Arneklanken: Maart 1997
Zuster Van Donk werd 1 maart 1914 te Epe geboren. Op jonge leeftijd vertrok zij naar Wilnis (Utr.) en daarna naar Gorssel (Gld.). Mei 1941 begon Nel van Donk haar opleiding voor verpleegster in Sanatorium Sonnevanck te Harderwijk. In het tweede jaar van de opleiding vertoefde zij in ziekenhuis Eudokia te Rotterdam. Te Deventer werd de opleiding afgemaakt en haalde Nel van Donk het Witte Kruis. Aldaar behaalde ze in 1950 het wijkdiploma. In verschillende plaatsen werd de wijk waargenomen, zoals in Nieuw-Weerdinge (Dr.), 's-Grevelduin-Capelle (N.Br.) Bathmen (Gld.) en Olst (Ov.)
Op 2 maart 1951 begon zuster Van Donk haar werk als wijkverpleegster in Arnemuiden. Zij zou daar werkzaam blijven tot haar pensionering, maart 1979. De zuster woonde destijds aan de Zuidwal, waar een huis met garage gebouwd was, op de plaats waar nu een parkeerpleintje is achter het gemeentehuis. Er stond ook het magazijn van het Groene Kruis. Zuster Van Donk was in dienst van het vroegere Groene Kruis. Op de plaats waar nu de nieuwbouw van het gemeentehuis staat, bevond zich een huis waarin het echtpaar Ventevogel-de Kam woonde. Ventevogel was bode van de gemeente; hij en zijn vrouw werkten beiden voor het Groene Kruis. Naast hun huis bevond zich het arrestantenhok. Ook dit is inmiddels verdwenen.
Volgens zuster Van Donk leek Arnemuiden destijds wel een oude stadswijk, wat het werk betreft. Zij had vanaf het begin een goede samenwerking met de arts, dokter Van der Moer, en met diens assistent, Cas van Hemert. Het was boeiend werk. De medicijnen moesten hun werk doen. Het gebruik van penicilline kwam op. De zorg voor kraamvrouwen werd vernieuwd. Er moest door de wijkverpleegster veel aan de bevolking worden uitgelegd. Bij haar komst was er al een consultatiebureau. De districtsverpleegster mevrouw Stelweg begon met moedercursussen te Arnemuiden. De plaatselijke arts richtte in 1952 een moederbureau op.
Dat jaar werd er geconstateerd dat een inwoner open tb had. Die tijd moesten er circa zes jonge mensen gaan kuren. Meer mensen waren ziek. De huisvesting van de bevolking was over het algemeen slecht. Er werden in de Schoolstraat huizen gebouwd, o.a. voor tb-patienten, die betere huivesting nodig hadden. Zuster Van Donk wees op het belang van ventilatie, die ook 's nachts nodig was; ook op het belang van hygiëne. Het kwam wel voor, dat in een gezin ieder zich met één en dezelfde handdoek afdroogde. De zuster deed ook wat maatschappelijk werk. Zij drong bij de mensen aan op scholing. Na 1953 kwam er meer geld onder de mensen en was er sprake van betere scholing. Er gingen meer mensen werken in Middelburg. Op het gebied van de huisvesting deed de sanering zijn intrede. Ca. 1959 werd er begonnen met nieuwbouw in Het Poldertje. Aanvankelijk was er weerstand tegen deze nieuwbouw: 'Zuster, die uusjes bin voo mense die lucht van ersens bin'.
De ontwikkelingen gingen voort. De zuster wilde de mensen leren, verse groente te kopen. Er kwam iemand die kookcursussen gaf. Er werden vele garnalen gepeld door vrouwen. De verdiensten waren vaak bestemd voor de afbetaling van het woonhuis. Het werk van een wijkverpleegster werd anders. Zij was meer zelf in het gezin werkzaam, nadat de huisvesting verbeterd was. De komst van douches was een verlichting van de taak. Het verpleegwerk was vroeger heel intensief, maar ook heel mooi. Begin jaren zestig werden er voor het eerst gemeentegaranties verstrekt bij de bouw of verbouw van vissersschepen. Er kwam welvaart in Arnemuiden.
In de eerste helft van de jaren vijftig deed inenting zijn intrede te Arnemuiden. Er was veel weerstand tegen, ja tegen nieuwe dingen in het algemeen. Over dit onderwerp is er gesproken in het vroegere verenigingsgebouw aan de Burgemeester Langebeekestraat. Er werd ingeënt tegen tyfus, pokken en polio. Omstreeks 1977 bedroeg het aantal ingeente personen 87 % van de bevolking.
Het Groene Kruis richtte circa 1954 aan de Zuidwal, in de omgeving van het magazijn, een badhuis op. Dit heeft als zodanig gefunctioneerd tot omstreeks 1970. Momenteel is het pand in gebruik als woonhuis. Het consultatiebureau verhuisde circa 1958 van de huisarts naar het Groene Kruisgebouw aan de Zuidwal. Inmiddels is dit het gebouw van het Rode Kruis.
Na 1970 veranderde er veel in het werk van zuster Van Donk. Er kwam meer welvaart en de mensen werden zelfstandiger. De laatste jaren werden de kraamvrouwen vaak verzorgd vanuit het kraamcentrum. De zuster bleef tot het laatst verpleegwerk doen en zij was tot het einde van haar loopbaan de enige die als wijkverpleegster te Arnemuiden werkzaam was.
Als wijkverpleegster werd zuster Van Donk opgevolgd door zuster M. de Voogd, die slechts enkele jaren hier werkzaam was, waarna zuster J.G. Overbeeke omstreeks vijftien jaar als zodanig de werkzaamheden verrichtte.
Mevrouw Van Donk was van c. 1955 tot c. 1981 presidente van de Ned. Chr. Vrouwenbond (NCVB), afdeling Arnemuiden. Evenals dokter Van der Moer is zij ereburger van Arnemuiden.