Zeeuws Archief Inventaris van de Archieven van de gemeente Arnemuiden
Toegangsnummer 1200 - Ingekomen stukken en kladafschriften van uitgegane brieven 1840 deel 2
Inventarisnummer 114
Arnemuiden 2 Julij 1840
Aan den heer Gouverneur
Onderwerp: Bedelarij
Wij hebben de eer Uwe Excel kennis te geven dat er bij ons een aanhoudend toezicht word gehouden op bedelende personen, dewelke in den loop van het 2e kwartaal dezes jaars alhier niet zijn ontdekt of voorgebracht geworden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 5 Julij 1840
Idem
Onderwerp: Staat broodzetting
De Staat der broodzetting over het 2e kwartaal dezes jaars door ons opgemaakt zijnde zoo als deze naar opgave der marktprijzen gedurende dat tijdvak alhier is geregeld geworden., hebben wij de eer overeenkomstig het besluit van Heeren GS van den 2 mei 1828 PB no 78 hierbij aan Uwe Excel te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 3 Julij 1840
Idem
Onderwerp: Verbaal Stedelijke Kas
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Excel te doen toekomen een verbaal van onze bevinding van den staat der stedelijke kas volgens de bestaande verordeningen door ons op heden opgemaakt & geteekend.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 5 Julij 1840
Idem en Prov: Geneeskundige Commissie
Onderwerp: Vaccine
Wij hebben de eer Uwe Excie en UEd. Kennis te geven dat in den loop van het 2e kwartaal dezes jaars niemand in deze Gemeente is gevaccineerd geworden of dat de kinderziekte alhier heeft geheerscht.
De Burgemeester
CDB
Opneming van het kantoor van den Plaatselijken Ontvanger te Arnemuiden
Zie origineel.
Middelburg 3 Julij 1840
Onderwerp: Herijk
Ter voldoening aan het besluit van HEGA Heeren GS van Zeeland van 3 April jl no20 heb ik de eer UEd: te kennen te geven dat ik tot den herijk der Maten en gewigten binnen de stad Arnemuiden zal vaceren, maandag, Dingsdag en Woensdag 13, 14 en 15 Julij aanstaande des voormiddags van half tien tot twee uren dat volgens Resolutie van Heeren GS met de stad Arnemuiden zijn gecombineerd de gemeenten Kleverskerke en Nieuw- en St.Joosland, aan welker besturen ik UEd: verzoek mededeeling te doen van bovenstaande bepaling.
Tevens hoop ik van UEd: ingevolge het Reglement op den herijk van 15 Febr: 1822 en eerstgemelde Resolutie een lokaal ter dispositie te mogen ontvangen , benevens een naamlijst van IJkpligtigen binnen UEd: gemeente
De Arrondissements IJker te Middelburg
Handtekening
Heeren B &W van Nieuwland en Cleverskerke
Arnemuiden den 6 Julij 1840
Ingevolge eene bij ons ontvangen missive van den Heer Arrondissements IJker te Middelburg, hebben wij de eer UEA kennis te geven dat den herijk der Nieuwe Ned. Maten & Gewigten alhier zal plaats hebben op Maandag, Dingsdag en Woensdag den 13, 14 en 15 Julij aanstaande des voordemiddags van halftien tot twee uren.
In verband met het combineren, verzoeken wij UEA ons te laten toekomen een naamlijst bevattende die personen welke ingevolge de uitoefening van hun beroep verpligt zijn, gebruik te moeten maken van de nieuwe Ned. Maten & gewigten ten einde dezelve aan den Heer Arrondissements IJker ter hand te stellen.
De Burgemeester
CDB
Bekendmaking
Van den Herijk van den Arrondissements IJker op 13, 14 en 15 Julij 1840 etc.
Arnemuiden 6 Julij 1840
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 4e Julij 1840
Onderwerp: Toezending van een invorderbaar
Verklaard Kohier
Hierbij toegezonden het op den 26 Junij jl invorderbaar verklaarde kohier van Personele belasting Uwer gemeente, dienstjaar 1840 en wegens het Patentregt 4e Quartaal 1839/1840
Gaarne binnen vijf dagen na ontvangst te doen toekomen aan den Heer Ontvanger der directe belastingen en opgave van den dag van afkondiging volgens art 5 der wet van 4 Messidor, 7e jaar
De Controleur der directe belastingen etc te Middelburg
Handtekening
Arnemuiden 7 Julij 1840
Onderwerp: Personele belasting
Bij Uwe missive van den 4 dezer maand no 340 is ons geworden het executair verklaarde kohier van de personele belasting dienstjaar 1840/1841 benevens van het patentregt 4e kwartaal van 1839/40 beide dezer gemeente met kennisgeving dat de afkondiging der kohieren heden alhier heeft plaatsgehad.
De Burgemeester
CDB
Nieuw en Sint Joosland, den 8 Julij 1840
Ter voldoening aan den inhoud der Missive van UEA in dato 6 dezer no 189 hebben wij de eer dezelve nevens deze te doen geworden een Naamlijst der personen welke uit hoofde van hun beroep binnen deze gemeente van Nederlandsche maten en gewigten behooren te zijn voorzien.
Burgemeester en Assessoren der Gemeente Nieuw-en Sint Joosland
Jacobus Walraven
Arnemuiden 13 Julij 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Contracten callicots Weverij
Tengevolge UEGA resolutie van den 22 mei jl no 20 waarbij an ons magtiging verleend word tot het aangaan van een contract met den Timmerman J.K. Crucq nopens de bouwing van een derde lokaal van callicots weverij, benevens over den tijdelijken afstand van een gedeelte Erve aan deze stad behoorende en daarbij de voorwaarden vermeld waarop den tijdelijken afstand dezer Erve plaats heeft zoo hebben wij op heden met voorzegden Crucq die bedoelde contracten aangegaan en dewelke wij alsnu de eer hebben hierbij aan UEGA ter goedkeuring aan te bieden.
De Burgemeester
CDB
Bekendmaking
Onderwerp: Veefonds
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat bij den secretaris der stad voor een iegelijk ter lezing ligt eene Handleiding ter geregelde uitvoering der verordening van den 30e Mei jl waarbij opnieuw eene belasting op de Runderen, Paarden en Schapen ten behoeve van het fonds voor de Landbouw is ingevoerd.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 16 Julij 1840
Aan den Heer R. Hoogezand
Predikant te Arnemuiden
Onderwerp: Gebeden voor Prinses Marianne
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Eerw; te doen toekomen eene besluit houdende uitschrijving van gebeden voor den voortduren der welstand en de voorspoedige bevalling van HK Hoogheid de Prinses Marianne, Gemalin van den prins Albert van Pruissen. Met verzoek om aan den inhoud van dat besluit te voldoen.
De Burgemeester
CDB
Haarlem den 16 Junij 1840
De persoon van
Jeannetje Uitzoon of Huissoon
Is op derzelver vrijwillige aanvrage van onzentwege ingevolge de bestaande bepalingen opgezonden naar het Werkhuis te Amsterdam en vervolgens in het eerste transport naar den Ommerschans begrepen.
Van gezegde persone die blijkens UEA Missive van 14 December 1839 no 308 binnen uwe gemeente armlastig is thans ingekomen zijnde de declaratie harer verpleeg en transportkosten, hebben wij de eer UEA daarvan bij deze eene opgave te zenden met verzoek die gelden wel te willen overmaken.
Burgemeester en Wethouders
Der stad Haarlem
Handtekening
Arnemuiden 20 Julij 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: om autorisatie op de onvoorziene uitgaven
De Persoon van Jannetje Huissoon welke sedert twee jaren uit de Ommerschans is ontslagen en waar zij ten laste van onzen gemeente is verpleegd geworden, is ingevolge kennisgeving van Heeren B & W der stad Haarlem bij hare missive van 16 Julij ll no 989 op derzelve vrijwillige aanvrage aan Hunne EA opgezonden naar het Werkhuis te Amsterdam van alwaar zij op den 11 Junij 1840 naar de Ommerschans is getransporteerd geworden.
Bij deze kennisgeving wordt ons tegelijk toegezonden een declaratie van verpleging & transportkosten der stad Amsterdam na aftrek van ontvangene transportkosten in de Ommerschans met verzoek het restant daarvan wel te willen overmaken, en welke declaratie wij de eer hebben hierbij ter inzage aan UEGA te doen toekomen, met het daarin vermelde restant ad f 5:37 ½ uit de onvoorzienen uitgaven van de op onze begrooting toegestane uitgaven van dit jaar; door ons in staat gesteld te worden uit te mogen betalen en ons de noodige autorisatie te verleenen ten einde aan de uitnoodiging in die missive vervat te kunnen voldoen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 28 Augustus 40
Aan Heeren Burg: & wethouders der stad Haarlem
Onderwerp: Toezending ordinantie van betaling
Bij UEA missive
Bij UEA missive van 16 Julij jl no 989 werd ons onder toezending eenen declaratie van verplegingskosten van J. Huissoon kennis gegeven dat zij op hare vrijwillige aangifte naar den Ommerschans was getransporteerd geworden, van wie wij de armlasten hebben erkend.
Bedrag wordt overgemaakt middels een ordinantie van betaling etc
Bedrag f.5: 37 ½.
Na teekening te willen renvoijeren.
Etc De Burgemeester
CDB
Middelburg den 18 Julij 1840
Onderwerp: belangens onderwijs
Door UEd nog niet voldaan zijnde aan het gevorderde bij mijne missive van den 23 mei ll A no 5656 1e Afd:
Heb ik de eer UEd te verzoeken, mij uwe rescriptie ten spoedigsten te doen geworden.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 20 Julij 1840
Ik reken mij verpligt ter kennis van UEd te brengen dat ik, dezen morgen de school binnen Uwe Gemeente bezoekende, in dezelve te tien minuten vóór half tien uren, met den onderwijzer nog maar 21 leerlingen aanwezig vond, welk getal tot circa half elf uren gaande weg is aangegroeid tot 41; terwijl de onderwijzer mij betuigde, dat zeer afgebroken werd schoolgegaan, en er vaak dagen waren, op welke hij maar 30, 50 of hoogstens 60 leerlingen school had; hebbende ik voorts bij onderzoek, oudergewoonte , moeten klagen over slordigheid in het schrijven en weinige vorderingen in het lezen en cijferen.
Ofschoon de onderwijzer aan de geringe en zeer ongeregelde opkomst ter school veel schuld gaf aan de ouders en aan de kinderen, alsmede aan de armoede derzelve, meenik echter, bij vergelijking met alle andere gemeenten en na vijftienjarige ondervinding dat voor het grooter deel daarvan de schuld ligt bij den onderwijzer zelven als die, ondanks zijne braafheid en welwillendheid, maar geenszins de bekwaamheid bezit, om goed school te houden, ontzag bij de kinderen uit te oefenen, hen met lust te doen leeren en de vereischte vorderingen te doen maken, al hetwelk te weeg brengt dat de school verloopt, en uwe stad de eenige gemeente in dit eiland, zoo niet in de geheele Provincie is, alwaar de kinderen niet met de noodige bekwaamheden worden toegerust, om met der tijd nuttig voor zichzelven en anderen in de zamenleving te verkeeren.
Daar ik mij vlei met uwe toestemming, dat kinderen in hunnen jeugd behoorlijk onderwezen, te waardiger en nuttiger leden van de maatschappij zullen worden, en dat de onbeduidende vorderingen, welke de kinderen thans in de school uwer gemeente maken, in geenen deele beantwoorden aan de kosten, welke de ouders zich daarvoor getroosten, vermeen ik bij UEA ten sterkste te moeten aandringen om middelen te beramen, ten einde den onderwijzer met een behoorlijk pensioen van het onderwijs te verwijderen, en door een ander geschikt persoon te doen vervangen, houdende ik mij verzekerd dat de opofferingen, welke daarvoor zouden worden gedaan, aldra mildelijk zullen worden opgewogen tegen het genoegen en nut dat daaruit door alle kinderen en ingezetenen zoude worden getrokken.
De zorg voor eene betere en behoorlijke opvoeding en onderwijzing er kinderen in de gemeentelijke school, aan UEd bijzondere overweging aanbevelende, heb ik de eer te zijn
De Schoolopziener in het eerste
District der provincie Zeeland
Adr: P van Deinse
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 24 Junij 1840
Is gelezen eene missive van Z:E: den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 16 dezer 2e Afdeeling no 135, daarbij toezendende een afschrift van ZM besluit van den 7 bevorens no 59 houdende magtiging op het stedelijk bestuur van Arnemuiden.
Tot het doen eener geldleening ten beloope van vierduizend vijf honderd guldens (f4500) tegen eene jaarlijksche rente van vijf ten honderd en af te lossen in den tijd van zestien jaren met eene som van f.45,21 ’s jaars voor kapitaal en intressen.
Tot de heffing mede gedurende den tijd van zestien jaren van eene plaatselijke belasting op het gemaal, het geslagt en het gedisteleerd ten bedrage en op den voet en verder zoodange bepalingen omtrent de teruggave van belasting bij uitvoer als een en ander is voorgedragen bij het tarief aan het voors; besluit geannoyeerd.
Voorts bij resumtie gedelibereerd zijnde op de bij de resolutie dezer vergadering van den 15 Mei ll no 17 aangehoudenen reglementen voor de heffing der voorgemelde Plaatselijke belasting ingezonden door den stedelijken raad van Arnemuidenbij deliberatie van den 4 mei ll
Is goedgevonden
Van de verleende magtiging tot het doen eenre geldleening en de heffing der voorgedragene plaatselijke belasting kennis te geven aan Burgemeester en Wethouders van Arnemuiden.
Etc etc
WIJ WILLEM , bij de gratie Gods,
Koning der Nederlanden, prins
Van Oranje-Nassau, Groot-Hertog
Van Luxemburg, enz, enz.
Gezien het rapport van onzen Minister van Binnenlandsche zaken dd 20 Junij ll no 92 2e Afdeeling en den daarbij gevoegde missive van GS van Zeeland met deliberatie van den stedelijken Raad van Arnemuiden betreffende de voorziening in de kwijting van het aandeel dier stad in de kosten der buitengewone herstelling van de Keersluis in het Arnemuidsche kanaal, bedragende dat aandeel eene som van vier duizend vijfhonderd vijfen dertig Guldens zestien cents (f.4535,16 )
Machtiging als volgt; lening teg 5% aflossing over 16 jaren met heffing gedurende die tijd van een plaatselijke belasting op het gemaal, het geslagt en het gedisteleerd etc
Afschriften
’s Gravenhage den 7e Julij 1840
Diverse handtekeningen
Zie hiervoor origineel
Staat van de aan Zijne Majesteit verzochte autorisatie tot het opnemen van gelden voor de stede Arnemuiden, volgens deliberatie van den Raad van den 4 Mei 1840
SELECTIE:
Nader beweegredenen van het verzoek:
De onmogelijkheid om die schuld uit de gewonen middelen der stede te kwijten en de dringende noodzakelijkheid van de vodoening derzelve
Diverse handtekeningen
Het Reglement voor de heffing van opcenten of eenre belasting op het in de en ten behoeve der Gemeente Arnemuiden van elders ingevord wordende binnen & buitenlandsch gedestileerd
Gelieve in het origineel te raadplegen !!
Het Reglement op de invordering van het van het additioneel voor de gemeente Arnemuiden te heffen op den Rijksaccijns van het gemaal & geslagt
Gelieve in het origineel te raadplegen !!
Hierna volgen een groot aantal cijfermatige stukken die beter in het origineel kunnen worden geraadpleegd. Het betreft o.a. opcenten op ‘sRijksbelastinegn en andere heffingen wegens onkosten aan de keersluis etc
Arnemuiden 31 Julij 1840
Onderwerp: Vrijdom van lasten voor Landontginningen
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden, maken bekend dat bj den Secretaris alhier ter lezing ligt eene wet waarbij vrijdom van Lasten ter zake van Landontginningen en landverbeteringen wordt toegekend.
Noodigen mitsdien een iegelijk uit welke daarin eenig belang mogt stellen genoemde wet bij den Secretaris te komen inzien.
De Burgemeester
CDB
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Ontvangen den 3 Augustus 1840
Beschikkende op het adres van den wethouder van Eenennaam te Arnemuiden om voorziening voor het vervolg in de vernieuwing der onheusche bejegening, welke hij op den 13 dezer in de de vergadering van Burgemeester en Wethouders van den secretaris heeft ondervonden.
Lettende op het rapport van den Burgemeester der stad Arnemuiden van den 23 Julij jl no77 alsmede op de ter zake door den secretaris dier plaats ingeleverde schriftelijke verantwoording
Heeft goedgevonden
De Burgemeester en Wethouders van Arnemuiden zoo wel te zamen als elk in het bijzonder tot wederkerige heuschheid en onbeleefdheid bij hunne bijeenkomsten en tot inschikkelijkheid voor verschillende meeningen, en afwerping van alle persoonlijke inzigten of belangen bij hunne beraadslagingen op te wekken, als kunnende daardoor de goede verstandhouding in de behandeling van de aan hunne zorg toevertrouwde aangelegenheid het best worden bevorderd, zoo als zij daardoor een goed voorbeeld aan hunne onderhoorigen zullen geven en het goede hetwelk zij in het belang der stad bedoelen en beramen, meer volkomen zullen kunnen tot stand brengen, terwijl aan den secretaris wordt opgemerkt dat ofschoon hij den wethouder van Eenennaam niet zoo onheuschelijk mogt hebben bejegend, als door dezen wordt opgegeven nogtans de door hem geavoueerde aan dien wethouder gedane toespraak, als weinig gepast is te beschouwen, daar hij zich ongevraagd in de discoursen van B & W niet behoort te mengen- met aanbeveling om voor het vervolg de leden van het plaatselijke bestuur met de verschuldigde achting en betamelijkheid te bejegenen en zich vooral te onthouden om de goede bedoeling van de door hen over de stedelijke aangelegenheden geuit wordende meningen in verdenking te brengen.
Afschrift etc
Handteekening
Van Vredenburch en griffier
Van Visvliet
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Etc Etc.
Heeft goedgevonden na goedkeuring van de reglementen op de heffing op het gemaal, geslagt en gedisteleerd den Arrondissements Inspecteur te Vlissingen aan te schrijven dat de opcenten enz. door den Stedelijken Ontvanger van Arnemuiden zullen worden ingevorderd.
Een regeling zal hiervoor dienen te worden getroffen. De Ontvanger zal een zeker genot van zeker aandeel in de opbrengst genieten,
Afschrift etc
Middelburg den 30 Julij 1840.
Arnemuiden den 11 Augustus 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Plaatselijke belasting
Ingevolge UEGA besluit van 24 Julij jl no 6 hebben wij de eer UEGA kennis te geven dat de afkondiging voor de heffing der opcenten op den Rijks accijns van het gemaal, geslagt & gedisteleerd behoeve de stede alhier heeft plaats gehad op den 13 dezer maand
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 11 Augustus 1840
Aan den Ontvanger der Directe belastingen te Arnemuiden
Bij ZM Besluit van den 7 Julij jl no 59 wordt het bestuur van Arnemuiden voor den tijd van 16 jaren gemagtigd tot de heffing van eene plaatselijke belasting bij wijze van opcenten op het gemaal, geslagt Binnen & Buitenlandsch gedisteleerd en welke opcenten met uitzondering van het van elders ingevoerd wordende veraccijnsde door UEd: gelijktijdig met den Rijksaccijns zal behooren te worden ontvangen en met welke heffing volgens ons bepaald een aanvang zal behooren te worden genomen op den 1 September aanstaande.
Diensvolgens zijn wij bij resolutie van Zijne Excel den Heere Staatsraad Gouverneur van Zeeland van den 30 Julij jl A no 198 5 Afd: verzocht waren van dat tijdstip kennis te geven ten einde door UEd: op gemelden datum een aanvang zoude kunnen worden gemaakt met den ontvangst der opcenten op bovengemelde subjecten en zulks ingevolge de bepalingen vervat in de deswegens goedgekeurde reglementen & tarief, welke wij de eer hebben, hierbij aan UwEd: te laten geworden.
Door UwEd: nadere informatiën verlangd wordende, word UwEd: verzocht zich dienaangaande aan ons te adresseren
De Burgemeester
CDB
Arnemuden den 13 Augustus 1840
Bekendmaking
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat ten gevolge KB van den 7 Julij jl no 89 is goedgekeurd nevens gevoegde Tarief wegens de heffing eene belasting op het gemaal, geslagt en gedisteleerd binnen deze gemeente gedurende den tijd van 16 Januarij, alsmede voor de rigtige invordering der daarin vermelde subjecten nevens gestelde Reglementen goedgekeurd bij resolutie van Heeren GS van Zeeland van den 24 Julij 1840 no 6.
Noodigen mitsdien een iegelijk uit om zich overeenkomstig dat tarief & reglementen te gedragen en voor zoover den in- uit of vervoer der daar in vermelde Specien betreft niet te doen plaatshebben. Bij vereischte document; ten welken einde een iegelijk wordt verwezen? Naar den Stedelijken ontvanger alhier, zullende die in overtreding aan dat tarief mogt bevonden worden te handelen boeten en straffen incureren? bij die reglementen bepaald.
Met welke heffing een aanvang zal genomen worden op maandag den 17 Augustus aanstaande.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 13 Augustus 1840
Aan den ?? commies te Arnemuiden
De heffing der belasting bij wijze van opcenten op het gemaal, geslagt en gedisteleerd binnen deze gemeente door het Stedelijk bestuur bepaald zijnde een aanvang te zullen nemen op maandag den 17 Augustus aanstaande; van welke heffing UweEd: van den Heer Arrondissements Inspecteur bereids kennis zult ontvangen hebben, zoo hebben wij de eer onder kennisgeving daarvan en met toezending der reglementen UwEd: de bijzondere belangens dier belasting aan te bevelen en de noodige maatregelen te nemen ten einde alle ontduiking daarvan voor te komen.
Ik ben overtuigd van Uwe welwillendheid in dezen en het heeft den stedelijken raad dan ook behaagd in derzelven reglementen de bepaling Uwe Ed: een derde gedeelte in den opbrengst der boeten en verbeurten door UwEd: aangehouden toe te kennen, terwijl UwEd: tot het bekomen van eenige nader informatiën verzogt wordt zich dienaangaande bij mij te vervoegen
CDB
Middelburg den 30 Julij 1840
Hierbij gaat het op den 24e dezer maand invorderbaar verklaarde presumptief? Kohier van het Patent regt Uwer gemeente, dienstjaar 1840/41.
Verzoek: binnen 5 dagen na ontvangst te doen toekomen aan den heer Ontvanger der directe belastingen naar luid van art 5 der wet van 4 Messidor, 7e jaar, te doene afkondiging zal hebben plaats gehad.
De Controleur der directe belastingen etc
Handtekening
Arnemuiden augustus 40
Aan den Heer Controleur
Het Kohier van hetPatent regt bij uwe missive van 30 Julij jl ontvangen zijnde hebben wij de eer UEd: kennis te geven dat de afkondiging daarvan op heden alhier heeft plaats gehad.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 1 Augustus 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: maten en gewigten
In voldoening aan Uwe Excel circulaire van 18 Julij jl PB no 75 betrekkelijk de aanbeveling tot het gebruik van zakken op de maat eener Nederl: halve mud gevuld en het ongerief dat uit het aanvoeren van graan in Zeeuwsche zakken naar de afgeschafte plaatselijke maat gevuld voortspruit mogt worden opgeheven zoo hebben wij de eer Uwe Excie dienaangaande te berigten dat bij den ontvangst dier circulaire de vergadering aan den Raad alhier juist vereenigd was, en door den Burgemeester het verlangen in dien circulaire vervat in het midden word gebragt terwijl door de leden werd te kennen gegeven, dat in deze gemeente bij het zetten van granen men zich nimmer bedient van zakken naar de afgeschafte Plaatselijke maat gevuld, dat zulks alleenlijk plaats had met de halve Nederlandsche mud ( in zakken naar die Nederl: heele mud) endat ieder Landman daarin naar welgevallen een heele of halve mud indeedt en het de leden voorkwam, dat aangezien men gebruik miek? van de nieuwe Ned; Maten, men deswegens moeijijk eene plaatselijken verordening tot stand zoude kunnen brengen, aangezien hetzelve meer tot van ongerief ls wel tot gerief verstrekken zoude en mitsdien verzogt Uwe Excel daarvan mededeeling te doen.
Terwijl bij informatie dienaangaande ons zulks aan de landlieden ten volsten is bevestigd geworden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 23 Julij 1840
Toezending van invorderbaar kohier
Hierbij gaat het op den 17e Julij 1840 invorderbaar verklaarde kohier van de personele belasting Uwer Gemeente ,dienstjaar 1840.
Gaarne binnen 5 dagen na ontvangst aan den heer Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen met de datum van afkondiging.
De Controleur der dirrecte belastingen etc te Middelburg
Handtekening
Arnemuiden 25 Julij 1840
Onderwerp: Kohier Personel belasting
Het Kohier van de Personele belasting den 23 dezer ontvangen zijnde, zoo hebben wij de eer UEG kennis te geven dat de afkondiging op heden alhier heeft plaats gehad.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 25 Julij 1840
Onderwerp; Vervoer buskruid
Volgens een bij mij ingekomen berigt van den Kolonel-Directeur der 1e Atillerie-directie van den 22 Julij jl zijn door zijn HoogEdGestr; de noodige bevelen uitgevaardigd om van Hellevoetssluis naar den buskruidmolen no 9 bij Arnemuiden 10009,15 lb infanterie buskruid te verzenden, welk transport door het Hollandsche Diep naar deszelfs bestemming zal vertrekken.
Onder kennisgeving hiervan heb ik de eer UEd: te verzoeken om te zorgen dat bij de eventuele lading lossing oponthoudt of vervoer van gemeld materieel in of door uwe stad, de maatregelen van voorzorg worden in acht genomen bij art; 58 der wet van den 26 Januarij 1815 SB no 70 voorgeschreven.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 4 Augustus 1840
Onderwerp: Mutatiën Kindergestichten
Ik heb de eer UEd: bij deze te informeren dat blijkens het mij door Zijne Excie den Minister van Binnenlandsche Zaken medegedeeld extract uit den staat der Mutatiën voorgevallen in het personeel der Kindergestichten gedurende de maand Mei ll op den 12e dier maand uit voorn: gestichten is ontslagen C.Caljouw, SN 935 die binnen Uwe stad onderstanddomicilie heeft.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg, den 4 Augustus 1840
Onderwerp: Uitreiking bewijzen van ontslag
Ik heb de eer UEd nader te doen toekomen een bewijs van ontslag voor E: Blees die zich thans in Uwe stad bevindt met verzoek om daarmede overeenkomstig het slot mijner circulaire Provinciaal blad no 126 van 1839 te handelen.
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 11 Aug: 1840
Onderwerp: Retour bewijs van ontslag
Bij Uwe Excie missiev van den 4e dezer maand Ano 8360 1e Afd ontvangen hebbende een bewijs van ontslag voor E: Blees wegens gedane vrijwillige diensten gedurende de Staatkundige verwikkeling met Belgiën , zoo hebben wij de eer onder retour van dat bewijs Uwe Excie te kennen te gevne dien persoon in onze gemeente niet woonachtig is of geweest heeft.
De Burgemeester
CDB
Middelburg, den 5 Augustus 1840
Onderwerp: toezending verlofpassen verlenging
Tijdelijk verlof
Tengevolge eener bij mij van den kommanderende Officier van het Reserve Bataillon der 6 Afdeeling Infanterie ontvangen opgave heb ik de eer UEA te kenne te geven dat het tijdelijk aan de tot Uwe stad behoorende miliciens Marinus Barendse, Pieter Meulemeester en Adriaan de Nooijer verleende verlof tot den 1 April 1841 is verlengd,waarvan de passen hiernevens zijn gevoegd.
Ik verzoek UEA de genoemde miliciens daar mede bekend te maken en de verlofpassen te doen uitreiken.
De Sttasraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 11 Augustus 1840
Onderwerp: terugzending verlofpas
Bij Uwe Excie missive vann den 5 dezer maand A no 8189 toegezonden zijnde de tijdelijke verlovender Miliciens Marinus Barendse, Pieter Meulmeester en Adriaan de Nooijer,zoo hebben wij de eer Uwe Excie de terugzending van het verlof pas van eerstgemelde milicien te kennen te geven , den zelven niet tot onze gemeente gehoort en hiermede zeker een abuis moet bestaan, aangezien wij bij onze missive van den 24 Maart jl nr 90 van denzelfden milicien aan Uwe Excie verlofpas hebben teruggezonden, welke ons bij uwe Excie miss: van den 20 Maart jl A no 30111 Afd: was toegekomen als tot onze Gemeente behoorende.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 7e Augustus 1840
Gelezen zijnde eene missive van B & W van Arnemuiden van den 13 Julij ll no 211 daarbij ter voldoening aande resolutie dezer vergadering van den 22 Meill no 20 in duplo ter goedkeuring inzendende het door dezelve met den timmerman Jan Karel Crucq aldaar aangegaan contract, nopens het bouwen van een derde locaal tot het weven van Calicots,waarvoor aan hemvan stadswege eene jaarlijksche huur ad f.130-zal wordenbetaald, en wijders een gedeelte stads erve groot 30 Nederlandsche ellen, in tijdelijk gebruik wordt afgestaan onder voorwaarde dat hij een behoorlijk steenen riool of verwulfte waterloozing, welke tusschen zijne en Stadserve bestaat en waarovergenoemd locaal gedeeltelijk zal worden gesticht, zal behooren te maken en dat ingeval hetzelve locaal mogt ophouden ten voorschreven einde gebezigd te worden, en hij of zijne Erven mogetn verlangen den bedoelden grond in gebruik te houden,daarvoor eene nader te bepalen cijns of erfpacht aan destad zal behooren te worden uitgekeerd.
Is goedgevonden
Het voorzeide Contract goed te keuren en van een approbatore appostille voorzien aan B & W van Arnemuiden te retourneren ten welken einde Afschrift dezer aan dezelve zal worden gezonden tot informatie en narigt.
De Griffier der Staten
Van Visvliet.
Er is een gedrukt stuk in origineel in deze inventaris aanwezig m.b.t. het Reglement voor de heffing van Opcenten op eener belasting, op het in de en ten behoeve der gemeente Arnemuiden van elders ingevoerd wordende Binnen-en Buitenlandsch Gedisteleerd
d.d. 24 Julij 1840
Gedrukt bij van Benthem & Jutting te Middelburg 1840.
Idem dito m.b.t. het Reglement op invordering van het Additioneel voor de Gemeente Arnemuiden, te heffen op den Rijks Accijns van het Gemaal en Geslagt
Ook gedrukt bij van B & J te Middelburg 1840
Bekendmaking
Invoering belasting op den Rijksaccijns
B & W der stad Arnemuiden maken bekend dat ten gevolge KB van den 7 Julij no 59 is goedgekeurd nevens gevoegde tarief wegens de heffing eener belasting bij wijze van opcenten op den Rijksaccijns van het Gemaal. Geslagt en gedisteleerd binnen deze gemeente gedurende den tijd van 16 jaren,alsmede voor de rigtige invordering der daarin vermelde subjecten, nevens gestelde Reglemten en goedgekeurd bij resolutie van Heeren GS dezer Provincie van den 24 Julij jl no 6, en met welke heffing zoo opden Rijksaccijns door den Rijksontvanger als voor het aan het Rijk reeds veraccijnsde bij invoer bij den Stedelijken Ontvanger een aanvang zal genomen worden op maandag den 17. Augustus aanstaande.
Noodigen mitsdien een iegelijk uit om zich overeenkomstig dat tarief en reglementen te gedragen envoor zoo ver den in-uit of doorvoer der daarin vermelde Speciën betreft, niet te doen plaats hebben,zonder het daarbij vereischte document, ten welken einde een iegelijk wordt verwezen, naar denStedelijken ontvanger alhier, zullende die in fraudes aan dat tarief mogten bevonden worden te handelen, de boeten en straffen incureren, bij die reglementen bepaald.
Arnemuiden den 13 Augustus 1840
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heren GS van Zeeland
Vrijdag den 7 Augustus 1840
Met betrekking tot het beschikken over de fondsen voor onvoorziene uitgaven t.a.v. de begrootingen van de gemeenten in 1840
Is goedgevonden
De voorz: staten te arresteren en kennis te geven van de beschikkingen
Extracten etc
De Griffier der Staten
Van Visvliet
Middelburg den 18 Augustus 1840
Onderwerp: Verleening gratificatiën
Ik heb de eer UEd: te informeren dat blijkens mij door Z:Excie den Minister van Financiën gedane mededeeling bij KB van den 3e dezer maand no 76 aan A.van Houwelingen wed: van J. de Geus in leven landmeter wonende binnen Uw stad eene gratificatie ten bedrage van honderd gulden ( f. 100 ) en dat door gem: Minister bereids de noodige orders zijn gesteld tot het spoedig opmaken der assignatie ten behoeve van die belanghebbende & de afgifte of verzending derzelve aan UEd:
Ik verzoek UEd; de belanghebbende inmiddels van de onderhavige door ZM haren opzigte genomene beschikking kennis te doen dragen
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 25 Augustus 40
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Schuterij
De Inschrijving, Loting en beoordeeling der vrijstellingen, opmaking der rollen, inlijving der manschappen en opzending der bijzondere rol der Schutterij over dit loopende jaar dezer Gemeente geregeld afgeloopen zijnde , hebben wij de eer Uwe Excie hiervan ingevolge uwe missive van den 27e April jl PB 45 kennis te geven.
Terwijl de ontslagene miliciens van 1830tot 1834 behoorlijk en aan hunne verpligting hebben voldaan.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 21 Augustus 40
Aan den Heer Kapitein Snijder
De Bijzonder rol der rustende Schutterij, dezer Gemeente over dit loopende jaar door ons onder gebragt zijnde;
Zoo hebben wij de eer UEd: dezelve nevens deze te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 1 September 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Om autorisatie onvoorziene uitgaven
De eerste bijdrage der verwaarborging voor brandschade van het Stadhuis alhier op den 6 September aan de Directie ? moetende betaald worden ter somma van f.8.10 waarvan op de begrooting van dit jaar nog geen som staat uitgetrokken, alsmede wegens gedane verschotten aan zegels & Registratieregten van de contracten van de opbouwing van de derde fabriek van callicots alhier door J.K.Crucq ter somma van f.4.61- bij UEGA resolutie van den 1e Aug:jl no 16 goedgekeurd., zoo hebben wij de eer UEGA te verzoeken aan ons de noodige autorisatie te verleenen die sommen uit de onvoorziene uitgavenvan dit jaar op onze begrooting toegestaan te mogen uitbetalen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 31 Augustus 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Begrooting 1841
De Stedelijke Raad alhier den 25 dezer maand overgegaan zijnde tot het opmaken van de begrooting in Ontvang & Uitgaaf dezer Gemeente over het aanstaande jaar 1841 hebben wij de eer dezelve in triplo met de daarbij behoorende Staten en memorie van toelichting, benevens eene negative verklaring van den Molenpolder bij deze aan UEGA te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp:Armbegrooting 1841
De Begrooting in Ontvang en Uitgaaf voor 1841 door het Diaconie Armbestuur onzer Gemeente opgemaakt, en door den Raad dezer Stede den 25 Aug: 1841 bij voorraad gearesteerd,hebben wij de eer nevens deze in triplo aan UEGA te doen toekomen, en daarbij UEGA te kennen te geven , dat de Raad ten einde de uitgaven, daar op gem: zullen kunnen gekweten worden wederom niet minder dan eenen som van f.280 als subsidie aan dezelve heeft moeten toekennen en dat in de uitgaven bijzonder voorkomt eene somvan f.14—voor verplegings kosten aan het Gasthuis te Haarlem voor Jannetje Huiszoon alhier armlastig die circa drie jaren geleden de kolonie der Maatschappij van Weldadigheid is ontslagen, en nu weder bij vrijwillige aangifte aldaar is opgenomen , zoo mede eene som van f.47-06 voor door den Heelmeester alhier op order van het Armbestuur verleende geneeskundige diensten in ?????? 1839 & 1840 aan drie onderscheidene Huisgezinnen die niet bedeeld werden of onderstand genoten,doch door armoede en schuld geene geneesmiddelen zonder Borg? Spreking van het Armbestuur konden bekomen,en die wel de toezegging van restitutie hebben gedaan doch dat niet te wachten is op welke Begrooting wij UEGA goedkeuring eerbiedig verzoeken.
De Burgemeester
CDB
Den 31 Aug: 1840
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Rapport gedaan op de rekeningen over 1839 van de gemeente Arnemuiden
Is goedgevonden
Deze te arresteren
Extracten etc etc
De Griffier der Staten van Visvliet.
Middelburg, den 1 September 1840
Onderwerp: Opneming J. Huissoon in de Ommerschans
Ik heb de eer UEAbij deze tot deszelfs informatie mede te delen dat op den 16 Junij ll in de Ommerschans is opgenomen Jannetje Uitzoon no 1936 bevorens no 868 onder den naam van Huiszoon welke persoonbij uwer missive van den 4 December 1829 no 183 is erkend binnen uwe Gemeente onderstandsdomicilie te hebben en sedert dien tijd nergens anders door een vierjarig verblijf domicilie van onderstand heeft verkregen.
De Staatsraad Gouverneur
Vande provincie Zeeland
Bij deszelfs afwezigheid
Sprenger
Lid der GS
Middelburg den 3e September 1840
Hierbij gaat het opden 28e Augustus jl invorderbaar verklaarde primitief kohier no 1 van de belasting voor het Veefonds Uwer gemeente,dienstjaar 1840/41
Gaarne binnen 5 dagen na ontvangst aan den Heer Ontvanger der directe belastingen te doen toekomen en de dag der afkondiging.
De Controleur der directe belastingen etc te Middelburg
Handtekening.
Arnemuiden 5 September 40
Aan denHeer Kontroleur Directe Belastingen
Onderwerp: Invorderbaar Kohier
Bij Uwe missive van den 3 dedzer no 324 ontvangen hebbende het Primitieve kohier no 1 van het veefonds dezer gemeente van het loopende jaar zoo hebben wij de Eer UEd kennis te geven dat de bekendmaking daarvan op heden heeft plaatsgehad.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 11 September 1840
Onderwerp:Koninglijk Huis
Aan den Predikant te Arnemuiden
Bij ons ontvangen zijnde twee nevensgaande circulaires houdende kennisgeving van de gelukkige bevalling van ’s Konings Hoogbeminde Dochter de Prinses Marianne Gemalin van den prins Albert van Pruisen alsmede van Hoogstdeszelfs kleindochetr Sophia Frederika Mathilda Erfprinses van Orange, zoo heeben wij de eer onder toezending der circulaires
Uwe Eerw: te verzoeken om op aanstaande Zondag in den openbaren Godsdienst,den Alderhoogsten voor de verhooring der plaats gehad hebbende smeking voor deze voorspoedige bevalling dier prinsessen plegtige dankzegging te doen vergezeld van de bede voor het spoedig en volkomenherstelvan HKH en het welzijn van de jonggeboren Prins.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 1 September 1840
Onderwerp: Heffing Plaatselijke Belasting
Door UEA nog niet voldaan zijnde aan het gevorderde bij mijne dispositie van den 30 Julij ll A no 7879 5e Afdeeling
Heb ik de eer UEA te verzoeken, mij uwe rescriptie ten spoedigsten te doen geworden.
De Staatsraad Gouverneur van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 12 September 1840
Aan den Heer Gouverneur
Bij onze missive van de 20 Aug: jl no 23, hebben wij aan uwe Excel kennis gegeven dat de afkondiging van de heffing der Plaatselijke belasting alhier is gedaan op den 13 Aug: jl, zoodat aan Uwe Excel dispositie van den 30 Julij l A no 8198 5 Afd is voldaan geworden, terwijl de dispositie van denn 30 Julij ll no 7879 1e Afdeeling volgens uwe Excel missive van gisteren A no 72 5 Afd niet is ontvangen geworden, doch ons voorkomt dat dat abusivelijk in die missive is vermeld geworden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den13 September 1840
Onderwerp: Opneming Patenten
Uit kracht van art: 35 der Wet van den 21 mei 1819 (S.B. no34) en op grond der Ministrieele resolutie dd 24 Januarij 1835, no 72, heb ik de eer UEA te verzoeken, van uwe zijde de benoodigde persoon te willen magtigen, om, met de daartoe van de zijde der administratie gemagtigden deurwaarder Cornelis van Kamer, de voornoemde opneming te bewerkstelligen, en wel te willen zorgen dat de daarvoor benoodigde registers voorhanden zijn.
De Controleur der Directe belastingen
Handteekening
Middelburg, den 21sten September 1840
Ik heb de eer UEA wederom, voor het jaar 1840 6 exemplaren van het programma der Commisie van Landbouw, aan te bieden, houdende dezelfde Voorstellen, welke ten verleden jare zijn uitgeschreven, benevens een daarbij gevoegd betoog en Bijdrage, geschoeid op de beginselen, welke tot het doen dezer Voorstellen aanleiding hebben gegeven.
De uitnoodiging te dezer zaak aan de landlieden, in 1839, is niet tevergeefs geweest, aangezien eene som van f 663 aan premien is uitbetaald. Ik vertrouw dus, dat de eerste uitslag dezer poging door de Commissie, ook over dit jaar, goede uitkomsten zal daar stellen, en neem de vrijheid, bij voortduring uwe medewerking ter verder aanmoediging tot deelneming door de landlieden aan deze voorstellen, bij deze te verzoeken; terwijl het mij aangenaam zal zijn, dat, even als ten verleden jare, door UEA aan het lid der Commisie van Landbouw in uw district, worde kennis gegeven van het ontvangen dezer programma’s bij aldien eenige meerder exemplaren werden verlangd,kunnen dezelve voor 30 cent, bij den provincialen Drukker U.F. Auer te Middelburg, worden verkregen.
De President der Commissie van Landbouw in Zeeland
C.VIS.
Arnemuiden, 2 October 1840
Onderwerp: Ontvangst exemplaren Landbouw
Volgens de missive van de Commissie van Landbouw van den 21 September jl no 126, heb ik de eer UEG kennis te geven den ontvangst van 6 exemplaren van het Programma dier Commissie, terwijl aanvankelijk dezelve zijn verzonden aan de Landlieden A. Adriaanse, A. Koets, L.Wisse en J. Schoonenboom.
De Burgemeester
CDB
BEKENDMAKING
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden maken bekend dat zij voornemens zijn om onder nadere approbatie van Heeren GS dezer Provincie en den Raad dezer stad op Woensdag den 14 October aanstaande de morgens ten 10 uren op het Stadhuis alhier publiek ter verpachting aan te bieden voor den tijd van drie jaren de Straatmest der gemeente, waarvan de conditiën voor een iegelijk bij den secretaris dezer stad ter lezing leggen.
Gedaan ten Raadhuize den
17e September 1840
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 1 October 1840
Ik heb de eer UE te berigten dat in het afgelopen kwartaal in de gemeente Arnemuiden door mij zijn gevaccineert
4 kinderen beneden 10 jaren
4 allen gratis
2 zijn niet gevat
2 geregeld afgelopen zonder iets opmerkelijks
Kinderziekte is niet door mij behandeld
Ik heb de eer te zijn
UEDW dienaar
J.H. van Opdorp
Arnemuiden den October 1840
Aan den Heer Gouverneur en Provinciale Commissie
Onderwerp:Vaccine
Nevens deze hebben wij de eer aan Uwe Excel en UwEd: te doen toekomen een staat der gevaccineerde in deze Gemeente gedurende het 3 kw: dezes jaars, terwijl wij geene kennis hebben bekomen dat gedurende dat kwartaal de kinderziekte alheer heeft geheerscht.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 6 October 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Inteekenlijst Volksbode
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Excel te retourneren de inteekenlijst op het tijdschrift de Volksbode welke wij bij Uwe Excel circulaire van den 29 Sept: jl PB no 99 hebben ontvangen met kennisgeving dat wij de bode alhier met die lijst en onze bijgaande missive ter aanbeveling van dat werk bij de gegoede ingezetenen hebben rondgezonden, doch dat niemand verlangd heeft daarop in te teekenen
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 2 October 1840
Door Zijne Excel de Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie verzocht zijnde om bijgaande inteekenlijst op een tijdschrift getiteld de Volksbode aan de vermogende ingezetenen dezer stad te doen aanbieden en inzien tot de inteekening daarop in het belang der mindere stand uit te noodigen
Samenvatting wegens onleesbaarheid:
Dit tijdschrift strekt tot bevordering van Godsdienstigheid , Zedelijkheid en Spaarzaamheid binnen de volksklasse. Bevorderd wordt dit nuttig en weinig kostbaar werk.
Rondgezonden aan de Heeren:
R? Hoogaarden??
P.J.Crucq, F. van Eenennaam, J.Meerman, J.H. van Opdorp, L. van Eenennaam, J. Kramer, A. van Eenennaam, J. de Marée, J. Oversluijs, J.K. Cruccq, J. Joosse, A. de Smidt, A. Adriaanse, L.J. van Ginhoven, G. Kesteloo, L.Wisse, A. Koets, A. Boogert en terug bij den Secretaris.
Arnemuiden, 2 October 1840
Onderwerp: Schouwing & Omgang
Burgemeester & Wethouders der stad Arnemuiden, maken bekend dat door of van wege het Stedelijk Bestuur alhier op maandag den 12 October aanstaande eene schouwing zal plaats hebben op de Schoorsteenen en andere Stookplaatsen op het gebruik der nieuwe Ned.Maten en Gewigten en op straten en voetpaden.
Wordende een iegelijk bij deze uitgenoodigd om te zorgen dat op de deswegens bestaande bepalingen geene overtredingen worden gevonden, daar de nalatigen in dezen strengelijk zullen worden achtervolgd.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid aan den dag legge zal deze worden aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschieden.
Gedaan te Raadh.
Burgemeester & Wethouders voorn\;
CDB
Arnemuiden 5 October 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Bedelarij
Wij hebben de eer Uwe Excel te berigten dat in onze gemeente een aanhoudend toezicht word gehouden tot wering der bedelarij en dat gedurende het 3e kwartaal dezes jars, geene bedelende personen zijn ontdekt of voor ons gebragt geworden.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 5 October 1840
Idem
Onderwerp: Staat Broodzetting
Nevens deze hebben wij de eer aan uwe Excel te doen toekomen de staat van de broodzetting over het 3 Kwartaal dezes jaars, zoo als die naar de opgave der Marktprijzen alhier is geregeld geworden, overeenkomstig het Besluitvan Heeren GS van den 2e Mei 1828 PB 78.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 5 October 1840
Idem
Onderwerp: Personeel van ’t Bestuur
In voldoening aan Uwe Excel circulaire van den 5e November 1833 PB 119 hebben wij de eer aan Uwe Excel te doen toekomen de staat van het personeel van het bestuur dezer Gemeente zooals die was op den 1 October dezes jaars terwijl er geene veranderingen in dat bestuur gedurende het tijdvak van een jaar zijn voorgevallen.
De Burgemeester
CDB
Staat van het personeel van het bestuur der stad Arnemuiden op den 1e October 1840
Burgemeester Baars; jaar van aftreden 1844
Wethouders de Marée, 1842, van Eenennaam 1846
Leden van den Raad: de Marée 1842, Schmidt 1842, Adriaanse 1844; Kraamer 1844; van Eenennaam 1846, Wisse 1846.
Secretaris C.J. Baars
Ontvanger C.J. Baars
Arnemuiden 5 October 1840
CDB
Opneming van het Kantoor van den Plaatselijken Ontvanger te Arnemuiden
In de maand October ten kantore van Cornelis Jacobus Baars, plaatselijk Ontvanger der gemeente
Aan geldspeciën f.101,05 in kas
Ontvangsten F.1021,95
Uitgaven f.1532,94
Meer uigegeven dan ontvangen f. 510,99
Het goede slot der voorzegde
Laatst gearresteerde rekening
Over 1839 f.612,04
Blijkt het saldo in kas f.101,05
Op den personelen omslag van 1840, bedragende f. 350 waarvan had behooren
Te zijn ingevorderd f.262,50
Terwijl er op ontvangen is f.195,50
Dus te min ingevorderd f.67.—
Op de landpacht van den Pachter B. Harthoorn
Bedragende f.97- waarvan den helft ad
f.48,50
had behooren te zijn ingevorderd
Zoomede J. van der Weele f.68, verv. 34
Idem B.Schets pacht f.16 verv. 8
Idem A. Koets pacht f.20 verv 10
Zijnde door ons diensvolgens aan den Ontvanger last gegeven om de verschuldigde zoo in den hoofdelijken omslag als die van de Landpacht aan te manen tot de voldoening, en bij verder nalatigheid dezelve volgens de bestaande voorschriften daar toe te noodzaken.
Van al hetwelk door ons en den voornoemden Platselijken Ontvanger is onderteekend.
Burgemeester & Wethouders
C.D. Baars
J. de Marée
Abr. Van Eenennaam
De plaatselijken Ontvanger
Baars
Middelburg den 30 September 1840
Onderwerp: Kosten, bijwerking aanwijzende tafels en perceelsgewijze leggers eigendom der
Gemeenten
Ik heb de eer UEA te berigten dat de kosten voor de bijwerking der aanwijzende tafels en perceelsgewijze leggers eigendom uwer gemeente voor den dienst 1840 bedragen f.3.28, welke som volges paragraaf 2 lid e van het besluit van Z:E: den Staatsraad Gouverneur dd 16 November 1839 no 12965 3e en 6e Afd: (PB no 110) ter provinciale Griffie is betaald en op het rendement der provinciale belasting zal verrekend worden.
De Provinciale Bewaarder
In Zeeland
Hoogstraate
Aan de Heer Gouverneur
Van Zeeland
Onderwerp: Oefening Brandspuit
Wij hebben de eer nevens deze aan Uwe Excel te doen toekomen een afschrift van het verbaal betrekkelijk het nazien en oefening van en met de Brandspuit onzer gemeente dat den 2e dezer heeft plaats gehadt en welke in eenen allesints behoorlijken staat is bevonden.
De Burgemeester
CDB
Den 6 October 1840
Heden den 17 October 1840
Is overeenkomstig het bepaalde bij artikel 32 van het Reglement op het brandwezen in deze provincie, ten overstaan van mij Burgemeester der stad Arnemuiden overgegaan tot het naaukeurig maken van de Brandspuit, blusch en brandgereedschappen met alles wat daar toe behoord, en is als het zelve in eenen behoorlijke staat bevonden, zoodat daar bij en de oefening geene aanmerkingen zijn voorgekomen, en bij onverhoopte gelegenheid van dezelve het noodig gebruik zoude kunnen gemaakt worden.
Waarvan dit verbaal door mij is opgemaakt en nevens de commissaris uit den Raad met het bijzonder toezigt belast, geteekend op dato als in het hoofd dezes is gemeld.
De Commissaris uit
Den Raad
J: de Marée
De Burgemeester
Corn; Dan; Baars
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 25 September 1840
Rapport gedaan zijnde op de rekeningen van de gesubsidieerde Hervormde Diaconie Armbestuur van Arnemuiden
Is goedgevonden
De voorz: rekeningen behoudens de in sommige drzelve gebragte wijzigingen en daarbij gestelde marginale aanmerkingen goed te keuren en twee exemplaren derzelve aan de betrokkene plaatselijke besturen te retourneren.
Extract etc
De griffier der Staten
Van der Heim
Arnemuiden den 14 October 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Conditiën & verbaal verpachting
De verpachting der Straatmest dezer gemeente welke met Januarij aanstaande ten einde liep, door ons op heden plaats gehad hebbende, hebben wij de eer de conditiën daarvan door den Raad dezer stad den 17 September 40 gearresteerd en den 25 daaraanvolgende door den Heer Ontvanger te Middelburg geregistreerd, met het verbaal der gehoudene verpachting ter goedkeuring aan UEGA aan te bieden.
De Burgemeester
CDB
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Omgang Schouwen etc
Wij hebben de eer aan Uwe Excel bij deze te doen toekomen een afschrift van het verbaal van omgang van smederijen, ovens en stookplaatsen, zoo mede ten aanzien van de hoedanigheid en gewigt van het brood bij de bakkers, en omtrent het gebruik van de Nederlandsche maten en gewigten, dat alhier op den 12 en 14 dezer heeft plaats gevonden.
De Burgemeester
CDB
Den 19 October 1840
Heden den 12 October 1840
Is volgens de bestaande voorschriften na vooraf gedane bekendmaking in deze gemeente overgegaan tot het nazien van de smederijen, ovens en Stookplaatsen en daar bij bevonden er geene nieuwe inrigtingen sedert de laatstvorige omgang waren daargesteld, en omtrent de zuivering geene aanmerkingen zijn voorgekomen, terwijl na afloop daarvan op den 14 daaraan bij de Broodbakkers alhier de hoedanigheid van het brood en het gewigt is onderzocht dat een en ander mede voldoende is bevonden,terwijl in de winkels en werkplaatsen geene andere dan Nederlandsche maten en gewigten voorhanden waren.
Van al hetwelk door mij Burgemeester dit verbaal is opgemaakt, en nevens de wethouder de Marée daarbij geadsisteerd hebbende, gesloten en geteekend te Arnemuiden op heden den 14e October 1840.
De Wethouder
J: de Marée
De Burgemeester
Corn; Dan; Baars
Arnemuiden den 19 October 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Verbaal Stedelijke kas
Hiernevens hebben wij de eer aan Uwe Excel te doen toekomen den verbaal van onze bevinding van den stedelijke kas volgens de bestaande verordeningen door ons heden opgemaakt & geteekende.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 15 October 1840
Onderwerp: Belooning Zetters
Door Zijne Excie den Minister van Financiën, bij resolutie van den 24 September jl no 58, de voorgestelde belooning der Zetters wegens de werkzaamheden van het Patentregt in de gemeenten, waar meer dan 15 artikelen op de primitieve kohieen voorkomen, over het dienstjaar 1839, goedgekeurd en vastgesteld zijnde, heeft dezelve daarbij aan de Zetters uwer gemeente over dit dienstjaar toegelegd
F 9,10
Etc
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Middelburg den 17 October1840
Onderwerp: Mutatie Miliciens
Ik heb de eer UEd hiernevens te doen toekomen eene naamlijst van Miliciens, welke op de eene of andere wijze van het Korps, waarbij zij diende, zijn afgegaan.
Ik verzoek UEd van het voorgevallene met de Miliciens, voorkomende op genoemde lijst, aanteekening te doen, op de alphabetische lijsten der betokkene Ligtingen en op het Register van Ingelijfden,model litt.GG, uwer stad
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch
Naamlijst van Miliciens, welke van het Korps, bij hetwelk zij dienden, op de eene of andere wijze zijn afgegaan.
Jobse Lieven loteling 6e Bat Art NM: den 26e September 1840 in de ziekenzaal te Vlissingen overleden.
Middelburg den 17 October 1840
Van Vredenburch
Aan de Achtbare Heeren Burgemeester, Wethouders & Raden
Der stad Arnemuiden
Het Hervormd Diaconie Armbestuur dezer gemeente wendt zich tot U Achtbare Heeren ! met verzoek om de f 418?? Welke in den staat van Begrooting dezes jaars in uitgaaf gesteld, en van den EGA goedgekeurd is te mogen tot bedeeling, of andere einden bezigen, wijl het Art: “Bedeeling in geld en brood “met ult: September tot de som van f.491- geklommen is & er nog drie en wel de wintermaanden resteren ter bedeeling in ’t algemeen
Uit Naam en Last
Van het Hervormd Diaconie Armbestuur
R: Hoogezand Praeses
Arnemuiden den
20 October 1840
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Rapport gedaan zijnde op Staten van Begrooting voor de Rustende Schutterij in deze Provincie, voor het jaar 1840
Is goedgevonden
De voorschreve Begrootingen met wijzigingen en onder referte totde daarbij gestelde aanmerkingen, goed te keuren en te arresteren
Half Bat no 1
In ontvang en uitgaaf respectivelijk op f.291,00
De aandeelen der toelagen uit de Plaatselijke kassen , m.b.t. de voorschreve Begrootingen in verhouding tot de bevolking der steden en Gemeenten, te regelen als volgt:
Voor de Gemeente Arnemuiden op f.26,00.
Extracten etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 23 October 1840.
Gelezen zijnde eene missive van B & W van Arnemuiden van den 14 dezer maand no 315 daarbij inzendende de Conditiën en het Proces Verbaal van verpachting der Straatmest binnen die stad voor den tijd van drie jaren, te rekenen van 1 Januarij 1841, waarvan pachter is gebleven Teunis Bezemer Schipper te Nieuwe Tonge voor de som van f.88;-- ‘s jaars
Is goedgevonden
Het voorschr: ProcesVerbaal te improberen en van eene improbatie apostille voorzien aan B & W van Arnemuiden met de ingezondene Conditiën te retourneen, onder te kennengeving dat ofschoon bij de vergadering tegen de verpachting zelve geene bedenking bestaat dezelve echter daarop hare goedkeuring niet kan verleenen, vermits de aan het Proces Verbaal gehechte acte van borgtogt, tot welke in hetzelve wordt gerefereerd niet geregistreerd is, aan welke formaliteit dezelve vóór de verpachting had behooren te zijn onderworpen geworden: dat de Vergadering mitsdien HEA in overweging moet geven om van de onderhavige verpachting eene onderhandsche acte op te maken,waartoe dezelve zich nu voor alsdan kunnen gemagtigd houden , welke acte door den pachter en zijne borgen behoorlijk geteekend alsdan vervolgens bij de Vergadering ter approbatie zal worden ingewacht: of desnoods tot eene nadere publieke verpachting over te gaan in welk geval van de improbatie der primitieve verpachting aan den pachter mede zal behooren te worden kennis gegeven en het Proces Verbaal dezer herpachting nader bij de Vergadering ter goedkeuring zal worden tegemoet gezien.
En zal afschrift etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Arnemuiden 25 October 1840
Acte verpachting Straatmest
Bij UEGA besluit van den 23 October 1840 no 9 geimprobeerd terug ontvangen hebbende het Proces Verbaal van de door ons gehoudene openbare verpachting van de Straatmest alhier ter oorzake de aan het proces verbaal geann?? Onderhandsche borgtogt niet aan het regt van registratie was onderworpen, hetwelk wij vermeenden alzoo te mogen geschieden,hebben gemeend dit in overweging te nemen, aangezien de improbatien der verpachting niet zouden kunnen geschieden.
De rest van de tekst door doorhalingen etc onleesbaar
Heden den veertienden October 1840
Zijn wij B & W der stad Arnemuiden overgegaan tot de openbare verpachting van de Straatmest voor den tijd van drie jaren ingegaan den Eersten Januarij 1841 en en zullende eindigen den laatsten Dezember 1840, en zulks op de conditiën bij den Raad dezer stad gearresteerd den 17 September 1840 den 25 daaraanvolgende door de Heer Ontvanger te Middelburg tegen betaling van het regt geregistreerd en welke conditiën door den secretaris aan de tegenwoordig zich bevindende personen zijnde voorgelezen,waarna men is overgegaan tot de opbod en heeft daarop geboden den persoon Teunis Bezemer schipper wonende te Nieuwe Tonge eene som van Acht & Tachtig guldens in het jaar.
En niemand verder daarop geboden hebbende zoo is door B & W voornoemd de pacht van de Straatmest dezer stede toegewezen aan Theunis Bezemer voor eene som van Acht & Tachtig Gulden in het jaar, dewelke heeft aangenomen om stiptelijk aan de opheden hier vorengemelde voorgelezene conditiën te voldoen en tot borgen gesteld de personen van Dirk Breesnee en Maarten Breesnee beide bouwlieden woonachtig te NieuweTonge dewelke bij onderteekening van de ten dezen geannexeerde ? onderhandsche Acte van Borgtogt in dato 9 October 1840, verklaren hun te stellen als principale Borgen vorr genoemde pachter met belofte in geval van nalatgheid in het volbrengen der gemelde conditiën als dan daarvan op de eerste aanmaning te zullen voldoen, alles onder verband als naar regten.
En is hiervan gemaakt dit Proces verbaal hetwelk zoo door het bestuur als door den Pachter is geteekend op dato als in het hoofd dezes is gemeld.
Handteekening
Teunis Bezemer
De borgen teekenen den 9e October 1840 gezien door de Burgemeester van Nieuwtonge voor legalisatie met stempel.
Arnemuiden, den 6 November 1840
Aan den Heer Gouverneur
Ter aanvulling van de vacature in het collegie van zetters in deze Gemeente, ontstaan door het overlijden van Paulus de Meulmeester Zetter voor deze gemeente voor de werkzaamheden der Grondbelasting etc hebben wij de eer in voldoening aan uwe Excel circulaire van den 27 November 1835 PB no 103 voor te dragen de persoon van Salomon van Eenennaam Timmerman en alhier woonachtig.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 7 November 1840
Onderwerp: Pensioen aan den schoolonderwijzer toe te leggen
Ten einde de toelegging van pensioen aan den onderwijzer in uwe stad van wege het Rijk bevordelijk te kunnen zijn, zal het noodig zijn dat aan mij de geboorte acte of het doop-attest van den zelve worde overgelegd, weshalve ik de eer heb UEd: te verzoeken mij dat stuk ten vervolge uwer missive van den …. Sept jl no 271 ten spoedigste te doen geworden.
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 23 November 1840
Aan den Heer Gouverneur
Onderwerp: Overlegging geb: Extract H.J. Hoogerheide
Bij Uwe Excel missive van den 7 November jl A no 11019 verzogt zijnde om het geboorte extract over te leggen van den schoolonderwijzer H.J. Hoogerheide alhier, ten einde bij het Rijk bevordelijk te zijn tot het bekomen van pensionering, zoo hebben wij in voldoening daaraan hetzelve hierbij aan uwe Excel te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 6 November 1840
Overgelegd aanvragen om te kunnen beschikken door diverse gemeenten over fondsen wegens onvoorziene uitgaven op de begrootingen van 1840 toegestaan
Is besloten voor Arnemuiden
De Staten goed te keuren/ arresteeren
Extracten etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
De Staatsraad Gouverneur van de Provincie
Gezien de missive van Heeren B & W der stad Arnemuiden van den 6e dezer no 333 houdende voordragt tot vervulling van eene ontstane vacature in het collegie van zetters van genoemde stad
Gelet op ons besluit van den 9 Januarij 1835 A no 381 4e Afd: (PB) no 4.
Heeft goedgevonden
Ter voorziening in de ontstane vacature van zetters voor de grondbelasting en het Patentregt mitsgaders voor zoo veel betreft den 5e & 6e grondslag der belasting op het personeel tot wederopzegging toe te benoemen Salomon van Eenennaam , timmerman aldaar , woonachtig in plaats van Paulus de Meulmeester overleden
Te bepalen dat gedachte persoon zich in de uitoefening zijner functie stiptelijk zal behooren te gedragen naar de bestaande reglementen en instructiën als mede naar die welke vanwege de administratie de Directe belastingen in & uitgaande Regten en accijnsen nog mogten worden uitgevaardigd.
Afschrift etc
Middelburg den 16 November 1840
Handteekeningen
Staatsraad en griffier
Directe
Belastingen
Middelburg den 16 November 1840
Onderwerp: Toezending van een invorderbaar kohier
Hierbij gaat het op den zesden dezer invorderbaar verklaarde suppl: kohier n0 2 op het regt van Patent Uwer gemeente dientjaar 1840/1841
Binnen 5 dagen na ontvangst te doen toekomen aan den Heer Ontvanger der directe belastingen en op te geven de dag van afkondiging
Volgens het besluit van 16 Thermidor 8e jaar
De Controleur der directe belastinge etc
In de controle Middelburg
Handteekening
Aan den Eerw: Heer
R:Hoogezand
Predikant te Arnemuiden
Arnemuiden 1 december 40
Onderwerp: Geboortedag van den Koning
De Geboortedag van Zijne M: onzen geëerbiedigden Koning op aanstaande Zondag den 6 dezer maand invallende heeft Zijne Excel den minister van Staat belast met de Generale Directie voor de zaken der hervormde Kerk wel gelieven te bepalen dat de Leeraars der Protestantsche kerk op dien gedenkwaardigen dag den Alderhoogsten eerbiedig op te dragen, in den toezending dier missive, hebben wij de eer uwe Eerw; te verzoeken aan die uitnoodiging te voldoen, ten einde door gemeenschappelijk gebeden Gods dierbaarste zegeningen voor Zijne Majesteit mag worden uitgestort.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vaststelling van de buurtwegen der 2e en derde klasse
Op te merken
Aan B & W van Arnemuiden dat vermits de Keetweg en Bermweg niet kunnen beschouwd worden tot de heerewegen of heerebanen te behooren, dezelve in de tweede klasse ( en niet in de eerste), zooals door den stedelijken raad was voorgedragen zijn geklassificeerd.
En zullen extracten dezes voor zoo veel ieder aangaat onder retour der ingezondene kaarten worden opgezonden aan B & W der steden van het 1e district etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Dat wordt middels een Bekendmaking aan de ingezetenen getoond.
Tableaux kunnen bij de secretaris worden ingezien.
De Burgemeester
CDB
4 December 40
Arnemuiden 29 December 40
Aaan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Tableaux Buurtwegen
Voldaan hebbende aan UEGA resolutie van den 20 Nov: no 18 hebben wij de eer onder terugzending van de bij die resolutie ontvangene tableaux & kaart der klassificatiën van de buurtwegen UEGA te kennen te geven dat wij na twee voorafgaande afkondigingen die tableaux gedurende 20 dagen hebben ter lezing gelegd & dat niemand zich geïnteresseerd dezelve te komen bezigtigen en er voorts bij ons op die klassificatiën geene bedenkingen zijn voorgekomen als een kleine drukfeil dewelke wij in de aanmerkingen hebben aangeduid.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Gelezen zijnde eene missive van Burgemeester & Wethouders van Arnemuiden van den 25 Nov: jl no 331 daarbij inzendende de naar aanleiding van de resolutie dezer vergadering van den 23 October ll no 9 opgemaakte onderhandsche acte der plaatsgehad hebbende verpachting van de straatmest aldaar voor den tijd van drie jaren te rekenen van 1 januarij 1841 gepacht door Theunis Bezemer schipper te Nieuwetonge voor de som van f.88- ‘s jaars
Is goedgevonden
De voorz: acte goed te keuren en van een approbatoire apostille voorzien met de daarbij overgelegde conditiën van verpachting aan B & W van Arnemuden te retourneren ten welke einde afschrift dezer aan dezelve etc
De Griffier der Staten
Van der Heim
Arnemuiden 29 December 40
Aan den Eerw: Kerkenraad
Te Arnemuiden
Wij hebben de eer Uwe Eerw: te kennen te geven dat ingevolge Uwe Eerw: voordragt vervat in een missive van den 8 Dec: jl door ons in plaats die aftredende diakenen S. Koets en L. Grootjans zijn benoemd de personen van G. Kesteloo en Pieter Wisse.
Wij verzoeken uwe Eerw: de benoemde hiervan te willen kennisgeven en dezelve na kerkelijk gebruik in die bediening te willen bevestigen
De Burgemeester
CDB
Aan de Achtbare Leden
Van het Gemeente bestuur
Van Arnemuiden
Achtbare Heeren!
Ik heb namens den kerkeraad de eer te berigten als dat in onze vergadering van den 5 dezer ter vervulling der afgaande diakenen Simon Koets en Leendert Grootjans op het dubbeltal gesteld zijn, Gillis Kesteloo, Levienus Wille Boorse, Pieter Wisse en Blaas Jobse met vriendelijk verzoek tevens om door UA Heeren tot eene nadere kiezing uit dit dubbeltal van directe plaatsvervangers te worden ingelicht
Heb ik de vrijheid mij te noemen
UE DW Dienaar
R: Hoogezand Praeses
Arnemuiden den 8 December
1840
Wel Eerwaarde Heer en Broederen
Ten einde door het bestuur naar Eisch aan Uwe Eerw verlangen mag worden voldaan, betrekkelijk het benoemen van twee Diakenen in plaats van de aftredende S. Koets en L. Grootjans, waarvoor een dubbeltal in Uw Eerw: missive van gisteren worden voorgesteld; zoo neme ik de vrijheid Uwe Eerw: vriendelijk te verzoeken om na aan de gemeente de voorgedragene personen, als gewoon zijn voorgesteld geworden, mij met een enkel woord, al ware het maar mondeling te berigten, of omtrent dezelve geene gegronde bedenkingen bij Uwe Eerw; zijn ingekomen, wanneer ik bij gunstig berigt wensch te zorgen, de benoeming ten spoedigste plaats hebbe, en uwe Eerw; de benoemde personen kenbaar worde gemaakt.
Inmiddels heb ik de eer met ware achting mij te noemen
Uwe Eerw: DW Dienaar
De Burgemeester
CDB
Den 9. December 1840
Arnemuiden 12 December 1840
Aan den Heer Militie
Kommissaris te Goes,
Onderwerp: Voldoende aan de circulaire van ZE den Heer Staatsraad Gouverneur van den 18 September jl no 97, hebben wij de eer aan UEG de naamstaat bevattende de mutatiën der Schutterijpligtigen gedurende het laatste half jaar van 1840 en wel zoo als dezelve was op den 1e dezer maand.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag 4 december 1840
Voor de Provinciale belasting en Opcenten t.b.v Axel, Hulst en het platte land wordt beschikbaar gesteld bij resolutie van den 18 November j.l eene som van f.12,304. 83 ter repartitie.
Etc.
De Griffier der Staten
Van der Heim
Arnemuiden den 29 December 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
In voldoening aan UEGA besluit van den 4 Dec: jl PB no 114 hebben wij de eer aan UEGA te doen toekomen eene nominative staat der kinderen welke door het Gesubsidieerde Armbestuur dezer Gealimenteerd worden, waaronder wij de vereischte verklaring hebben gesteld, terwijl alhier geene andere arminrigtingen dan het gemelde diaconie Armbestuur bestaat.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 16 December 1840
Aan Heeren GS van Zeeland
Onderwerp: Verzoek beschikking op de
Onvoorziene uitgaven
Het register van bevolking dezer Gemeente ingevolge art 13 van het reglement bij ZM besluit van den 27 October 1825 no 96 goedgekeurd van dit jaar moetende vernieuwd worden en de kosten daarvan bedragende f.17,80, waarop in de begrooting van dit jaar niet is voorzien, zoo mede wegens het drukken en innaaijen van Reglementen en registers voor de invoering der plaatselijke Gemeente opcenten binnen deze gemeente tot vinding der buitengewone kosten voor de herstelling der Keersluis buitengewone onkosten te moeten maken dewelke uit de bureau kosten voor dit jaar niet kunnen voldaan worden, zoo nemen wij de vrijheid UEGA te verzoeken aan ons de noodige autorisatie te verlenen die sommen uit de onvoorziene uitgaven van dit jaar toegestaan te mogen uitbetalen
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 26 December 1840
Aan den Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Staat Handteekening
In voldoening aan Uwe Excel besluit van den 11 December jl PB 115 hebben wij de de eer aan Uwe Excel te doen toekomen de staat in triplo der handteekening van den Burgemeester deszelfs plaats vervanger ? benevens twee leden uit den Raad, ten einde door Uwe Excel te worden benoemd tot de teekening der Attesten voor de Nationale Militie voor den Ligting van den jare 1841
De Burgemeester
CDB
Bekendmaking
Inschrijving voor de Nationale Militie
Burgemeester & Wethouders der Stad Arnemuiden maken bekend dat van hen of bij den secretaris dezer stad zal gereedleggen een register tot inschrijving van al de jongelingen geboren in 1822, welke in het aanstaande jaar 1841 aan de loting voor den Nationale Militie moeten deelnemen, terwijl daartoe afzonderlijk gelegenheid zal worden gegeven op Zaturdag den 16 Januarij aanstaande des nademiddags ten 3 uren op het Stadhuis alhier.
Wordende mitsdien die jongelingen aangemaand om van deze gelegendheid gebruik te maken, ten einde niet in die straf te vervallen welke bij nalatigheid daarvan bij de wet is bepaald.
De Burgemeester
CDB
Middelburg, den 12 December 1840
Onderwerp: Benoeming Auditeurs.
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat door Zijne Majesteit bij besluit van den 25 November 1840 no 25 tot auditeur bij den schuttersraad van het half Bataillon rustende schutterij no 1 is benoemd de Heer Mr Petrus Johannis Gesinus van Diggelen te Middelburg
De Staatsraad Gouverneur
Van de provincie Zeeland
Van Vredenburch
Arnemuiden 27 December 40
Aan Heeren GS van Zeeland
Bij de betaling der grondlasten dezer gemeente over dit loopende jaar is ons gebleken dat er op de begrooting op den post der belasting & ongelden een tekort van 12 centen staat uitgetrokken ten einde het verschuldigde te kunnen voldoen, dienvolgens hebben wij dit tekort voldaan uit de onvoorziene uitgaven van dit jaar, en hebben de Eer UEGA daarvan ingevolge deszelfs besluit van 1 febr: 1833 PB 22 kennis te geven.
De Burgemeester
CDB
Extract uit het Verbaal van Heeren GS van Zeeland
Vrijdag den 11 December 1840
Rapport gedaan op de begrootingen over 1841 m.b.t.de naarvolgende gesubsidieerde Armbestuur van Arnemuiden.
Is goedgevonden
De Begrootingen met de daarin gebragte wijzigingen goed te keuren etc
Extracten etc
Aan B & W te kennen te geven dat voor zoo ver in de begrootingen der armbesturen interessen van kapitalen 2 ½ pct Nat: werkelijke schuld waren uitgetrokkn, deze interessen onzuiver zijn gebragt in de vergadering…. Dat voortaan de kosten van ontvang dier interessen door de armbesturen in de rekening als onwaarde onder paragraaf van het 2e Hoofdstuk worden gebragt.
Aan B & W van Arnemuiden te kennen te geven dat de som van f.45- voor bestedingskosten van de beide weezen P. en A. Meulmeester en A.J. Schroevers, niet is geadmitteerd nademaal het aan de vergadering is voorgekomen dat daar deze personen volwassen zijn, derzelve in hun eigen onderhoud behooren te voorzien en zoo noodig in de werkinrigting kunnen geplaatst worden, terwijl de vergadering tevens verlangs, dat daar de werkinrigting niet zonder gunstigen invloed op de bedeelingen kan zijn, de allocatie voor de bedeelingen voor het vervollg worde verminderd.
Extract etc
Van der Heim
Arnemuiden den 31 December 1840
Aan den Eerw: Kerken raad van Arnemuiden
Onderwer: Armbegrooting
Hiernevens hebben wij de eer Uwe Eerw: te doen toekomen een exemplaar der door Heeren GS goedgekeurde Arm: begrooting in ontvang en uitgaaf van den jare 1841.
Wij moeten Uwe Eerw: daarbij opmerken dat op den begrooting door HEGA niet is geadmitteerd geworden de bestedingskosten der weezen P.enA. Meulmeester en A.J. Schroevers, nademaal het de vergadering was vorgekomen die weezen volwassen zijn, en in hun eigen onderhoud behooren te voorzien, terwijl dezelve zoo noodig in de werkinrigting moesten geplaatst worden, terwijl en bij een volgend jaar die gunstige werkinrigtingen eenigen invloed op de allocatie voor bedeelingen moest hebben en dien alzoo eenige vermindering mogt ondergaan, mij verzoeke Uwe Eerw: van zoodra mogelijk die welken in die inrigting geplaatst te krijgen, waardoor het Armbestuur van dien last zoude ontslagen worden en bij het maken der begrooting voor 1842 te doen kennis dragen dat die weverijen een voordeeligen invloed op uwe bedeeling Heeft (hebben) gemaakt
Slecht leesbaar !!
De Burgemeester
CDB
Ingekomen en uitgegane stukken Burgemeester
Haarlem den 30 December 1839
Wij hebben de eer UEd: hiernevens voldaan geteekend terug te zenden, de declaratie van Regenten van het St.Elisabethsgasthuis alhier wegens verpleegkosten van Jannetje Huissoon in voormeldegesticht
B & W der Stad Haarlem
Handtekeningen
Arnemuiden 9 Januarij 1840
Aan de Hoofd Hoofd Administratie
Van de 6 Afdeeling Infanterie
Te Haarlem
Ik heb de Eer UEG te verzoeken van aan mij te laten toekomen een attest van dienst van Adriaan la Soe, soldaat bij de 6 Afd Inf Stamboek no 22761 ten einde voor zijnen broeder bij de Militie raad in deze provincie voor dit jaar over te leggen
De Burgemeester
CDB
Aan de Hoofdadministratie van het 1 Batt: Jagers te ‘s Hage
Arnemuiden 9 Januarij 1840
Ik heb de eer UEG te verzoeken van ons te laten toekomen een attest van dienst van Pieter Flink , dienende bij het 1e Batt; Jagers Stamboek no 2572 ten einde hetzelve voor zijnen broeder bij de Militieraad in deze provincie over te leggen.
De Burgemeester
CDB
Aan de Hoofdadministratie van het Korps Mineurs te Nijmegen
Arnemuiden 9 Januarij 1840
Onderwerp: Attest dienst J.P.Cromjongh
Ik heb de eer UEG te verzoeken van aan mij telaten toekomen een attest van activen dienst van den persoon van Johannis Pieter Cromjongh stamboekno 3521 en plaatsvervanger van J.Joosse loteling mijner gemeente van den jare 1836 ten einde hetzelve voor zijnen broeder bij de Militie Raad in deze Provincie over te leggen.
De Burgemeester
CDB
Den Lier 13 Januarij 1840
Ik geeve mij de eer UEA te solliciteren aan mij zo dra mooglijk te willen doen toekomen het doopextract van mejuffr; Elizabeth Hoek dochter van wijlen den Wel:Erw: Heer Jacobus Hoek en mejuffr: Hester Hess volgens opgave geboren binne Arnemuiden in het jaar 1803 door den heere President der rechtbank gelegaliseert is voeg hier ten gemakke bij een coupon ad f.1,23 ½ cents hetwelke wij vermeenen ter bestrijding der daar op vallende koste voldoende zal kunne worden geacht.
De Burgemeester van de Lier
Handteekening
Arnemuiden den 29 Januarij 1840
Aan den Heer Gouverneur
Nevens deze heb ik de Eer aan Uwe Excie te doen toekomen het inschrijvingsregister en Alphabetische Lijst van de manspersonen geboren in 1821, welke tot deze Gemeente behooren, en aan de Nationale Militie van dit jaar moeten deelnemen terwijl geen vrijwilligers zich hebben aangeboden en ook geen aanvragen van reeds dienende bij de Nationale Militie tot bekoming van vrijstelling bij mij zijn ingekomen.
De Burgemeester
CDB
Aan de Heer Gedelegeerde belast met het toezigt opde veldwachters dienst in het 1e District van Zeeland
Onderwerp: Dienst veldwachter
Ik heb de eer UEG te berigten dat de veldwachter mijner Gemeente bij voortduring zijn dienst volgens de bestaande voorschriften behoorlijk en na genoegen waarneemt; waarontrent ik niets heb aan te merken,en ook ten aanzien van dien dienst niets aan UEG heb voor te dragen.
De Burgemeester
CDB
Den 30 Januarij 1840
Arnemuiden den 29 Januarij 1840
Aan de Hoofdadministratie van 6 afd: Infanterie te Haarlem
Bij den ontvangst van het attest van werkelijken dienst van Adriaan la Soe no 22761 gediend hebbende bij de 17 nu 6 afd Infanerie , ontwaarde ik daar rin den naam van den moeder van dien milicien een abuis bestaat, daar in dat attest vermeld staat,moeder Johanna Catharina Pickal? Terwijl die moeder heet Janna Wouterse, indien zulks abusivelijk is vermeld verzoek ik UEG mij een ander attest te doen toekomen ten einde hetzelve op den10 Feb: aanstaande bij de Militie Raad alsnog te kunnen overleggen, en daar gemelde milicien van dit jaar weder een broeder heeft dewelke aan de Loting moet deelnemen, verzoek ik UEG hetzelve dubbeld aan mij te doen toekomen.
Alsmede een attest van Cornelis Staats gediend hebbende bij 1 Comp 2 Batt 17 afd no 20253 en plaatsvervanger van Jacob de Geus loteling van 1830,welke in dit jaar ook en broeder heeft, dewelke aan de loting moet deelnemen.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 31 Januarij 1840
Aan de Hoofdadministratie
Der 9 Afd: Infanterie
Te Utrecht
Onderwerp: Aanvrage Attest
Ik heb de eer Uwe EdelGestrenge te verzoeken van aan mij te laten toekomen eenen attest van dienst van eene milicien Jacob Meulmeester gediend hebbende bij den 4 C 2 Batt: der 9 Afd: Infanterie no 22831 Loteling dezer Gemeente van den jare 1828 ten einde hetzelven voor zijnen broeder van dit jaar bij de Militie Raad in deze Provincie voor te leggen
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden den 31 januarij 1840
Aan de Hoofdadministratie van het
6 Batt: Art: Nationale Militie
Te Bergen op Zoom
Ik heb de eer UwEdG te verzoeken van aan mij te laten toekomen een attest van dienst van Willem Vogel gediend hebbende bij de 6 Comp: 6 Batt; Art: Nationale Militie,loteling mijner Gemeente van den jare 1833 ten einde hetzelve voor zijnen broeder van dit jaar bij de Militie Raad in deze Provincie over te leggen
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 5 Februarij 1840
Ten einde de in sommige Gemeenten plaatshebbende verzuimen voor te komen, heb ik de eer UEA te verzoeken, om naar aanleiding der bepalingen vervat in art 8 en 9 van het Provinciaal Reglement op de Springstieren mij te willen informeren welke Personen zich als Stierhouders bij UEA hebben aangegeven ten einde derzelver Stieren gedurende deze Maand aan de voorjaarskeuring worden onderworpen.—En wijders bij vervolg van deze bij UEA te doen aanvragen, mij telken halfjaar vóór het tijdstipder keuring mede deeling te willen geven,aangezien zonder dat zulks door UEA zal zijn geschied, en aan mij de bevoegdheid van den Stierhouder zal zijn gebleken, er geen keuring zal kunnen plaatshebben.
De president der Kommissie
Van Landbouw in Zeeland
Handtekening
Arnemuiden 6 Februarij 1840
Aan de Commissie van Landbouw in Zeeland
Ik heb de Eer UEd; te kennen te geven dat er bij mij geene aangiften zijn gedaan tot het houden van Springstieren en er ook in deze gemeente geene landlieden gevonden worden welke gewoon zijn springstieren te houden.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 11 Februarij 1840
UEA kennis gevende dat de uitspraak omtrent de Lotelingen uwer Gemeente
J. de Gruiter om te worden onderzocht voor gebrek regter oog is geadjourneerd tot den 25 Maart 1840 des morgens ten 10 ure en dat hij op dat tijdstip, als nog zal worden toegelaten tot het bewijzen der redenen van vrijstelling,waarop hij aanspraak zoude kunnen maken, hebben wij de eer UEA te verzoeken om dezelve daarvan te doen informeren, en aann hem, zoo daartoe termen zijn, de vereischte Certifikaten te doen uitreiken of verzorgen; zullende die gene, welke als dan niet voor den Raad verschijnen, hunne reclame niet zullen hebben bewezen of wier bewijsstukken niet in volledige orde worden bevonden,naar aanleiding van art.38 der Wet van 27 April 1820, definitief tot de dienst worden gedesigneerd.
De Militie-Raad in Zeeland
P.B. van Citters
Ter ordonnantie van Denzelven
Secretaris.
Arnemuiden 3 Maart 1840
Aan de Hoofdadministratie van de
Afd:Infanterie Te Haarlem
De Persoon van Abraham Verhage loteling mijner Gemeente van den jare 1839 op den 29 Feb: te Middelburg ingelijfd bij de 6 Afdeeling Inf: en van dit jaar een bewijs voor zijn broeder benoodigd hebbende om het zelve op den 25 dezer maand bij de Militie Raad in deze provincie over te leggen, verzoeke UEG mij het benoodigde attest te doen toekomen.
De Burgemeester
CDB
Aan den Burgemeester van Arnemuiden
Bij het achtervolgens inboeken dezer 1e ? Januarij door mij verrigte verlossingen in het daartoe ?? verslag is mij aldra gebleken dat, ten gevolge der onderlinge verdeeling der kolommen elke bladzijde slechts verlossingen zal kunnen bevatten, dat de geheele dubbele tabel 15 verlossingen zodat ik daaraan niet genoeg zal hebben voor een jaar en daar de provinciale geneeskundige Commissie ter bekooming derzelven verwijst naar den geen van wien ik heb bekomen, zoo strikt dezen om U te verzoeken mij te doen geworden nog 10 of 12 binnenbladen en nog één buitenblad van gezegd verslag, het laatste omdat de nu in gebruik genomene voor de dagelijksche aanteekeningen aan het einde des jaars ongeschikt zal zijn tot inzending? Terwijl wij? Toch ook uwe copie behoord te verblijven.Deze vooral ook ten doel hebbend mij casu quo te vrijwaren tegen verwijt, wanneer ik bij gebrek aan imprimës mogt nalaten mijne verlossingen aan te teekenen zoo gelieve UE den ontvangst dezes schiftelijk te melden aan
UEDW Dienaar
J.H. van Opdorp
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Tabeluitslagen verlossingen
Bij mij eene missive ontvangen zijnde van den Heer vroedmeester J.. van Opdorp in dato 13 dezer welke woordelijk van de navolgende inhoud is
Fiat inscitio ??
Zoo heb ik de eer Uwe Excie doen?mededeelende met kennisgeving ik aan het daar in laatstgemelde verzoek heb voldaan en nemen de vrijheid Uwe Excie te verzoeken om mij in staat te stellen om aan het eerstvermelde verzoek mede te kunnen beantwoorden.
De Burgemeester
CDB
Den 16 Maart 1840
Middelburg den 28 Maart 1840
Onderwerp: Staten van oninbare posten
Ik heb de eer UEA bij deze te doen geworden eene nadere staat, benevens primitieve wegens oninbare posten Personele Belasing, dienst 1838/39 der gemeente Arnemuiden.,om mij de eerstgenoemde binnen 8 dagen en die der Grondlasten, binnen den tijd van eene maand, geïnstrueerd te willen retourneren: een en ander op grond der 2 afd: letter c van het besluit van den Staatsraad Gouverneur dd 21 Maart 1836 no 3426
De Controleur der Directe Belastingen
Handteekening
Aan de Heer Controleur der Directe belastingen
Te Middelburg
De nadere staat van oninbare posten van de personele belasting over 1838/39 met primitieve staat en een staat betrekkelijk de grondlasten over 1839 mijner Gemeente nevens UEG missive van den 28 der vorige maand no 107 den 30 bij mij ontvangen zijnde,heb ik de eer na invulling van mijne adviezen bij deze aan UEG te retourneren.
De Burgemeester
CDB
Den 1e April 1840
Middelburg den 2e April 1840
Op den daar toe bij UEA Missive van den 16e der vorige maand no 16 aan den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie gedane aanvrage , heb ik de eer UEA te doen toekomen 1 buiten en twaalf binnen bladen voor het verslag der gedane verlossingen ten behoeve van J.H. van Opdorp, Heel en Vroedmeester binnen uwe stad.
De Griffier der Staten
Van Zeeland
Van der Heim
Ontvangen bij mij ondergeteekende van den Burgemeester van Arnemuiden
Een buiten en twaalf binnen bladen voor het verslag van door mij gedane Verlossingen.
Arnemuiden den 7e April 1840
J.H.van Opdorp
’s Heer Arendskerke 6 April1840
De Verlofganger Izak Marijs metterwoon deze Gemeente verlaten en binnen UEA Gemeente gevestigd hebbende heb de Eer UEA hiernevens te doen geworden deszelfs verlofpas met verzoek het door mij afgegeven Attest H.H.te willen intrekken en met eenig narigt omtrent denzelven mij te willen retourneren.
De Burgemeester
Van ’s Heer Arendskerke
Handteekening
Arnemuiden den 13 April 1840
Het verlofpas van I.Marijs mij toegezonden zijnde bij UEA missive van den 6 dezer no ?
Heb ikde eer UEA hierbij te renvoijeren met kennisgeving dat bij ingewonnene informatie die persoon niet hier maar woonachtig is in de Gemeente Ritthem, eiland Walcheren.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 30 April 1840
Ik heb de eer aan UEA bij deze te doen toekomen eene bij mij ingekomen kennisgeving van den Geneeskundige van Opdorp ter zake van eene aan Jacobus Meerman toegebragten verwonding en UEA te verzoeken mij met terugzending van dat stuk te willen melden wat hiervan is.
De Officier van Justitie
A.G. van Vredenburch
Den 1 mei 1840
Op ontvangst van UEA missive van gisteren no 338 heb ik de Vader van den door den Geneeskundige Van Opdorp in zijne aan UEA gerigte missive vermelde Jacobus Meerman, welke volgens opgave daar in door Joos van Belzen eene verwonding zoude zijn toegebagt, dadelijk voor mij ontboden, te kennen heeft gegeven dat zijn genoemde zoon met gemelde J. van Belzen ons zoo hij medeelt den 13 Jan: , zoon van Klaas Joosse van Belzen, in het spelen twist ontstaan zijnde laatstgenoemde met een mesje in zijn hand hebbende eerst genoemde gestoken heeft, zijn vrouw ook door het bloedenvan zijn arm verschrikt dadelijk naar gen:Geneeskundige is geloopen, dan daar over geene klagten bij mij hadt gedaan, omdat de wond zoo erg niet was, nu reeds wel geneesde, en ook niet verlangde daar over klagten in te leveren maar nu wel dat door mij die jongeling in het bijzijn van zijn vader zoodraa die thuis kwam ernstig daarover werd onderhouden, dat ik toegezegd heb te zullen doen, als van die zaak van de ontvangst van UEA missive niets vernomen hebbende , gaande hierbij terug de missive van den Geneeskundige van Opdorp.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 1 Mei 1840
Ik heb de eer UEA in handen te stellen nevensgaande missive van 30 April l.l no 424 van mijne Ambtgenoot uit Goes.
Volgens bekomene informatie moet bij of onder Arnemuiden eene zeker persoon Geldhof bestaan welke hoenders koopt of verkoopt.
Ik verzoek UEA daarnaar te informeren en mij onder retour dezer missive hieromtrent nadere inlichtingen te geven.
De Officier van Justitie
Handteekening
Aan de Heer Officier van Justitie te Middelburg
Bij deze teruggaande etc Missive van den Heer Officier bij de Arrondissements Regtbank te Goes, gevoegd geweest bij UEA missive van den 1 dezer no 357 betrekkelijk een gepleegden diefstal van hoenders in den gemeente Heinkenszand , heb ik de eer UEA te berigten dat na ingewonne informatie alhier woonachtig eene Willem Geldof, op door mij aan hem gedane vragen heeft gezegd woensdag den 22 April j.l en dus niet op den 25 van die maand bij eenen zoo hij meend genaam Koense – de voornaam Marinus onder Heinkenszand zijnde mede eene gelijke opkooper als hij, eenige hoenders heeft gekogt zoo met dubbele? als met kammen zonder kuiven en van kleur meest geel dat hij dezelve den volgendn dag aan den hoender kooper Frans ? op de wal te Middelburg heeft verkogt,,die zoo hij meent daar mede tot verkoop des Vrijdags naar Vlissingen is gegaan, en dat hij gisteen weder onder Heinkenszand eenige hoenders heeft gekogt.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 12 Mei 1840
Ik heb de eer UEd: te verzoeken te willen informeren of de zich alhier in het Simpelhuis bevindende Adriana Adriaanse de Ridder ook naaste bloedverwanten bezit, zij is van de Armen te Arnemuiden en moet volgens art. 487 en volgende van het Burgerlijk Wetboek onder curatele geplaatst worden, waarvan de aanvrager door de naaste betrekkingen moet geschieden.
De Officier van Justitie
N.J.van Eekelen
Aan den Heer Officier van Justitie te Middelburg
Ik heb de eer in antwoord op UEA.Missive van den 12 dezer no 389 UEA te berigten dat de in die in die missive gemelde Adriana Adriaanse de Ridder in het simpelhuis te Middelburg geplaatst ten laste van de Armen alhier behalven hare Echtgenoot Marinus Schroevers, visscher, alhier woonachtig noch twee gehuwde kinderen bezit ,waarvan mede eene alhier is wonende, doch allen buiten staat eenige kosten indien die bij aanvraag om haar onder curatele te plaatsen mogten vallen te dragen.
De Burgemeester
CDB
Vlissingen den 18. Mei 1840
Hoog Edelgestrenge Heer
Ik heb de Uwe Edelgestrenge de Berichten als dat ik ben geïnformeerd als dat alle scheepelingen welke van hier deserteeren den weg neemen over Arnemuiden en Nieuwland en het Sloe met vriendelijk verzoek om aan de Veldwachters daarvan gelieven te onderrichten om alle zoodanige zeelieden te arresteeren en in verzeekerde bewaring brengen en het aan mij ter kennis brengen omdezelven vandaar komen afhalen en het premie bedrag? aan den belanghebbende af te geven. Ik heb de eer mij met Hoogachting te noemen
De Luitenant ????
H.C. Bader
Opper-Houtvesterij
Provincie Zeeland
Twee
Pagt-Districtt
Den Huize Popkensburg, Gemeente St. Laurens
Bij Middelburg, den 12 Junij 1840
Ik neem de vrijheid mij tot UEA te wenden met het verzoek om inlichting nopens den persoon van Klaas Robbertse Schroevers, visscher te Arnemuiden in hoeverre hij door een betamelijk gedrag tot het kosteloos verleenen van een visschers Consent door mij zelven op zijn verzoek kan worden geregtigd, en een dergelijke aalmoes aan hun derhalve al of niet goed besteed zij
De Jonge van Ellemeet
Houtvester in het
2e jagtdist.van Zeeland
Arnemuiden 13 Junij 1840
Aan den Heer Houtvester
Van het 2e Jagtdistrict van Zeeland
Onderwerp: Inlichting omtrent Schroevers
Ter beantwoording uwer missive van gisteren nopens den persoon van Klaas Robberts Schroevers visscher en alhier woonachtig , heb ik de eer UEG te berigten dien man steeds een onbesproken gedrag aan den dag legd en hij het allesints waardig is door UEG dergelijke visscher worde verleend , hetwelk hem in zijne nijpende omhooggaande armoede eenige tegemoetkoming zal verschaffen.
De Burgemeester
CDB
’s Gravenhage den 16 Junij 1840
Ik heb de eer UEA te verzoeken den persoon van Klaas Huissoon gewezen militair ten uwent woonachtig te willen informeren dat hij zich te Middelburg zal moeten aanmelden bij den heer Steen officier van gezondheid der 1e klasse bij het garnizoen ten einde overeenkomstig het verlangen van het Departement van Oorlog een nader geneeskundig onderzoek zijner lighaamsgebreken te ondergaan.
De Inspecteur-generaal van de geneeskundige
Dienst der Land- en Zeemagt
Bernard
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Onderwerp: Visscherij
De Schippers van de visschuiten mijner Gemeente, tusschen welke er eenige ventjagers van Antwerpen sedert eene onheuglike tijd een contract heeft bestaan om de door eerstgemelde gevangen wordende Roggen koeij? Roggen en fluiten aan laatstgenoemde voor een bepaalde prijs van Maandag tot Woensdag avond te leveren en zulks van 15. April tot 1 Sept. en van 1 Sept. tot half November van ieder jaar van Maandag tot Zaturdag avond hebben wij te kennen gegeven dat nu de vrede met België gesloten was, zij weder dat overEenkomst met genoemde ventjagers hebben aangegaan die gedurende de verwikkelingen met België hadt
opgehouden te bestaan en even daardoor weder in de gelegenheid waren gekomen om een visch die in Zeeland en bijzonder in dit eiland niet begeerd word tegen eenen redelijken prijs te leveren, en welken visch in het najaar, wanneer zij niet wijdt meer zeewaarts hun kunnen begeven het meest word gevangen.
Dat zij dus in de hoop leefden van de achteruitgang welke die ongelukkige jaren voor hen ten gevolge heeft gehadt, zich eenigzints zouden herstellen, daar zij door het genoemde gemis, voor hunne schuiten in diepe schulden waren gezonken, en zonder de premie welke hun hun nu reeds vier jaren door ZM goedgunstig was verleende geworden de meeste hunner dezelve schuiten aan de wal zouden hebben moeten blijven liggen, vermits zij bij scheeps en zeilmaker of touwslager geen crediet meerder konden bekomen; dit was ook alzoo voor het onmisbare bij den bakker en winkelier met hun gesteld.
Dat zij nu in die hoop worden teleurgesteld, daar die ventjagers aan het fort Bath , alwaar dezelve gevisenteerd moetn worden, zeer worden bemoeijlijkt, want hoewel zij voor de versche visch geen uitgaande regten verschuldigd zijn zij echter aldaar zoo lang worden opgehouden dat al dikwijls hun tij verloopen is, om ten behoorlijke tijd te Antwerpen aan te komen en dat wanneer zij met die visch aldaar niet vrijdag morgen zijn kunnen dezelve niet dan met verlies kunnen afzetten waardoor zij buiten staat zullen worden gesteld, om langer die visch te nemen, indien doe oponthoud mogt voortduren, hetwelke van eene?? Nadeel voor onze visscherij zijn zoude en mij mitsdien verzochten om zoo veel mogelijk in dezen hun belang bevordelijk te zijn.
En daar ik overtuigd ben dat indien de visschers die genoemde visch aan die ventjagers niet kunnen afleveren, zij met geene mogelijkheid een behoorlijk bestaan kunnen vinden
NB
De rest is onleesbaar
Aan de Heer Gouverneur van Zeeland
Zij deze en bijlagen in handen van den Heer Burgemeester van Arnemuiden
Om berigt,consideratiën en advies speciaal ten opzigte der verkeerde bejegening den Adressant door den secretaris aangedaan.
Middelburg den 20e Juli 1840
Van wege den Staatsraad
Gouverneur der provincie Zeeland
De Griffier der Staten
Van der Heim
De missive van dhr wethouder van Eenennaam van den 16 dezer aan Uwe Excie geadresseerd houdende een relaas van onaangenaamheden bij de vergaderingen van den Raad en die van B en W voorgekomen en verzoek van Uwe Excie tusschenkomst en na de zijn Ed: ontslag door Uwe Excie bij dispositie van den 20 dezer A1 afd no7609 met bijlagen in ( doch daar bij bekomen) in mijne handen gesteld zijnde om Uwe Excie te dienen van berigt consideratiën en advies speciaal ten opzigte der verkeerde bejegening der adressant door den secretaris aangedaan, heb ik de eer in voldoening daaraan Uwe Excie te berigten.
Dat toen in het vorige jaar de voordragt is gedaan om een gedeelte van het stadhuis in te rigten tot het weven van callicots en de toestemming van Heeren GS op verzoek is ingekomen dat werk hetwelk den Timmerman J.K. Crucq toekwam als dat jaar voor de stad werkte alzoo steeds alhier de gewoonte bestaatvan de alhier zijnde Timmerlieden bij beurten gebruik te maken is om het te bespoedigen zijn zoon mede een gedeelte verleend geworden onder zijn op- en toezicht.
Wanneer zijn Ed. Die zoon zoo heeft begunstigd dat die zijn rekening is geweest f.256-terwijl die van Crucq f.211 gulden was op welke onbillijkheid geene aanmerkingen. Zijn Ed: is te kennen gegeven dan dat eerste gedeelte weldra bezet zijnde, is door dHeeren Salomonsens het opgewekt om een tweede gebouw aan te schaffen door een of ander verhuurder van gebouwen en gronden vermits dhr Salomonson het bovenste gedeelte van het stadhuis als onder eene pannedak zijnde, oordeelden te heet of te koud zoude zijn voor de kinders en ook met planken beschoten te moeten worden, dat volgens opgave noch circa f.300 kosten zoude; waarop door mij zijn Ed: als een aantal gebouwen bezittende het eerste daar toe is aangevraagd geworden doch van de hand gewezen en toen door mij het zelfde is gedaan aan gem: Crucq die zich wederom heeft laten vinden en na instemming van den Raad en met goedkeuring van HGEA
mede zijn beslag heeft bekomen en mede weldra bezet is.
Waarna door gem: Heeren Salomonson nochmaals voorstel bij het Bestuur gedaan is een derde gebouw te laten stichten omdat het boven verwachting en een noch niet gering aantal kinderen hun hadden aangegeven zoo is den adressant andermaal in de gelegenheid gesteld om een gebouw daar voor te stichten, dan daar van geen gebruik verkiezende te maken heb ik mij wederom aan gem: Crucq gewend en na lange onderhandeling deswegens met hem voor de stede voordeeligen medewerking van gemelde Heeren Fabrikanten bij die gelegenheid verleend denzelven overgehaald tot het stichten van dat derde gebouw waarop ik bij den Raad van den ??? zooals
Slecht leesbaar !
Punten om tegen te berigten op het adres van A. Van Eenennaam
Sedert het den adressant tot twee maal toe is mislukt de bouwing van een molen, heeft hij steeds in de vergadering vijandschap aan den dag gelegd.
Langs de geheele lengte van de Schuttershofweide heeft hij de sloot meerder dan een voet verweit?, en dien grond heeft hij gebragt op eene weide hem in eigendom behoorende, daarmede de slotten aangevuld om zoodoende veld te winnen.
De weg ten zuidoosten van de Middelburgsche poort heeft hij uitgenomen? En dien grond met wagens naar zijn land gebragt.
Uit het huis van zijn zoon Laurens heeft hij onder door de straat tot in den tuin van Jan Kraamer een riool gebragt die er nooit had bestaan; Kraamer zich hiertegen verzettende is hij nietegenstaande dorrgegaan.
Na de scheiding van de Raad heeft hij een en andermaal den Secretaris gezegd, en zulks nog laatst toen de geheele raad, voor dat ik zelfs mijne ?? tot voorkoming van moeite had uitgebragt of de kleindochters al of niet aan de hoofdelijke omslag zoude moeten worden aangeslagen, oordeelde van ja
Dat geen een lid van den stedelijken raad waardig was, de plaats te bekleeden die hij bezat. Hetwelk door den secretaris altijd stilzwijgend is voorbijgegaan, hoewel? Hij daaronder zijn vader kon begrijpen die niet daaraan genaam??
Vanden secretaris heb ik ten zijnen opzichte geen beledigende woorden gehoord daar hij gedurende de woordenwisseling zich niet heeft laten hooren, dan op het oogenblik hij oprees en mij toesnouwde??, toen ik hem zeide , indien die riool zich mogt verstoppen, en ik daar geene kennis van droeg slechts mij daarover steeds te spreken God Mijn Heer wat zou dat helpen, zoo wel daarmede willende te kennen geven gij ziet er toch niet na en zulke beledigende woorden moet ik zoo nu en dan al is naar tooren?, die ik dan ook tot voorkomen van ongenoegen laat passeren;
Als toen heb ik den secretaris hooren zeggen, daar ik daar ik dat zulks reeds aan hem hadt gezegd en zulks nog zeg en zal blijven constateren dat het niets is dan vijandschap, zoo heeft den secretaris hem niet bevloekt, maar slechts hetzelfde woord gebruikt, dat hij bezigde, het zoude hem zeker aangenaam zijn indien hij den secretaris een kool konde stoven, aangezien hij die met na hem hooren heeft gereneerd ?? en zulks in het gepasseerde jaar nog heeft trachten te doen,dan zijn taak in handen heeft gegeven van den Advocaat voor den Secretaris in de Regtbank heeft gepleit en door den Heer President van de Regters in des adressant nadeel is beslist, en waarvan hij nog na gewoonte wraak over zoude willen uitoefenen,
........hiaat ? in deliberatiën van dezelve aan Heeren GS ingezonden is vermeld, het voorstel daartoe heb gedaan, die allen met volkomen genoegen daar mede hun verlangen? Alleen den adressant hadt daar op eenige aanmerkingen die hoezeer ik wel overtuigd en gegrond welke voortkwamen uit een vijandschap die tusschen hem en wijlen Crucq zijn vader jaren herwaarts heeft bestaan, en bij hem omtrent nu zijn zoon in aanwezen blijft, echter door mij zonder daarvan iets te laten hooren met alle zachtzinnigheid, zoodanig zijn wederlegd geworden, dat daar op geene verder tegen aanmerkingen van hem zijn voorgekomen, daar hij wel overreed mogt zijn, het belang der Gemeente het dringend vordende want lust en ijver bij de wevers voorbeeldig is, en tot heden voortduurt dat ook de Heer Schorer onzen oud Burgemeester kan getuigen welke ook noch de belangen mijner Gemeente bij voorkomende gelegenheid behartigd, en dit door daden in het begunstigen van de reeds bestaande weverijen aan den dag legd.
De daar op gunstige magtiging ten gezegde einde van HEGA bij dispositie van den 22 Mei ll no 20 ingekomen zijnde, heb ik die in de vergadering van B & W den 12 Junij ingebragt, doch als toen gezegd, ik Crucq daar over noch niet hadt onderhouden, en alzoo tot eenen volgende vergadering mogt aanhoden waarop den Adressant weder met dezelfde aanmerkingen is voorgekomen, die door de wethouder de Marée grondig wederlegd werden en door hem niet werden aangenomen ten slotte zeide dat zijne tegenstand alleen uit partijdigheid voortkwam dat door Zijn Ed: volgens gewoonte zeer bits werd beantwoord.
Daar nu eene missive van de Heeren Salomonson aan B & W geadresseerd bij mij ontvangen zijnde, behelzende dringend verzoek om aan de bekomene autorisatie gevolg te geven , daar anders dit gebouw met de winter gesticht wordende zeer vochtig en alzoo ongezond voor de kinderen zijn zoude, en tevens den aandrang van vele mijner Gemeente daartoe, hebben mij bewogen, hoewel met vrees van onaangenaamheden van dezelfde zijde te zullen ontmoeten welke ook eene voorname reden is, waarom ik de zaak slepende heb gehouden daar ik steeds genegen ben vrede te bewaren, en door toegevenheid zoo veel doenelijk is die te bevordere over welke laatste ik meen ben en word beschuldigd, als wel dat ik door ernst als Burgemeester werkzaam ben, om door te dringen om in de vergadering van B & W als uitvoerder van het door den Raad beslotene en door Heeren GS goedgekeurde belast, voordragt gedaan om met gezegde Crucq een contract ten genoemde einde aan te gaan zoo het zelve bij missive aan Uwe Excie is ingezonden
Op die voordragt waarmede de wethouder de Marée volkomen genoegen nam, is door den adressant mij toegevoegd als gij daarmede wild doordringen zal ik dadelijk mijn ontslag aan den Heer Gouverneur vragen,, twelk door mij aldus is beantwoord: Van Eenennaam Uwe is het eerste door mij gevraagd geworden om het tweede gebouw te stichten en gij hebt het geweigerd, voor het derde zijt gij ook in de gelegenheid geweest, en zijt het noch, want Crucq wilt het Ued: overlaten, uwe aanmerkingen zijn ongegrond, want de loozing?? van het water zal geenen hinder daardoor ondergaan het bovenste gedeelte van het stadhuis is ongeschikt geoordeeld en de vraag is, of dat oud gebouw voor een 60 wevers wel bestand zijn zoude, en waaraan noch volgens Uwe eigene opgave een f.300 zoude moeten besteed worden, dat onze finantiën niet toelaten, terwijl eene voldoende school bestaat, en eene nieuwe?? Behalve verlies van f.48 huur van het Huis daar staande noch zware kosten zoude veroorzaken, die wij niet dragen kunnen,waarlijk Uwe tegenstand is zooals de wethouder de Marée de vorige vergadering UwEd: heeft toegevoegd vijandschap tegen Crucq, want gij moet overtuigd zijn, de vele armen onzer Gemeente, het bouwen van dit lokaal zoo wenschen en bij mij daarover dagelijksch aanhouden, doch dit hadt geen gewenscht gevolg, waarop ik nogmaals herhaalde, dat voor de waterloozing immers gezorgd worden indien ? maar kennis bekomen dat er belemmering bestaat, dit niet helpende en mijn geduld met dit zeer lastig en eigen belang zoekend mensch op de proef werd gesteld en ten eindelinge?voegde ik dat mij reeds door anderen mij was voorgehouden, dat hij wel grond mogt naderen(annexeren) van de stad aan zijn tuijn, achter zijn huis—eenbestaande slot aan een weide bij hem in pacht en scheidende de begraafplaats bovenmate hadt verbreed en de daar uitgekomene grond dat verbetering en ook aanvulling van een grep??(pel)? op zijn land buiten de Gemeente had vervoerd zoo mede noch in het najaar van 1839 grond van de Westwalle hierop betoonde hij zoveel ongenoegen dat hij mij toevoegde God Mijnheer dat zal niet helpen daar wordt niet nagezien en hij opstaande en waar op de secretaris zeide God van Eenennaam het is vijandschap en anders niet, waarop hij heengaande hem uitlatende in ongenoegen waarheden heb gezegd behelzende mij toegebrachte verlies die ik liefst passeerd als tot de hoofdzaak niet behoorende
En het hier vorengemelde is alleen de belediging die Zijn Ed: met andere onbetamelijke woorden voorsteld, door mij gehoord zijn aangedaan.
Zijn Ed: verzwijgt wel dat in de vergadering van den Raad bij gelegenheid de reclamatiën ten getalle van drie mij zijn ingebragt over den aanslag van den hoofdelijken omslag—en toen die voortkwam van zijn kleindochter P. Van Eenennaam die hetzelfde beroep van haar grootmoeder op hetzelfde hofstede uitoefend, die hij oordeelde , die hij oordeelde daarin dat zij minderjarig was niet mogt deelen, waaromtrent ik de gedachten van de Leden verzocht- zonder mijn advies eerst uit te brengen gelijk anders art: 24 van het Reglement mij voorschrijft allen van oordeel waren dat geen gegronde redenen bestonden om haar voorbij te gaan,-dat ik mij daarmede vereenigde en Zijn Ed: zeide indien die vrij mogt zijn, zijn zoon Salomon gezegd en Crucq, die ieder reeds een dochter hadden, hoewel mede minderjarig wel geschikt om een of ander beroep uit te oefenen, maar eene woning mogten geven, om daar in een of andere winkel te houden,en als die dan vrij werdt gesteld van deze belasting, andere daarop teregt zouden vallen- en daar op door den Raad nog een woord tot bevestiging willende aanvoeren, dadelijk door hem met een bitse stem werd gezegd: zwijgt gij maar stil het is weezen verdrukken, en dien Heer zweeg- dan het is zoo altijd wanneer met Zijn Ed: verschilt in gevoelen. Dan moet men berisping , hekeling of wraak dadelijk of in de gevolgen wachten, en omdat men dit weet, word noch al gezwegen en toegegeven- Zijn Ed:is in de Gemeente gevreesd , maar niet bemind, want niet uit besef van plicht, maar uit besef van eigenbelang voor hem en zijne kinderen is zijne handel,-eerst heeft hij door de oprigting van een bakkerij, de zoon van de voormalige Burgemeester Crucq zoo benadeeld dat laatsgenoemde maar een sober bestaan heeft, daar twee zonen dat zelfde beroep uitoefenende door velen die van zijne woningen moeten gebruik maken, genoodzaakt worden brood bij hen , om die,van wien? hij bewoners door het bouwen van z’n? huis een goede winst hadt genoten in den grond te boren dat hem niet gelukt en van die tijd af heeft hij ook zijne vijandschap aan mij en de mijne doen uitkomen, niettegenstaande ik gebruik maakte van zijn als Timmerlieden en zijnen zonen Frans en Louwerens als broodbakkers en die ongunstige bestemming die ik daarvoor had was hem bekend, voordat hij adres aan ZM hadt ingezonden- daar ik hem op zijn voorstel dit hadt medegedeeld,-want mijne Gemeente in het algemeen wenschende tot met dienstbaar te zijn,- en ook ieder inwooner in het bijzonder deszelfs belangen voorstaande zoo ben ik steeds ongenegen den eenen voor te staan om den anderen in den afgrond te storten- zoodra ik als Burgemeester werkzaam zijn moet, dan trachte ik onpartijdig de zaak, en niet de persoon als ingeval van een post of bediening in acht te nemen en dit is altijd mijne aanmaningen bij de Leden van den Raad en dit ook in mijne 25 jarige bediening als vrederegter vermeen te kunnen bewijzen en mijne bede is, om daarin te volharden.
Dat den adressant voor het stichten van een nieuwe school zoude gestemd zijn, is omdat zijn (zoon)? Salomon dit jaar voor de stad werkt en het volgende jaar zijn zoon Pieter aan de beurt legt- dit is zijn besef van pligt de school is tot heden voldoende en mogt de vergrooting noodzakelijk worden ,dan is daartoe nog gelegenheid zonder dat dat gering gedeelte van 30 N. Ellen van de stad te gebruiken.
De school is altijd door den onderwijzer aangeschaft en onderhouden geworden, denzelven genoot in vroegere jaren van de stede maar f.50 jaarwedde zonder schoolhuur en nu die er onderbegrepen f.125-.
Voor het derde gebouw tot weven van callicots hadt Crucq dezelfde som gevorderd- zonder de stadsgrond waarvan door de stede geen voordeel wordt genoten, dan om kinderen te plaatsen is het nu voor dezelfde huurprijs aangenomen, en daarbij bedongen dat verwelf? Voor de waterloozing voor zijn rekening te maken, terwijl de stede door dat meerder getal weefgetouwen niet wel het eerste maar in volgende jaren door die te betalen centen per geweven wordende stukken niet zal behoren te dragen, en ook hebben dHeeren Salomonson die er ook op gesteld waren ten voordeele der stede hun niet onbetuigd gelaten zijn opgegevene vrees van belemmering van het uitwateren van die maal?? Is voor zijn moestuintje, doch dat kan en zal niet lijden, of ik zoude in hetzelfde geval zijn, daar daar zijn moestuintje aan het mijne grenst, en door dezelfde waterloozing gescheiden wordt, terwijl doorde wethouder de Marée wel een oud braaf doch ervaren man bij wien den adressant noch als timmermansknecht gewerkt heeft dit bevorens was nagezien, daarvan zoo als in de deliberatie van den Raad gemeld is,berigt heeft gedaan, en ook andere zoo kondig als den adressant meent te zijn mij hetzelfde zoo als reeds is gemeld gezegd hebben dat ik geen tegenspraak kan dulden, is onwaar en dit kunnen alle de Leden van het Bestuur getuigen en zullen zij daarbij wel bevestigen het door mij reeds gemelde dat Zijn Ed: een allerlastigst mensch is, en zonder hem in onze vergadering steeds vrede zoude bestaan --- Zijn Ed; heeft altijd moeijlijk te voldoen geweest, maar wordt hoe ouder hoe lastiger
Dat ik(er)? bezwaar?? was om belastingen voor te dragen, daar zijn gegronde redenen voor omdat eenen hoofdelijken omslag eenen moeijlijken verdeeling voor het Bestuur is, en soms veele onaangenaamheden veroorzaakt en ook daar maar een zeer gering getal mijner Gemeente die dragen kunnenvan de f.40, kon ik niet aannemen, daar ik reeds mijn post als secretaris en plaatselijke ontvanger ten behoeve van mijn zoon hadt afgestaan en dat ik als Burgemeester meende even als mijne voorganger wel verdiende en niet in vergelijking kwam met min bevolkte plaatsen al nam ik de stad Vere maar in aanmerking, alwaar; de non valeur staat van de Rijks Personele belasting die in het vorige jaar met de onkosten cica f.400 heeft beloopen, kan tot bewijs strekken , en dit zal volgens ik geïnformeerd ben , over het jaar 1839/1840 eerder meerder dan minder zijn, en de subsidie aan het Diaconie Armbestuur in vroeger jaren f.50 nu dit jaar f.330 strekt mede tot bewijs grond van mijn bezwaar- en Zijn Ed: aan mij in particulier gedane voorstel om een tamelijk gedeelte van mijn jaarwedde ik meen f.100 af testaan, en ook van het zijne, dat evenwel min was zoo ik het welheb, was het 1/3;
Dat kon ik niet aannemen (zie boven ) ; ook in vergelijking met de stad Vere ontving ik veel minder als burgemeester.Als vrederegter ik mijn jaarweddede hoewl 25 jaren gediend met geen pensioen, maar met een wachtgeld was verwisseld en ook die afstand niet voldoende
Zijn zoude om die belasting of hoofdelijken omslag te ontgaan maar Zijn Ed: zpude daar door voor hem en zijne kinderen gewonnen hebben zoodat zijn voorstel mij ook in deze als eigenbelang zoekend voorwam- zijnde de jaarwedden van de Burgemeester alzoo bepaald door wijlen den Eersten Gouverneur dezer Provincie Jonkheer Jacob Hendrik Schorer—gedurende de fransche overheersching hebben de Marée en leden van den Raad niets genooten- dat is van 1813 to 1814 wel voor dien tijd—maar nu genieten ook Heeren Wethouders ieder f.40 en onder de verder Leden wordt de som van f.27 presentiegeld jaarlijksch goedgedaan ; Zijn Ed: is doch overtuigd dat er vele moeiten aan mijn post verbonden zijn en mijne belooning niet te groot—ook dat wij maar een arm Volk besturen waarvan Zijn Ed;met zijne kinderen het beste genot hebben—daar zij gedrongen worden hun zuur verdiende centjes aan zijn Ed: voor haar en zijne kinderen voor brood, melk en ander winkelwaren te besteden.
Dat het provenu van het verkogte kaphout en boomen eerst in het volgende jaar mogt komen is waarheid en bovendien is noch een hoofdelijken omslag van f.350 daarbij moeten komen om de uitgaven over dit jaar te bestrijden terwijl het voorschot van de onvoorziene uitgaven wel zoo die bestaan mogt wel voor het jaar 1841 te pas zal komen en daarbij boven de verzochte opcenten op eenige rijksaccijnsen noch wel eene hoofdelijken mslag zal gevonden worden.
Eindelijk Zijne Ed: verzoek Uwe Excie pogingen gelieve te doen, dat hij in het vervolg in zijn gevorderde jaren niet van een Jongmensch op die wijs behandeld worde of wel na nader?? Zijn ontslag verleend word—durf ik wat het eerste in Ed: betuigen betreft, Zijn Ed: niet anders door den secretaris is gezegd, als dat ik reeds gemeld heb, en wel noch zoo veel invloed bij mijn zoon heb, hoewel reeds in zijn 32 jaar, dat hij aan mijn vaderlijke vermaningen voldoet, en ik ook niet zoude gedoogen hij in mijne tegenwoordigheid een lid van het Bestuur beledigde, hoewel den adressant niet ontziet dit zelve aan alle de Leden nu argumenten zich niet konde verEenigen zijnde die Heer zeer content den adressant niet meer compareert en dan als Zijn Ed: zijn doel niet kan bereiken te doen—want ook zijne gezegde – in zijn adres gemeld—Uw Ed: is Koning wat dunkt mij niet zeer delicaat doch hebt het gepasseerd en dat aan zijn laatste verzoek werd gehoor gegeven, zoude behalve mij ook de andere wethouder en alle de Leden van den Raad, daar twijffel ik niet aan welgevallig zijn.
Den adressant ook lid van de commissie van toezigt over de Keersluis alhier zijnde, heeft reeds meer dan een jaar geleden die Commissie niet meer bijgewoond, als met de Heer Le Nobel eenige onaangenaame redenen gehad hebbende, en zoo Zijne Ed; vermeende daar bij beledigd te zijn, alleen omdat genoemde Heer met zijne argumenten zich niet konde verEenigen.
Ik hoop hiermede aan Uwe Excie uit een te zetten, zonder mij noch in vele bijzonderheden die ik in staat zijn zoude bij te brengen te verdiepen etc
Uwe DW dienaar
De Burgemeester
CDB
N.B. Slecht leesbaar: veel doorhalingen
Middelburg den 30 Julij 1840
Onderwerp: Staten oninbare posten
Personele Belastingen
Patentregt.
Ik heb de eer UEA ten fine van instructie aan te bieden twee staten door den Ontvanger der belastingen te Arnemuiden opgemaakt houdende oninbare posten wegens Personele Belasting en Patentregt Dienst 1839/40 uwer Gemeente , met verzoek , de gemelde staten op grond van het voorgeschrevene, bij besluit van Zijne Excie den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie dd 21 Maart 1836 1e Afd no 3426 paragraaf 2 lett.C, binnen den tijd van eene maand aan mij te willen retourneren.
De Controleur
Handtekening
Aan de Heer Controleur der
Directe belastingen te Middelburg
Onderwerp: Staten oninbare posten
Personeel en Patentregt
Ik heb de eer aan Ued: Gestr: te retourneren de staten van oninbare posten wegens Personele belasting en Patentregt Dienst 1839/40 bij mij nevens UEG: missive van den 30 Julij ll no 287 ontvangen bevorens na door mij daar in mijn advies te hebben ingevuld.
De Burgemeester
CDB
Den 6 Aug: 1840
Ministerie van Financien
Administratie van ‘sRijks Uitgaven
No383
Hiergaat aan UEA een assignatie gequoteerd no 643 wegens gratificatie toegestaan bij Z.M. besluit van den 3 Augustus 1840 no 86.
Verzoek aan de belanghebbende te doen uitreiken en de goede ontvangst te berigen en wel te willen aannemen de verzekering mijner bijzondere achting.
De Referendaris belast
Met de Administratie van ’s Rijks Uitgaven
Handtekening
Aan Z:Excie den Minister van Finantien.
De bij missive van den 14 dezer no 383 van den Heer Referendaris belast met de administratie van ’s Rijks uitgaven bij mij ontvangen zijnde een assignatie no 643 wegens gratificatie door ZM bij besluit van den 3 dezer no 36 toegestaan aan A van Houwelingen weduwe J. De Geus ten einde die aan gezegde wed: uit te reiken, zie ik mij verpligt die assignatie aan Uwe Exce te retourneren, aangezien gemelde wed: reeds zedert de maand Mei metterwoon uit mijne Gemeente is vertrokken naar Giessendam bij Dordrecht terwijl ik de eer heb mij met allen eerbied te teekenen.
De Burgemeester
CDB
Den 17 Augustus 1840
Middelburg den 19 Augustus
Ten gevolge van den last op mij verstrekt door den Heer Procureur-Generaal in deze Provincie . bij missive van den 15 dezer no 585 , heb ik de eer UEA hiernevens te doen toekomen copie van ZM besluit van den 23 Mei ll no 99, betreffende de bewijzen van voldoening aan de Nationale Militie,bij Huwelijken enz, van Ingezetenen van Limburg, behoorende tot de ligtingen van 1825 tot en met 1830; -- ten einde zich daar naar te gedragen.
De Officier van Justitie
N.J. van Eekelen
Aan den Heer Ambtenaar van den Burgelijken Staat
Te Arnemuiden.
Middelburg den 21 Augustus 1840
Onderwerp: Verhuizing schutter
Ik heb de eer UEA toe te zenden een certificaat aanduidende de schutterijke positie van Jan de Pagter ten einde die persoon welke zich metterwoon in UEA stad heeft gevestigd, naar aanleiding van artikel 27 der wet op de schutterij van den 11 April no 27 zijnen diensttijd in zijne nieuwe woonplaats volbrenge.
De Wethouder belast met de zaken voor de Schutterij
De Stoppelaar
Arnemuiden 26 Augustus 1840
Aan den Heer Kantonregter te Middelburg
Onderwerp: overlijden P. De Meulmeester
Ik heb de eer UEA kennis te geven dat op heden bij mij aangifte is gedaan van het overlijden van Paulus de Meulmeester timmerman alhier woonachtig nalatende een minderjarige dochter, waarover als toeziende voogd is benoemd Pieter de Meulmeester mede alhier woonachtig
De Burgemeester
CDB
Haarlem den 31 Augustus 1840
Wij hebben de eer UEA hiernevens voldaan geteekend terug te zenden, de declaratie en ordonnantie van betaling wegens Verpleeg-en transport kosten van Jannetje Huissoon ten bedrage van f. 5:37 ½ waarvoor ons het bedrag geworden is bij uwe missive van 28 dezer
B & W der stad Haarlem
Handtekeningen
Arnemuiden 12 September 1840
Aan den Heer Kolonel
Kommanderende de 6. Afd: Infanterie
Te Middelburg
Ter voorkoming van ongelukken achtte ik het van mijne pligt Uw Hoog:Ed: G: kennis te geven dat deze gemeente sedert eenige tijd van militairen wordt bezocht, die hoewel tot heden nog geene twist hebben veroorzaakt , zich toch uiterste veroorloven, welke weinig aan eenen militair past, en hetwelk mij doet vreezen, dat nog te eenigen tijd groote onaangenaamheden zal komen.
Den verloopen nacht waren zonder mijne voorkennis 3 militairen alhier aanwezig, welke den geheele Gemeente door haar schrikbaarlijk (gedrag) in roer bragt met hunne bajonette zwaijende en stekende? in huizen & straten zoo dat een derzelven zijn bajonet in stukken heeft gestoken?, hetwelk gevonden is op een der visschuiten, waar zij nog een gedeelte van de nacht op hebben doorgebracht; bij deze heb ik de eer aan UHEG: dit te doen toekomen, zijnde deze drie na informatie des morgens circa half 6 ure uit deze gemeente vertrokken.
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 2 October 1840
Aan den Heer Gouverneur
Van wegen het Bestuur der stad Middelburg vezocht zijnde zonder zegel te willen afgeven een geboorte extract , hetwelk, hetwelk stukken moet van wegens 34 jarige ouderdom uit de Schutterij te worden ontslagen en toch op grond van art: 72 der wet op de schutterij van den 11 April 1827 SB 7, zoo heb ik toch vermeend , alvorens Uwe Excie hiervan geraadpleegd te hebben hetzelve te weigeren, aangezien bij Art: 13 van Uwe Excie circulaire van den 21 Junij 1828 PB 97 alleen zal kunnen worden erkend , van te dienen bij de inschrijving voor de Loting voor de dienst der Schutterij, hetzelve is mij ten jare 1838? Op grond van dat artikel door den Heer Wethouder Ambtenaar van den Burgelijken Stand der stad Zierikzee geweigerd, etc . Onleesbaar !!
Wenschende de beslissing Uwer Excie in dezen te vernemen.
De Burgemeester
CDB
Middelharnis, den 28e September 1840
Door de nieuwspapiren is het mij bekend geworden dat binnen UEd: A gemeente bereids twee fabrieken of weverijen van callicots bestaan en dat het bestuur in UEA gemeente in overleg met de Heeren Salomonson bereids tot den opbouw van eene derde zoodanige fabrijk de vereischte maatregelen zijn genomen.
En dewijl de gemeente aan het hoofd van welker bestuur ik de eer heb te zijn geplaatst mede behoefte heeft aan soortgelijke fabriek ter voorziening in de behoefte aan werk voor de arbeidende klasse der ingezetenen gedurende den winter, zoo meen ik de vrijheid UEA in het belang derzelve ten vriendelijkste te verzoeken, mij wel te willen inlichten op hoedanige wijze met bovengemelde heeren kan worden onderhandeld, teneinde met dezelve zoodanige verbintenissen aan te gaan, als welke tot bereiking van het bovenvermelde zoo heilzame oogmerk kunnen leiden.
Door aan mijn tegenwoordig verzoek te voldoen, zult UEA mij een gewigtige dienst bewijzen, waarvoor ik UEA wederkeerige diensten te kunnen doen.
Ontvang intusschen de verzekering der bijzondere hoogachting van
UEADW Dienaar
Handtekening
Burgemeester van Middelharnis
Aan de Heer Burgemeester van Middelharnis
In antwoord op UEA missive van den 28e jl gisteren ontvangen, betrekkelijk de alhier opgerigte fabrieken of neeringen van callicots, heb ik de eer UEA dien aangaande in te lichten dat om met de Heeren Salomonson te onderhandelen, tot het aangaan van Verbintenissen, ten einde ook in UEA Gemeente zoodanig fabriek te bekomen, UEA aan die Heeren welke te Almelo in Overijssel woonachtig zijn, en door hunne zonen te Middelburg op en toezicht hebben over die in Zeeland zich bevinden dat verlangen bekend te doen maken.
Na alvorens de medewerking van den Heer Gouverneur uwer Provincie te hebben verzocht en dat onze accoord met die Heeren voor 5 jaar aangegaan en jaren kan voortduren ?
Wij zonder eenig huur te genieten een geschikt lokaal daarvoor aanschaffen en in eenen behoorlijken staat onderhouden en dat voorts door Hunne Ed: de weefstoelen en alles wat daarbij behoord voor hunne rekening bezorgen, terwijl door een daartoe door het Bestuur benoemde de kinderen van beide kunne van 14 tot 20 jaren worden aangewezen waarover die commissie het toezigt houd om te zorge dat dezelve naarstig werkzaam zijn en zij ook geene verkeerde behandeling door de opzichters of bazen in die fabrieken worden aangedaan.
Dat zoodanig contract niet anders als met goedkeuring van Heeren GS kan worden aangegaan, zal UEA wel bekend zijn.
Ik hoop met deze inliching aan UEA verlangen te hebben voldaan, terwijl ik de eer heb, met alle hoogachting mij te noemen
UEA DW Dienaar
De Burgemeester
CDB
Den 8 October 1840
Middelburg den 16 November 1840
Ten einde gevolg te kunnen geven aan het besluit van Heeren GS van Zeeland van den 30 october/6 november jl no 2 (PB no 108) omtrent de met gemeen overleg der naast bij gelegene steden of Gemeenten, te nemen maatregelen ter beperking der openbare veilingen van allerhande manufacturen galanterie en andere winkelwaren, heb ik de eer UEd: voor te stellen, betrekkelijk dit zoo belangrijk onderwerp, eene gezamenlijke bijeenkomst te houden met de hoofden der Plaatselijke besturen van dit Eiland en zulks ten Raadhuize der stad Middelburg op donderdag den 26 November aanstaande des middags ten 12 uren.
De Burgemeester der Gemeente
Oost en West Souburg
Paspoort van Grijpskerke
Den 25 November 1840
Aangezien ik niet in de gelegenheid ben, om de bijeenkomst van de Hoofden der Plaatselijke Besturen van dit Eiland, voorgestele in Uw Ed: missive van den 16 dezer op morgen op het stadhuis te Middelburg bij te wonen betrekkelijk het besluit van Heeren GS van Zeeland van 30 october/ 6 november ll no 2 tot het nemen van maatregelen ter beperking van openbare veilingen van allerhande manufacturen etc, heb ik gemeend UwEd: daar van kennis te moeten geven doch tevens dat ik bij de Eerste vergadering van den Raad dezer stede, dat besluit aan dezelve mede te deelen deszelfs gevoelens in te winnen en dienovereenkomstig betrekkelijk de voorgestelde maatregelen in genoemd besluit vermeld werkzaam te zijn.
De Burgemeester
CDB
Middelburg den 25 December 1840
Ik heb de eer UEA te doen geworden eene nadere staat wegens oninbare posten Personele Belasting dienst 1839/1840 vergezeld van de primitieve, Uwer Gemeente, met verzoek die op de gewone wijze te willen instrueeren, en daarna dezelven ingevolge Besluit van den Heer Staatsraad Gouverneur 21 Maart 1836 4 afd: no 3426, paragraaf 2 binnen 8 dagen aan mij te retourneren.
De Controleur der Belastingen
Van Kinschoten
Ongenummerde Stukken
Middelburg den 13 Maart 1840
Zeker vrouwen Jobse en Klaassen, à costij woonachtig zijn alhier op gisteren , leurende met visch in overtreding op het algemeen Policie Reglement dezer stad,bevonden ten welke gevolge ik zoo vrij ben UEA te verzoeken de genoemde vrouwen te doen aanzeggen dat zij op aanstaande maandag den 16 dezer , des voormiddags ten Elf uur alhier op het kantoor van Policie moeten verschijnen.
Tot wederdienst bereid,heb ik de eer met achting te zijn.
De Commissaris van Policie
Handtekening
UEd: missive van den 13 dezer no 27 mij eerst heden ter hand gekomen zijnde , zoo zoude ik dadelijk de noodige order hebben gegeven dat zekere vrouwen Jobse en Klaassen in UEG missive gemeld op morgen aan UEG kantoor mogten verscheinen dan daar onderscheidene Jobse en Klaasen die gehuwd zijn alhier wonen en alzoo met de bedoelde wordende onbekend zo verzoeke ik UEG meer duidelijke opgave van dezelve wanneer ik bij ontvangst daarvan de order zal geven dezelve op nader door UEG te bepalene dag en uur hun aan UEG kantoor vervoegen
De Burgemeester
Den 15 Maart 1840
Middelburg den 26 Mei 1840
Ik ben zoo vrij UEG tijdig te doen toekomen een Rekwest voor Klaas Huissoon met vriendelijk verzoek hetzelve door hem te doen teekenen en mij als dan te retourneeren
Tevens ben ik zoo vrij UEG welwillende medewerking ter bereiking van het daarin vervatte doel te imploreeren
Tot wederdienst bereid heb ik de eer met Hoogachting te zijn
De Commissaris van Policie
Handtekening
Neuzen den 24 Julij 1840
Naar aanleiding der Nieuwspapieren heb ik ontwaart dat ZM 1 door UEA ?????? Reglement en Tarief op het geslagt en gedisteleerd heeft goedgekeurd—daar ik mij in deze ogenblikken met een dusdanig onderwerp moet onledig houden zou UE mij en bijzonder genoegen doen en verpligten aan mij een afschrift of kopij van UEA reglementaire bepalingen en tarief betrekkelijk de belasting op het gedisteleerd te willen doen toekomen willende ik volgaarne den heer secretaris daarvoor naar billijkheid defroijeren
De Burgemeester der stad Neuzen
Handtekening
Den 28 Julij 1840
Op den ontvangst van UEA missive van den 24 dezer, heb ik den secretaris mijner Gemeente UEA verlangen medegedeeld, dat daaraan dadelijk voldaan hebbend zoo heb ik de eer nevens deze een copie van het tarief en Reglement betrekkelijk een belasting op het gedisteleerd aan UEA te doen toekomen.
DE Burgemeester
CDB
IJsselmonde 25 September 1840
Ik neeme de vrijheid UEA te verzoeken mij eens op te geven welke weg U voor de Vischvaartuigen, die zich in UEA Gemeente bevinden, heb ingeslagen, om voor hun bij het Rijk een premie te erlangen, een van dezelve heeft alhier getimmedr?? En die schipper heeft daar van gesprooken tegen een persoon in deze gemeente welke ook zoo een zoodanig vaartuig is hebbende en daar de verdiensten weinig zijn, zou hij gaarne die premie medegenieten, doch onbekend zijnde aan wien daartoe te addresseren,heb mij alzoo tot UEA gewend ten einde die opgave te ontvangen,tot wederdienst bereid.
De Burgemeester van IJsselmonde
Handtekening
Den 29 Sept: 1840
Volgaarne voldoende aan UEA verlangen mij deszelfs missive van den 25e dezer no 141 gistene ontvangen te kennen gegeven, zoo diend deze om UEA te onderrigten dat aangezien de visscherij mijner Gemeente al jaren herwaarts was achteruitgegaan, en wel bijzonder door de afsnijding van België bij den opstand van 1830 de schippers op aanraden en voorkennis van het Bestuur hun bij adres aan ZM hebben gewend en bij eene ontvouwing van den beklagelijken toestand waarin zij verkeerde verzoek tot bekoming van eene jaarlijksche premie hebben gedaan, dat door het bestuur daarvan is kennis gegeven en Heeren GS dezer Provincie met verzoek HEGA daarop een gunstig berigt en voordragt geliefden te doen hetwelk ten gevolge heeft gehadt dat aan dezelve eerst 3 en daarna nog 2 jaren ieder eene premie van f.250 is verleend geworden onder bepaling van het van het visschen te staken van 15 Novb: tot 15 Februarij van ieder jaar en zulks onder op- en toezigt van een Commissie door HEGA Staten benoemd.
Dan ik moet UEA opmerken dat alhier geene Reederij bestaat,maar over het algemeen de schippers en matrozen Eigenaar van de schuiten zijn, doch zeer teken? Tot het bekomen van die premie veel heeft medegewerkt.
Ik hoop deze inlichting aan UEd verlangen zal voldoende zijn
De Burgemeester
CDB
Arnemuiden 2 October 1840
Door Zijne Excie den Heere Staatsraad Gouverneur dezerProvincie , verzocht zijnde om bijgaande inteekenlijst op een tijdschrift getiteld de Volksbode aan de vermogende ingezetenen dezer stad te doen aanbieden, en UE. Tot de inteekening daarop in het belang der mindere standen uit te noodigen, heb ik in voldoening daaraan de Eer UEd: te verzoeken om ter bevordering van dit nuttig en weinig kenbaar werk, door inteekening aan die uitnoodiging te voldoen, ten einde aan het doel des schrijvers hetwelk sterkt ter bevordering van Godsdienstigheid , zedelijkheid , Spaarzaamheid en Arbeidzaamheid onder de Volksklasse te willen medewerken.
De Burgemeester der Stad
Arnemuiden
C.D. Baars
Middelburg den 12 October 1840
Onderwerp: Zegel geboorteextract Schutterij
In antwoord op Uwe missive van 2 dezer no 25 heb ik de eer UEA te kennen te geven dat naar aanleiding van hetgeene voorkomt onder paragraaf 13 van het PB no 97 van 1828 en van het medegedeelde bij de resolutiën van ZE den Minister van Financiën ll 19 November 1832 en 4 April 1833 no 12 & 19 in verband met art 72 der wet van den 11e April 1827 SB no 17 het buiten twijfel is dat de geboorte extracten benoodigd om wegens 34 jarigen ouderdom uit de schutterij te worden ontslagen vrij van zegel zijn doch dat daarop behoort te worden aangeteekend tot welk einde dezelve moeten dienen en zijn afgegeven
De Staatsraad Gouverneur
Van de Provincie Zeeland
Van Vredenburch