ZA Gemeente Arnemuiden Invent.nr. 161:

Diversche Placaeten ende Verboden van de Magistraet deser Stadt beginnende 1574 tot 1586.

Publicatie over "oorsaecke" van de verminderde aanvoer van "sout van westen" - 29 april 1581

"Alsoe by Dagelycxsche Experientie bevonden wordt/dat de schipvaart van de hollantsche hulcken commende geladen met sout van westen zeer vermindert ende van hier naer hollant vervrempt/tot groote achterdeel van der ende alle Inwoonende burgeren/ende dat door saecke van dien wel eensdeels hercompt/dat de schippers ende reeders der selver schepen huerl(ieder)sout dat sy begeren innewaerts te schepen niet zoe gevouchgel(ick) oft tamelicken prijse en connen doen vervoeren/als sy voor de laeste troublen wel deden/deurdien ettlicke schippers van smalle schepen wesende intgildevan de schippers alhier het recht van voorladinghe ende afflegginghe strictelicke ende pecyselickee voorstaen ende poogen te gebruycken/doende daerdeur den anderen schipperen die tselve sout tot minderen pryse wel souden begeeren te voeren dat zyl(ieden)groote hinderinge ende beletten/ al ist oock zulcx dat zyl(ieden) genen sin en hebben om eenigh sout in te nemen/ ende voor den geordineerden prijs te voeren/practiserende by sulcken middle om vrij gelagen ende oock gelt sonder aerbeyt in de buerse te crygen/

Alles tot quade cosequentie ende buyten de goede meyninge van de Overicheyt ende insunderheyt van Bailliu+B+S en Raiden dess stadt/zoe eyst dat omdaer in te remedieren tot voorderinge ende proffyte van der Stadt ende tgansche corpus ende gemeynte der zelver/ B+B+S+Raiden voorn vuyt crachte van dauthoriteyt aen henl.gereserveert ende anderssins henl.competeren/by advise van eenighe notabele vuyt tcorpus van de ende schippers gilde geordonneert enz. dat geene schippers onder tpetext van tvoorgeroerde previligie ende vryheden van schippersgilde voortaen en sullen moegen gebruycken trecht van voorladinge oft afflegginge op plaetsen oft havenen daer geen guede schepen en commen oft mogen zeyllen/by soe verre andre onvrije schippers volveerdich zyn te betaelen het gewoonl(icke) recht van tgilde ende den armen/ende dat de magistraeten ende regeerders van de stadt of steden daer de zelve onvrije schippers resideren gelycke vrijdom den schipperen dess stede by behoorl(icke) brieven ende bescheet verleent sullen hebben ende paiselyck laeten gebruycken ende dit alles zonder preiudicie van vryheden ende previlegien van de schippers gilde alhier ende by provisie ende ter tyt toe by experientie oft andere oorsaecke daer toe moverende by B+B+S+R anderss geordonneert souden mogen wesenwaer toe zyl(ieden) aen hem gereserveert hebben ende reserveren mits desen volcommen ende vryen macht ende authoriteyt//.

Ghepubliceert opden XXIX en April XVcLXXXItich

N.B. Aan het begin van de Teelt (seizoen) op het moment dat de zoutketen weer met het raffineren van het grove zout een aanvang namen.

Het stadsbestuur was van mening dat een belangrijke oorzaak van de verminderde aanvoer van zout gelegen was in het feit dat de "guede" (grote) schepen niet naar Arnemuiden kwamen omdat de vrachtprijs niet hoog genoeg lag. De vrachtprijs moest hoog liggen aangezien de schippers vaak lang op een retourvracht moesten wachten, of in ballast moesten wegvaren, anders werd er verlies geleden.

Het was n.l. zo dat de Arnemuidse schippers als vrije schippers, behorende tot het schippersgilde van Arnemuiden, het recht van "voorladinghe ende afflegginghe" bezaten, waar ze niet van wensten af te wijken. Deze schippers pikten dank zij dit privilege bijna alle vrachten voor de neus van de "vremde" schippers weg. Bovendien hadden ze vaak "smalle" schepen en konden zonder gebruik te moeten maken van "heuden" of lichters tot op de sate bij de zoutketen komen.  Dat de toegang tot de zoutketen langzamerhand dichtslibde is ook een oorzaak.

Echter, de ware oorzaken liggen bij het feit dat de zoutschepen vanaf de jaren zeventig en tachtig bijna al het zout direct naar Holland en de Oostzee brachten. Er was veel zout voor het inleggen van haring nodig; maar de haringscholen trokken steeds verder naar het noorden. Daar profiteerden de zoutketen van Hoorn, Enkhuizen, Alkmaar enz. van.

Bovendien waren de wateren van het "Zeeuws Deltagebied" erg onveilig door oorlogshandelingen en kaapvaart en kozen de schippers voor veiligheid (Safety first).

Daarom bleven de pogingen van het stadsbestuur om het recht van "voorladinghe" te versoepelen in eendrachtige samenwerking met andere handelssteden b.v. in Holland, zonder succes.

Zie hiervoor ook`: Victor Enthoven: ZEELAND en de opkomst van de Republiek

Handel en strijd in de Scheldedelta c.1550-1621, blz. 82 t/m 85 en tabel 3.2.

In het jaar 1582 kwamen er slechts 52 Franse schepen met zout naar Arnemuiden.