Arneklanken Juni 1997
Inleiding.
Elk jaar worden in mei de slachtoffers herdacht die vielen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik denk dat weinigen van de huidige generatie weten wat in Arnemuiden en omgeving precies is gebeurd. Het lijkt mij daarom een goede gedachte en ook voor de wat oudere generatie, in grote lijnen de oorlogsgebeurtenissen te schetsen.
Nadat Nederland op 15 mei 1940 had gecapituleerd na de Duitse inval bleef men in de provincie Zeeland doorvechten vanwege de hier aanwezige Franse troepen. In deze tijd was de Sloedam de enige en belangrijkste toegangsweg te lande naar Walcheren. Na hevige weerstand van het 224e Regiment Infanterie (R.I.) van de 68ste divisie van het Franse Leger bij de Sloedam, kon het SS-Regiment Deutschland uiteindelijk vanuit Zuid-Beveland Walcheren binnentrekken. Tientallen soldaten zijn bij de strijd op en rond de Sloedam gesneuveld.
Op 17 mei 1940 laat in de namiddag werd het toen geëvacueerde Arnemuiden door de Duitsers bezet. Zij stuitten toen nauwelijks meer op tegenstand. Hierbij zijn geen slachtoffers gevallen.
A.H. de Kam die postkantoorhouder in Arnemuiden was, keerde na de strijd om de Sloedam weer terug in het dorp: “Deze reis viel betrekkelijk nogal mede ondanks de kapotte telefoon en electrische draden om tegelijk niet de dode dieren in de weer te vergeten welke vanuit het vliegtuig neergekogeld waren. Opeens ontmoette ik een tweetal militairen welke uit een zijweg kwamen. Deze waren zeer netjes gekleed en droegen als wapen slechts een revolver. Bij het passeren zegden zij zeer vriendelijk goedendag en toen drong het pas tot mij door -dat zijn waarachtig Duitsers-. Ik had die kerels anders gedacht te zien bijv. ongeschoren en in veldtenue en zwaar bewapend doch niet zo en die mening waren velen toegedaan. Doch toen was Duitsland nog in volle glorie en zeer goed georganiseerd gesterkt door een altijd goed slagen der actie. Later heb ik dezelfde uniformen in geheel andere stijl gezien en toen waren zij in geen dagen geschoren of gewassen.
In het dorp aangekomen was het beeld anders geworden; overal weggeworpen uniformstukken en wapens der vluchtende Fransen en een enkele maal iets van het Nederlandse leger. Zij hadden nog getracht na de overgave van de Sloedam naar Vllissingen te gaan om daar per boot nog over te kunnen steken. Doch alles bleek tevergeefs te zijn. De Duitsers hadden motorische kracht dus waren zij voor degene die moesten lopen eerder in Vlissingen en de Fransen werden opgevangen.
Thuisgekomen zijnde stond mijn woning er gelukkig nog geheel overeind. Alleen de ramen waren geheel stuk plus nog enige andere beschadigingen van machinegeweerkogels uit de jagertjes. Toen weer naar mijn evacuatieadres [Kleverskerke] om de overige huisgenoten te halen en daarna hard werken om de zaak weer een beetje bewoonbaar te maken. Ondanks deze schade bofte ik toch nog daar later bleek, dat binnen een straal van 100 meter uit mijn woning een negentien tal voltreffers op woningen waren gekomen. Dus alle reden tot dankbaarheid."
Doordat de Duitsers allerlei ruimten vorderden voor hun troepen kwam het geven van onderwijs onder druk te staan. De scholen in Arnemuiden werden bezet aldus Kees Marijs:
“In Arnemuiden in de oorlog was er tussen 1942 en 1944 nauwelijks school. ‘s Morgens was men doorgaans vrij en ‘s middags werden er van 14.00 uur tot 16.00 uur lessen gegeven. De scholen waren immers gevorderd door de Duitsers. Er werden dan ook wel eens lessen in de raadszaal en kerken gehouden.”
De bezettingstijd duurde lang en was niet altijd gemakkelijk, maar in juni 1944 leefde men weer op vanwege de geallieerde invasie in Normandië. De Duitsers werden gedwongen steeds verder terug te trekken, maar bouwden in Walcheren rond de Scheldemonding een stevige verdediging op om het gebruik van de haven van Antwerpen door de geallieerden te beletten.
Op 30 oktober 1944 stonden de Canadezen voor de Sloedam, die met een frontale aanval het oostelijk droog staande gedeelte van Walcheren probeerden te bevrijden. Men kon toen nog niet beseffen wat een zware strijd rond dit gebied uitgevochten zou worden.
De aanval begon op 31 oktober 1944 door het bataljon van de Black Watch of Canada (RHR) van de 5e Canadese Infanteriebrigade die zware tegenstand kregen. De artillerie ondersteunde voortdurend de aanvallen en beschoot de Duitse stellingen die bij de Sloedam lagen en nabij Arnemuiden. Inmiddels kwamen in Arnemuiden veel granaten neer die de nodige slachtoffers eisten van de burgerbevolking. Hoewel Arnemuiden een Rode Kruis Dorp was of lazaret en veel mensen uit de omgeving een schuilplaats hier hadden gevonden, bleven op Arnemuiden de granaten neervallen. Het waren angstige dagen en nachten. De eerste aanval had geen succes, maar later die avond ging het bataljon van de Calgary Highlanders het nog eens proberen en zij konden met behulp van veel artilleriesteun een klein bruggehoofd vestigen. De Duitsers drongen ze echter terug op de Sloedam na een hevige tegenaanval. Het derde bataljon van de Canadezen, het Régiment de Maisonneuve, ging nu in de strijd om eveneens via de Sloedam vaste grond op Walcheren te krijgen. Zij kregen ondanks felle tegenstand ongeveer 20 man op Walcheren. Ook zij moesten helaas na hevig afweervuur weer terugtrekken.
Hierna werden de Canadezen uit de strijd genomen en werd het eerste bataljon van de Glasgow Highlanders van de 157th Brigade van de 52e Britse Lowland Division ingezet om de operatie tot een goed einde te brengen. De Schotten voerden vanaf 2 november 1944 dezelfde frontale aanvallen uit op de Sloedam en kwamen ook in deze 'hel van de Sloedam' terecht. Generaal-Majoor E. Hakewill Smith was echter geen voorstander van deze taktiek. Het gelukte hem na een onderzoek via een alternatieve route vanuit Zuid-Beveland, vlakbij het haventje van Nieuwdorp, een weg te vinden door het water en de modder van het Sloe naar Walcheren. In de nacht van 2 op 3 november 1944 kon het 6th Battalion Cameronians (Scottish Rifles) de oversteek wagen en een bruggehoofd vestigen in de Bijleveldpolder op Walcheren. De Duitsers waren hierdoor verrast en sloegen terug, maar mede met de hulp van de 5th Highland Light Infantry lukte de aanval. Inmiddels was het de Schotten ook gelukt om de taaie verdediging van de Sloedam te doorbreken.
De Duitsers waren nu aan de verliezende hand en trokken steeds verder terug. Een groot gedeelte van het gebied rond Arnemuiden en in de polders werd nu bevrijd en de Duitse soldaten zagen het einde naderen en gaven zich over. Op 5 november 1944 werd Arnemuiden bevrijd door het eerste Battalion van de Glasgow Highlanders. Op dezelfde dag werd Kleverskerke bevrijd door het 7th Battalion The Cameronians (Scottish Rifles).
De strijd om de Sloedam en het gebied rond Arnemuiden was zwaar geweest en vergde veel slachtoffers. Veel van de gewonde soldaten en burgers werden verzorgd en geholpen door Duitse artsen, een Zwitserse arts, enkele andere artsen en helpers en verplegers van de Rode Kruis colonne.
Een citaat van een getuige van de artilleriebeschietingen in Arnemuiden: "Rond middernacht werd een zware ontploffing gehoord en alle mensen schrokken en schreeuwden, want het was zeer dichtbij. De commandant van de Rode Kruis colonne [Cas van Hemert] ging op verkenning uit en riep al snel om assistentie. Het bleek, dat een huis met de oudste inwoner was getroffen. Hij was dodelijk gewond. De woning werd door twee mannen doorzocht, maar er werd verder niets gevonden totdat er met een lucifer licht werd gemaakt. De medebewoners waren naar de kelders gevlucht." In Arnemuiden waren bijna 50 slachtoffers te betreuren onder de bevolking die hoofdzakelijk vielen door de langdurige beschietingen. Maar Arnemuiden was op 5 november 1944 vrij.