 1834 en zulks ter vervanging van de ongezegelde ons bij gemelde missive toegezonden zijnde ?? de vorige mandaten zonder zegel opgemaakt, uit hoofde de daarin vermelde personen ons hunne declaratiën gezegeld hadden toegezonden, en wijl het zegelregt evenwel betaald was, door ons aangenomen ? en hunne kwitantie daarop gesteld
De Burgemeester
CDB
Kladafschriften van uitgegane stukken
Aan de Heer van der Heim
Griffier der Staten van Zeeland
Ik heb de eer UEG te verzoeken voor mijn gemeente mij wel te willen laten toekomen een register van de Burgelijke Stand voor de erkenning van kinderen en wel houdende twee bladen
CDB
Den 22 Januarij 1835
Arnemuiden den 22 Januarij 1835
Ik heb de eer UEG te verzoeken om aan mij te laten geworden een attest van activen dienst van de Milicien J.P. de Nooijer loteling van 1831 Stamboek van 1831 alsmede van B. de Ridder Loteling van 1831 beide van deze gemeente ten einde dezelve voor hunnen Broeders bij de Militie Raad in deze provincie voor het loopende jaar te worden overgelegd
Aan de bevelhebber van het depot der 9 Afd: Inf: N.M. te Utrecht.
Adres B & Weth: van Utrecht
De Burgemeester
CDB
Aan den Bevelhebber van het Depôt der 17 Ad: Inf: NM te Haarlem
Ik heb de eer UEG te verzoeken van aan mij te laten toekomen een attest van werkelijken dienst van de Milicien Jacobus Siereveld, Loteling van 1830 van deze gemeente ten einde hetzelve voor deszelfs broeder bij de Militie Raad in deze provincie voor dit jaar over te leggen.
De Burgemeester
CDB
Den 22 Januarij 1835
Aan den Heer bevelhebber van het depot der 2 Afd: Inf N.M. te Alkmaar
Onderwerp: Jacob Desto
De Persoon van Jacob Desto als Plaatsvervanger gediend hebbende voor Leendert Wisse Loteling van 1820 van deze Gemeente in de 3 Comp: van de 2 Afdeeling en hij van dit jaar bij de Militie Raad in deze Provincie voor deszelfs Broeder daar van een attest wil overleggen, zoo heb ik de eer UEG te verzoeken mij een zodanig attest te laten toekomen.
De Burgemeester
CDB
Aan de Bevelhebber van het 3 Batt: art: N.M. te Delft
Onderwerp: attest van dienst van C. van Leeuwen
De Persoon van Cornelis van Leeuwen gediend hebbende als kannonnier der 2e klasse in de 3 Comp: van het 3 Batt: Artillerie en in Maart van 1828 gepaspoorterd en zulks als Plaatsvervanger voor J. Buijs, ingezetene mijner gemeente, welke voor dit jaar voor deszelfs Broeder een attest van dienst bij de Militie Raad in deze provincie moet overleggen, zoo hebbe ik de eer UEG te verzoeken mijdusdanig attest te laten toekomen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 26 Januarij 1835
Onderwerp: Inschrijving D: Beekman
Aan den Gouverneur
In voldoening aan uwe Excellentie missive in dato 23 dezer maand A no 818/820 1 Afd: heb ik de eer Uwe Excie de ontvangst te accuseren dier missive, alsmede de geleidene staat van Dirk Beekman geboren te Arnemuiden den 9 febr: 1816 en thans in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid met verzoek hem voor de Ligting der N.M. van het loopende jaar in te schrijven, hetwelk in Uwe Excie ???? berigt reeds door het Diaconie Armbestuur dezer Gemeente ter inschrijving was aangegeven.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 28 Januarij 1835
Onderwerp: Inzending Inschrijvingsregister en
Alphabetische Lijsten N.M. Ligting 1835
Aan den Gouverneur
Nevens deze heb ik de eer aan Uwe Excie te doen toekomen het inschrijvingsregister en alphabetische Lijst van de manspersonen geboren in 1816, welke tot deze Gemeente behooren en aan de Loting voor de Nationale Militie van dit jaar moeten deelnemen, terwijl geen vrijwilligers zich hebben aangeboden en ook geen aanvragen van reeds dienende bij de Nationale Militie ter bekoming van vrijstelling bij mij zijn ingekomen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 27 Januarij 1835
Aan den bevelhebber der 2 Afd: Inf: te Alkmaar
Onderwerp: Attest van dienst M. Keur
Ik heb de eer UEG te verzoeken aan mij te laten toekomen een attest van dienst van den milicien Marinus Keur loteling van 1817 voor de stad Middelburg en gediend hebbende bij de 3 Comp: 1 Batt: 2 Afd: ten einde hetzelve op den 10 februarij aanstaande bij de Militie Raad in die provincie voor deszelfs broeder over te leggen.
De Burgemeester
CDB
Aan den Heer Kommandant van het Depôt der 2e afdeeling
Infanterie te Amsterdam
Arnemuiden 31 Jan: 1835
Onderwerp: Attest gepresteerde dienst
Voor de Broeder van D.L.Boone Loteling van 1824 van de gemeente Cleverskerke, gediend hebbende bij de 1 Komp 1 Batt: der 2 afd: Inf: en in 1829 gepasporteerd , een attest benoodigd hebbende van zijnen volbragten dienst om bij de Militie Raad dezer provincie over te leggen, neme ik de vrijheid UEG vriendelijk te verzoeken van aan mij, zoodra maar immer doenelijk, zoodanig attest te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Aan den Heer Officier van
Justitie te Middelburg
Onderwerp: over wettigen van kinderen
Na UEG mijnen dank betuigd te hebben voor de bij UEG missive van den 27 Jan: l.l. no 86 ter inzage gevoegde besluit van den 5 febr; 1817 betrekkelijk het wettigen van kindren door opvolgend huwelijk, heb ik de eer UEG de hier bestaande gevallen mede te deelen.;
1 Zekere Geerard de Quelerij van beroep zeevarende gezel alhier woonachtig, heeft zedert 1830 als vrijwillig matroos op een ZM kanonnerbooten gediend, in den tijd verkeer gemaakt met eene Clasina Jobse wonende alhier, en daar bij een kind verwekt, dat hij absent zijnde bij de Inschrijving niet kon erkennen, nu met onbepaald verlof alhier zijnde, haar gehuwd en is dat kind bij de huwelijksvoltrekking door hem erkend, waarvan ik in de Acte volgens het formulier van wegen het Provinciaal Gouvernement ( de besturen medegedeeld) melding heb gemaakt.
2 Eenen Pieter Kleijnepier Rietdekker, alhier wonende geeft bij de Inschrijving voor de Nat: Militie zijn zoon Jan aan, en legd over een Extract uit het Register van Geboorten van Serooskerke waaruit blijkt dat het een kind was voor het huwelijk en mitsdien de familienaam van zijn vrouw zijnde Dubury was gegeven ,die man erkend dit de waarheid te zijn omdat hij zijn huwelijk niet konde voltrekken voor de vervulling van zijn 18 jaar, doch dat hij dat kind zelve had aangegeven maar zoo het schijnt verzuimt om bij de inschrijving daarvan melding te maken, zoo mede dat hij erkende daar van vader te zijn.- en nu is het verlangen van dien man, om dit noch te doen, ten einde de zoon de naam van Kleijnepier mag dragen.
Ik heb thans nu ook daar voor Registers houdende akten van Erkenning na de Inschrijving van geboorten, en nu wenschte ik ingelicht te worden.
1 of van het eerste geval daar reeds erkenning heeft plaats gevonden in de Huwelijksacte noch nader eene acte van erkenning moet worden opgemaakt.
2 of dit noch van het tweede geval en nog kan plaats hebben en 3 als van die erkenning dien wij in het Register van geboorten volgens art:1 van ZM besluit van 8 Junij 1823 ( St.Bl no 21 met rooden inkt melding word gemaakt, ik van het eerste geval naar aanleiding van art:2 van genoemde besluit aan den Heer Griffier bij den Regtbank te Middelburg, en van het 2e geval aan den Heer Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Serooskerke kennis geeft dit alleen bij missive of wel met bijvoeging van een Extract uit de Registers van Huwelijk voltrekking en Erkenning en wel op Zegel behoord te doen.
UEG inlichting hierop vriendelijk solliciterende heb ik de eer mij hoogachtend te teekenen.
De Burgemeester
Ambtenaar van den
Burgelijken Stand
Den 2 Febr: 1835
Arnemuiden 14 Februarij 1835
Aan den Heer Kapitein 2 Komp: 1 Batt: der 2 Afd: Infanterie
Onderwerp: Kennisgeving van voltrokken huwelijk
Ter beantwoording uwer Missive in dato 27 Januarij j.l. no 5 heb ik de eer UEG te berigten dat de fuselier Giffard Bernardus Marinus met Barendina Tramper binnen den gemeente op den 23 November 1833 door het huwelijk zijn vereenigd
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 20 Februarij 1835?
Onderwerp: Wettiging Kinderen
Bij de inschrijving voor de Nat: Militie der jongelingen geboren in 1816 en welke dit jaar aan de loting moeten deelnemen melden zich bij mij aan de Persoon van Pieter Kleinepier slagter en rietdekker alhier welke bij absentie van deszelfs zoon als vader hem kwam aangeven en mij vertoonde een geboorte Extract bij UEA geligt waaruit bleek dat die jongeling geboren den 3 October 1816 niet de naam van Kleinepier, maar die van Dubury draagt en welke uit hoofde bij de geboorte van dat kind gemelde Kleinepier nog niet met de moeder gehuwd was, en bij de aangifte aan den Burgerlijken stad niet moet tegenwoordig geweest zijn en hetzelve erkend hebben
Gemelde Kleinepier mij te kennen doen geven hij gaarne wenschte die erkenning nog mogt plaatsvinden en zijn zoon niet de naam van Dubury maar van Kleinepier zoude dragen heeft hierin mijne tusschenkomst verzocht mij geadresseerd heb een dergelijke vraag aan de Heer EdG Officier van Justitie bij de Regtbank te Middelburg welke mij deswegens heeft gerescribeerd dat inzage van het dubbele register van de Burgerlijken Stand der Gemeente Serooskerke over den jare 1816 bevonden is dat dit kind genaamd Jan Pieterse geboren uit Maria Dubury op den 3 October 1816 bij het op den 25 der zelve maand door haar aangegaan huwelijk met Pieter Kleinepier behoorlijk door dezelven voor haaren wettigen zoon verklaard is, zonder dat van eenige aantekening dier wettiging in margine der geboorte Acte blijkt.
Zijn EG heeft mij verzocht dienaangaande met UEA in overleg te willen treden ten eindeUEA aanteekening van die wettiging in margine der geboorte acte voor als nog zoude doen en gemeld kind onder geen verkeerde geslachtsnaam aan deszelfs verpligting bij de Nationale Militie zoude voldoen; wegens het spoed vereischende hiervan heb de eer UEA te verzoeken om alsnog daar gemeld kind bij het huwelijk erkend is en het slechts een verzuim heeft geweest daarvan in het geboorteregister van den Burgelijken Stand melding te maken die verandering alsnog plaats te doen hebben ten einde gemeld kind in vervolg den naam van Kleinepier mag dragen en van uw verrigte kennis te willen geven aan den Heer Officier van Justitie te Middelburg ten eindeZEG in staat te stellen die verandering op het bij de Griffie berustende dubbeld register te bewerkstelligen.
UEA gelieve de goedheid te hebben naar verandering mij te doen toekomen een Extract daarvan om voor de Nationale Militie alsnog het noodige gebruik te maken
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 24 Februarij 1835
Onderwerp: Berigt voltrekking huwelijk Flankeur Jan de Ridder
Ten gevolge uwe Missive in dato17 dezer maand heb ik de eer UEG te berigten dat aan de Flankeur Jan de Ridder op eene daartoe bekomene permissie van den komm: van de 1e Afd: Inf: alhier op den 23 Novb: 1833 in den huwelijkse staat is bevestigd.
De Burgemeester
CDB
Aan de Heer Officier
Van Justitie te Middelburg
Onderwerp: verbaal voorgenomen diefstal
Ik heb de eer UEG nevens deze te doen toekomen een door mij op heden gemaakt verbaal houdende zoo het schijnt een voorgenomen doch verhinderde diefstal van aardappelen in mijne gemeente door Jan Marijs aangegeven ten laste van Francois le Mahieu die zoo het gerugt alhier loopt met hoogaarts en zijn huishoudster en kinderen uit deze gemeente zouden vertrokken zijn
De Burgemeester
CDBaars
Den 9 Maart 1835
Arnemuiden den 6e April 1835
Aan den Heer Officier van Justitie bij de Regtbank der
Stad Middelburg
Ik heb de eer UEG hiernevens te doen toekomen een Proces verbaal ten laste de Persoon van Job Jobse en Adriaan de Ridder, welke op heden door ???/ons? opgemaakt geworden
Heden den 6 April 1835 compareerden voor mij C.D. Baars Burgemeester der stad Arnemuiden Prov. Zeeland Clasina Katte, huisvrouw van Jacobus Meerman wonende alhier, dewelke ons klagelijk te kennen gaf zij gisteren avond tusschen 7 en half 8 uur van haar vader met haar twee kleine kinderen naar haar huis gaande daarbij eensklaps zag aan komen loopen de personen van Job Jobse en Adriaan de Ridder dat voor gemelde jongens nog uit uit de weg voor hen gaande toeriep voorzichtig te wezen en haar niet omver te loopen, dat zij daarop met haar twee kinders waarvan zij er een op haar arm had en de andere aan haar hand uit de weg ging, doch gemelde jongens met geweld tegen haar kwamen aanloopen, zoo dat zij met het kind op haar arm in/op ? het raam viel bij M. Grootjans in de Westdijkstraat alhier, waardoor haar arm en elleboog ??? gewond werd.
Waarvan wij dit Proces verbaal hebben opgemaakt dat door ons na gedane voorlezing is geteekend en de Comparante heeft verklaard het schrijven niet geleerd te hebben.
Arnemuiden 23 Februarij 1835
Onderwerp: Kennisgeving erkenning van een kind
Mij bij missive in dato 16 dezer maand kennelijk gemaakt.
Ingevolge door UEG mij gevene inlichting betrekkelijk erkenning van het kind van Gerardus de Quelerij en Klasien Jobse heb ik de eer als nu UEG te berigten
Dat het kind bij Huwelijks Acte in dato 10 Januarij 1835 van Gerardus de Quelerij en Klasina Jobse door hen voor hun wettigen zoon erkend hebben; het kind geboren den 22 Maart 1834 en in het geboorteregister van den Burgerlijken Stad bekend onder den naam van Geerard Jobse; aan den kant dier geboorte Acte heb ik ingevolge art:62 van het Burgerlijk Wetboek van die erkenning melding gemaakt.
Dat ten opzichte van het kind van Pieter Kleinepier ingevolge UEG aanschrijving dadelijk den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Serooskerke in overleg getreden.
De Burgemeester
CDB.
(Gericht aan de Officier van Justitie te Middelburg.)
Klad! Moeilijk leesbaar !