Zeeuws Archief Inventaris van de Archieven van de gemeente Arnemuiden
Toegangsnummer 1200 - Ingekomen stukken en kladafschriften van uitgegane brieven 1840 deel 1
Inventarisnummer 114
Arnemuiden den 1 Januarij 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Gemeente Comptabiliteit
De allocatie der belasting en ongelden van het gepasseerde jaar op de begrooting toegestaan ontoereikend zijnde om de grondlasten , water- & dijkpenningen te voldoen hebben wij de eer Uwe EGA kennis te geven dat wij het tekort berekende ad f.0,48 uit de post van onvoorziene uitgaven van dat jaar hebben voldaan en zulks ter voldoening aan UEGA besluit van 1e Februarij 1833 ( PB no 22)
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 27e December 139
Ter vervanging/wederbenoeming van gemeente-Raadsleden te platten lande inzake aftreding
Is goedgevonden
Met continuatie van de vroeger aan sommige derzelve verleende dispensatiën voor de tijd van zes jaren,weder te benoemen, tot de onbezoldigde betrekking van lid van den Gemeente-Raad, de navolgende op den 2e Januarij 1840 aftredende leden,te weten:
Voor Arnemuiden
Van Eenennaam Abraham en
Wisse Leendert
Extracten van benoemingen etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 30 December 1839
Onderwerp: Acte van décharge
Ik heb de eer UEG hiernevens toe te zenden ene acte van décharge wegens de door uwe stad gedane betalingen voor vestigings- en verder kosten van bedelaars en andere personen in de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid over het jaar 1838 ten einde die overeenkomstig mijn besluit van den 22 April 1833 (PB no 49 ) in het archief van Uwe stad te deponeren.
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
ACTE VAN DÉCHARGE
Uit het Register der geldelijke belastingen ter Algemeene Rekenkamer is gebleken dat op folio 7 , de gemeente Arnemuiden provincie Zeeland belast is wegens verplegingskosten, enz, van persoonen, in de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid over den jare 1838
Welke belasting is opgeheven ingevolge Resolutie der Algemeene Rekenkamer van de 10 October 1839 ter somma van vijfen twintig guldens
Gravenhage, den 25 November 1839
Ter ordonnantie der Algemeene Rekenkamer
Handtekening
Middelburg den 30 December 1839
Onderwerp: Toezending van een invorderbaar verklaard kohier
Hierbij gaat volgens art. 13 van het besluit van 16 Thermidor, 8ste jaar het op den 23 dezer invorderbaar verklaarde kohier van pesonele belasting Uwer gemeente dienstjaar 1839/40 no 5
2e quartaal
Gaarne binnen vijf dagen na ontvangst aan den Heer Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen, en de dag van afkondiging op te geven.
De Controleur der directe belastingen etc te Middelburg
Handtekening
Middelburg, den 30 December 1839
Hierbij gaat volgens art. 13 van het besluit van 16 Thermidor, 8ste jaar het opden 23 dezer invorderbaar verklaarde kohier van het regt van Patent uwer gemeente, dienstjaar 1839/40
2e quartaal
Gaarne binnen vijf dagen na ontvangst aan den Heer Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen, en de dag van afkondiging op te geven.
De Controleur der directe belastingen etc
Handtekening
Arnemuiden den 3 Jan: 40
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Bedelarij
Wij hebben de eer Uwe Excel kennis te geven dat in onze gemeente een aanhoudend toezicht word gehouden tot wering der bedelarij en dat in de laatste drie maanden van het afgeloopen jaar geen bedelende personen zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden, 3 Jan: 1840
Idem
Onderwerp: Staat broodzetting
Nevens deze hebben wij de eer aan uwe Excel te doen toekomen den staat der broodzetting over het laatset kwartaal van 1839, zoo als die naar opgave der marktprijzen alhier is geregeld geworden, overeenkomstig het besluit van Heeren GS van den 2 mei 1828 PB no 88
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden, 3 Januari 39
Idem
Onderwerp: Verbaal stedelijke kas
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Excel te doen toekomen een verbaal van onze bevinding van den staat der stedelijke kas, volgens de bestaande voorschriften door ons op heden opgemaakt en geteekend
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 3 Jan: 40
Idem
Onderwerpen: Fabrieken, Trafieken of werkwinkels
Wij hebben Uwe Excel te berigten dat er gedurende het afgeloopen jaar 1839 geene veranderingen zijn voorgevallen in de bestaande fabrieken Trafieken of werkwinkels binnen deze gemeente terwijl in den loop van dat jaar alhier zijn opgerigt 2 fabrieken van callicots, dewelke na daaraan vooraf gedane aanzoek aan de Heeren G. enH. Salomonson en met goedkeuring van Heeren GS van Zeeland zijn gesticht en ten koste dezer stad en wel op de 4 voor-en achterkamers van het stadhuis alhier en de andere door den Timmerman J.K. Crucq, onder waarborg van deze gemeente een jaarlijkse huur van f.90-
Kunnende wij uwe Excel met genoegen kennis geven dat door de geplaatste kinderen steeds met lust & ijver gearbeid wordt en er nog ruim 70 kinders zich hebben aangeboden die steeds verlangend uitzien om toch geplaatst te worden, terwijl van dat getal slechts 20 kinderen in die fabrieken maar zullen benoodigd zijn.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 3 Jan: 40
Idem
Onderwerp: Staat bevolking
Nevens deze ontvangt uwe Excel den Staat der bevolking dezer gemeente zooals die was op den 31 Decb; 1839, de Staten van geboorte zoo der echte als onechte, van Huwelijksvoltrekking en sterfte met de daarbij behoorende tabel, terwijl in den loop van 1839 geene echtscheiding alhier heeft plaatsgevonden.
De Burgemeester
CDB
Staat van de bevolking van de Gemeente en derzelver onderdeelen op den 31e december 1840
Gemeente Arnemuiden 1251 18 1269 8 1277
Kleverskerke 83 2 85 2 87
Mortiere 6 2 6 2 5 totaal 1369
Aldus opgemaakt door ons Burgemeester en Wethouders van Arnemuiden
Den 1 januarij 1841
De Burgemeester
CDB
Staat van bevolking op den 31e December 1840
295 78 231 34 632 273 176 232 49 731 1369
Hervormd: 1352 Roomsch: 16 andere :1
Staat der geboorte per maand
3 2 2 - 3 3 2 3 3 3 2 4 3 30 1 onecht
5 1 2 1 3 1 3 1 2 5 4 2 30
Staat van sterfte gedurende 1840
3 3 3 1 1 - 4 4 2 - 2 1 24
2 2 1 - - 1 2 2 1 1 1 4 17
Staat der huwelijken en echtscheidingen in 1840
1 1 - - 1 - - 1 1 1 - 1 7
Echtscheidingen : geen
Levenloos aangegeven kinderen: 3
Arnemuiden, den 6 Januarij 40
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
En provinciale Commissie
Onderwerp: Vaccine
Wij hebben de eer uwe Excellentie en UEG kennis te geven dat er bij ons geene berigten zijn ingekomen dat er iemand in het laatste kwartaal van 1839 is gevaccineerd geworden of dat de kinderziekte alhier heeft geheerscht.
De Burgemeester
CDB
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: onvoorziene uitgaven
In het contract door ons met de Heeren Fabrikanten G & A Salomonson aangegaan ter oprigting alhier van een weverij van callicots, hetwelk UEGA bij besluit van den 19 April 1839 no 6 hebben verklaard dezelve door ons verzochte goedkeuring niet behoefde, bepaald zijnde dat de helft van zegelkosten en Registratie regten ieder voor de helft zoude gedragen worden, en waarin door onze gemeente alzoo een som van f.3,58 moet worden goedgedaan, waarvoor geen post op onze begrooting van dat jaar voorkomt, zoo nemen wij de vrijheid UEGA eerbiedig te verzoeken ons deszelve autorisatie te verleenen om gezegde som van f.3,58 uit de onvoorziene uitgaven van het afgeloopen jaar 1839 te moogen voldoen.
De Burgemeester CDB
Den 6 Jan: 1840
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Beschikkende op het verzoek van Adriaan Filius te Arnemuiden, Jacobus de Koster te Arnemuiden etc daarbij respectivelijk verzoekende
De eerste etc
De tweede tot het vervoer van eene zwartharige, een zwartbonte en eene vaalbonte vaars, alhier aangebragt uit Zuidbeveland en bestemd voor de vetweiding naar zijne hofstede te Arnemuiden
De derde tot het vervoer van twee zwartbonte vaarzen, alhier aangebragt uit Zuid Beveland en bestemd voor de vetweiding naar zijne hofstede te Arnemuiden
De vierde etc
Lettende op etc
Heeft goedgevonden
1 Aan de adressanten toe te staan het vervoer van opgenoemde runderen, onder bepaling dat het vervoer met voorkennis en onder het toezigt der policie zal moeten plaatshebben en de voors; runderen bij hunne aankomst in de aangewezene plaatsen geheel afgezonderd van ander rundvee zullen moeten blijven, zullende het eventuele vervoer naar elders niet mogen geschieden dan op onze vergunning
2Etc
3 Burgemeester en wethouders der gemeente Arnemuiden etc respectivelijk aan te schrijven om te zorgen dat met het vee, wanneer het in hunne gemeente zal zijn aangekomen worde gehandeld, gelijk bij paragraven 4,, 6 en 9 van het provinciaal blad no 49 van 1839 is voorgeschreven zonder te gedoogen dat hetzelve met ander vee in aanraking kome of bij hetzelve worde geweid of gestald, of zonder onze vergunning naar elders worde vervoerd
Extract etc
Middelburg den 9 Januarij 1840
De Staatsraad Gouverneur voorn
Van Vredenburch
Voor extract conform
De Griffier der Staten
Van der Heim
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 3 Januarij 1840
Is gelezen eene missive van ZE den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 28 December ll no 110 3e afd: strekkende ten geleide van ZM besluit van den 15 te voren no 103, waarbij aan de Commissie van Toezigt over de keersluis te Arnemuiden ter gedeeltelijke bestrijding der kosten van herstelling dier sluis een renteloos voorschot van Zestien duizend gulden ( f.16.000-) wordt verleend met bepaling dat hetzelve zal moeten worden afgelost in gelijke jaarlijksche termijnen van duizend gulden ( f.1000).
Voorts gelezen zijnde eene missive der bedoelde Commissie van den 13 Decb: ll daarbij naar aanleiding der resolutie dezer vergadering van den 8 Novb: ll no 14 de redenen op gevende waarom tot de regeling der bijdragen van de belanghebbenden in de kosten der voorzeide herstelling niet is kunnen worden overgegaan voorts
Is goedgevonden
Van ZM voormeld kennis te geven
Aan B & W van Arnemuiden met uitnoodiging om zoodra het aandeel dier stad in de terzake der voorz: herstelling geïmpendeerde kosten zal bekend zijn, bij den stedelijken raad de vereischte voordragt te provoceren en aan de vergadering te doen toekomen tot vinding der fondsen waaruit dat aandeel zal worden bestreden, en, ingeval dit bij negotiatie mogt verlangd worden met aanwijzing der middelen om de geregelde aflossing en interst-betaling van het diensvolgens te negotiëren kapitaal te verzekeren.
Extracten etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 13 Januarij 1840
Onderwerp: Toezending bewijzen gepresteerde vrijwillige dienst
Ik heb de eer UEA te doen toekomen de bij mij naar aanleiding van ZM besluit van den 15 Junij jl Staatsblad no 20 van het Departement van Oorlog ontvangen bewijzen van aandenken voor de ingezetenen van uwe stad op de bijgaande lijst vermeld die sedert ’s Konings proclamatie van den 5 October 1830 Staatsblad no 62 vrijwillig en voor eenen onbepaalden tijd bij het leger, de mobiele Schutterij of andere afzonderlijke active wapenkorpsen hebben gediend, met verzoek om die aan de belanghebbende te doen uitreiken, en mij daarvan rapport te doen.
Voor zover sommigen mogten overleden zijn, niet tot uwe Stad behooren of elders woonachtig zijn, gelieven UA de voor hen bestemde bewijzen met de noodige aanwijzingen aan mij terug te zenden.
Deze toezending zal welligt nog door andere worden achtervolgd, zoodra de nog ontbrekende bewijzen bij het departement van oorlog in gereedheid gebracht en bij mij ingekomen zullen zijn.
Voor dit geval zal UEA de stukken met eene bloote geleide brief ontvangen, wanneer UEA omtrent de zelven datgene zullen gelieven te verrigten, hetwelk bij deze verzocht is.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Lijst behoorende bij de missive van den Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland dd 13 Januarij 1840 A no 262 1 afd:
C.J. Baars Arnemuiden 1e Luitenant Mob. Z. Schutterij
Middelburg den 17 Januarij 1840
Onderwerp: Statistiek
De door UE bij derzelver missive van den 13 dezer no 18 , medegedeelde statistieke opgaven, naar aanleiding mijner circulaire provinciaal blad van het loopende jaar nog met de daarbij verlangde staten, model no 2 en no 6 zullende moeten worden aangevuld heb ik de eer UEd: te verzoeken zulks alsnog voor het einde dezer maand te bewerkstelligen
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 24 Januarij 1840
Aan de heer Gouverneur van Zeeland
Bij uwe Excel circulaire van 6 Jan; jl PB no4 kennis bekomen hebbende van de uitbreiding der Statistieke jaarlijksche opgaven en dientengevolge bij Uwe Excel missive van den 17 Jan: jl A no 609 1e Afd: verzogt zijnde uit hoofde van onze vroegere medegedeelde statistieke opgaven de modellen no 2 en no 6 volgens de nieuwe gegeven modellen ontbraken dezelve voor het einde dezer maand alsnog te willen aanvullen hebben wij de eer in voldoening aan dat verlangen hiernevens aan uwe Excel te doen toekomen de staat no 2 terwijl wat de staat no 6 betreft den levenloos aangegeven kinderen , in den jare 1839 niet is opgemaakt, uit hoofde er in dat jaar geene aangifte van levenlooze geborenen hebben plaats gehad.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Gelezen zijnde eene missive van Burgemeesters en Wethouders van Arnemuiden van den 6 dezer maand no 321, daarbij naar aanleiding van de marginale aanmerking deswege op de stedelijke begrooting voor het loopende jaar gesteld, ter goedkeuring inzendende het proces verbaal van den plaats gehad hebbende publieke verkoop van eenig willig en olm kaphout, benevens van vijf en dertig olmen boomen, staande aan den Zuidwal en in de Schuttershof weide dier stad met te kennengeving wijders dat de inzending der processen verbaal van zoodanige verkoopingen vroeger niet is gevergd geworden
Is goedgevonden
Het voorzeide Proces verbaal goed te keuren en van eene approbatoire apostille voorzien aan B & W van Arnemuiden te retourneren met observatie dat voortaan bij soortgelijke verkoopingen bepaaldelijk borgtogt zal moeten worden geworden wanneer de betaling der kooppenningen niet geschied voor de weghaling van het gekochte en dat de inzending van het proces verbaal op grond van art 42 van het Reglement op het besluit ten platten Lande in deze provincie door deze vergadering gevorderd is, volgens het welke die mededeeling in alle gevallen verpligtend is
Afschrift etc
De Griffier der Staten
Van den Heim
Middelburg den 20 Januarij 1840
Uit krachte van art: 36 der wet van den 21 Mei 1819 Staatsblad no 34 in de maand februarij, van elk jaar, de opneming der patenten in elke Gemeente moetende plaatsgrijpen, en daarmede gelijktijdig het onderzoek in de werkplaatsen enz bij art 35 der gemelde wet bedoeld kan geschieden , heb ik de eer UEd:A te verzoeken, an uwe zijde daartoe de benoodigde persoon te willen magtigen, om gelijktijdig met de daartoe van de zijde der administratie gemagtigde Deurwaarder Cornelis van Kamer de voorengenoemde opneming te bewerkstelligen, en wel te willen zorgen dat, de daarvoor benoodigde regisers voorhanden zijn.
De Controleur der Dir: Bel. enz
Handtekening
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Belooning volkstelling
Bij een circulaire van Z Excel den Heere Staatsraad Gouverneur dezer provincie van den 18 Sept: des vorigen jaars, Prov: blad no 92 ons voorschriften medegedeeld zijnde, omtrent de tweede algemeene tienjarige Volkstelling, welke overeenkomstig ZM besluit van den 4e te voren no 98 den 18 Novb; ll mogt worden aangevangen en voor den 31 Decb: daar aan afgeloopen zijn, met inachtneming van de bepalingen van ZM besluiten van 3 Sept; 1829 St. bl. No 62 en 90 ons medegedeeld bij Zijne Excel circulaire van 16 Oct; 1829 ( PB no 119, waar bij de Besturen inzonderheid worden aanbevolen om te zorgen dat het werk der telling met alle naauwkeurigheid worde verrigt, met vrijlating aan dezelve om eene geldelijk beloning tot billijke vergoeding voor moeite en tijd verlet onder UEGA nadere goedkeuring toe te kennen aan den genen die daarmede zoude worden belast.
En aangezien in deze gemeente geen Wijk of Buurtmeesters bestaan, hebben wij gemeend dit werk aan onzen secretaris het best te kunnen opdragen onder toezegging van dien aangaande eenige belooning hem te verleenen UEGA te zullen voordragen daar dit niet geringe werk hem doch niet wel onder en voor zijn niet groote jaarwedde als secretaris ten laste gelegd worden, bij al de werkzaamheden die thans aan de secretarie ook door de toegenomen en noch toenemende bevolking verbonden zijn.
Dit werk door hem volgens de gegevene voorschriften verrigt zijnde en aan ons heden overgelegd de beide aangelegde Registers , met de daar bij behoorende Staten welke laatste aan Zijne Excel den Heere Staatsraad Gouverneur zullen worden ingezonden, zoo is ons gebleken dat onze bevolking thans bestaat uit niet minder dan 1340 zielen, welke niet alleen een dubbeltal van de behoorlijke inschrijving van genoemd e Registers uitmaakt, maar ook meer dan 2/3 der billetten, door hem voor de Ingezetene zijn ingevuld geworden.
Het een en ander bij ons in aanmerking genomen zijnde zoo verlangen wij hem eene tegemoetkoming voor die buitengewone werkzaamheden toe te kennen van f. 13, 40 hetwelk het dubbelde van de Registers in aanmerking nemende op een ½ cents per personn zoude uitmaken.
Wij verzoeken eerbiedig dat UEGA goedkeuring te mogen erlangen, met autorisatie om die som uit de onvoorziene uitgaven te mogen uitbetalen.
De Burgemeester
CDB
Den 24 Jan: 1840
Arnemuiden 24 Jan: 40
Onderwerp: Uitslag volkstelling
De Volkstelling der gemeenten voltooid zijnde, en de daartoe betrekkelijk hebbende Staten volgens de bestaande modellen opgemaakt en in orde gebragt zijnde, hebben wij de eer dezelve ingevolge Uwe Excel circulaire van 30 Oct: hiernevens aan uwe Excel te doen toekomen , zullende uwe Excel uit dezelve ontwaren deze gemeente thans een bevolking van 1340 zielen bevat, waarvan 1323 Hervormden 16 Roomschgezinden en 1 dewelke zich op een wettige wijze van het bestaande hervormde genoodschap heeft afgescheiden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg 29 Januarij 1840
Onderwerp: Bijwerken kadastrale stukken
In voldoening aan lid 28 d van het besluit van Z.E. den Staatsraad Gouverneur van den 16 November 1839 A no 12965 (P.B. no 110) heb ik de eer UEA te verzoeken om aan mij ten spoedigsten te willen inzenden het exemplaar der kadastrale plans aanwijzende tafels en perceelsgewijze leggers eigendom uwer gemeente, ten einde voor het boekjaar 1839 te worden bij gewerkt.
De Provinciale bewaarders
Van het kadaster in Zeeland
Hoogstraaten
Middelburg den 3 februarij 1840
Ik heb de eer UEA bij deze te informeren dat het vermoedelijk bedrag der door uwe stad over het jaar 1839 aan de maatschappij van weldadigheid verschuldigde sommen bedraagt wegens verplegingskosten van weezen f.25 en dat de betaling van die som ten behoeve van uwe stad uit derzelver aandeel in de provinciale belasting is gepreleveerd en met dezelve, op den voet mijner circulaire van den 30 Januarij 1833 ( PB no 20) zal worden verrekend.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 6e Februarij 1840
Onderwerp: Toezending invorderbaar verklaard kohier
Hierbij gaat in overeenstemming met art.13 vam het besluit van 16 Thermidor, 8e jaar, het op den 31e Januarij 1840 invorderbaar verklaarde kohier van Grondbelasting Uwer gemeente dienstjaar 1840. Gaarne binnen 5 dagen na ontvangst toezenden aan den Heer Ontvanger der dirfecte belastingen en opgave van de dag van afkondiging.
De Controleur der directe belastingen etc
Handtekening
Opcenten Arnemuiden f.122,37
Opcenten Cleverskerke f. 80, 41
Arnemuiden, 10 Februarij 40
Aan den Heer Controleur Dir: belast: te Middelburg
Onderwerp: kohier grondbelasting
Bij ons ontvangen zijnde het kohier der Grondbelasting dezer gemeente over den jare 1840, hebben wij de eer Uwe EG te kennen te geven dat hetzelve aan den ontvanger ter invordering is ter had gesteld , en de afkondiging op den 7 dezer heeft plaatsgehad.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 7 Februarij 1840
Onderwerp: uitreiking bewijzen van aandenken
Door UE nog niet voldaan zijnde aan het gevorderde bij mijne missive van den 13Januarij, heb ik de eer UE te verzoeken,mij uwe rescriptie ten spoedigste te doen geworden.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 10 Februarij 40
Aan den Gouverneur van de Provincie Zeeland
Onderwerp; Berigt bewijs ter aandenken
Het bewijs van aandenken voor gepresteerde vrijwillige diensten ten jare 1830 ons bij Uwe Missive van den 13 Jan: jl A no 262 1e Afd; toegezonden , hebben wij de eer Uwe Excie te berigten hetzelve aan den belanghebbenden is uitgereikt het met(s)? zelfvoldoening voor zijnen verschuldigden pligt aan Vaderland en Koning met warmte heeft ontvangen, etc
N.B. de rest is onleesbaar: klad
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 11 Febr: 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Duplicaat register J.J
Wij hebben de eer hiernevens aan Uwe Excie te doen toekomen het duplicaat reister J.J. van de verlofgangers onzer gemeente welke de ophanden zijnde Inspecie voor den Heer Militie Kommissaris te Veere behooren waar te nemen terwijl op hun gedrag zoo ver het ons bekend is, niets is aan te merken.
De burgemeester
CDB
Verlofgangers:
Adriaan de Nooijer
Pietr Meulmeester
Pieter Flink
Pieter Schroevers
Middelburg, den 12 Februarij 1840
Onderwerp: Voordragt tot ontslag van Weezen voor 1840
Ik heb de eer UE:hiernevens te doen toekomen een extract voor zooveel Uwe gemeente betreft uit de voordragt welke door de permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid aan het departement van Binnenlandsche zaken is gedaan tot ontslag aan Weezen, vndelingen en verlatenen kindeen voor den jare 1840, bevattende in de kolom van aanmerkingen onderscheidene bijzonderheden waarvan de kennis bij het in overweging nemen aan het ontslag in het belang der voorwerpen nuttig kan zijn.
Bij de mededeeling dier voordragt voor zoo veel deze Provincie betreft is mij door Z:E: den Minister van voorz; departement te kennen gegeven dat de voornoemde commissie zich weder bereid heeft verklaard om die gene der voorgedragene jonge lieden welke den leeftijd van 21 jaar nog niet bereikt hebben en niet dadelijk na de tot hun ontslag verleende magtiging in het erlangen van plaatsing mogten slagen nog eenigen tijd het verblijf in hare gestichten te vergunnen.
Ik verzoek UE: m mij vóór den 28sten dezer maand te melden of tegen het ontslag van den in dat extract begrepen individu bij UE al of niet bedenkingen bestaan, en zoo ja, welke,en einde daarvan aan gemelden Minister binnen den daar voor bepaalden tijd opgaven te kunnen doen,aangezien anders op die bedenkingen niet meer zoude worden kunnen geattendeerd, terwijl indien ik Uw Antwoord op het bepaalde tijdstip niet mogt hebben ontvangen het er voor zal gehouden worden dat er bij UE geene bedenkingen tegen de voordragt zoo als zij daar ligt bestaan en dat er alsdan naar aanleiding van dezelve zal worden beschikt.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
VOORDRAGT TOT ONTSLAG
VAN
WEEZEN, VONDELINGEN EN VERLATENE KINDEREN
VOOR 1840
ZEELAND
Casper Caljouw 13 October 1820 Arnemuiden lidmaat Herv:gemeente
Stand der rekening op 1 Januarij 1840; Schuld : Kleeding: f.12,25; tegoed: over verdiensten: f.24,25
Aanmerkingen: Verlangt nog een jaar te mogen blijven waartegen geen bedenking bestaat.
Arnemuiden 17 Februarij 1840
Bij Uwe Excie missive van den 12 Febr:jl A no 1522 ,2e afd: ons toegezonden zijnde eene extract uit de voordragt van de permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid , betrekkelijk de ontslagen van Weezen, vondelingen en verlatene kinderen van den jare 1840, hebben wij uit die staat venomen dat voor deze gemeente op die voordragt tot ontslag is begrepen Casper Caljouw; dan uit de aanmerking vernemen wij dien jongeling alsnog een jaar verlangt te blijven waartegen bij de commissie geene bedenking bestaan
Zoo hebben wij de eer Uwe Excie te kennen te geven dat wij aan het verlangen van die weeze niet kunnen instemmen, aangezien onzen Diaconie Armen dien last niet kan dragen en zij reeds vroeger zich verblijd hadt van dit jaar daarvan te zullen ontheven worden, en zij bij gebreke van fondsen tot bestrijding hunner uitgaven, zich tot ons wenden, die hoe zij ook verpligt zijn tot het verleenen van bijstand uit de boeten van onze arme ingezetenen , moet worden gevonden, en wij alzoo Uwe Excie dringend verzoeken ons in het belang van deze Arme Gemeente , die meerder last heeft dan zij dragen kan,bij het Departement van Binnenlandsche zaken op het ontslag van de weeze aan te dringen.
Mogt evenwel dien jongeling welke nagenoegd den leeftijd van 20 jaren bereikt heeft zijn kost in die Koloniën weerdig zijn of daar dezelve indien stand op dien leeftijd alhier als boereknegt zulks overwaard zijn…… dan zou daar geen bedenking zijn.
De burgemeester
CDB
Arnemuiden den 10e Maart 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Instellingen van Weldadigheid
Wij hebben de eer in voldoening aan UEA besluit van 7 Febr: jl PB no 13 betrekkelijk de instellingen van Weldadigheid, nevens deze aan den Huiszittende Armen dezer gemeente door ons voor het jaar 1839 opgemaakt naar de opgave van het Diaconie Armbestuur alhier met bijvoeging der Suppletoire tabel der Armen scholen van het gegeven kosteloos onderwijs aan kinderen van min vermogenden ouders, welke staten met de meeste naauwkeurigheid volgens de gegevene modellen door ons zijn opgemaakt .terwijl in deze gemeente geene andere instellingen van Weldadigheid gevonden worden.
De Burgemeester
CDB
Voordragt tot ontslag
Van Weezen,Vondelingen en verlatene kinderen
Voor 1840
Arnemuiden den 17 Februarij 1840
Onderwerp: Ontslag Weezen
Bij Uwe Excie missive van den 12 februarij jl A no 1522 , 2 Afd: ons toegezonden zijnde eene extract uit de voordragt van de permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid, betrekkelijk de ontslagen van weezen vondelingen en verlatene kinderen van den Jan: 1840 , hebben wij uit die staat vernomen dat voor deze gemeente op die voordragt tot ontslag is begrepen Casper Caljouw; dan uit de aanmerking vernemen wij dien jongeling als nog een jaar verlangt te blijven, waartegen bij die commissie geene bedenking bestaan.
Zoo hebben wij de eer uwe Excie te kennen te geven dat wij aan het verlangen van die Weeze niet kunnen instemmen, aangezien onze Diaconie Armen dien last niet kan dragen , en zij reeds vroeger zich verblijd hadt van dit jaar daarvan te zullen verheven worden, en zij bij gebreke van fondsen tot bestrijding hunner uitgaven zich tot ons wenden die hoe in verpligting ook daartegen opzien uit hoofde het tot het verleenen van bijstand uit den boeten van onze arme ingezetenen moet worden gevonden , en wij alzoo Uwe Excie dringend verzoeken ook in het belang van deze arme Gemeente die meerder last heeft dan zij dragen kan, bij het departement van Binnenl:zaken op het ontslag van de Weezen aan te dringen.
Mogt evenwel dien jongeling welke nagenoegd den leeftijd van 20 jaren bereikt heeft, zijn kost in die koloniën weerdig zijn daar dezelve in dien stand op die leeftijd alhier als boere knegt zulks overwaard zijn of het tekort met zijnen over verdiensten goed maken dan bestaat er dezerzijds geene bedenking hij aldaar nog een jaar verblijft, evenwel zonder eenige kosten van onzen Armen.
De Burgemeester
CDB
Nummers orde; 124; Hoofd: 935; Naam Casper Caljouw; geboren 13 October 120; opgezonden vanuit Arnemuiden;lidmaat Hervormde gezindheid;
Stand der rekening op 1 Januarij 1840: schuld Kleeding f.12,25; tegoed over verdiensten : f.24,25
Aanmerkingen: Verlangt nog een jaar te mogen blijven waartegen geene bedenking bestaat.
Arnemuiden den10e Maart 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Wij hebben de eer in voldoening aan UEGA besluit van den 7 Febr; jl PB no 13 betrekkelijk de instellingen van Weldadigheid nevens deze aan UEGA te doen toekomen een Staat van den Huiszittenden Armen dezer gemeente door ons over het jaar 1839 opgemaakt naar de opgave van het Diaconie Armbestuur alhier, met bijvoeging der suppletoire tabel der Armen Scholen van het gegeven kosteloos onderwijs aan kinderen van minvermogenden ouders, welke staten met de meeste naauwkeurigheid volgens de gegevene modellen door ons zijn opgemaakt , terwijl in deze gemeente geene andere instellingen van Weldadigheid gevonden worden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 19 Februarij 1840
Aan de Centrale Directie van Walcheren
Onderwerp: Verzoek herstelling Zaagmolensche Dijk
Bij resolutie van HEGA Heeren GS van Zeeland van 20 Decb: jl no 21 word ons kennis gegeven dat het beheer en toezicht der buurtwegen in eiland Walcheren provisioneel aan Uw Ed:is opgedragen,met mededeeling aan de stedelijke besturen , indien zij eenige nalatigheid in den onderhoud der wegen mogten ontdekken,hiervan onverwijld aan UEG kennis te geven.
Dienvolgens zijn wij dan zoo vrij in het belang van onze ingezetenen te verzoeken, dat door Uwe tusschenkomst den eigenaars of gebruikers van dien Zaagmolenschen Dijk mogt verpligt worden, denzelven in een reibaren/ rijbaren staat te doen brengen aangezien dien dijk in dusdanigen deplorabelen toestand is,hetwelk onzes inziens veroorzaakt word dat in het meer gunstige saisoen weinig of niets tot deszelfs onderhoud of verbetering word in het werk gesteld is en onze ingezetenen niet dan met groote inspanning van krachten gelukt de stad Middelburg te bereiken en waardoor het aan onze landlieden zeer moeijelijk gemaakt word, hunne granen naar evengemeld Stad te vervoeren of vandaar per as eenige koloniale of inlandsche producten naar deze stede te doen transporteren.
De Burgemeester
CDB
Middelburg,den 18 Februarij 1840
Onderwerp: eerste afgifte kontingent 1840
De opkomst voor de eerste afgifte van het kontingent voor de ligting der Nationale Militie van het loopende jaar door mij op Zaturdag den 29 Februarij aanstaande des voor de middags te negen ure op de Koopmansbeurs te Middelburg bepaald zijnde, ontvangen UEA hiernevens de orders van vertrek voor de genen welke in deze afgifte behooren te worden begrepen voor zoo veel zij niet verlangd hebben, voor de dienst een plaatsvervanger te stellen, of die om andere reden vooralsnog niet kunnen worden in dienst gesteld..
Ik verzoek UEA deze orders ten spoedigste aan belanghebbenden te doen uitreiken en deze manschappen op de gewone wijze intijds te doen verzamelen , overbrengen en begeleiden en te zorgen dat dezelve aan mij op voorschreven dag uur en plaats kunnen worden aangeboden, met overlegging van den staat model litt: DD in triplo en het extract uit denzelven in eene expeditie voor ieder man afzonderlijk.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 7 Februarij 1840
Overgelegd ingekomen staten aanvragen van sommige plaatselijke besturen om te worden gemagtigd tot het beschikken over de fondsen, welke bij derzelver begrotingen voor onvoorziene uitgaven , over het jaar 1839 zijn toegestaan , als mede de aanvragen der steden en der tot het 1e district behoorende platten lands gemeenten
Is goedgevonden
De Voorschr: staten te arresteren en van de daarbij opgenomene beschikkingen aan de betrokken besturen voor zoo veel ieder aangaat kennis te geven
Extracten etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim
DE STAATSRAAD GOUVERNEUR VAN DE PROVINCIE ZEELAND
Op de mededeelingen van den president der Commissie van Landbouw, en van den eersten Provincialen vee-arts in Zeeland, beide van den 19den dezer maand, dat één der Runderen toebehoorende aan Jan versluis, landman wondende onder de gemeente St. Laurens c.a. door de Longziekte is aangetast, en ten gevolge van dien is bezweken, terwijl anderen op denzelfden stal, als van de Longziekte verdacht worden beschouwd.
Besluit:
De Stedelijke en Plaatselijke besturen van het 1e District dezer provincie, zullen van het ontstaan der Longziekte, onder de gemeente St.laurens c.a worden onderrigt, ten einde daarvan aan de ingezetenen kennis te geven, met de aanbeveling en waarschuwing bij paragraf 11 van het P.B. no 49 van 1839 bedoeld.
Afschrift etc
De Staatsraad Gouverneur voornoemd,
Van Vredenburch
De Griffier der Staten
van der Heim
Arnemuiden den 22 Februarij 1840
Onderwerp: Ontstaande Longziekte
BEKENDMAKING
Burgemeester en Wethouders der stad Arnemiden maken bij deze bekend dat bij 1 der landlieden onder de gemeente St.Laurens c.a. de longziekte onder het rundvee is ontdekt en dat een derzelver aan de ziekte is bezweken terwijl de andere op dien stal als verdacht aan die ziekte worden beschouwd.
Waarschuwen een iegelijk veehouders om tegen deze verwoestende ziekte op hunne hoede te zijn, hun vee steeds zoo veel mogelijk afgezonderd en buiten gemeenschap met de andere houden; zich vooreerst van den aankoop van vee te onthouden en niet toe te staan, dat eens anders vee op hunne stallen of weiden verblijven- om van het ontstaan van die ziekte onder hun vee, dadelijk aan den Burgemeester kennis te geven, terwijl het verzuim daarvan, hen aan de boete en gevangenis straf zal blootstellen, daartegen bij bij art 459? Van het wetboek van Strafregt bedreigd—om zich ingeval van longziekte naar de aanwijzing van het openbaar gezag en naar die der vee-artsen stiptelijk te gedragen, en in alles het aan hen gevorderd/ wordende te volbrengen, alsmede om alles te vermijden wat strekken kan om de longziekte te doen ontstaan en voort te planten onder voorhouding dat afwijking en verzuim hiervan, dezelve het genot ontzegt van de tegemoetkoming welke door het Gouvernement tot nog toe voor het verlies van het tengevolge der longziekte omgekomen of afgemaakt vee wordt verstrekt, onverminderd de straffen die hij, als de besmetting hebbende voorgeplant, volgens de bestaande wetten kunnen worden opgelegd.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zoude voorwenden, zal deze worden aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
de Burgemeester
CDB
Militie Kommissariaat
Provincie Zeeland
Onderwerp: Tweede en Derde Zitting
Militie-Raad
Tweede zitting voor het 1e Militie-Kanton 26 Maart 1840
Derde Zitting voor het 1e Militie-Kanton op 14 April 1840
Des middags om 1 ure in de Abtdij te Middelburg
Tweede zitting: alle dit jaar geloot hebbende Persoonen die vermeenen regt op vrijstelling te hebben.
Derde Zitting : alle lotelingen welke Nummers willen verwisselen of Remplaceeren.
De Kommissaris over het district Goes
Handtekening
Arnemuiden den 2 Maart 1840
Aan den Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Politiek Domicilium
De Ambtshalve inschrijving in het register van politiek Domicilium alhier der manspersonen geboren in 1817, wie op den 1 Januarij dezes jaars hun 22e jaar volbragt hebben, behoorlijk geschied zijnde, hebben wij de eer Uwe Excie daarvan kennis te geven.
De Burgemeester
CDB
Zij deze en bijlagen in handen gesteld van den Heer Burgemeester & Wethouders van Arnemuiden om berigt, consideratien en advies
Middelburg den 28 Februarij 1840
Vanwege den Staatsraad
Gouverneur der provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Van der Heim
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Adres Veldwachter
Bij Uwe Excel dispositie van den 28 Fbr: jl A 1 afd. no 2181 het adres van den veldwachter onzer gemeente aan uwe Excel gepresenteerd, houdende verzoek om met de vacerende post van veldwachter in de gemeente Zaamslag bij verplaatsing begunstigd te worden, in onze handen om berigt consideratiën en advies gesteld zijnde,-- zoo hebben wij de eer in voldoening daaraan , na van den adressant de noodige informatiën te hebben ingenomen Uwe Excel te kennen te geven, hij adressant vermeend die gemeente voor zijn bestaan voordeeliger zijn zoude, en om die reden dat verzoek hadt ingediend—
Voorts kunnen wij Uwe Excel berigten dat hij gedurende van zijn ruim twee jarige dienst redelijk wel aan zijne verpligtingen heeft voldaan , en niets bijzonder op zijn gedrag kunnen aanmerken waarom wij ook vrijheid hebben, om hem te zijner bevordering aan uwe Excel tot eene gunstige dispositie op zijn adres te advisrene
De Burgemeester
CDB
Den 5 maart 1840
Aan Zijne Excel den
Staatsraad Gouverneur van de
Provincie Zeeland
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Abraham Wijndt veldwachter der gemeente Arnemuiden en Cleverskerke daar ik intusschen heeft vernomen dat de Post van veldwachter der gemeente Zaamslag heden onvervuld is gebleven en volgens Artikel 7 het reglement of de Inrigting der veldwachters en gaarne Met zoodanig eene verplaatsinge wenste begunstigd te worden reden waarom hij zich wendt tot uwe Excel met eerbiedig verzoek dat het uwe Excel behagen moge hem met die Verplaatsing der gemeente Zaamslag te willen begunstigen belovende zich die gunst door een goed gedrag en getrouwe Pligtsbetrachting ten allen tijde waardig te zullen maken.
tWelk doende
get: A Wijndt
Middelburg den 2e Maart 1840
Onderwerp: den voordragt tot vinding der fondsen tot bestrijding
Van het aandeel der stad Arnemuiden in de herstellingskosten
Van de keersluis aldaar
Door UEA nog niet voldaan zijnde aan het gevorderde bij de Resolutie van Heeren GS van den 3 Januarij
Heb ik de eer UEA te verzoeken, mij uwe rescriptie ten spoedigste te doen geworden
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 13 Maart 1840
Aan den Heer Militie-Kommissaris
Te Goes
Onderwerp: Toezending Staat Mutatie Staten Schutterij
Voldoende aan het besluit van Zijne Excel de heer Staatsraad Gouverneur dezer provincie van den 5 dezer maand PB no 20 en aan UEG circulaire van den 10 dezer maand no 16 hebben wij de eer aan UEG te doen retourneren de gewijzigde oorspronkelijke en Mutatie Staten van den 1e Ban der Schutterij dezer gemeente benevens aan UEG te doen toekomen een nieuwe naamstaat houdende aanwijzing van elken Schutterpligtigen van den 1 Ban zoo als die bestond op den 1 Maart met bijvoeging van een man in Januarij van dit jaar zich alhier met er woon gevestigd heeft en waarvan in de kolom van aanmerking is melding gemaakt.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 28 Februarij 1840
Ingekomen zijnde de opgaven der in 1839 door de onderscheidene Arm-administratiën verpleegde weezen welke in de termen verkeeren om volgens ZM besluit van den 17 Aug: 1827 no 125 te worden opgenomen
Is goedgevonden
Aan B & W te doen weten m.b.t. de opgegeven kinderen dat hunnen opzending bevonden is geen voordeel voor de betrokkenen Armadministratie te zullen opleveren of dat dezelve op grond der door de betrokkenen besturen ten hunen opzigte opgegevene bijzondere omstandigheden geoordeeld zijn te verkeeren in de termen van art. 1 of 2 van ZM besluit van den 17 Aug: 1827 no 125.
Extracten etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim
Middelburg den 7 Maart 1840
Onderwerp: Toezending invorderbaar kohier
Hierbij wordt toegezonden in overeenstemming met art.13 van het besluit van 16 Thermidor 8e jaar het op den 28e Februarij invorderbaar verklaarde kohier van personele belasting uwer gemeente, dienstjaar 1839/40 no 6
Gaarne binnen 5 dagen na ontvangst aan den Heer Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen, en opgave van den dag van te doene afkondiging.
De Controleur der directe belastingen
Handtekening
Goes , den 10 Maart 1840
Onderwerp: Aanvulling en verbetering in zaken Schutterij
Samenvatting: Klacht over het niet tijdig insturen van de Mutatie-staten
Dreiging van “eenen expressen Commissaris ten koste der nalatige Plaatselijke besturen af te zenden.
Spreekt hoop uit dat het niet nodig zal zijn.
Etc
De Kommissaris over het District Goes beslat met het Militie Kommissariaat in Zeeland
Handtekening
Arnemuiden den 1 April 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Verwarmings Toestellen
Voldoende aan het besluit van HEGA staten van Zeeland van de 28 febr: jl PB 30 hebben wij de eer UEGA kennis te geven, dat er in deze gemeente geene instellingen van administratiën, gestichten of ook eenige andere inrigtingen bestaat welke onder ons beheer of toezigt zijn gesteld die gebruik zoude kunnen maken van de verwarmings toestellen van den Hoogleraar Bagtma?? Te Utrecht terwijl door ons van dat besluit is mededeeling gedaan aan de heeren Salomonson ten einde voor de alhier bestaande fabrieken van callicots van die inrigting der zelver gebouwen te kunnen gebruik maken ?
De Burgemeester
CDB
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Kennisgeving van een aan ZM gepresenteerd adres van subsidie
Voor een fabriek van Callicots
Nadat tot het weven van callicots een gedeelte van het stadhuis door ons daarvoor ingerigt en bezet was hebben wij ook met UEGA goedkeuring een door een particulier alhier woonachtig opgerigt gebouw in huur ten zelve einde genomen, met dat gewenscht gevolg dat dit laatstgenoemde niet alleen thans genoegzaam met kinderen is bezet, maar noch een niet niet gering aantal van de zeer behoefstigste klasse onzer ingezetenen verlangen mede in de gelegenheid te komen om door handen arbeid hunne dringende behoeften te verdienen, en aangezien men tot heden op de beide weverijen met lust en ijver werkzaam is, en veel toebrengt om in de alhier hoog toegenoemen armoede tegemoet te komen zoo wenschte het bestuur dezer gemeente wel aan het verlangen van dat aantal te voldoen door een derde gebouw daarvoor aan te schaffen, terwij de heeren G & H Salomonson ons hunne welwillenheid en bereidvaardigheid ? betuigd hebben, om daarvoor ??? te geven ; dan daar het bestuur reeds aanzienelijke kosten voor het stadhuis heeft gesuspendeerd, dat, en de verleend wordende subsidie aan het Armbestuur ten gevolge heeft gehad dat men tot eene plaatselijke belasting heeft moeten overgaan die noch door de aanzienelijke kosten aan de herstelling van de sluis alhier zullen moeten vermeerderd worden gelijk? Wij eerstdaags aan UEGA zullen voordragen, mitsdien hoe overtuigd van het heilrijk voor onze gemeente om noch een locaal tot genoemde einde te bekomen, het bestuur haar in de onmogelijkheid bevind om daar aan te kunnen voldoen zoo is zij te rade geworden om bij een adres aan ZM onzen geEerbiedigde Koning met vermelding daarvan ZM Eerbiedig te verzoeken om door het verleenen van een subsidie van twee duizend vijf honderd gulden, hetwelk voor zoodanig een gebouw berekend benoodigd te hebben, het bestuur daartoe in staat te stellen.
Wij nemen bij deze de vrijheid UEGA hiervan mededeeling te doen en daarbij UEGA eerbiedig te verzoeken om dat adres voor? ZM ten fine van advies aan UEGA toekomende daar op eene gunstige voordragt mag worden verleend, opdat onze pogingen een gewenschte uitslag mag ten gevolge hebben.
De Burgemeester
CDB
Aan den Koning
Sire!
Geven met verschuldigde eerbied te kennen, Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden, eiland Walcheren, provincie Zeeland.
Dat bij de oprigting der Fabrijk tot calico-weverij in deze provincie door de Heeren G.& H Salomonson, ook het stadje waarvan adressanten het gemeente bestuur uit maken, het geluk had bij voornoemde heeren in aanmerking te komen.
Dat tot het plaatsen van een dertigtal kinderen der behoeftige volksklasse een gedeelte van het stadhuis is afgestaan, in welk gedeelte de 30 weefgetouwen zeer spoedig bezet waren en de kinderen met het beste gevolg werkzam zijn.
Dat de behoefte zoo groot en de begeerte van anderen , om mede geplaatst te worden zoo dringend was, dat adressant zich verpligt zag naar een tweede locaal om te zien ene dien einde een gebouwtje lieten maken tegen f.90- huur ‘sjaars waarin wederom 28 armen, arbeid en brood vinden.
Dat ook dit locaal aldus bezet zijnde, er geene gelegenheid meer is om aan de begeerte van nog meer dan honderd armen die, zoo door naijver als door werkelijke nood gedrongen, om werk smeken te kunnen voldoen, onaangezien adressanten niet nalaten kunnen de welwillendheid en de ijverige pogingen van de heeren G en H Salomonson te roemen die gaarne bereid zijn werk te geven, daar waar behoefte en armoede zulks tot een bron van zegen maakt, en het dus aan gebrek van socialiteit alleen afhangt, waarom aan de wensch dier velen niet kan worden voldaan.
Weshalve Adressanten de vrijheid nemen zich tot Zijne Majesteit te wenden, met de nederige bede
Dat het Zijne Majesteit behagen moge hen adressanten met een som van tweeduizend vijfhonderd gulden uit een of ander fonds, hetzij van Zijne Majesteit in privé of van de nijverheid te begiftigen, ten einde een gebouw, voldoende aan de behoefte te kunnen daarstellen, gevende adressanten in consideratie van Zijne Majesteit dat, zoo de termen tot zulk eene donnatie niet mogte goed geoordeeld worden dat hen adressanten deze som dan worde verstrekt als renteloos voorschot met de verpligting om jaarlijks daarvan honderd gulden af te lossen.
Groot is het weldadige doel dat hiermede bereikt zal worden en zeer vele armen zullen zegenend Zijn Majesteits weldadigheid gedenken en zich kunnen verheugen om niet door aalmoezen te bedelen, maar door eigen handen arbeid waartoe hen de Heeren G & H Salomonson met opoffering van vele kosten en moeite in staat stelt, hun brood te kunnen winnen, daar waar weinig of geene resources zijn, en de eenigst bestaande namelijk de kustvisscherij van tijd tot tijd slechter wordt en minder middelen van bestaan oplevert. Een vorst uit Het geliefde Huis van Oranje was het, die Arnemuiden voor eenige Eeuwen tot eene stad verhief. Hoogstdeszelfs begunstiging verspreidde er bloei en welvaart; Moge ons vervallen stadje die bloei en welvaart onder onzen beminden vorst van Oranje door Hoogstdeszelfs gunst zien herleven.
’t Welk doende
Aanvulling:
Dat de voortzetting der weverij voor vele der aller geringste en armoedigset ingezetenen en middel van bestaan kan opleveren en werkelijk voor die welke daar in reeds werkzaam van elders niet te bekomen, terwijl de Heeren Salomonson hebben te kennen gegeven, dat de ingezetenen der stad zich met allen ijver toeleggen dat wij met HunEG betuigen om dit middel van bestaan verbeterd te zien en dat in omstandigheid waar de bevolking steeds vermeerderende de inkomsten als bij den dag verminderen.
Het is op grond van een en ander dat de adressanten met vrijmoedigheid niet minder dan met vertrouwen tot Uwe Majesteit naderen met de ootmoedige bede, dat in het belang eener hoogst armoedige maar aan uwe Majesteit en Hoogstdeszelfs huis en geslacht zeer verbondene bevolking, dit hun verzoek hen niet zal afgeslagen worden; terwijl zij het zich steeds tot eene eer rekenen te mogen noemen.
Redenen
Waarom de adressanten bij de groote armoede dezer gemeente, tevens met het uitzigt om in eenige nooden te voorzien de vrijheid nemen zich tot Uwe Majesteit wenden.
Het is waar Sire!! Adressanten kunnen noch mogen niet ontveinzen dat het eene groote zaak is zulk een zaak: 2500 gulden, die zij zich veroorloven en dat bij eene weldaad nog maar onlangs van uwe majesteit genoten is in het verleende voorschot voor de reparatie der sluis voor welke weldaad adressanten Uwe Majesteit niet genoeg kunnen danken, maar uwe Majesteit gelieve daarbij evenwel in aanmerking te nemen
Dat het verleende voorschot slechts een gedeelte is, wat de reparatie van gezegde sluis bedragen heeft en dat adressanten nog eene zeer aanmerkelijke som moeten negotiëren om te voldoen aan hetgeen de geheele reparatie van gezegde sluis heeft gekost, onverminderd hetgeen door de stad jaarlijks moet worden bijgedragen om de aflossing van de door Uwe Majesteit voorgeschotene te kunnen bewerkstelligen. Etc.
Sire!
Uwer Majesteits zeer getrouwe en gehoorzame onderdanen
Het bestuur te Arnemuiden
KLAD
Middelburg, den 20 Maart 1840
Onderwerp: kennisgeving verlenging van tijdelijk verlof
Naar aanleiding eener bij mij van den kommanderenden officier van het Reserve bataillon der 6 Afdeeling Infanterie ontvangene opgave, heb ik de eer UEA kennis te geven, dat het tijdelijk aan de tot uwe stad behoorende miliciens Marinus Barendse, Pieter Meulemeester en Adriaan de Nooijer, verleende verlof tot den 1 october aanstaande is verlengd waarvan de passen hiernevens zijn gevoegd.
Ik verzoek UEA de genoemde miliciens daarmede onmiddellijk bekend te maken en de verlofpassen te doen uitreieken ten einde voor te komen dat dezelve niet op den 1 April aanstaande noodeloos naar Haarlem vertrekken.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Nationale Militie
Bij Uwe Excel missive van den 20e dezermaand no 3011 onder meerder ons toegekomen zijnde een verlofpas voor de milicien Marinus Barendse, daar in vermeld alz zich naar Arnemuiden te begeven; zoo hebben wij naar denzelven zoo in deze gemeente als in die van Cleverskerke het noodig onderzoek laten doen doch niet ontdekt dan daar op genoemde verlofpas de laatset woonplaats van die milicien Oud Vossemeer is genoemd en een loteling zijnde van het jaar 1839, vermeenen wij denzelven tot laatstgenoemde plaats behoort, waarom wij de vrijheid nemen voorschreve verlofpas bij deze aan Uwe Excel te retourneren
De Burgemeester
CDB
Den 24 Maart 1840
Middelburg den 20 Maart 1840
Onderwerp: Toezending van een invorderbaar verklaard kohier
Hierbij zend ik UEA toe in overeenstemming met art.13 van hetbesluit van 16 Rhermidor, 8e jaar het op 6 Maart jl invorderbaar verklaarde kohier van personele belasting uwer gemeente, dienstjaar 1839/1840 no 7
Binnen 5 dagen naontvangst te doen toekomen aan den Heer Ontvangerder directe belastingen en opgave van den dag van afkondiging.
De Controleur der directe belastingen etc te Middelburg
Handtekening
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 20e Maart 1840
Gelezen zijnde eene missive van Zijn Excel den Minister van Binnenlandsche zaken van den 9 dezer no 161 2e afd; daarbij toezendende een afschrift van ZM besluit van den 1e te voren, no 85 houdende magtiging op de plaatselijke besturen van Arnemuiden , enz. tot de heffing van de door den raad dier stad bij deliberatie van den 6 December voorgedragen hoofdelijken omslag voor 1840, als
Arnemuiden……………………………………………………….. f. 350—
Is goedgevonden
Van de voorschr: magtiging aan B & W van Arnemuiden enz. kennis te geven, met uitnoodiging om te zorgen, dat de kohieren voor den bedoelden omslag onverwijld worden opgemaakt en ter goedkeuring aan deze vergadering ingezonden,
Extracten etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Arnemuiden, 27 Maart 1840
Onderwerp: Publicatie Hoofdelijke omslag
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden, maken bekend dat van heden af, gedurende acht dagen van den morgen 10 tot 12 uur het raadhuis dezer stad voor elk en een iegelijk zal ter lezing liggen, het kohier van den Hoofdelijken omsalg dezer gemeente voor den jare 1840, met kennisgeving dat de Kommissie tot het aanhoren der reclamatién zal vaceren ten gemelde Raadhuize op vrijdag den 10 April 1840 des nademiddags van 4 tot 6 uren wordende als dan een iegelijk uitgenoodigd zijn bezwaar over den aanslag van die belasting op dien dag uit te brengen zullende na die tijd geene reclamatiën meerder worden aangenomen.
En opdat niemand hiervan onwetend zoude zijn zal deze worden aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
De Burgemeester
CDB
Deze herhaald den 3 April 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Voordragt plaatselijke belasting
Wij hebben de eer bij deze aan UEGA te doen toekomen twee deliberatiën van den Raad dezer stede beide in dato den 27e dezer maand
De eene deliberatie inhoudende eerst een verzoek aan ZM om autorisatie tot het opnemen van eene som van f. 4500 en vijf ten honderd in het jaar met eene aflossing in jaarlijksche termijnen van f.400 en met verband van de stedelijke gewone en buitengewone inkomsten om daar mede te voldoen het aandeel dezer stede in de kosten van herstel der keersluis alhier, welke door de Commissie van Toezigt over dezelve aan UEGA is opgegeven te bedragen f.4535,16 met het oogmerk ingeval ZM die magtiging verleend, UEGA autorisatie te verzoeken om de f.35,16 welke meerder gevorderd word, als de aanvrage inhoud, uit de onvoorzien uitgaven te mogen voldoen bij welke deliberatie is gevoegd eenen ingevulden staat in duplo voorgeschreven bij UEGA besluit van den 6 Julij 1827 ( PB no 790
En tot vinding van den jaarlijksche renten en aflossing van f.400 mitsgaders het aandeel dat de stede jaarlijksch moet dragen boven haar contingent in de aflossing van de door ZM bij Hoogstdeszelfs besluit van den 13 Decb. 1839 no 103 aan de gezegde commissie goedgunstig verleend renteloos voorschot van f. 16000 word aan ZM eene tweede verzoek gedaan tot het heffen van eene Plaatselijke belastingen bij wijze van additionele opcenten op eenige Rijksaccijnzen volgens een daar bij gevoegd tarief in duplo, vermeld in UEGA besluit vaan den 2e Januarij 1832 (PB no 2) waaruit blijkt dat in geval de opbrengst daar van aan de berekening beantwoord deze opcenten circa voldoende zullen zijn om aan de verpligtingen te kunnen voldoen en ingeval van meerder rendement ook na de jaarlijksche afleg? Dat tot het hiervoren gezegde einde gevonden word, zoo zoude daar men nu reeds door de toegenomene behoeften van het armbestuur voor eene subsidie aan het zelve van f.330. eene belasting bij wijze hoofdelijke omslag heeft moeten voordragen, waar voor geen uitzigt bestaat dezelve voor eerst zullen verminderen, die belasting kunnen doen wegvallen dat in waarheid wenschelijk is daar behalven dat het tot veel oneenigheden aanleiding geeft bij de beoordeeling tot welke klasse ieder persoon of huisgezin moet worden gebragt dezelve ook op verre na niet behoorlijk kan ingevorderd worden, gelijk in vroeger jaren bij het heffen van zoodanige belastingen ten vollen is gebleken zoals in die deliberatie is vermeld en m welke redenen men ook dezelve heeft moeten afschaffen terwijl ook steeds het bewijs van onmogelijkheid tot invordering van personele belasting voor handen is , daar die jaarlijksch voor het Rijk een niet geringe staat van oninbaarheid onaangezien de bepaalde dwang middelen worden aangewend opleverd , en mitsdien de voorgedragene belasting wij ons verzekerd houden dat dezelve aan het oogmerk zonder moeijte zal beantwoorden? Terwijl ingeval dezelve het benodigde voor het hier voren gemelde mogt overtreffen wij niet in gebreke zullen blijven van dadelijk vermindering daarvan aan UEGA voor te dragen gelijk bij eene deliberatie van den Raad van de 21 Decb. 1820 en UEGA daarop genomen besluit van den 22 van die maand heeft plaatsgevonden- en nogmaals dezelve in 1823 heeft ondergaan, overeenkomstig de voordragt van den Raad bij deliberatie van den 4 Oct: en 1 Novb. 1822
De andere of tweede deliberatie van den Raad houd in een voordragt van een Reglement voor de rigtige invordering van die plaatselijke belasting conform UEGA besluit van den 2 Jan 1832 (PB no 2) voorgeschreven waarin is gevolgd die den 28 maart 1823 bij ZM besluit van den 26 April 1823 no 21 goedgekeurd, ons medegedeeld bij UEGA besluit van den 15 mei van dat jaar—zijnde dat Reglement mede in duplo hier bijgevoegd.
Wij nemen de vrijheid op een en ander hiervoren gemelde en in de hier bijgevoegde deliberatie voorgedragene UEGA gunstige voordragt en goedkeuring Eerbiedig te verzoeken.
De Burgemeester
CDB
Den 28 Maart 1840
Middelburg den 26 Maart 1840
Ik heb de eer UEd: hiernevens nader toe te zenden acht bewijzen van ontslag voor de zoodanigen, welke in 1830 en 1830 en 1831 in hunne toenmalige woonplaats tot in standhouding van de goede orde en rust binnen ’s lands bij de schutteij als anderzins plaatselijke diensen hebben bewezen,en thans zich bevinden in uwe stad met verzoek om daarmede overeenkomstig het slot mijner circulaire provinciaal blad no 126 van 1839, te handelen.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden den 1 April 1840
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Uitreiking bewijzen van ontslag
Bij Uwe Excie missive van den 26e maart A no 3376, 1e Afd:ontvangen hebbende acht bewijzen van ontslag voor hun ?? in 1830 en 1831 bij de schutterij of andersints plaatselijke diensten hebben bewezen,hebben wij de eer Uwe Excie kennis te geven , die aan de belanghebbende hebben doen uitreiken.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 30e Maart 1840
De Districts Commissie van het fonds tot aanmoediging en ondesteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden heeft de Eer UwEd te doen toekomen drie Exemplaren van het verhandelde in de Algemeene Vergadering van het hoofdbestuur van de Afgevaardigden der Districts-Commissarissen gehouden te Amsterdam den 31e Augustus 1839.
Dezelve Commissie verwitigd UwEd: tevens dat de jaarlijksche collecte alhier zal plaats hebben op Woensdag den 8 April aanstaande en verzoekt UwEd; dat die ook bij U geschiedde en de gecollecteerde gelden met eene gecertificeerden Staat voor den laatsten dier maand worden overgebragt bij den Heer Z: Snijder,medelid en secretaris dezer Commissie wonende alhier; terwijl aan UwEd; nog wordt kennis gegeven,dat om gevolg te geven aan het verlangen van het Hoofdbestuur, na afloop der nu uitgeschrevene collecte in dit District,bij dezer Stads-Courant zal worden bekend gemaakt ,hoeveel in ieder Gemeente zal zijn gecollecteerd.
De Districts-Commissie voornoemd
de Stoppelaar
Z: Snijder
Arnemuiden den 13 April 1840
Aan den Eerw: Heer R: Hoogezand
Predikant te Arnemuiden.
De dag voor het doen der collecte ten behoeve van het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapende dienst in de Nederlanden bepaald zijnde,alhier op woensdag den 22e April aanstaande; hebben wij de eer bijgaande missive van den Minister van Staat belast met de Generale Directie der Hervormde kerk enz. aan Uwe Eerw: te doen toekomen,met uitnoodiging om aan den inhoud der circulaire op aanstaande Zondag te voldoen.
De Burgemeester
CDB
BEKENDMAKING
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden maken bekend dat op Woensdag den 21 April aanstaande van wege het stedelijk bestuur alhier aan de huizen der ingezetenen eene collecte zal worden gedaan ten behoeve het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden.
Noodigen mitsdien een iegelijk uit om door milde bijdragen, dat fonds te helpen ondersteunen,ten einde het Hoofdbestuur in staat te stellen ombij voor voortduring die ongelukkige slagtoffers wie voor land & koning hun bloed veil hadden, en in der strijd verminkt werden, in hun deerniswaardig lot, eenige verzachting te schenken,
De Burgemeester
CDB
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Gewapende dienst
Wij hebben de eer Uwe Excie in voldoening aan deszelfs circulaire van den 14 Februarij dezes jaars (PB no 18) Uwe Excie te berigten dat de Collecte voor het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden den 22; deze alhier is gedaan, en heeft opgebragt de som van zeven gulden negen en zeventig cents.
De Burgemeester
CDB
Den 24 April 1840
Zij deze en bijlagen gesteld in handen van Her Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden om berigt, consideratiën en advies
Middelburg den 30 Maart 1840
Vanwege den Staatsraad
Gouverneur der provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Van der Heim.
Arnemuiden 31 Maart 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: rekest J. de Geus
Het rekest van J. de Geus gewezen Seinmeester bij de Telegraaf alhier, gepresenteerd aan den Heer Hoofdinspecteur van het Kadaster, houdende verzoek om bij voorkomende vacatures als Landmeter bij den Veld of Kantoordienst te worden geplaatst bij Uwe dispositie reeds 30 dezer in onze handen gesteld zijnde om berigt, consideratiën & advis zoo hebben wij de eer Uwe Excie kkennis te geven wij aangaande des suppliants bekwaamheid in het landmeten Uwe Excie geene rapport kunnen doen,aangezen hij sedert eenige jaren als seinmeester van den telegraaf alhier heeft werkzaam geweest, en wij hem voor die tijd in zijne vorige betrekking niet hebben gekend, dat hij gedurende zijn verblijf alhier is getrouwd , en tegenwoordig een kind heeft met eene zwangere vrouw en sedert de opheffing van de Telegraafsche gemeenschap zonder eenig middel van bestaan is , en geene eigene middelen heeft om in zijne behoeften te voorzien, zoo dat het hoogst wenschelijk was dat zijn verzoek kan worden ingewilligd en wij alzoo ook niet anders als hem gunstig aan Uwe Excie kunnen aanbevelen met verzoek dat het Uwe Excie ten zijnen opzichte gunstig te adviseren.
Terwijl hierbij teruggaat het bij dispositie ons toegezondene adres
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 24 Junij 1840
Onderwerp: Armen
Bij den ontvangst UEGA besluit van den 27 e Maart jl PB no 33 houdende toezending en mededeeling van een concept eenen onderlingen waarborg-vereeniging voor behoeftigen arbeiders & werklieden zijn wij dadelijk overgegaan dat concept aan het Diaconie Armbestuur alhier toe te zenden, met uit noodiging aan ons den uitslag hunner poging bij de minvermogende arbeiders te doen bekend maken; zoo heeft gemeld bestuur ons te kennen gegeven dat binnen deze Gemeente weinig of geene arbeiders zijn , en die menschen zoo sobere brood verdienen, dat het hun schier onmogelijk is om van dat inkomen nog iets te kunnen afstaan ,terwijl zij niettegenstaande hun sobere verdiensten des winters niet armlastig zijn, en alzoo ook niet verlangen om door dien deelneming bedeeld te worden,terwijl buiten de gewone armen des winters enkele van de armste vischleursters bedeeld worden waarvan wij met hen volkomen overtuigd zijn zij geen deel daaraan kunnen nemen, zoodat wij UEGA moeten te kennen geven, die onderlinge waarborg vereeniging voor deze gemeente niet uitvoerbaar is.
De Burgemeester
CDB
Departement
Van Buitenl:??Binnenl: Zaken
Nationale Nijverheid
De Administrateur voor de Nationale Nijverheid geeft naar aanleiding eener Koninklijke beschikking van 2 April 1840 no 88 aan den Raad der stad Arnemuiden provincie Zeeland in antwoord op het bij Zijne Majesteit ingediend adres van 20 Maart jl te kennen,dat het daarbij gedaan verzoek van f.2500. hetzij uit ‘s konings bijzondere fondsen hetzij uit dat der Nationale Nijverheid,ten einde een gebouw tot uitbreiding der calico-weverij te kunnen daarstellen niet kan worden ingewilligd.
’s Gavenhage den 4 April1840
Netscher
Middelburg den 7 April 1840
Directe
Belastingen
Onderwerp: toezending van een invorderbaar verklaard kohier
In overeensteeming met art.13 van het besluit van 16 Thermidor ,8e jaar zenden wij UEG toe het op den 27e Maart 1840 invorderbaar verklaarde kohier van het Patentregt dientjaar 1839/1840 3e kwartaal
Verzoek: binnen 5 dagen na ontvangst aan den Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen en de dag van afkondiging aan te geven.
De Controleur der directe belastingen etc
DE STAATSRAAD GOUVERNEUR VAN DE PROVINCIE ZEELAND
Overwegende dat de stand der ziekte op den stal van den veehouder Gideonse,onder de Gemeente St.Laurens,het nemen van nadere maatregelen noodzakelijk maakt;
Lettende op het rapport van den President der Provinciale Commissie van Landbouw van den 6e dezer no 65
Al het Rundvee in de gemeente St.Laurens, omringende plaatsen als het ambact der stad Middelburg, en de gemeenten Grijpskerke, Serooskerke,Gaping,Vrouwepolder en Oostkapelle als van de Longziekte verdacht te beschouwen: geen vervoer van rundvee.
De Gemeentebesturen dienen de veehouders daarvan te verwittigen. Al de gemeenten van het 1e District aan hunne ingezetenen daarvan kennis te geven dat de longziekte zich verontrustend laat aanzien; dat zij wel zullen doen hun rundvee buiten aanraking met dat van anderen te houden, en voor ‘s hands het koopen van vreemd , en aan hen onbekend vee te vermijden, daar het meer dan waarschijnlijk is,dat de ziekte door aanraking met door de Vee-handelaars van elders ingevoerd vee is ontstaan;en dat van hen wordt verwacht,dat door onderwerping aan, en ondersteuning van de maatregelen van voorzorg, welke door het openbaar gezag bereids zijn en nog verder mogten worden genomen,zullen mede werken, om zoo mogelijk de vespreiding der ziekte te helpen tegengaan.
Vooral extra toezicht op de gezondheids-staat van het vee door de policie vooralten aanzien van wederstrevige Veehouders
Afschrift aan President der Commissie van Landbouw in Zeeland, den eersten provincialen Vee-arts te Middelburg en B & W(Ass.) der betreffende gemeenten.
Middelburg den 8e April 1840
Van Vredenburch
Afschrift: van der Heim
Griffier der Staten
Arnemuiden 9 April 1840
Onderwerp: Longziekte runderen
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat ten gevolge van het geopenbaard hebbende eenen Longziekte onder het Rundvee op den stal van den Veehouder Gideonse te St.Laurens door Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie tot maatregelen van voorzorg ter verspreiding dier ziekte der omringende plaatsen als het Ambacht der stad Middelburg gemeente Grijpskerke Serooskerke,Gapinge , Vrouwenpolder en Oostcapelle van den Longziekte worden verdacht beschouwd,zullende alzoo zonder speciale vergunning van welgemelden Heer Staatsraad Gouverneur in of uit die plaatsen geen rundvee hetzij jong of oud mogen worden vervoerd.
Noodigen mitsdien de veehouders dezer Gemeente uit van zorg te dragen hun rundvee buiten aanraking van anderen te houden en het koopen van vreemd en onbekend vee te vermijden,terwijl Zijne Excie tevens van de landlieden verwacht dat zij door onderwerping aan en ondersteuning van de maatregelen van voorzorg, welke ter verspreiding der Longziekte bereids zijn of mogten genomen worden wel zullen mede werken.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 4 April 1840
Aan den heer Gouverneur
Onderwerp: Bedelarij
Wij hebben de eer uwe Excel te berigeten dat in onze gemeente een aanhoudend toezicht word gehouden tot wering der bedelarij en dat gedurende het 1e kwartaal dezes jaars geene bedelaars zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 4 April 1840
Idem
Onderwerp: Staat Broodzetting
Nevens deze hebben wij de eer aan uwe Excel te doen toekomen de staat der broodzetting over het 1e kwartaal dezes jaars, zooals die naar opgave der marktprijzen alhier is geregeld geworden, overeenkomstig het Besluit van Heeren GS van den 2 mei 1828 PB no ?
DE Burgemeester
CDB
Arnemuiden 4 April 1840
Idem
Verbaal Stedelijke Kas
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Excel te doen toekomen een verbaal van onze bevinding van den staat des Stedelijken Kas, volgens de bestaande verordeningen door ons op heden opgemaakt & geteekend
De Burgemeester
CDB
OPNEMING VAN HET KANTOOR
VAN
PLAATSELIJKEN ONTVANGER
Op heden 4 April 1840 , hebben wij, Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden ons begeven ten kantore van Cornelis Jacobus Baars.
Plaatselijk Ontvanger dezer Gemeente tot opneming van zijn kantoor volgens art. 70 van het reglement van bestuur ten Platten Lande
Opneming der gelden: 14 stuks à f.1,00 f. 14,00
1 munt van 10 cent 0,10
1 munt van 1 cent 0,01
Totaal f. 14,11
Zoodat de gelden en waarden in kas , bevonden zijn te bedragen
De somma van veertien Gulden Elf cents f. 14,11
Ook ons is voorgelegd de laatste gearresteerde rekening
Van den Gemeente-ontvanger over 1839 etc
De soma van Twee duizend vierhnderd acht &zestig f. 2468,96
Waarvan moet worden afgetrokken de ontvangsten van
En met den 1 Januarij vandat jaar gedaan en behoorende
Tot de dienst van het vorige jaar etc ------------------------
En de uitgaven met behoorlijke ordonnancien en
Kwitancien gestaafd eene somma van f.3058,69
Zoo dat meer uitgegeven is dan ontvangen de
Somma van vijf honderd negen en tachtig gulden
Drie en zeventig cent 589,73
Waarbij gevoegd het goed slot der voorzegde laatst
Gearresteerde rekening over 1839
Zeshonderd &drie guldebn vier & tachtig cents 603,84
Blijkt derhalve in kas
De somma van veertien gulden Elff cents 14,11
Van al hetwelk is opgemaakt, het tegenwoordig proces-verbaal, hetwelk door ons en den voornoemden Plaatselijken Ontvanger is onderteekend
Baars C.D. Baars
J: de Marée
Abraham van Eenennaam
Arnemuiden den 6 April 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp; Vaccine
Wij hebben de eer Uwe Excel en de provinciale Geneesk: Kommisie bij deze kennis te geven dat er bij ons geene berigten zijn ingekomen dat in den loop van het 1e kwartaal dezes jaars iemand in deze gemeente is gevaccineerd geworden of dat de kinderziekte alhier heeft geheerscht
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 18 April 1840
Aan de Centrale Directie van Walcheren
Hiernevens hebben wij de eer aan uwe Excel te doen toekomen een staat opgemaakt
Naar het model gevoegd geweest bij uwe missive van en 9 dezer maand no 12 met vriendelijk verzoek dat de daarin vermelde persoon, welke sedert jaren tot het beweiden der wegen verkregen heeft, ook voor dit jaar die permissie aan hem mag worden uitgereikt, terwijl zulks in zijne armoedige toestand eenige tegemoetkoming zal verschaffen.
De Burgemeester
CDB
Middelburg, den 9 April 1840
Onderwerp: Beweiding der wegen
De tijd naderende , waarop de permissiën tot het beweiden der wegen in dit eiland zullen worden afgegeven, hebben wij even als bevorens gemeend met de personele omstandigheden der individuen aan welke dezelve tot hiertoe zijn uitgereikt, bekend te moeten blijven, ten einde bij voortduring met grond over de behoefte van dezulken te kunnen oordeelen aan wien eventueel nog permissiën zouden kunnen uitgereikt worden. Het is daarom dat wij den hiernevens gevoegden nomimativen Staat aan UEA doen toekomen, met verzoek denzelven te willen invullen voor die persoonen onder uwe gemeente, welke zouden wenschen de vergunning, hun hiertoe in het verledene jaar gegeven, voor het aanstaande zomersaizoen nog verleend te zien, terwijl het ons aangenaam zal zijn, den door UEA ingevulden Staat zoo mogelijk voor of op den 23 April aanstaande te mogen ontvangen; zijnde het ons voornemen om op den 27 April des morgens ten 11 uren aan het locaal onzer Directie in de Abdij alhier te vaceren tot de afgifte van de daartoe noodige permissie biljetten en Kappers
De Centrale Directie van Walcheren
Hurgronje
Ter Ordonnantie van dezelve
J.H.Schorer.
Modelstaat houdende voordragt van persoonen onder de welke tot het beweiden der wegen in het Eiland zouden verlangen te worden toegelaten gedurende het zomersaizoe van 1840
Naam: Tramper Jan; schaapherder: een man van 54 jaar met vrouw en 2 kinders;
Financieel: Is zeer armoedig, zijn eenigste bestaan vindt hij in zijn beroep daar zijn vrouw niet meer op den arbeid kan gaan gelijk zulks meest bij die menschen de gewoonte is.
Staat opgemaakt door mij Burgemeester der
Stad Arnemuiden den 18 April 1840
Arnemuiden den 15 April 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Hiernevens hebben wij de eer UEGA te doen toekomen het kohier van den Hoofdelijken Omslag dezer Gemeente met eene recapitulatie staat in duplo en onder bijvoeging van een proces verbaal van den Stedelijken Raad alhier houdende decisiën?? Omtrent de ingebragtene reclamatiën tegen den aanslag der belasting op denvergadering van den 14 dezer terwijl geene reclamatiën schriftelijk zijn ingekomen, wij op een en ander de goedkeuring van UEGA eerbiedig verzoeken.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden, 15 April 1840
Origineel bekijken !1
Arnemuiden 15 April 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Armrekening
Door den Raad dezer stad de rekening van het Diakonie Armbestuur dezer gemeente van het vorige jaar 1839 bij opgenomen zijnde en geene bedenking in de vergadering tegen dezelve overgekomen zijnde, zoo hebben wij de Eer UEGA die rekening in triplo met den daarbij behoorende staat te doen toekomen, en dezelve aan UEGA nadere goedkeuring aan te bieden
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 17 April 1840
Aan den Heer Controleur
Kadaster Middelburg
Geene aangifte van een plaats gehad hebbende verandering in den toestand der grond en eigendommen dezer gemeente bij ons gedaan zijnde zoo hebben wij de eer hiervan kennis te geven etc.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 10 April 1840
Gelezen zijnde eene missive van B & W van Arnemuiden van den 22 Maart ll no 94 daarbij inzendende twee deliberatiën van den stedelijken raad van den 27 te voren met bijlagen houdende voordragt
1 tot het doen eener geldleening van f.4500 à 5 Perc aflossen met f.400 ’s jaars voor de voldoening van het aandeel der stad in de som van f.17,674,54 wegens de kosten der buitengewone herstelling van de keersluis in het Arnemuidsche kanaal
2 om tot vinding der jaarlijksche aflossing van voors; kapitaal en intresen mitsgaders van eene jaarlijksche som van f.121 gedurende 16 jaren voor het aandeel der stad in de aflossing van het van ’s Rijkswege verstrekte renteloos voorschot van f.16.000 voor de voormelde keersluis eene plaatselijke belasting te heffen op de tarwe, het geslagt en binnenlandsch gedisteleerd binnen die stad.
3 van een tarief en Reglement tot de heffing der sub no 2 vermelde belasting
Is goedgevonden
Aan B & W van Arnemuiden te kennen te geven
A dat nademaal de voorgedragene aflossing indien dezelve tot de hoogte wordt gebragt welke vereischt wordt om in het eerste jaar de interessen van het te negocieren kapitaal van f.4500 en de jaarlijksche aflossing mitsgaders 1/16 of f.121- tot de aflossing van het renteloos aandeel som in het voorschot van f.16,000- te voldoen, die belasting jaarlijks zoude moeten verminderen & na verloop van 12 jaren alleen tot aflossing van de voors: som van f.121- gedurende vier jaren zoude moeten voortduren, het aan de vergadering verkieslijker voorkomt om het op te nemen kapitaal van f.4500- mede in zestien jaren jaarlijksch met gelijke som voor kapitaal & interessen af te lossen 7 daarmede de te heffen belasting in verband te brengen; zoodat alsdan jaarlijksch eene som van f.536,21 zou benoodigd zijn te weten f415,21 ½ voor interst & aflossing van het genegotieerde kapitaal & f.121- voor hetaandeel in de aflossing van het renteloos voorschot, en mitsdien aan dezelve voorstelt om dit bij den stedelijken raad in nadere overweging te brengen
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Voordragt heffing Plaatselijke Belasting
Door den Raad dezer stede naar aanleiding van UEGA besluit van den 10. Dezer maand no 18, nader in overweging genomen zijnde UEGA bedenkingen betrekkelijk de jaarlijksche aflossing van het te negotiëren kapitaal van f.4500 zoomede ten aanzien van het verzoek tot heffing van eene plaatselijke belasting, tot vinding van gezegde aflossing, en ook van die in de verleende Rijkssubsidie van f.16000 à f.1000 ‘sJaars, alles voor en ter voldoening van het aandeel dezer Stede in de kosten van herstel van de Sluis alhier.
Zoo hebben wij de eer nevens deze aan UEGA te doen toekomen twee deliberatiën van den Raad van den 4e dezer maand, als een houdende verzoek om zich autorisatie te bekomen tot het negotiëren van gezegde kapitaal van f.4500= en tot heffing van opcenten op Rijks-accijnzen, het gemaal en geslagt en binnen en buitenlandsch gedisteleerd, met de daatbij behoorende staten, Tarief en berekeningen.
En een houdende voordragt van Reglementen ten aanzien van die belastingen of opcenten op de hiervoren gemelde Rijksaccijnzen, indien het ZM mogte behagen, aan dit bestuur daartoe de verEischte magtiging te verleenen en welke een en ander overeenkomstig UEGA mededeeling is ingerigt en de Reglementen zooals die ten aanzien van soortgelijke belastingen in de gemeente Westkappellen door UEGA zijn goedgekeurd waarvan de noodige inzage/ ingevolge de door UEGA verleende vrijeid is genomen, waarop wij UEGA gunstige voordragt aan ZM en goedkeuring eerbiedig verzoeken.
Wij kunnen UEGA bij dezeook nog berigten dat door onze Burgemeester a;s Lid van de Commissie van Toezigt over de sluis alhier de overige belanghebbende leden der gezegde Commissie zijnde nu die van de Zaagmolen en die van de Landen in Nieuwland de berekening van het aandeel derzelve in de Jaarlijksche aflossing van het van ’s Rijkswege verstrekte voorschot, nog nader bij missive van den 27 der vorige maand heeft opgegeven dewijl de Zoutkeeten daarin niet deelen, en daar op antwoord heeft bekomen die accoord is bevonden – zijnde voor Arnemuiden f.121- zooals in de bijgaande deliberatie van den Raad is gemeld.
De Burgemeester
CDB
Den Mei1840
Reglement of verordeningen voor de rigtige heffing der Plaatselijke belastingen te Arnemuiden
Art 1
De opcenten op het gemaal, geslagt en binnenlandsch gedisteleerd welke volgens de bestaande wetsbepaling door ’s Rijks ontvanger te gelijk met ’s Rijksbelastingen geïnt worden bestaan in de navolgende:
Gemaal 1 cent per nederlandsch pond tarwe welke ter breking word aangegeven.
Geslagt 10 opcenten van het principaal en gedisteleerd mede 10 opcenten op het principaal.
Art 2
Bij invoer van elders veraccijnsde tarwemeel brood beschuit, geslagt en gedisteleerd zal de aangifte van de in het 1e Artikel genoemde opcenten dadelijk bij den in of aanvoer moeten geschieden bij den Stedelijken ontvanger met vertoon van gelei of consentbillet, als de aangever voor den uitslag van ’s Rijks ontvanger aldaar zal hebben bekomen op verbeurte eener boet van dragende een derde van de waarde van het ingevoerde.
Art 3
Die in of aanvoer van elders veraccijnsde Tarwe , meel, brood, beschuit, spek, Vleesch of reusel en gedisteleerd, zal niet anders dan van zonnenopgang tot zonnenondergang mogen geschieden op een boete van drie gulden.
Art 4
De vragtrijders zullen telkens bij den invoer en de schippers van schuiten bij den aanvoer van de in art 3 gemelde Specie, daarvan dadelijk aan de Stedelijken Ontvanger opgave doen, op eene boete van drie gulden voor ieder verzuim daarvan.
Art 5 De stedelijke ontvanger zal bij de betalingdaarvan uit zijn te houdene Register met strooken voorzien, en door de Burgemeester gecoteerd? en geparapheerd eene kwitantie afgeven, inhoudende den datum der aangifte, de naam van den aangever, de plaats van waar ingevoerd de kwaliteit en hoeveelheid, nevens de betaalde som in geschrift van het aangegevene, waarvoor hij niet meer, behalve het zegelregt, dan 2 ½ cent vooriedere aangifte mag vorderen.
Art 6
De doorvoer van gemelde Speciën zal zonder betaling van eenige regten kunnen plaats hebben.
Art 7
Van de betaalde additionele opcenten, zal geen restitutie geschieden, ten zij volledig bewezen word dat in de opgave eenig abuis heeft plaatsgehad.
Art 8
Alle verzuim of bedriegelijke opgaaf zal tot verbeurte verklaring der goederen aanleiding geven en dien aangaande worden geprocedeerd zoo als bij ’s Riks wetten deswegens is of nader mag worden bepaald.
Art 9
Tot de aangifte van gepleegde fraudes, en tot het naauwkeurig letten op de overtreding worden de Stedelijken Ontvanger en Veldwachter dezer gemeente speciaal gelast
Met potlood opmerking: waarom ook niet de Rijksambtenaren
Art 10 De verbeurde boeten zullen verdeeld worden den helft voor die de bekeuring zal hebben gedaan en de wederhelft voor de Stedelijke kas
Met potlood: in afwijking van de wet van 29 April 1810 SB no 15
Art 11
De ontvanger zal van zijne ontvangene gelden 5 pct ontvangloon genieten, die hij op zijne maandelijke staat, welke door de Burgemeester zal worden geviseerd, zal uittrekken, en inhouden waarvan hij de kwitantie in dorso? Van de maandstaat zal teekenen.
Art12
Eindelijk zal den ontvanger zich stiptelijk na dit reglement en alle zoodanige orders als hij ten dezen opzichte van het bestuur mogt ontvangen geddragen.
Aldus onder nadere approbatie van HEGA Heeren GS van Zeeland, gearresteerd door den Raad der stad Arnemuiden den 27 Maart 1840
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Ter ordonnantie van dezelve
Baars
Staat van de aan de Zijne Majesteit verzochte autorisatie tot het opnemen van gelden voor de Stede Arnemuiden, volgens deliberatie van den Raad van den 4 Mei 1840
Gemeente: Arnemuiden
Aard der gedane voordracht: eene geldopneming van f.4500,00
Prijs of rente van de geldopneming: vijf ten honderd in het jaar
Voorwaarden der geldopneming: behalven renten jaarlijksche aflossing van f.400- en verband van alle stedelijke inkomsten gedurende 16 jaren afleg van f.415,25 ½ zijndegedeeltelijke aflossing etc.
Bestemming van den opbrengst: ter voldoening van het aandeel der stede in de kosten van herstel der keersluis
Nadere beweegredenen van het verzoek: De onmogelijkheid om die schuld uit de gewonen middelen der stede te kwijten en de dringende noodzakelijkheid van de voldoening derzelve
Aldus opgemaakt bij den Raad derstad Arnemuiden
Den 4 mei 1840
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Ter ordonnantie van dezelve
Baars.
Samenvatting:
Tarief van Plaatselijke belastingen bestaande in opcenten op het gemaal, geslagt en gedisteleerd ter voorziening in de buitengewonen lasten die door de vernieuwing van de Keersluis te Arnemuiden worden gevorderd, dewelke voor die Stede worden aangevraagd.
Voor Gemaal: Gewigt voor het Rijk in een jaar 70000 Ned. Ponden. Waarschijnlijk rendement f 700,00
Voor Geslagt: Gewigt voor het Rijk in een jaar f.,350. Waarschijnlijk renedement f.35
Voor Gedisteleerd: Gewigt of het principaal voor het Rijk. F.250. Waarschijnlijk rendement f.25-
Totaal f.760
Af aan het Rijk 3% voor perceptie
Kosten aan de Schatkist moet worden
Betaald f. 22,20
Waarschijnlijk zuiver rendement f.737,20
Aldus opgemaakt bij den Raad der stad
Arnemuiden den 27 Maart 1840
De Burgemeester
Corn:Dan: Baars
Ter ordonnantie van dezelve
Baars
Hier ontbreekt het eerste blad
Verbaal GS
b.dat alvorens ten deze eene voordragt aan ZM worde gedaan, zal behoren te blijken dat het aandeel der stad in de jaarlijksche aflossing van f.1000, wegens het van ’s Rijks wege verstrekte rentelooze voorschot, met overleg en bewilliging der overige belanghebbenden op f.121- ’s jaars is bepaald.
C dat het tarief zoodanig als hetzelve is voorgedragen niet vatbaar is om aan ZM goedkeuring te worden onderworpen, vermits daarbij geen additioneel op de Rijksaccijns voor de Tarwe maar alleen eene eigene belasting is voorgedragen, terwijl ook de daar bij bepaalde belasting voor een pond brood in geene verhouding staat tot die welke voor een pond graan is bepaald & voorts dat daarbij niet is gelet op de te verleenen restitutie der belasting bij uitvoer, dat ook op het reglement onderscheidene bedenkingen bestaan zoo wegens de onduidelijkheid van sommige artikelen als dat daar bij onderscheidnen bepalingen ontbreken die tot verzekering der rigtige invordering van de belasting volstrekt noodig zijn, dat deze stukken mitsdien zullen behooren te worden herzien en eene nadere redactie daarvan moeten worden voorgedragen voor welke herziening en nadere redactie aan Burgemeester, Wethouders in overweging wordt gegeven te raadplegen het voor eene soortgelijke belasting goedgekeurde tarief en Reglement van de gemeente Westkapelle waarvan ter Provinciale Griffie de noodige inzage kan worden verkregen.
Afschrift etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Oefening & brandspuit
Wij hebben de eer nevens deze aan uwe Excel te doen toekomen een afschrift van het verbaal betrekkelijk het nazien van en de oefening met de Brandspuit van onze Gemeente, welke op den 21.dezer in eenen behoorlijken staat is bevonden en tot genoegen de oefening met dezelve alhier heeft plaats gehadt.
De Burgemeester
CDB
Heden den 21e April 1840
Is door mij Burgemeester der Stad Arnemuiden, ingevolge het bepaalde bij art:32 van het provinciaal tot voorkoming en blussching van brand ten platte Land in het bijzijn van het lid van den Raad dezer stad als Commissaris Generaal van het brandwezen overgegaan tot het in oogenschouw nemen van de Brandspuit dezer gemeente, en daar bijzijnde brandgereedschappen, welke alles in eenen goeden staat is bevonden, waarna de oefening met dezelve is aangevangen, welke zeer geregeld en in de beste order is uitgevoerd, zoo dat de werking met dezelve voldoende was, en de brandspuitbedienden met allen ijver en tot genoegen aan hunne verpligting voldeeden, zonder dat eenige aanmerkingen zijn voorgekomen.
Waarvan dit verbaal is opgemaakt, en nevens den Commissaris generaal door mij geteekend op dato als in het hoofd dezes is gemeld.
De Commissaris Generaal
J: de Marée
De Burgemeester
Corn: Dan: Baars
Middelburg den 16 April 1840
Onderwerp: Patentzegels dienstjaar 1840
Ik heb de eer UEA nevens deze te doen toekomen 79 stuks Patent-zegels voor het aanstaande dienstjaar 1840 ( beginnende 1 mei ) met verzoek om mij de ontvangst derzelve te berigten
De Staatsraad Gouverneur van de
Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 24 April 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Patentzegels
Bij Uwe Excel missive van den 16 dezer maand ontvangen hebbende 79 stuks patentzegels voor het dienstjaar 1840, hebben wij de eer den ontvang Uwe Excel bekend te maken.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 23 April 1840
Onderwerp: Kohier boven het maximum
Het bedrag van het Kohier van den Hoofdelijken omslag Uwer stad mij geworden bij UEd: missive van den 15 dezr no 108, door bijvoeging der 3% voor oninbare posten het bij ZM besluit van den 1 Maart ll no 85 bepaalde bedrag ad f.350: te boven gaande kan alzoo achtervolgens het bepaalde bij het slot van art: 2 der bij ZM besluit van den 16 Augustus1828 no 25 goedgekeurde Instructie voor het opmaken der Kohieren d HH:GG:SS : niet worden goedgekeurd;-weshalve ik de eer heb UEA hetzelve hiernevens te retourneren, met verzoek om een ander Kohier bij hetwelk de 3% voor oninbare posten worden weggelaten op te maken en dat vervolgens nader ter goedkeuring in te zenden.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 25 April 1840
Aan den heer Gouverneur
Onderwerp: Kohier Hoofdelijke Omslag
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Excel te retourneren het veranderde Kohier van den Hoofdelijken omslag dezer gemeente van 1840 en zulks in voldoening aan uwe Excel missive van den 23 dezer maand .
De Burgemeester
CDB
Zij deze en bijlagen gesteld in handen van Heeren Burgemeester en Wethouders der stad Arnemuiden
Om berigt, consideratiën advies
Middelburg, den 24e April 1840
Vanwege den Staatsraad Gouverneur der provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Van der Heim
Arnemuiden 27 April 1840
Het adres van J.H. van Opdorp Heelmeester & vroedmeester alhier gepresenteerd aan HGA Heeren GS dezer provincie houdende opmerkingen over de Adm: van en? tevens de zamenstelling van den Hoofdelijken Omslag dezer gemeente voor den jare 1840 bij uwe Excel dispositie van den 24 dezer maand B:2 Afdeeling no 632 in onze handen gesteld zijnde om te dienen van berigt consideratiën & advis zoo zij het ons vergund uwe Excel op dat adres hetwelk niet dan met onwaarheden aangevuld is, van punt tot punt te antwoorden en daarbij aan uwe Excel de noodige inlichtingen te geven, welke den adressant is voorbijgegaan of achtergehouden, ten einde wellicht aan dat adres eenige waarde door HEGA zoude worden gehecht en aan hetzelve ook meer een geloofwaardig voorkomen te geven.
Vooreerst? Zegt? Den adressant dat hij bij geruchte vernoemen hebbende dat er in deze gemeente eenen Hoofdelijken Omslag stond geheven te worden . Dit moet hem niet bij geruchte te hooren gekomen zijn, daar den adressant zoo als hij verder zegt dagelijks het plakkebord beziet?, en zulks toch gedurende 14 dagen met 2 publicatiën aangeplakt is afgekondigd, hij indien dat plakkebord dagelijksch bezag, zekerlijk reeds van den eersten dag af zulks zoude te weten gekomen zijn, terwijl hij gedurende 14 dagen tijds genoegd heeft gehad hetzelve te onderzoeken.
Daarop gaat hij voort zich bij de Commissie heeft laten aanmelden dan in zijn verwachting werd teleur gesteld & door van deze heeren behalve eenige beledigende toesnaauwingen van den secrearis niet anders was te weten gekomen zij slechts persoonlijke reclames en geensints op het geheele zamenstel van haar werk daar zulks onherroepelijk was vastgesteld.
Dat is onwaar, de adressant zijn geene beledige toesnaauwingen van den secretaris gedaan alleen is hem geantwoord dat den Raad ingevolge art 4: van de Instructiën tot het opmaken van de kohieren van den Hoofdelijken Omslag die menschen welke hij zegde daarop vergeten te zijn, als onvermogend beschouwde, uit hoofde dezelve jaarlijksch voor de personele belasting oninbaar werden verklaard,zulks ook niet in deze belasting konden begrepen worden, dat hij hier genoegdzaam van was overtuigd, uit zijn zoogenaamd minzaam gehoudene gesprek over die belasting bij den Burgemeester en dat hij over zijn aanslag zich bezwaard dit? Zoude worden aan den Raad medegedeeld en het oordeel daarvan aan HEGA ter beslissing worden opgezonden doch verklaarde geen bezwaar over zijn aanslag te hebben en zijn verder opmerking desverkiesende en zulks gedurende de weinige weken dat hij met de secretaris: nu Burgemeester op eene zoogenaamde vrienschappelijke wijze omging zijne verwondering heeft te kennen gegeven alhier geene plaatselijke belasting bestond bij Heeren GS konde inbrengen hetwelk hij dan ook doen zoude en waarop hij al brommende de raadkamer verliet.
Verder geeft de adressant te kennen hij plegtig verklaart niet tegens belasting te zijn; wat deszelfs vriendschappelijke omgang betreft heeft onze Burgemeester te kennen gegeven den adressant bij hem zulks om eenige oorzaken heeft gezegt, dan bemerkende zijn doel daarmede niet te zullen bereiken, is zulks weldra in vijandschap verkeerd, en dit nog tot heden aan den dag legt doch hij als niettegenstaande terzijde ons leger door de Eed verbrekende belgen wiert geslagen, hij den Burgemeester dagelijks zelfs soms laat in den avond …… brieven kwam voorlezen en daaruit de retraite van ons leger mededeelde , maar wanneer in 1831 ......
Onleesbaar!! Etc etc Zie eventueel origineel
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 10den April 1840
Samenvatting: Het betreft o.a. wijziging in de combinatie van gemeenten m.b.t. het herijken van maten en gewigten.
Alleen Arnemuiden !
Arnemuiden , ook voor Kleverskerke en Nieuw-en St.Joosland.
Voorwaarden:zorg dragen voor een locaal/ruimte droog en van voldoende ruimte en genoegzaam licht en berging voor werktuigen van de IJker. En dat hij zijn werkzaamheden ongehinderd kan uitoefenen. Indien geen geschikte ruimte aanwezig is, met bewilliging van den Kerkenraad, de Consistorie-kamer , zoo die daartoe geschikt is of desnoods het school-locaal gedurende den herijk, welke hoogstens 2 of 3 dagen kan duren en het onderwijs zoo lang te doen stil staan !! In het uiterste geval deze werkzaamheden in andere gemeenten te laten verrichten met de nodige nadelen
Extracten etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim
Arnemuiden den 27 April 1840
Onderwerp: Verbod Schuren etc
B & W der gemeente Arnemuiden maken bekend dat door de steeds aanhoudende droogte hij zich verpligt hebben geacht eenige voorziening in het gebruik van het water te moogen ? maken
Gezien art.19 van het reglement van plaatselijke policie ,waarbij word bepaald wanneer bij vriezend weder of groote droogte gebrek aan water mogt ontstaan, is het verboden de straten,stoepen of huizen te schuren, of glazen te wasschen van het oogenblik dat zulks door B & W zal worden afkekondigd opeene boete van een gulden of eene dag gevangenis .
Is goedgevonden
Opgemelde bepaling van toepassing te maken van het oogenblik af aan dat deze zal zijn afgekondigd en zoolang zal voortbestaan totdat zulks door een nader bekendmaking zal worden opgeheven.
En opdat niemand hiervan onwetendheid zoude voorwenden zal deze worden gepubliceerd en geafficheerd ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
De Burgemeester
CDB
BEKENDMAKING
Onderwerp: Schouwing en Omgang
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat door hen of van hunnen’s wege op maandag den 18 Mei aanstaande en volgende dagen eene Schouwing zal plaatshebben op de schoorsteenen en andere stookplaatsen ophet gebruik der nieuwe Ned.Maten en Gewigten en op straten & voetpaden binnen deze Gemeente wordende een iegelijk bij deze uitgenoodigd om te zorgen, dat op de deswegens bestaande bepalingen geene overtredingen worden gevonden door de nalatigen en srengelijk zullen worden achtervolgd.
En opdat niemand hiervan eenige ontwetendheid aan den dag zoude leggen, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden/.
Gedaan ten Raadhuize der
Stad Arnemuiden den 29 April 1840
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Samenvatting: ter waarborging tegen brandschade van publieke gebouwen, gestichten,armen-woningen die onde de administratie van Plaatselijke Armbesturen , Godshuizen en Instellingen van Weldadigheid staan, dient een Staat te worden ingezonden met opgaven van de in de gemeente aanwezige gebouwen,met vermelding, of, en zoo ja, tegen hoeveel en bij welke Brandwaarborg-Maatschappij, tegen brandschade verzekerd met premiën etc
Extracten etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Arnemuiden den Mei 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Staat opgave Brandverzekering
In voldoening aan UEGA resolutie van den 17 April jl no 9 hebben wij de eer aan UEGA te doen toekomen een staathoudende aanwijzing der aanwezige gebouwen in deze gemeente behoorende aan Stad Kerk & Armen met vermelding zij al of niet tegen Brandschade zijn verzekerd terwijl op onze missive van den 29 Julij 1839 het armbestuur van Arnemuiden om in den staat vermelde redenen hebbe te kennen gegeven zij niet verlangen die gebouwen tegen brandschade te verzekeren terwijl wij voor de stede UEGA refereren aan onze missive van den 24 Sept; 1839 no 254
De Burgemeester
CDB
Staat houdende opgaaf der aanwezige gebouwen in de gemeente Arnemuiden, zoo in eigendom van den Gemeente als Kerk à Arnemuiden.
Aanwezige gebouwen: Stadshuis of Raadhuis; 2 Arbeiderswoningen toebehoorende aan de stad; Kerkgebouw; predikantswoning; Armhuisje.
Het stadhuis is wel tegen brandschade verzekerd in de Maatschappij; de 2 arbeiderswoningen niet; de rest idem.
Premie: Stadhuis : f. 8,10 in het jaar,gedurende 7 jaar verzekerd
De Raad is van oordeel er geene bijzondere rednen bestaan deze huisjes voor brandwaarborg te verzekeren, aangezien dezelve niet zooals het stadhuis waar tegenwoordig een fabriek van callicots is opgericht niet in aan dat gevaar zijn blootgesteld en die kosten alzoo kunnen vermeden worden.
Heeren Kerkenraad zijn van de aanschrijving kennis gegevenen ons berigt gedaan zij verlangen daar geen gebruik kan maken aangezien hunne fondsen niet toereikend zijn..
Diaconie Armbestuur heeft ons te kennen dat huisje geene waarde bezit om te verbrandwaarborgsom.??
BEKENDMAKING
Onderwerp: Inschrijving Schutterij
B & W der stad Arnemuiden maken bekend, dat gedurende den loop van deze maand bij den secretaris alhier gereed legt een register ter inschrijving voor de schutterij van alle manspersonen geboren in het jaar 1815, alsmede van de ontslagene miliciens der Ligtingen van 1830 to 1834, welke thans aan de inschrijving & Loting voor de Schutterij moeten deelnemen,terwijl daaroe bijzondere gelegendheid zal worden gegeven op Zaturdag den 30 Mei aanstaande des nademiddags ten vijf uren op het Stadhuis alhier.
Noodigen mitsdien die jongelingen uit om van deze gelegendheid gebruik te maken,zullende hij wien zich ter inschrijving voorden 1 JUnij uitkomnede niet zal hebben aangegeven, ingevolge de Wet zonder loting bij de schutterij worden ingelijfd.
Arnemuiden de 13 Mei 1840
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 2e Mei 1840
Aan den Leeraar der HervormdeGemeente
Van Arnemuiden.
Onderwerp: Koninklijk Huis
Van ZE:den Heer St: Gouverneur dezer Provincie toegezonden zijnde bijgaande circulaire houdende kennisgeving van den gezegenden staat waarinde Erfprinses van Oranje zich bevindt,met uitnoodiging Hare Koninglijke Hoogheidijn den gebede gedachtig te zijn, zoo hebben wij de Eer Uwe Eerw:te verzoeken aan den inhoud dier circulaire te voldoen
De Burgemeester
CDB
DE STAATSRAAD GOUVERNEUR VAN DE PROVINCIE ZEELAND
Alle beschikkingen m.b.t devan longziekte verdachte plaatsen, worden ingetrokken en buiten werking gesteld.Vervoer wordt weer vrijdag Uitgezonderd het Rundvee benevens de stallen en weiden van de landbouwers en veehouders Gideonse en Versluijs onder de gemeente St.Laurens.
Afschriften etc.
Middelburg den 1e mei 1840
Van Vredenburch
Arnemuiden 2 Mei 1840
Burgem:& Wethouders der stad Arnemuiden maken bekend dat ten gevolge nadere kennisgeving van ZE: den Heere Staatsraad Gouverneur van Zeeland de bij hunne bekendmaking van den 9 April 1840 opgegevene gemeenten als het Ambacht der stad Middelburg, de maatregelen worden ingetrokken met uitzondering van de veehouders Gideonse en Versluijs.
Etc.
De Burgemeester
CDB
Middelburg, den 29 April 1840
Onderwerp: Ontslag van C: Caljouw
Uit de Kindergestichten
Ik heb de eer UED: bij deze kennis te geven dat Zijne Excie de Minister an Binnenlandsche Zaken,ten vervolge op zijne dispositie van den 10 Maar tjl no 119,7 Afd 3, beschikkende op de voordragt van de permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid tot ontslag van weezen,vondelingen en verlatenen kinderen over 1840, waartoe betrekkelijk was UED: missive vanden 17 Februarij ll no 58 bij dispositie van den 23 dezer no 138 7 Afd de permanente Commissie voormeld heeft geauthoriseerd om C; Caljouw,no 935 die binnen uwe stad onderstandsdomicilie heeft uit de Kindergestichten der Maatschappij van Weldadighied te ontslaan.
DeStaatsraad Gouverneur van
De Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 6 Mei 1840
Onderwerp: Opheffing Schuren
Burgemeester & Wethouders er stad Arnemuiden maken bekend dat ten gevolge de gunstige verandering des weders hunne publicatie van den 27 April jl waarbij het schuren van straten ,stoepen huizen of glazen te wasschen werd verboden bij deze word ingetrokken en buiten effect gesteld
De Burgemeester
CDB
Aan GS van Zeeland
Onderwerp: Weverij calicots
Wij hebben de eer aan UEGA te doen toekennen eene deliberatie van den Raad dezer Stede van den 4 dezer maand strekkende het verzoek aan UEGA om de noodige magtiging tot het aangaan van en contract met den Timmerman J.K.Crucq tot den opbouw van een derde Locaal van weverij van callicots, warvoor hier behoefte bestaat en zoo het ons voorkomt in het belang onzer gemeente te zijn daar de bestaande tot heden de verwachting daarvan overtreffen, en de vele behoeftigen in deze gemeente van groot nut zijn, en mitsdien UEGA derzelver autorisatie ten dien einde eerbiedig verzoeken.
De Burgemeester
CDB
Den 12 Mei 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp; Verzoek om autorisatie op onvoorziene
Uitgaven 1840
Wij hebben de eer nevens deze aan UEGA te doen toekomen ene deliberatie van den Raad dezer stede van den 4 dezer houdende verzoek om autorisatie om ene som van f. 24,40 te mogen vinden uit de onvoorziene uitgaven van dit jaar,van de Regenbakken aan het stadhuis dezer Gemeente waarop wij eerbiedig verzoeken UEGA mag behagen die magtiging aan ons te verleenen.
De Burgemeester
CDB
Den 12 Mei 1840
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Maatschappij van Weldadigheid
De wees Casper Caljouw uit de gestichten van Weldadigheid te Veenhuizen ontslagen zijnde, alwaar bij voor Rekening van het Diaconie Armbestuur onzer Gemeente bijna Elf jaren is verpleegd geworden,is heden in onze Gemeente aangekomen, en deszelfs bewijzen van ontslag en die van Diakonaat?? Der Hervormde Gemeente aan ons vertoond, dan aangezien op die beide stukken de familie naam van Gersjon? In plaats van Caljouw werd gemeld en dit in de gevolgen ten nadeele van dien jongeling zoude kunen strekken, zoo nemen wij de vrijheid met bijvoeging van gezegde bewijzen Uwe Excie tusschenkomst eerbiedig te verzoeken , dat dit euvel mag worden hertseld of dat Uwe EXcie de goedheid heb om ons in te lichten , hoe daar mede te handelen opdat dezelve in eenen voldoende orde worde gebragt.
De Burgemeester
Den 16 Mei 1840
Eens na te zien op het Doopboek
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp; Schouwen en Omgang
Wij hebben de eer nevens deze aan Uwe Excie te doen toekomen een afschrift van het verbaal van schouwing en Omgang ten aanzien van de inrigting van smederijen, ovens en stookplaatsen in onze gemeente het gebruik van Ned: Maten en gewigten, door de neringdoende Ingezetenen en de hoedanigheid en gewigt van het brood dat alhier op den 18,19 en 20 dezer heeft plaats gevonden waaromtrent geen bijzondere aanmerkingen of overtredingen der bestaande voorschriften zijn voorgekomen., terwijl de wegen en voetpaden mede in enen goeden order zijn bevonden, die ook steeds van stadswege behoorlijk onderhouden worden.
De Burgemeester
CDB
Den 22 Mei 1840
Den Achtienden, Negentienden en Twintigsten Mei Achttienhonderd Veertig heb ik Burgemeester der stad Arnemuiden volgens de bestaande voorschriften, de gewone Schouwing en Omgang gedaan betrekkelijk de inrigting van Smederien, tevens schoorsteenen en andere Stookplaatsen, zoo mede en aanzien van het gebruik derNederlandsche maaten en gewigten,en ook het onderzoek gedaan naar de hoedanigheid en het gewigt des broods , verzeldvan de Wethouder, Abrahamvan Eenennenaam.
Dat met betrekking totde Smederijen, ovens en Stookplaatsen,waarvan eene behoorlijke tijd bevorens, den omgang aan de Gemeente was bekend gemaakt, op de twee eerstgenoemde dagen den 18 en 19 den omgang heeft plaats gevonden, en bij het nazien en onderzoek bevonden is,dat omtrent de inrigting derzelve geene veranderingen waren gemaakt en over het algemeen dde zuivering der schouwen en Stookplaatsenn was verrigt, en die alwaar zulke noch geen plaats had gevoncden aangezegd dit zonder verder uitstel te laten doen, daar dit nader op order van de Burgemeester zal worden onderzochten bij bevinding van verzuim,de boete en strafbepaling volgens de bestaande verordening zoodange nalatige zal worden toegepast.
Dat ten aanzien van het gebruik van deNederlandsche Maten en Gewigten,hetwelk op laatstgemelde dag den 20e heeft plaatsgevonden, bij onderzoek bij de nering doende Ingezetenen dezer Gemeente geene overtredingen daarvan bij ons zijn ontekt geworden,terwijl op denzelven dag bij de broodbakkers alhier, zoo de hoedanigheid van het brood, als het gewigt daarvan volkomen en na genoegen in order door ons is bevonden, en geene de minste aanmerkingen dienaangaande ons zijn voorgekomen.
En dat aangaande de Weegen-en Voetpaden wij daaromtrent kunnen verklaren, dezelve door en voor Rekening der Stede in eenen goeden staat rijd en gangbaar worden onderhouden en zichbevinden.
Etc 21 Mei 1840
De Burgemeester
Corn: Dan:Baars
Abr; van Eenennaam
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 8 Mei 1840
De noodige voorzieningen m.b.t. de hondsdolheid zijn volgens de bestaande reglementen voorgeschreve.
Exdtracten etc.
Van der Heim.
Middelburg den 20 Mei 1840
Onderwerp: Toezending van een invorderbaar verklaard kohier.
Hierbij gaat het invorderbaar verklaarde kohier van personele belasting Uwer gemeente 1839/40 over het 4e Quartaal.
Gaarne binne 5 dagen na ontvangst aan den Heer Ontvaner te doen toekomen en de dag van afkondiging op te geven
etc.
De Controleur der Directe belastingen etc
In de controle Middelburg.
Handtekening.
Arnemuiden 22 Mei 1840
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp:Rupsennesten
In voldoening aan Uwe Excie circulaire van den 15 Januarij 1840 hebben wijde eer Uwe Excie te berigten dat wij bij den ontvangst der circulaire onverwijld zijn overgegaan tot de afkondiging der wet van den 26 Ventôse 4e jaar betrekkelijk de zuivering der boomen van alle rupsennesten, dat wij op de bepaalde tijdstippen, omgang op dezelve hebben gedaan, en geene nalatigen in onze gemeente gevonden,terwijlwij Uwe Excie kunnen melden ervan dit jaar weder geene rupsennesten in Stadsboomen Struiken of hagen zijn gevonden geworden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 23Mei 1840
Onderwerp: Belangens onderwijs
Omtrent de aangelegenheden van het openbaar onderwijs in uwe gemeente,is in de jongste vergadering der Prov: Commissie van onderwijs het navolgende rapport ter voorziening uitgebragt:
Dat de aanmaning door de Provinciale Commissie van Onderwijs den 4 August: 1837 bij missive aan H.W. Hoogerheijde openbaar schoolonderwijzer te Arnemuiden gegeven de verlangde uitwerking niet heeft gehad, daar de onderwijzer die 54 jaren oud is, ofschoon braaf en godsdienstig van gedrag, bij gebrek aan ontzag beleid en kunde,geen nut sticht, waardoor de school verloopt, zoodat de schoolopziener bij zijn laatste schoolbezoek,den 31 December ll maar 65 leerlingen aanwezig vond—terwijl het onderwijs er zoo jammerlijk was en blijft als ergens; komende het daarom wenschelijk voordat het plaatselijk bestuur worden opgewekt,genoemden onderwijzer om met vrouw en kinderen van te bestaan een pensioen te betalen bij voorbeeld 1/3 door de gemeente door het Rijk en 1/3 door den oopvolger.
Onder mededeeling hiervan heb ik de eer UEd: te verzoeken dit belang in ernstige overweging te nemen en zulks alsmede bij den gemeenteraad ter tafel te brengen—zullende het mij door de mededeeling van het gevolg dezer bemoeijing, aangenaam zijn te vernemen,dat het plaatselijk bestuur uwer gemeente de belangen van het onderwijs op prijsstelt, en met den besten wil bezield is,om dienaangaande wenschelijke en dringende verbeteringen, al mogten die ook met eenige opofferingen van de zijde der emeente gepaard gaan tot stand te brengen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Belangens onderwijs
Uwe Excie missive van den 23 Mei jl A no5656 2e afd behelzende dat door de Provinciale Commissie van Onderwijs in haren gedane rapport om daar bij gemelde redenen het wenschelijk was voorgekomen om den onderwijzer onzer Gemeente met vrouw en kinderen van te bestaan een pensioen te verlenen te dragen voor 1/3 door de gemeente, 1/3 van het Rijk en 1/3 door den opvolger erkend? Van het onderwijs te verwijderen en uwe Excie verlangen door ons en ook door de Raad dezer stede dit in ernstige overweging te nemen.
Zoo hebben wij de eer Uwe Excie dien aangaande te kennen te geven dat door ons en den Raad het in dit missive medegedeelde in overweging genomen zijnde, dat men van oordeel was, dat indien een nieuwe onderwijzer het beleid en de kunde bezat, om met bedaarden ernst meerder ontzag in den school te houden, het te geven onderwijs ook beter ingang zou vinden, en meer nut stichten zoude, doch dat onze Gemeente niet bij eene landelijke in vergelijking kan gebragt worden, daar niet alleen de meerder armoede van het grootste gedeelte Ingezetenen uit visschers bestaande , maar ook het minder belang dat vele in het doen of laten onderwijzen voor hunnen kinderen stellen als wel dit in de landelijke gemeenten plaats vindt de oorzaken zijn van de ongeregelde opkomst in de school, en ook even daardoor de weinige verduring? van het onderwijs ten gevolge heeft onaangezien door een Commissie uit het Bestuur verzeld met den Leeraar dezer Gemeente tweemaal in het jaar het noodig onderzoek in den school wordt gedaan en tot opwekking van leerlust aan de bij dat onderzoek meest gevorderde telkens acht in getal boekschoolprijsje uitdeeld en met gepasten vriendelijke ernst de kinderen worden aangemaand om een onafgebroken gebruik van het onderwijs te maken en met stille bedaardheid en ijver te leeren tot hun waar en wezentlijk belang, opdat zij tot nuttige leden der maatschappij mogeten gevormd worden, waarbij dan ook den onderwijzer tot een getrouw aanwending zijnder gaven daartoe word opgewekt door de Leeraar van tijd tot tijd in den openbaren Godsdienst de ouders aanmaand en opwekt om hunne kinderen van het schoolonderwijs te doen gebruikmaken terwijl ook dat van stadwege zoo voor de schoolprijsjes als ook voor schoolbehoeften en brandt in de wintermaanden jaarlijks de som van f.60 wordt goedgedaan.
Dat den onderwijzer behalven zijn vrouw die door een lighamelijk ongemak haar huishouden voorts niet kan verigten hij een zoon heeft van 21 jaren die genoegzaam als krankzinnig kan beschouwd worden een gebrekkig gaande dochter en noch een zoon vamn 14 jaren tot zijnen laste heeft en bij de weinige middelen die hij bezit ten minsten een pensioen van f.300 bij verwijdering van dat onderwijs zoude behooren te worden toegekend endat men ons daar in 1/3 ten laste van de gemeente te brengen de grootste zwarigheid vind,aangezien men voor de de oprigting van de thans reeds bestaande weverijen van calicots reeds eenen plaatselijken belasting heeft moeten invoeren en tot kwijting van het aandeel der stede in de onkosten van de herstelling der sluis alhier aan ZM de heffing van opcenten op eenige Rijks accijnzen voor den tijd van 16 jaren heeft moeten aanvragen om een som van f.415 ? te kunnnen voldoen, beide offers die onvermijdelijk gevorderd worden doch drukkend voor de Gemeente zijn, en men niet zonder grond vreest dat indien ZM mogt behagen de heffing van die opcenten toe te staan ook noch eenen hoofdelijke omslag zal gevorderd worden om de hoogstnoodzakelijke uitgavenvan het volgende jaar te bestrijden.
Daar aangezien men alle mogelijke bezuiningen in acht neemt de gewonen inkomsten thans niet meer daarvoor voldoende zijn, want behalven den onderstand aan het armwezen die men moet verlenen daar die behalven de f.137,50 verplegingskosten voor een krankzinnige vrouw te Middelburg geplaatst een grooten last heeft aan bedeelde oude gebrekkige lieden en geene inkomsten heeft dan de collecten , is nu ook weder de verplegingskosten van een persoon in de Ommerschans onlangs ten onzen laste gekomen—zoodat hoe bereid ook men in waarheid geene meerder lasten vorderen kan, want de visscherij zoo groote als kleine die in het begin van dit jaar veel deed verwachten, is droevig in die hoop teleurgesteld, en die moet ook behalven het bestaan voor hun die het uitoefenen verleenen ook dit aan den ambachtsman en winkelier toe brengen, en die noch iets kan bijdragen wordt in ondersteuning van de groote bestaande armoede niet weinig gedrukt- en dat zelve nu de armoede groot is, wordt alhier meer dan mogelijk op eene plaats in deze Provincie ondervonden en eindelijk dat ingeval deze Gemeente twee à drie jarenvoor zoodanig aandeel in een te verleene pensioen aan den onderwijzer door de Provincie mogt worden tegemoet gekomen en de verzochte opcenten toegestaan boven de berekening daarvan gemaakt mogt opbrengen men zeer gaarne dat meerdere met behoud van die opcenten daar voor zoude besteden terwijl die tegemoetkoming ook niet groot zoude behoeven te zijn wanneer men die jaren ontheven werd van de f.50- voor schoolbehoeften enz thans uit de plaatselijk kas betaald wordende.Wij nemen dus de vrijheid Uwe Excie bij dit naar waarheid gedane berigt eerbiedig te verzoeken om door deszelfs veelvermogende invloed bij HEGA de dringende behoeften onzer Gemeente ook hierin voor te dragendoor een gunstige beschikking opdat men in staat worde gesteld aan het in Uwe Excie missive medegedeelde verlangen, te kunnen voldoen.
De Burgemeester
CDB
Middelburg, den 25 Mei 1840
Onderwerp: Inzending ontbrekende quitancie en vernieuwde ordonnantie
Bij de voorlopige examinatie van de rekening uwer stadover1839 is het gebleken dat voor de aan den Heer Mosselman wegens bijhouding der kadastrale leggers betaalde som van f. 4- de quitancie niet is overgelegd en
Dat in de gezegelde ordonnantie ad f.76,55 onder no 44 in uitgaaf gebragt, is geradeert zodat dezelve niet kan worden geadmitteerd.
Ik verzoek UEd: diensvolgens om de ontbrekende quitancie voor de f.4 alsnog over te leggen, de hierbij teruggaande ordonnantie door een ander te doen vervangen & mij die daarna toe te zenden
De Staatstraad Gouverneur
Van Vredenburch
Arnemuiden 10 Junij 1840
Aan de heer Gouverneur
Hiernevens hebben wij de Eer aan Uwe Excie te doen toekomen twee ordonnantiën behoorende bi de Stadsrekening van 1839 en zulks in voldoening aan uwe Excie van 25 ei jl
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden, 12 Junij 1840
Onderwerp: Mutatiën Schutterij
Aan den Heer Militiekommissaris
Van het District Goes
In voldoening aan het Besluit van ZE: den heere Staatsraad Gouverneur van Zeeland van 5 maart jl PB nr 29 hebben wij de eer hierbij aan UEdG in duplo te doen toekomen eene naamstaat bevattende de Mutatiën der Schutterijpligtigen gedurende het tweede kwartaal van dit jaar en wel zoals dezelve bekend op den 1e dezer maandag
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 22 Mei 1840
Gelezen zijnde eene missive van B & w van Arnemuiden van den 12e dezer maand o 141 daarbij inzendende eene deliberatie van den Stedelijken Raad van den 4e tevoren,houdende verzoek om met den timmerman J.K.Crucq een Contract te mogen aangan nopens het bouwen van een derde lokaal voor het weven van Calicots, hetwelk indien een gedeelte der Erve van Eene stadswoning daartoe in gebruik werd afgestaan 42 weefgetouwen zoude kunnen bevatten.
Is goedgevonden
B & W van Arnemuiiden te autoriseren om overeenkomstig de bij voorgeschreven deliberatie gedane voordragt met den timmerman J.K.Crucq onder nadere goedkeuring dezer vergadering te bedoelden einde een Contract aan te gaan mits bij hetzelve ook nopens den tijdelijkenafstand van het gedeelte der voorzeide Erve en van de voorwaarde waarop dit zal geschieden behoorlijk melding worden gemaakt.
Afschrift etc.
De Griffier der Staten
Handtekening
lid van GS
Arnemuiden den 12 Junij 1840
Aan den Heer MilitieKommissaris van het district Goes.
Onderwerp: Mutatiën ? Schutterij
Arnemuiden den 12 Junij 1840
In voldoening aan het besluit van Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur van Zeeland van 5 Maart jl PB no 29 hebben wij de eer hierbij aan UEG in duplo te doen toekomen eene naamstaat bevattende de Mutatiën der Schutterijpligtigen geduurende het tweede kwartaal van dit jaar en wel zoo als dezelve bestond op den 15 dezer maand.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 14 Junij 1840
Onderwerp: Aan den Heelmeester Oversluijs
& van Opdorp
Wij hebben de eer U te kennen te geven dat door ZM bij hoogstdeszelfs besluit van den 21 Decb. 1839 no 196 aan den Heer ?? During Heelmeester te Koewacht en aan den Heer ?? de Oude Heelmeester te St.Jansteen respectivelijk de gouden medaille als zich in het jaar 1836? Bij nemend ter bevordering van de koepokinenting verdienstelijk hebbende gemaakt heeft toegekend?
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 10 Junij 1840
Onderwerp: stukken betrekkelijk de weze C. Caljouw
Ik heb de eer UEd hiernevens toe te zenden, ter vervanging van de bij uwe missive van den 16e mei jl no 151 aan mij toegezonden stukken eene vernieuwde ontslagbrief benevens attestatie van lidmaatschap ten behoeve van den op den 12e Mei jl uit de Gestichten der Maatschappij van Weldadigheid ontslagene wees Casper Caljouw uit uwe stad.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 15 Junij 1840
Onderwerp: Transport Buskruid
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat in den loop dezer week door middel van transport te water en wel in een schip van den Kruidmolen no 9 den Gouden Draak naar het Fort Rammekens zal worden vervoerd eene tot dat einde aldaar gereed liggende hoeveelheid Infanterie Buskruid.
Ik verzoek UEA om te zorgen dat bij de eventuele lading lossing of vervoer van gemeld materieel in of door uwe gemeente de maatregelen van voorzorg worden in achtgenomen, bij art. 58 der wet van den 26 Januarij 1815 SB no 7 voorgeschreven.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Zij deze ter inzage verzonden aan de Heeren J. de Marée , van Eenennaam , A. Adriaanse, R. Hogerand?, J. Oversluijs, J.H. van Opdorp, onleesbaar, J.K. Crucq, P.J. Crucq, S. van Eenennaam P. van Eenennaam, F. van Eenennaam H.W. Hogerheijde, met uitnoodiging om na daarvan inzage te hebben genomen hetzelve terug te laten bezorgen bij den secretaris.
Baars
Den 24 Jumij 1840
Een Prospectus van de Nederlandsche Maatschappij
Van Schoone Kunsten
Onder bescherming
Van Z.K Hoogheid den Prins van Oranje
Er kan ingetekend worden op een aantal vooral Franstalige letterkundige werken.
De belangstelling voor Cultuur en Kunst dient gestimuleerd te worden.
BEKENDMAKING
Onderwerp: Grondbelasting
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat ten gevolge de aanneming der wet van den 30 mei jl SB no 15 houdende vaststelling der middelen tot dekking van de staatsuitgaven begrepen in de begrooting van 1840 alsnu de door Heeren GS executoir verklaarde kohieren wegens de grondbelasting dezer gemeente, voor een geheel jaar invorderbaar zullen zijn.
En opdat een iegelijk zich daarna zoude kunnen gedragen, zal deze worden aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg, den 25 Junij 1840
Onderwerp: Verschuldigde verplegingskosten
Aan de Maatschappij van Weldadigheid
Ik heb de eer aan UEA hiernevens te doen toekomen extract uit de rekeningen der verschuldigde vestigings-onderhouds-transport en vervangingskosten van weezen en bedelaars welke ten laste van uwe stad gedurende het jaar 1839 in de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid zijn verpleegd: UEA verzoekende om indien bij UEA op de voorz: rekeningen eenige bedenkingen mogten voorkomen mij die vóór den 15 Julij aanstaande op te geven, daar ik, alsdan geene opgave deswege van UEA ontvangen hebbende het daarvoor houden zal, dat er geene bedenkingen op de rekeningen bij UEA bestaan.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
WEEZEN
935 Naam: Caljouw Casper dag van aankomst 23 Augustus 1829 Verblijfdagen : 365 Verschuldigde som f.25; gestorte som : f.25.
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland.
Vrijdag , den 19 Junij 1840
Zijn gelezen
Een adres van J.H. van Opdorp, Heel-en vroedmeester te Arnemuiden, houdende opmerkingen nopens de administratie van het stedelijk bestuur speciaal ten aanzien der regeling van den hoofdelijken omslag aldaar
Het door op voorschr; adres prealabel ingewonnen berigt van B & W van Arnemuiden van den 30 April ll no 127.
Voorts rapport gedaan zijnde op het kohier van den hoofdelijken omslag van Arnemuiden.
Is goedgevonden
Aan den adressant J.H. van Opdorp te kennen te geven dat aangezien hij erkent tegen zijnen aanslag in den hoofdelijken omslag geen bezwaar te hebben en hij verder bij zijn adres geen bepaald verzoek doet, er aan de vergadering geene termen zijn voorgekomen om op hetzelve eenige beschikking te nemen
Het kohier van den hoofdelijken omslag van Arnemuiden goed te keuren, en van een approbatoire apostille voorzien en vergezeld van een der ingezondene recapitulatie staten aan B & W der stad te retourneren.
De decisiën van den stedelijken raad van Arnemuiden omtrent de reclames door Francois van Eenennaam tegen den aanslag zijner dochter Elisabeth van Eenennaam, en door Steven van Keulen en Adriaan van Sweden tegen derzelver aanslagen in den hoofdelijken
Omslag ingebragt te maintineren. En hiervan aan Burgemeester en Wethouders voornoemd kennis te geven, met uitnoodiging om daarvan bij extract dezer aan de reclamanten mededeeling te doen.
Afschrift etc
De Griffier der Staten
Van der Heim