Zeeuws Archief  Inventaris van de Archieven van de gemeente Arnemuiden

 

Er wordt voor de tweede maal aan de Commissaris voor de Fransche Troupen in soldij der Bataafsche Republiek een rekening  gestuurd van ruim 21 gulden die de secretaris van Staat Departement van Oorlog verwezen heeft naar U

Het gaat vooral over vervoer met paard en wagen van ook o.a. een gearresteerde naar Middelburg.

 

21 Meij 1804.

Aan den Schout bij Nacht der Bataafsche Republiek en Commissaris bij den Eersten Consul Buonaparte .

De Visserij is de eenigste Bron van bestaan  en kwijnt al eenige jaren. De armoede neemt erg toe en door schulden kunnen de Armen nauwelijks ondersteund worden.

De vrede met Engeland was van korte duur en tot merkelijke ruïne van onze Landgenooten.

De geïnvesteerde sommen in schepen en handel etc. raakten door de Vijand verloren. Met verkragting van de Heiligste Verbintenissen.

Steeds moeten de weerloze vissers vluchten voor de Vijand . Men gaat onder vreemde passen varen.

Dien tengevolge hebben de Vissers dezer plaats zowel als in Holland en elders Pruisische Passen bekomen, doch men heeft daar geen gebruik willen maken, zonder Uw Excellentie te kennen om die reden heeft onzen Secretaris met een Visser dezer Plaats een Pas laten viseeren door uw Excellentie met vriendelijk verzoek om te mogen uitvaren  welk verzoek door uw Excellentie is geaccordeerd geworden ; dan op gisteren drie onzer visschers daar mede een aanvang willende maken  zijn daarin door het wagtschip aan het Fort den Haak leggende  gestuit geworden als van Uw Excellentie geen orders bekomen hebbende .

Hebt U a.u.b. medelijden    en geeft u alsnog vergunning om te mogen uitlopen en ten dien einde een permissie Billet of de nodige Orderste willen geven.

Geen zorg dat wij verstandhouding met de Vijand zullen zoeken, als denzelven zeer wel kennende hoe hij bestaat wij hebben het hun  op het aller Ernst verboden, en wanneer zij al genooddrongen mogte worden eenige brieven mede te nemen, hebben zij op de plegtigste wijze ons verzekerd dezelve aan ons te zullen overhandigen, wanneer wij die dadelijk aan uw Excellentie zullen doen geworden, terwijl wij aannemen van ingeval wij iets mogten ontdekken , maar naar verboden correspondentie zwemende uw Excellentie daar van dadelijk te informeeren.

Wij vertrouwen Uw  Excellentie daar de Visschers van Holland ook eenige van Zierikzee en een van Middelburg vrij uitvaren  geen zwarigheid zult maken om aan onze vriendelijke sollicitatie te voldoen. Etc.

 

4 Meij 1804.

 

In verband hiermede wordt er een brief in het Frans gesteld aan generaal Monnet gestuurd.

6 Meij 1804.

 

Aan de Commissie van Defensie uit het Dep.Best.

Door Mr W.A. Citters is aangezegd geworden om met een wagen twee paarden en een voerman en Jan Cornelisse Vinke met twee paarde en een voerman zo als bij Ul: is bepaald op de eerste Requisitie in gereedheid zijn waarvan wij d ‘Eer hebben Ul bij dezen kennis te geven

 

9 junij 1804.

 

Aan de Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht

 

Momenteel bevindt zich vanaf 2 december 1802 niemand zich als Med.Doct: chirurgijn, vroedmeester, Apothecar of vroedvrouw  zich binnen de gemeente heeftt geetabliseerd ,maar elders begeven of gestorven is terwijl wij aan Ul verder verzoek in gedagte Missive voorkomende bij het vervolg zullen trachten te voldoen.

 

9 Junij 1804.

 

Aan d’Heer P.F. Schorer opzichter over het Rijden der Wagens te Vlissingen.

Op het Hofje door Jan Meulmeester bewoond geweest zijn is in deszelfs plaats komen wonen Adriaan Koets.

 

9 Junij 1804.

 

Aan de ontvanger van de 100e Penning

 

Aangeboden het Cohier van het Boomgaardengeld

 

 

Le President et Echevins de la Ville d ‘Arnemuiden

A Monseigneur Monnet General de Division en Commandant Superieure de la Place de Flessingue et de l ‘ Isle de Walcheren.

 

Nous avons bien reçu votre lettre du 6 thermodor par le meme nous apprenont avec surprice que le Pecheur nommee Boudewijn Leendertsz Grootjans  s  a permitter de prendre en mer a son bord  une personne inconnu et cela contre notre ordre et contre  la declaration que tous les Pecheurs nous ont fait.

Nous croijons avec vous Monseigneur qu íl n á en aucumes mauvaise intention, mais  pour prevenir de pareil abus, nous le feront metre en prison comme vous nous a conseille et samedi Prochain quant tous les Pecheurs seront retournee nous les feront compare chez nous quant nous les Recommanderons bien serieusement de non prendre en leur bords aucunes Personnes ou Personnes inconnu si ‘il ne veulent pas que on leur Empeche d ‘aller en mer et nous  vous flattons que la Punition a cet Pecheur et notre Recommandation a nos habitans suffera a l  Íntention

Nous vous prions de croire que nous sommes avec Estimee et Respect.

 

24 Juillet 1804

 

Aan den Eersten Commissaris voor de Fransche Troupes in Soldij der Bataafschen Republiek in den Haag.

 

Geleide bij de rekening wegens  geleverde wagens ten dienste van de Troupes

Slechts 14 gulden ontvangen in plaats van 20 gulden.

Er staat ook nog een rekening van ruim 39 gulden open.

8 augustus 1804.

 

Verder is de Bataafsche Republiek aan Arnemuiden schuldig ruim 2 gulden voor het brengen van de bagage van een Bataafse Compagnie  naar Domburg en het vervoeren van een zieke naar Middelburg

 

 

Aan de Secretaris van Staat Departement van Oorlog  der Bat. Republiek in den Haag.

 

Sommige delen van de declaratie worden niet betaald. Er wordt duidelijkheid gevraagd.

 

Aan Districts Gecomm: over den buiten gewonen belasting van 2% op de bezittingen etc.

 

Een lijst van de Ingezetenen wordt toegestuurd en van aan huis rondgebragte billietten.

Een verzoek bij het oproepen van onze gemeente,kan het zijn, de laatste dagen van de week daar voor te bestemmen, dewijl dezelven dan het minste verliezen en zij in deze Conjuncture destijds zo weinig kunnen lijden, waarmede UED: hun zeer veel dienst zullen doen en niet minder verpligten etc.

 

29 augustus 1804.

 

Aan het Dep. Bestuur van Zeeland.

 

Verzocht werd  een aantal convenabele Strandmeesters om genaufrageerde Personen en goederen te behandelen conform de gegeven orders

Echter.onder onze Jurisdictie bevind zich geen noemenswaardig Strand  en zo bijna nooit een dood lichaam aanspoelt  ook evenmin eenige goederen;en wanneer zulks mogt geschieden;

Ter plaatse is een Substituut van de Waterballiu woonachtig die in zodanige gevallen de zorg  en berging derzelve is aanbevolen, welke door ons als nu nog speciaal is gerecommandeerd

Om een wakend oog te houden en ons bij zodanige gelegendheden dadelijk daar van te informeren, terwijl wij aanneemen om bij onverhoopte gevallen te zorgen dat met genaufrageerde Personen oft Goederen worden gehandeld overeenkomstig de gestelde order etc.

 

Aan den Commandeerende Officier van het Wagtschip leggende voor Veere.

 

 

De Visschuit no 9 varende een Persoon of Loots in zee aan boord is overgegaan van zeker Zweedsch schip komende van Sivilien/ Sevilla  in Spanje  en beladen met wol  en het zelve ter Rheede van Veere heeft binnen geloots—waarom wij conform de Publ: van het Staats Bewind der Republiek dezelve dadelijk hebben gearresteerd en buiten alle acces houden, teneinde dezelve door UEd worde genomen onder het toeverzicht van het Wagtschip om onder Quarantaine te worden gehouden.

Wij hebben de noodige orders gegeven dat voorn: schuit dadelijk vertrok en zoude aan leggen buiten het zogenaamde Arnemuidsche Gat etc.

 

Aan de Heer Marchand Commandant op de Rheede van de StadVeere.

 

De Visschuit no 9 , van welks Equipage een man in zee was overgegaan op een Zweeds schip komende van Sevilla inSpanje  en die reeds binne onze haven was gearriveerd dadelijk doen vertrekken met orders om aan het ende van dit Canaal te gaan leggen tot dat UEd:hem zoude doen brengen onder het geschut van het schip door UEd: gecommandeerd wordende.

Wij hebben daarop antwoord van U gekregen 20 Brumaire waarbij wij met verwondering ontdekten dat UE gezegde schuit mogt refuseren om onder Uw geschut te brengen,totdat U van het Gouvernement nader order zou bekomen. Deze is ondertussen gekomen: wij hebben bericht ontvangen dit schip aan het fort ten Haak te leggen;waar het zich bevind.

Eerder lag de Visschuit no 9 buiten dat Canaal of aan het einde van het zogenaamde Arnemuidsche Gat.

 

A Monseigneur le General de Division Monnet commandant superieure de la place de Flessingue et de l ‘Isle de Walcheren

 

Cinq femmes n ‘appartiennent point a notre Commune, mais qui ce sont des habitans de la ville de Veere  et qu ‘’ y a  sur les Pecheurs de cette ville ordinairement cinq hommes et ici seulement quatre.

C ést pour cela que nous vous fait retournee le Petition de ces femmes qui a ete dans votre letter.

Nous de croijons point que les femmes des Pecheurs de noter commune auront en l ‘hardiesse de faire plainte on de petition a vous neanmoins qu ‘ ils souffrent dans le temps present beaucoup  et ils ne peuvent guere recevoir le soulagement  de notre commune, puisque elle est plus pauvre que celle de Vere   etc etc.

 

Aan het Dep. Bestuur van Zeeland

 

Over de vernieuwing van de Raad

 

8 december 1804.

 

Rekening

 

Transport van een zieke Canon Rijder en een transport van de bagage van een marcherend  detachement

Nog een rekening met de opmerking dat sommige delen van de declaratie niet worden vergoed. Dat is erg jammer, want de stedelijke kas bevindt zich in een zeer bekrompen staat.

 

19 januari 1805.

 

Aan het Dep. Bestuur.

 

Toegestuurd wordt een concept Ordonnantie voor de Weeskamer volgens het besluit van 29 October.

 

16 februari 1805.

 

Dep.Bestuur.

 

Er zijn geen marktschippers die in de haven binnenlopen,waarop impost zou moeten worden geheven met betrekking tot hun meegebrachte producten.

 

16 februari 1805.

 

Aan den Secretaris van Staat Departement van Oorlog der Bat, Rep.

 

De rekening van de Franse Troupes  van ruim 21 gulden  dient volgens voorschrift aan bovenstaand persoon te worden gezonden.

 

30 maart 1805.

 

Aan het Staats Bewind

 

Het vermelde Ontwerp van Staats Regeling,het Bataafsche Volk aangeboden is in de gemeente op geschikte plaatsen te Lecture gelegd.

Niemand heeft zich ter stemming aangeboden en wij sturen een Lijst van de apparente Stemgerechtigden der Gemeente.

 

18 April 1805

 

Aan Commissariaat voor de Fransche Troupes in soldij der Bat: Republiek.

Voor het overvoeren door hoogaarsen van Franse troepen van Walcheren naar Zuid-Beveland vice versa------------------------------    ruim 49 gulden.

 

Idem :dankbetuiging voor het ontvangen bedrag.

 

9 september 1805.

 

Aan de Gedeputeerde Leden van het Dep. Bestuur.

Hier ter stede  bevinden zich eenige Slapers , liggers en Standers van de Maten en gewigten alhier gebruikt: daarvan wordt een lijst  gestuurd.

In deze Jurisdictie wordt/werd in de maand april geijkt.

 

14 september 1805.

 

Aan den Raad der Finantien in het Departement Zeeland.

 

Bij Resolutie van 6 september 1759 is aan de Diaconie Armen geaccordeerd geworden een vierde van de Randsoenpenningen van alle S lands gemeene Middelen welke elk jaar worden verpagt. Dat komt op 8 pond per jaar.

Alle s’Lands gemeene middelen gaan nu per Collecte geïnd

Wij verzoeken U hierin voor de Armen in te voorzien door passende maatregelen.

12 October 1805.

 

Aan de Predikant Rijssel te Arnemuiden,

 

Naast erkentenis van deze predikant voor de inspanning door goede invulling van de tabellen ten behoeve van de kerk, is er grote kritiek op de heersende moedwil en zijn er klachten over zedeloosheidbedrijvers in Arnemuiden: het schenden en ontheiligen van ’s Heeren dag en het afbreeken van heijningen waardoor men het vee niet in de weide kan houden en het veelvuldig kappen en steelen van Doorn en ander hout.

De gemeente belooft middelen in te zullen zetten.

23 November 1805

 

Bailliu en Schepenen van Arnemuiden in het dep.Zeeland verzoeken bijstand van I.Reijke ? en V.W. de Fremerij advocaten practiserende voor de Rechtbank der stad Middelburg.

 

He gaat om de zaak van Boud: Leend: Grootjans c.s. Eisschers contra Adriaan Siereveld c.s. gedaagdens en verzoeken UE advis in deze mede te deelen en met bijvoeging van een concept sententie in die zaak voor ons te staan, zodra UE immers doenelijk is te doen geworden.

30 november 1805.

 

Tot nieuw lid van de overleden schepen van de Rechtbank worden na het overlijden van Johan Hendrik Sonck  een drietal voorgesteld : Cornelis Kramer, Jan van der Weele en PieterAdriaanse.

 

7 december 1805.

 

Op 11 december 1805 weer een schrijven over de zaak Grootjans   Siereveld.

 

Aan de Raad van Finantien in het Dep. Zeeland.

 

De actuele meters welke gewoon waren het witzout aan de zoutkeeten te meten zijnde negen in getal provisioneel hebben aangesteld en beeedigd zijnde de Personen van Job Marinisse de Nooijer, Gillis Marinisse de Nooijer, Adriaan Lievense de Ridder, Blaas Cornelisse, Cornelis Jacobsen, Job Jacobsen,Blaas Jacobsen, Jacob Joost ? Grootjans , Job Blaassen Boudewijn Grootjans ; terwijl wij de tegenwoordige Kalk en Koolmeters zijnde de Personen van Adriaan Zeger en Marinus van Belsen mede als zodanig hebben aangesteld en beeedigd

Over het meetloon van de zoutmeters: 100 vat witzout of 200 zakken ieder van 10 spint hun word goedgedaan 6 schellingen, hetwelk aldus word verdeeld dat de meeters daar van genieten een gulden  en de overige zestien stuivers aan de bijzitter wordt goedgedaan-  doch wanneer een geringe partij wordt uitgemeten het welk naar Middelburg wordt gevoerd om aldaar gesleten te worden word aan dezelve meters een stuiver van ieder vat zijnde mede twee zakken ieder zak van 10 spint goedgedaan, wanneer geen bijzitters daar bij tegenwoordig zijn

Uit welk opgaaf UE zullen bemerken dat er een groot different plaats vind in de genoemde loonen als zijnde het eerstgemelde, zeer gering, wanneer het in vergelijking met het laatstgenoemde wordt gebracht,het welk de zoutmeetters ons bij derzelver aanstelling mede klagelijk hebben te kennen gegeven en verzocht het zelve onder Uwe attentie te brengen.

En wat nu aangaat  het meetloon van Kalk en Kolen  en wordt voor een hoed Kalk agtien of Een en Twintig stuivers betaald naar gelang  dat een Pakhuis waar het bezorgd moet worden van het Hoofd verwijderd is  en  voor een hoed kolen 27 stuivers doch al het welk voor geen meetloon kan gerekend worden alzo meters voor dat niet alleen gehouden zijn de kalk en kolen te meten maar het zelve ook bij den Inslag vrij te bezorgen en al het welk  wij op den den jegenswoordige gebruikelijke voet overeenkomstig de vrijheid ons bij UE Resolutie vergund alzo provisioneel hebben gelaten

 

4 januari 1806.

 

Aan de Raad der Finantien van het Dep. Zeeland.

 

Alhier wordt geen waag aangetroffen.

18 januari 1806.